Victor Hugo - De Ellendigen (Deel 4 van 5)

Здесь есть возможность читать онлайн «Victor Hugo - De Ellendigen (Deel 4 van 5)» — ознакомительный отрывок электронной книги совершенно бесплатно, а после прочтения отрывка купить полную версию. В некоторых случаях можно слушать аудио, скачать через торрент в формате fb2 и присутствует краткое содержание. Жанр: literature_19, foreign_antique, foreign_prose, на нидерландском языке. Описание произведения, (предисловие) а так же отзывы посетителей доступны на портале библиотеки ЛибКат.

De Ellendigen (Deel 4 van 5): краткое содержание, описание и аннотация

Предлагаем к чтению аннотацию, описание, краткое содержание или предисловие (зависит от того, что написал сам автор книги «De Ellendigen (Deel 4 van 5)»). Если вы не нашли необходимую информацию о книге — напишите в комментариях, мы постараемся отыскать её.

De Ellendigen (Deel 4 van 5) — читать онлайн ознакомительный отрывок

Ниже представлен текст книги, разбитый по страницам. Система сохранения места последней прочитанной страницы, позволяет с удобством читать онлайн бесплатно книгу «De Ellendigen (Deel 4 van 5)», без необходимости каждый раз заново искать на чём Вы остановились. Поставьте закладку, и сможете в любой момент перейти на страницу, на которой закончили чтение.

Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

En voor ons heeft in de geschiedenis, waar goedheid een zoo zeldzame parel is, de goedheid schier den voorrang boven de grootheid.

Daar Lodewijk Filips streng door de eenen, misschien hard door de anderen is beoordeeld, is het zeer natuurlijk, dat een man, thans zelf een schim, die dezen koning gekend heeft, voor hem tegenover de geschiedenis kome getuigen; deze getuigenis, hoe zij zijn moge, is blijkbaar en bovenal onbaatzuchtig; een grafschrift door een doode geschreven is oprecht; een schim mag een andere schim troosten; het deelgenootschap aan dezelfde duisternis geeft het recht tot lofspraak; en ’t is weinig te vreezen, dat men ooit van twee graftomben in ballingschap zal zeggen: Deze heeft den ander gevleid.

Vierde hoofdstuk

Scheuren in de fundamenten

Op het oogenblik dat het drama, ’t welk wij verhalen, in de diepte van een der treurige wolken zal dringen, welke het begin der regeering van Lodewijk Filips bedekken, mocht er geen dubbelzinnigheid bestaan, en ’t was noodzakelijk, dat dit boek zich nopens dien koning uitsprak.

Lodewijk Filips was zonder gewelddadigheid tot het koninklijk gezag gekomen, zonder rechtstreeksche handeling zijnerzijds, door het feit eener revolutionnaire omkeering, waaraan de hertog van Orleans geen persoonlijk deel had genomen. Hij was prins geboren en meende een gekozen koning te zijn. Hij had zich zelf dit mandaat niet gegeven, het ook niet genomen; men had het hem aangeboden, en hij had het aanvaard; overtuigd, onzes inziens ten onrechte, dat deze aanbieding rechtmatig, en hij tot de aanneming verplicht was. Vandaar een bezit te goeder trouw. Nu, wij zeggen met volle overtuiging, dat Lodewijk Filips in het bezit te goeder trouw was, en dat de democratie, in zijn aanval te goeder trouw zijnde, de verschrikking, die uit de maatschappelijke worstelingen ontstaat, noch den koning noch de democratie beschuldigt. De schok der beginselen gelijkt den schok der elementen. De oceaan verdedigt het water, de orkaan verdedigt de lucht; de koning verdedigt het koningschap, de democratie verdedigt het volk; het betrekkelijke, namelijk de monarchie, biedt wederstand aan het absolute, namelijk de republiek; de maatschappij bloedt onder dit conflict, maar wat thans haar lijden is, zal later haar heil zijn; in allen gevalle zijn zij die strijden niet te laken; een van beide partijen bedriegt zich ontwijfelbaar; het recht staat niet als de colossus van Rhodes tegelijk op twee oevers, met den eenen voet in de republiek, met den anderen in het koningschap; het is ondeelbaar en geheel aan één zijde; maar zij die zich bedriegen, bedriegen zich te goeder trouw; een blinde is evenmin een misdadiger als een Vendeër een bandiet. Schrijven wij alzoo slechts aan het noodlot deze vreeselijke botsingen toe. Wat deze stormen zijn mogen, de menschelijke verantwoordelijkheid heeft er geen deel aan.

Voltooien wij dit overzicht.

De regeering van 1830 had reeds dadelijk een moeielijk bestaan. Gisteren geboren, moest zij reeds heden strijden.

Nauwelijks ingesteld, voelde zij reeds overal flauwe rukken aan het Juli-getimmerte, dat zoo versch gebouwd, nog zoo weinig hecht was.

De tegenstand ontstond den volgenden dag; misschien was hij reeds den vorigen dag ontstaan.

Van maand tot maand breidde zich de vijandigheid uit en werd meer en meer openlijk.

De Juli-revolutie, die, zooals wij gezegd hebben, buiten Frankrijk noode door de koningen ontvangen werd, was in Frankrijk op verschillende wijze opgevat geworden.

