Het is hier in de buurt, antwoordde Bill.
Verslagen schudde Riley haar hoofd. Het zou niet makkelijk zijn om voet bij stuk te houden.
Ik kom er later op terug, stuurde ze terug.
Er kwam geen antwoord, en Riley stopte de telefoon terug in haar tas.
“Dat was toch onbeleefd, mam,” zei April op een chagrijnige, stille toon.
April was nog steeds aan het sms’en.
“Ik ben klaar met mijn bericht,” zei ze. Ze probeerde haar irritatie niet in haar stem door te laten schemeren.
April negeerde haar. Riley’s eigen telefoon trilde weer. Ze vloekte zachtjes. Ze zag dat dit bericht van Meredith zelf was.
Wees morgenochtend om 9 uur bij de BAU bijeenkomst.
Riley zocht naar een excuus, maar er volgde nog een bericht.
Dat is een bevel.
Riley voelde de moet in haar schoenen zakken toen ze keek naar de twee afbeeldingen op de schermen in de vergaderzaal van de BAU. De ene was een foto van een zorgeloos meisje met heldere ogen en een stralende lach. De andere was een foto van haar lijk, dat totaal uitgemergeld was en waarvan de armen in een vreemde positie lagen. Aangezien haar bevolen was om naar deze bijeenkomst te komen, wist Riley dat er meer slachtoffers zoals deze moesten zijn.
Sam Flores, een slimme labtechnicus met een bril met zwart montuur, was bezig met het beeldscherm voor de vier andere agenten rondom de tafel.
“Dit zijn foto’s van Metta Lunoe, zeventien jaar oud,” zei Flores. “Haar familie woont in Collierville, New Jersey. Haar ouders hebben haar in maart als vermist opgegeven–weggelopen.”
Hij bracht een grote kaart van Delaware op het scherm en wees een locatie aan met een laserpointer.
“Haar lijk werd gevonden in een veld net buiten Mowbray, Delaware, op zestien mei.” zei hij. Haar nek was gebroken.”
Flores toonde nog een tweetal afbeeldingen, de ene van een levendig jong meisje, de ander van hetzelfde meisje maar compleet verwelkt, met haar armen op vergelijkbare manier neergelegd.
“Deze foto’s zijn van Valerie Bruner, ook zeventien, die was weggelopen uit Norbury, Virginia. Ze raakte vermist in april.”
Flores wees nog een locatie op de kaart aan.
“Haar lichaam werd gevonden op een zandweggetje vlakbij Redditch, Delaware, op twaalf juni. Duidelijk dezelfde MO als de moord hiervoor. Agent Jeffreys was betrokken in het onderzoek.”
Riley voelde zich overrompeld. Hoe kon Bill nou aan een zaak gewerkt hebben zonder haar? Toen herinnerde ze zich het weer. In juni had ze in het ziekenhuis gelegen, om te herstellen van die vreselijke gebeurtenissen in de kooi van Peterson. Alsnog was Bill regelmatig in het ziekenhuis op bezoek gekomen. Hij had nooit verteld dat hij aan deze zaak werkte.
Ze draaide zich naar Bill.
“Waarom heb je hier niks over gezegd?” vroeg ze.
Bills gezicht was grimmig.
“Het was geen goed moment,” zei hij. “Jij had je eigen problemen.”
“Wie was je partner?” vroeg Riley.
“Agent Remsen.”
Riley herkende die naam. Bruce Remsen was uit Quantico overgeplaatst voordat ze terug naar werk was gekomen.
Na een korte pauze voegde Bill toe “Ik kreeg de zaak niet opgelost.”
Nu snapte Riley zijn gezichtsuitdrukking en toon. Zij en Bill waren al jarenlang vrienden en partners, en zij begreep Bill beter dan wie dan ook. En ze wist dat hij diep teleurgesteld in zichzelf was.
Flores toonde de foto’s die de lijkschouwer gemaakt had van de ontblote ruggen van de meisjes. De lichamen waren zo weggekwijnd dat ze bijna niet echt leken. Beide ruggen zaten vol met oude littekens en nieuwe blauwe plekken.
Riley voelde het ongemak aan haar knagen. Ze was onthutst door dit gevoel. Sinds wanneer werd ze misselijk van foto’s van lijken?
Flores zei, “Ze waren beiden bijna tot aan de dood uitgehongerd voordat hun nek gebroken werd. Ze waren ook flink mishandeld, waarschijnlijk over lange tijd. De lichamen zijn post mortem naar de vindplaatsen gebracht. We hebben geen idee waar ze daadwerkelijk vermoord zijn.”
