Inhoud
Alle rechten op verspreiding, met inbegrip van film, broadcast, fotomechanische weergave, geluidsopnames, electronische gegevensdragers, uittreksels & reproductie, zijn voorbehouden.
© 2021 novum publishing
ISBN drukuitgave: 978-3-99107-452-6
ISBN e-book: 978-3-99107-453-3
Lectoraat: M. Moors
Vormgeving omslag: Zefart | Dreamstime.com
Omslagfoto, lay-out & zetting:
novum publishing
Foto’s binnendeel: Maarten Hoff
www.novumpublishing.nl
Toewijding
DANKBETUIGING
Toen Ingemar Esajas en ik het plan hadden opgevat om een onderzoek te doen naar verborgen drijfkrachten achter de besluitvorming van Surinaamse sleutelfiguren, kwam vanzelfsprekend het heikele punt op tafel over de mogelijke bereidheid van politici en hun civiele landsdienaren en de Raad van Bestuur van de Vereniging van het Surinaamse Bedrijfsleven om een dergelijk onderzoek te ondersteunen in de rol van respondent. Ingemar nam deze taak op zich om onze potentiële respondenten over de streep te trekken en dat is hem gelukt. Zonder zijn niet aflatende inspanning – meer dan eens kostte het maanden – zou dit boek nooit zijn gerealiseerd. Daarnaast is hij intens betrokken gebleven bij de voortgang van het onderzoek door steeds mee te lezen, scherpzinnige kanttekeningen te plaatsen, maar vooral door samen met mij de resultaten te interpreteren en te bediscussiëren. Veel dank daarvoor, Ingemar.
Ook mevrouw Dita Pepin uit Portland OR was onmiddellijk bereid om haar steun te verlenen met haar kwaliteiten als editor. Dita, dank voor je onvermoeibare inzet en de adviezen die ervoor hebben gezorgd dat de tekst vooral leesbaar bleef voor een ruim publiek.
Direct in het verlengde hiervan past het uiteraard de respondenten te bedanken voor hun bereidwilligheid om dit onderzoek te kunnen realiseren. Ondanks hun dagelijkse inspannende arbeid hebben zij tijd vrijgemaakt en geduldig de individuele instructies van de ondervrager geabsorbeerd om vervolgens de voorgelegde vragen te formatteren.
De belangrijkste stap die tot publicatie van dit boek leidde was mevrouw Els Steyaert, en de Uitgeverij NOVUM en hun excellente dienstverlening moeten gewoon worden genoemd.
Maarten C. Hoff
Vledder, 30 september 2020
LIJST VAN FIGUREN
1 Het MDL-model
2 De bestuurlijke driehoek
3 Een ingevuld format van respondent NN
4 Het politiek proces van wederopbouw
5 De machtsstrijd tussen VHP, NDP en ABOP
1 Het verborgen netwerk van ministers en VSB-Raad
2 Het verborgen netwerk van parlementariërs
3 Het verborgen netwerk van hoger opgeleide civiele landsdienaren
AFKORTINGEN
1 INLEIDING
Wie, wat
Politieke vijanden waren ze in de jaren 1960/1970, Creolen en Hindoestanen in Suriname. Voor de Creolen was het een erezaak om volledig soeverein te worden, de Hindoestanen stonden pal tegenover onafhankelijkheid. Het kon toch niet waar zijn dat een eerste groep van zeventien Hindoestaanse contractarbeiders uit voormalig Brits-Indië en in 1868 in Paramaribo aan wal gebracht nu gingen domineren over een vrijgemaakte elite van Creoolse slaven die toen in 1868 al meer dan 15.000 mensen bedroeg? De onderlinge verhoudingen liepen in die jaren 1960/1970 over van wantrouwen, maar met stelligheid kan worden beweerd dat dat wantrouwen is begonnen toen de Hindoestanen al in het begin van de twintigste eeuw economisch gezien succesvol werden door hun ondernemerschap. Nederland als tanend moederland en onwillig immigratieland wilde in die jaren 1960/1970 snel van de last “Suriname” af, uit vrees voor nog meer migrerende Surinamers naar Nederland én voor politiek gezichtsverlies vanwege de koloniale status. Met 3,5 miljard Nederlandse guldens als bruidsschat en verder toegezegde ontwikkelingshulp, werd op 25 november 1975 in Paramaribo de onafhankelijkheidsakte ondertekend. De strijdbijl tussen Creolen en Hindoestanen werd voor de “buitenwacht” begraven, maar binnenskamers bleef het vuur ondergronds smeulen, maar nu wijdvertakt1.