God geeft aan de menschen Zijn zichtbaren wil in de gebeurtenissen te kennen; een duistere tekst in een geheimzinnige taal. Dadelijk maken de menschen daarvan vertalingen, overijlde, onjuiste vertalingen, vol fouten, leemten en tegenstrijdigheden. Zeer weinig geesten verstaan de goddelijke taal. De schranderste, de bedaardste, de diepzinnigste ontcijferen langzaam, en wanneer zij met hun tekst komen, is het werk sinds lang verricht; er zijn dan reeds meer dan twintig vertalingen aan de markt. Uit iedere vertaling ontstaat een partij en uit iedere tegenstrijdigheid een factie; iedere partij meent uitsluitend den waren tekst te hebben; iedere factie meent het licht te bezitten.

Soms is het gezag zelf een factie.

In revolutiën zijn zwemmers tegen den stroom, ’t zijn de oude partijen.

Aangezien de revolutiën uit het recht van den opstand ontstaan, zoo meenen de oude partijen, die zich aan de erfelijkheid door de gratie Gods houden, dat men tegen haar het recht van den opstand heeft. ’t Is een dwaling. Want in revolutiën is de opstandeling niet het volk, maar de koning. Revolutie is juist het tegenovergestelde van opstand. Iedere revolutie, een normale vervulling zijnde, bevat in zich haar wettigheid, die soms door valsche revolutionnairen onteerd wordt, doch die, hoewel bezoedeld, bestaan blijft, en hoewel zelfs bloedend blijft leven. Revolutiën ontstaan niet uit een toeval, maar uit de noodzakelijkheid. Een revolutie is een terugkeer uit het schijnbare tot het wezenlijke. Zij is, wijl zij zijn moet.

Desniettemin vielen de oude legitimistische partijen de revolutie van 1830 aan met al het geweld, dat uit valsche redeneering kan voortkomen. Dwalingen zijn uitmuntende kogels. Zij troffen haar behendig, waar zij kwetsbaar was, bij gemis van kuras, daar haar logica ontbrak; zij vielen deze revolutie in haar koningschap aan. Zij riepen haar toe: Revolutie, waarom deze koning? De factiën zijn blinden, die juist mikken.

Ook de republikeinen slaakten dezen kreet. Maar deze kreet, van hen komende, was logisch. Wat blindheid was bij de legitimisten, was helderziendheid bij de democraten. 1830 had bij het volk bankroet gemaakt. De verontwaardigde democratie verweet het haar.

De instelling van Juli worstelde tusschen den aanval van het verledene en den aanval der toekomst. Zij vertegenwoordigde het oogenblik, eenerzijds in strijd met de monarchale eeuwen, anderzijds met het eeuwige recht.

Buitendien was zij voor buiten geen revolutie meer, toen zij monarchie werd en 1830 was dus gedwongen Europa’s stappen te volgen. Den vrede te moeten behouden, dit vermeerderde de verwikkelingen. Een in twee verschillende richtingen verlangde harmonie is vaak schadelijker dan oorlog. Uit dezen doffen, steeds gebreidelden, maar steeds grommenden strijd ontstond de gewapende vrede, dit kostbaar hulpmiddel der bij zich zelve verdachte beschaving. Het Juli-koningschap steigerde, niettegenstaande het dit droeg, in het gareel der Europeesche kabinetten. Metternich had het gaarne bij de lange leidsels genomen. In Frankrijk door den vooruitgang gedreven, dreef het de achterblijvende monarchen in Europa. Op sleeptouw genomen, nam zij anderen op sleeptouw.

Binnenslands vermeerderden zich en hingen loodzwaar boven de maatschappij de quaestiën betreffende het pauperismus, het proletariaat, het werkloon, de opvoeding, het strafrecht, de prostitutie, het lot der vrouw, den rijkdom, de armoede, de voortbrenging, het verbruik, de verdeeling, den ruilhandel, het muntwezen, het crediet, het recht van ’t kapitaal, het recht van den arbeid enz.

Buiten de eigenlijk gezegde politieke partijen, ontstond een andere beweging. Aan de democratische gisting paarde zich de philosophische. De keur der bevolking gevoelde zich evenzeer gestoord als de menigte; wel in een anderen zin, maar niet minder.

De denkers peinsden, terwijl de grond, namelijk het volk, door revolutionnaire stroomingen doorweekt, onder hen beefde met ik weet niet welke stuipachtige schokken. Deze denkers, eenigen afzonderlijk, anderen in gezinnen en schier in gemeenten vereenigd, peilden vreedzaam maar diep de maatschappelijke vraagstukken. Zij waren kalme mijnwerkers, die rustig hun loopgraven in de diepten van een vulkaan voortzetten, nauwelijks gehinderd door doffe schokken en den reeds eenigszins zichtbaren vuurgloed.

Deze rust was niet het minst schoone schouwspel van dezen bewogen tijd.

Читать дальше
Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

Похожие книги на «De Ellendigen (Deel 4 van 5)»

Представляем Вашему вниманию похожие книги на «De Ellendigen (Deel 4 van 5)» списком для выбора. Мы отобрали схожую по названию и смыслу литературу в надежде предоставить читателям больше вариантов отыскать новые, интересные, ещё непрочитанные произведения.


Отзывы о книге «De Ellendigen (Deel 4 van 5)»

Обсуждение, отзывы о книге «De Ellendigen (Deel 4 van 5)» и просто собственные мнения читателей. Оставьте ваши комментарии, напишите, что Вы думаете о произведении, его смысле или главных героях. Укажите что конкретно понравилось, а что нет, и почему Вы так считаете.

x