Johan Huizinga - Herfsttij der Middeleeuwen

Здесь есть возможность читать онлайн «Johan Huizinga - Herfsttij der Middeleeuwen» весь текст электронной книги совершенно бесплатно (целиком полную версию без сокращений). В некоторых случаях можно слушать аудио, скачать через торрент в формате fb2 и присутствует краткое содержание. Жанр: Старинная литература, nld. Описание произведения, (предисловие) а так же отзывы посетителей доступны на портале библиотеки ЛибКат.

Herfsttij der Middeleeuwen: краткое содержание, описание и аннотация

Предлагаем к чтению аннотацию, описание, краткое содержание или предисловие (зависит от того, что написал сам автор книги «Herfsttij der Middeleeuwen»). Если вы не нашли необходимую информацию о книге — напишите в комментариях, мы постараемся отыскать её.

Herfsttij der Middeleeuwen — читать онлайн бесплатно полную книгу (весь текст) целиком

Ниже представлен текст книги, разбитый по страницам. Система сохранения места последней прочитанной страницы, позволяет с удобством читать онлайн бесплатно книгу «Herfsttij der Middeleeuwen», без необходимости каждый раз заново искать на чём Вы остановились. Поставьте закладку, и сможете в любой момент перейти на страницу, на которой закончили чтение.

Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

Het moedelooze refrein van de verachting der wereld was voor de latere Middeleeuwen vastgelegd in het tractaat van dien naam van Innocentius III. Wonderlijk, die machtigste en voorspoedigste staatsman op den stoel van Petrus, in zooveel aardsche zaken en belangen gemengd en opgaand, en die in deze levensverguizing als 't ware meent zijn hoogheid te boeten. "Concipit mulier cum immunditia et fetore, parit cum tristitia et dolore, nutrit cum angustia et labore, custodit cum instantia et timore." [430]O al de lachende vreugden van het moederschap!—"Quis unquam vel unicam diem totam duxit in sua delectatione jucundam ... quem denique visus vel auditus vel aliquis ictus non offenderit?" [431]Was het christelijke wijsheid of het pruilen van een bedorven kind?

Er is zonder twijfel in dat alles een geest van ontzaglijk materialisme, die de gedachte aan het einde van schoonheid niet kon verdragen zonder aan die schoonheid zelf te vertwijfelen. En let wel, hoe (althans in de litteratuur, niet zoozeer in de beeldende kunst) in het bijzonder het vrouwenschoon beklaagd wordt. Er is hier nauwelijks een grens tusschen de godsdienstige vermaning, om aan den dood en aan de vergankelijkheid van het aardsche te denken, en de spijt van de oude minnares over het verval der schoonheid, die zij niet meer geven kan.

Ziehier eerst een voorbeeld, waar de stichtelijke vermaning nog op den voorgrond staat. In het Celestijnen-klooster te Avignon bevond zich vóór de Revolutie een schildering, die de overlevering aan den kunstrijken stichter koning René zelf toeschreef. Zij stelde een rechtopstaand vrouwenlijk voor, met een sierlijk kapsel, gehuld in haar lijkwade; de wormen verteerden het lichaam. De eerste strofen van het onderschrift luidden:

"Une fois sur toute femme belle Mais par la mort suis devenue telle. Ma chair estoit très belle, fraische et tendre, Or, est-elle toute tournée en cendre. Mon corps estoit très plaisant et très gent, Je me souloye souvent vestir de soye, Or en droict fault que toute nue je soye. Fourrée estois de gris et de menu vair, En grand palais me logeois à mon vueil, Or suis logiée en ce petit cercueil. Ma chambre estoit de beaux tapis ornée, Or est d'aragnes ma fosse environnée." [432]

Dat deze vermaningen hun werking niet misten, bewijst de legende, die zich daaraan verder gesponnen had, hoe de koninklijke kunstenaar zelf, die levens- en schoonheidsminnaar bij uitnemendheid, zijn geliefde drie dagen na de teraardebestelling in het graf zou hebben gezien, en toen geschilderd.

De stemming verandert reeds een weinig in de richting van wereldsche zinnelijkheid, wanneer de waarschuwing voor de vergankelijkheid niet aan het gruwelijk lijk van een ander wordt gedemonstreerd, maar de levenden gewezen worden op hun eigen lichaam, nu nog schoon, maar spoedig voor de wormen. Olivier de la Marche besluit zijn stichtelijk allegorisch gedicht over de vrouwenkleeding Le parement et triumphe des dames met den Dood, die aan alle schoonheid en ijdelheid den spiegel voorhoudt:

"Ces doulx regards, ces yeulx faiz pour plaisance, Pensez y bien, ilz perdront leur clarté, Nez et sourcilz, la bouche d'eloquence Se pourriront...." [433]

Toch is dit nog een eerlijk memento mori. Maar het gaat onmerkbaar over in een spijtig, wereldsch en zelfzuchtig beklag over de nadeelen van den ouderdom:

"Se vous vivez le droit cours de nature Dont LX ans est pour ung bien grant nombre, Vostre beaulté changera en laydure, Vostre santé en maladie obscure, Et ne ferez en ce monde que encombre. Se fille avez, vous luy serez ung umbre, Celle sera requise et demandée, Et de chascun la mère habandonnée." [434]

Alle vrome, stichtelijke zin is verre, als Villon de balladen dicht, waarin "la belle heaulmière", eens een befaamde Parijsche courtisane, haar vroeger onweerstaanbare bekoorlijkheden vergelijkt met al de leelijkheden van haar vervallen lichaam.