1Over de geschiedenis van Suriname zijn twee zeer goed toegankelijke studies verschenen van Hans Buddingh (2012) en Hans Ramsoedh (2018). Intussen is de discussie over het indelen van de Afro-Surinaamse bevolking nog steeds niet beslecht. Feit is dat er in culturele zin nog niet kan worden gesproken over “Surinamer”. De culturele breuklijnen zijn nog steeds zichtbaar.
De parlementsverkiezing van 25 mei 2020 heeft dit wijdvertakte netwerk van tegenstellingen volledig geopenbaard. Het was “wij”, een bontgekleurde etnisch-politieke oppositie met een duidelijke Hindoestaanse meerderheid, contra “zij”, een eveneens gekleurde etnisch-politieke regeerder waar de stem van de Creoolse identiteit de boventoon voerde. De “wij” hebben de “zij” een flinke nederlaag toegebracht, niet om reden van verschillen in ideologie of partijprogramma’s, want die zijn er nauwelijks. De winnaars vonden elkaar in het gezamenlijke doel om zich te ontdoen van het zittende staatshoofd Desiré Delano Bouterse en zijn trouwe aanhangers binnen de Nationale Democratische Partij (NDP). Onder meer zal hebben meegespeeld het feit dat, in de aanloop naar deze verkiezing, de NDP loyaal achter haar minister Hoefdraad bleef staan ondanks alle vermoedens van schuldig zijn aan financieel wanbeleid en corruptieve zelfverrijking2. Het werd beschouwd als een bevestiging van het echte morele gezicht van de NDP. In januari 2020 volgde dan ook nog de onvoorstelbare “bankroof”, toen 100 miljoen Amerikaanse dollar aan kasreserve verdween bij de Centrale Bank van Suriname. Maar mogelijk nog belangrijker was dat met het niet op een vroeg tijdstip aanwijzen van een nieuw leiderschap van de NDP een strategische blunder werd gemaakt. Begrijpelijk natuurlijk, want Bouterse bewandelde ook nog het voor hem bedreigende juridische spoor dat verband hield met de Decembermoorden van 1982. Als staatshoofd in functie bleef hij immuniteit genieten.
2Op het moment van schrijven – augustus 2020 – is er een opsporingsbevel uitgevaardigd jegens deze voormalige minister.
In wat voor dispositie was het leiderschap van Bouterse terechtgekomen? Er was drang tot controle van alles wat dat leiderschap kon beïnvloeden. Bij het uitspreken van zijn laatste jaarrede straalde hij vermoeidheid en lethargie uit. Zijn waarneembaar gedrag van koppigheid, uitdagen en minachten van de oppositie in het parlement, ondoelmatig zijn, ambivalentie tonen over tal van zaken en geneigd tot uitstellen, geeft alle redenen om Bouterse ook te labelen met een negativistische dispositie. Hij moet veel tijd hebben besteed aan het zichzelf beschermen tegen wat hij zag als onredelijk en twijfelachtig. Zo’n controlerende, afhankelijke en negativistische dispositie brengt het land in gevaar (Kets de Vries, 2001; 2006). In minder dan vijftig jaar heeft het landsbestuur van het schip van staat een dobberend zeilschip gemaakt dat de wind uit de zeilen heeft, terwijl het sociaal-economische en politieke klimaat weinig goeds voorspelt.
Eerder ontlokte de situatie in het land de toenmalige Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken, Stef Blok, tot de uitspraak dat Suriname het niveau van een “failed state” had bereikt als gevolg van etnische heterogeniteit. Diplomatiek gezien een ongelukkige uitspraak die door de regering Bouterse dan ook werd ingevuld als een poging om het politieke systeem van Suriname te desintegreren. Ongelukkig ook, omdat falende staten zich kenmerken door brute misbruik van kracht, het systematisch onderdrukken van de bevolking en elke vorm van een menswaardige ontwikkeling tegengaan3. Zover was Suriname nog niet. Maar erg fout zat Blok niet, want corruptie, wanbeleid en gemeenschapsgelden verkeerd gebruiken hebben het land in een crisis gemanoeuvreerd met een nagenoeg sociaal-economisch en moreel faillissement als uitkomst.
Читать дальше