Riley probeerde het onbehagen de baas te blijven en dacht na over gelijkenissen met andere zaken die zij en Bill de laatste maanden hadden opgelost. De zogenaamde “poppenmoordenaar” had de lichamen van zijn slachtoffers neergelegd waar ze makkelijk te vinden waren, gepositioneerd op groteske, popachtige manieren. De “kettingmoordenaar” hing de lichamen van zijn slachtoffers in de lucht, ingepakt in dikke kettingen.
Flores bracht nu nog een afbeelding van een jonge vrouw op, een vrolijk uitziende vrouw met rood haar. Ernaast was een foto van een krakkemikkige, lege Toyota.
“Dit is de auto van een vierentwintigjarige Ierse immigrante genaamd Meara Keagan,” zei Flores. “Ze is gisterochtend als vermist opgegeven. Haar auto werd gevonden vlakbij een appartementencomplex in Westree, Delaware. Ze werkte daar voor een gezin als dienstmeid en kinderoppas.”
Nu was Special Agent in Charge Brent Meredith aan het woord. Hij was een indrukwekkende, grote Afro-Amerikaan met een vierkant gezicht en een houding die geen onzin duldde.
“Ze was klaar met haar dienst om elf uur eergisteravond,” zei Meredith. “De auto werd de volgende dag vroeg in de ochtend gevonden.”
Special Agent in Charge Carl Walder leunde naar voren in zijn stoel. Hij was de baas van Brent Meredith; een man met een kinderlijk gezicht met sproeten en krullend koperkleurig haar. Riley vond hem niet aardig. Ze vond hem ook niet echt competent. Het hielp niet dat hij haar eens ontslagen had.
“Waarom denken we dat deze vermissing verband houdt met de moorden?” vroeg Walder. “Meara Keagan is ouder dan de andere slachtoffers.”
Nu sprak Lucy Vargas. Ze was een slimme jonge nieuweling met donker haar, donkere ogen en een donkere huidskleur.
“Je ziet het als je kijkt naar de kaart. Keagan is verdwenen in hetzelfde gebied waar de twee lichamen gevonden zijn. Het zou toeval kunnen zijn, maar dat lijkt niet waarschijnlijk. Niet binnen vijf maanden, allemaal zo dicht bij elkaar.”
Ondanks haar gevoel van ongemak genoot Riley ervan dat Walder een beetje huiverde. Zonder dat ze dat zo bedoeld had, had Lucy hem op zijn plaats gezet. Riley hoopte maar dat hij Lucy hier niet later voor zou terugpakken. Zo flauw was Walder wel.
“Dat is correct, Agent Vargas,” zei Meredith. “We denken dat de jongere meisjes zijn ontvoerd terwijl ze probeerden te liften. Waarschijnlijk ergens langs de snelweg die door dit gebied loopt.” Hij wees naar een lijn op de kaart.
“Is liften niet verboden in Delaware?” vroeg Lucy. “Dat is natuurlijk wel moeilijk om te handhaven,” voegde ze toe.
“Daar heb je gelijk in,” zei Meredith. “En dit is ook niet een van de hoofdsnelwegen, dus lifters zullen hier ongetwijfeld gebruik van maken. En de moordenaar blijkbaar ook. Een lichaam werd langs deze weg gevonden en de twee andere binnen vijftien kilometer. Keagan werd ongeveer negentig kilometer verder naar het noorden langs deze weg ontvoerd. Hij heeft bij haar een andere truc gebruikt. Als hij zijn gewoonlijke patroon volgt, zal hij haar gevangenhouden tot ze bijna doodgehongerd is. Dan breekt hij haar nek en laat hij haar lichaam achter zoals we eerder hebben gezien.”
“Dat gaan we niet laten gebeuren,” zei Bill met samengeknepen stem.
Meredith zei, “Agenten Paige en Jeffreys, ik wil dat jullie hier meteen mee aan de slag gaan.” Hij schoof een beige map vol foto’s en verslagen over de tafel naar Riley. “Agent Paige, hier is alle informatie die je nodig hebt om je op de hoogte te brengen.”
Riley stak haar hand uit naar de map. Maar haar hand trok zich terug met een spasme van vreselijke angst.
Wat is er met me aan de hand?
Haar hoofd duizelde en onscherpe beelden kregen vorm in haar hersenen. Was het PTSS van de Petersonzaak? Nee, dit was anders. Dit was iets totaal anders.
Читать дальше