"Qu'est devenu ce front poly, Ces cheveulx blons, sourcils voultiz, Grant entroeil, le regart joly, Dont prenoie les plus soubtilz; Ce beau nez droit, grant ne petiz, Ces petites joinctes oreilles, Menton fourchu, cler vis traictiz Et ces belles levres vermeilles? ................................................... Le front ridé, les cheveux gris, Les sourcilz cheuz [435], les yeuls estains...." [436]

In een der poëtische boeken van de heilige schrift der zuidelijke Boeddhisten heeft men het lied eener vrome oude non Ambapâlî, van eenzelfde verleden als "la belle heaulmière". Ook zij vergelijkt haar schoonheid van eertijds met haar weerzinwekkenden ouderdom, hier met dankbaren lof voor het verdwijnen van dat nietswaardig schoon. [437]Maar is de afstand van het sentiment wel zoo groot, als hij schijnen wil?

De felle afschuw van de ontbinding van het aardsche lichaam heeft haar tegenkant in de hooge waarde, die men toekent aan het onbedorven blijven van de lijken van sommige heiligen, zooals Sint Rosa van Viterbo. Het is een van de kostbaarste heerlijkheden van Maria, dat haar lichaam voor de ontbinding op aarde gespaard is gebleven door haar hemelvaart. [438]Weer op een andere wijze spreekt de materialistische geest, die zich niet kon losmaken van de gedachte aan het lichaam, uit de bijzondere zorg, waarmee sommige lijken behandeld worden. Er bestond een gewoonte, om terstond na den dood de trekken van het aangezicht van een aanzienlijken gestorvene bij te schilderen, opdat vóór de begrafenis geen bederf zichtbaar zou zijn. [439]Het lijk van een prediker van de kettersche secte der Turlupins, die te Parijs in de gevangenis vóór het vonnis gestorven was, wordt veertien dagen in een vat met kalk bewaard, om het te zamen met een levende kettersche te kunnen verbranden. [440]Van de Engelschen, die in Frankrijk gesneuveld of gestorven zijn, wordt veelal het lijk in stukken gesneden, gekookt, tot het vleesch loslaat van de beenderen, die gereinigd en in een koffer naar Engeland gezonden worden, terwijl de rest begraven wordt. Zoo geschiedt met Hendrik V, met de lords York en Oxford, bij Azincourt gesneuveld, met Glasdale, bekend uit de geschiedenis van Jeanne d'Arc, met een neef van Sir John Fastolfe. [441]

In de veertiende eeuw komt het wonderlijke woord macabre op, als om de geheele laat-middeleeuwsche visie van den dood te markeeren. Het woord (tot in de 17 eeeuw luidde het macabré) is onvoldoende verklaard, wat zijn oorsprong betreft, maar de beteekenisnuance, die het uit zijn gebruik verworven heeft, is zoo scherp en eigen, dat zij geen omschrijving behoeft. De macabere opvatting van den dood is in onzen tijd nog voornamelijk te vinden op dorpskerkhoven, waar men er in rijm en figuur den nagalm van hoort. In het einde der Middeleeuwen is zij een groote cultuurgedachte geweest. Er raakte in de voorstelling van den dood een nieuw, aangrijpend fantastisch element gemengd, een rilling, die opkwam uit het ijzige bewustzijnsgebied van spokenvrees en klammen schrik. De allesbeheerschende godsdienstige gedachte zette haar aanstonds om in moraal, herleidde haar tot memento mori, maar maakte gaarne gebruik van al de huiveringwekkende suggestie, die het spectrale karakter der voorstelling meebracht.

Rondom den Doodendans groepeeren zich de verwante voorstellingen van het sterven, die tot verschrikking en vermaning dienen moesten. De sproke van de Drie dooden en de drie levenden gaat aan den Doodendans vooraf. [442]Reeds in de dertiende eeuw komt zij op in de Fransche litteratuur: drie jonge edellieden ontmoeten plotseling drie afzichtelijke dooden, die hen wijzen op hun eigen voormalige aardsche grootheid en op het spoedig einde, dat hun, den levenden, wacht. De aangrijpende figuren, in het Campo santo van Pisa zijn wel de oudste voorstelling van het thema in de groote kunst; het beeldhouwwerk aan het portaal van de kerk der Innocents te Parijs, waar de hertog van Berry in 1408 het onderwerp liet afbeelden, is verloren. Maar miniatuur en houtsnee maken het in de vijftiende eeuw tot gemeen goed, en ook als muurschildering is het zeer verbreid.

Читать дальше
Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

Похожие книги на «Herfsttij der Middeleeuwen»

Представляем Вашему вниманию похожие книги на «Herfsttij der Middeleeuwen» списком для выбора. Мы отобрали схожую по названию и смыслу литературу в надежде предоставить читателям больше вариантов отыскать новые, интересные, ещё непрочитанные произведения.


Отзывы о книге «Herfsttij der Middeleeuwen»

Обсуждение, отзывы о книге «Herfsttij der Middeleeuwen» и просто собственные мнения читателей. Оставьте ваши комментарии, напишите, что Вы думаете о произведении, его смысле или главных героях. Укажите что конкретно понравилось, а что нет, и почему Вы так считаете.

x