Blaasgruis en nierstenen – Verslapping van de blaasspieren
Blindedarmontsteking – Bloederziekte (hemofilie) – Bloedzwam (bloedpolypus)
Eetlustgebrek bij kinderen – Emfyseem – Fijt
Fistels – Galstenen
Gordelroos
Haargroei (gezonde) – Hartkwalen en bloedsomloopstoornissen
Hik – Hooikoorts – Kropvorming – Bevende ledematen
Slecht lerende kinderen – Moeilijkheden met de menstruatie
Misgeboorte (miskraam) – Multiple sclerose
Nagelbedontsteking, broze of kapotte nagels – Oedeem of waterzwelling in de weefsels – Oorpijn veroorzaakt door kou
Parkinsonziekte – Ruggengraatletsels – De »ongeneeslijke« schilferziekte (psoriasis)
Slaap, onrustig slapende kinderen – Spierverslapping
Grijze en groene staar
Suikerziekte (diabetes)
Los tandvlees en losse tanden – Tranen
Verstopping
Voorhuidvernauwing (phimose) – Wondroos
Wormen – Zenuwpijnen in het gezicht
Nachtelijk zweten
RAADGEVINGEN BIJ KWAADAARDIGE ZIEKTES
Alvleesklierziekte – Baarmoeder – en eierstokkenontsteking (vrouwenziektes)
Bloedkanker (leukemie)
Borsten
Botten – en beenderenziektes – Darmziektes
Huidziektes
Leverziektes en levercirrose – Longziektes – Lymfklierenziektes
Maagziektes – Nierziektes
Schildklierontsteking – Strottenhoofdontsteking
Testikelsontsteking – Tongziektes – Tumors (goed– en kwaadaardige gezwellen)
Belangrijke raad
Gekleurde illustraties
Algemene Richtlijnen
Over het juiste oogsten,
het bewaren en het toebereiden
van geneeskruiden
Het oogsten en plukken
Om te kunnen oogsten is het nodig dat we een grondige kennis van geneeskruiden hebben. Als we die kennis bezitten, dan is het belangrijk dat we de kruiden op het juiste moment op de juiste plaats en op de juiste manier gaan oogsten.
De beste geneeskundige resultaten leveren ons, naar onze ervaring, vers geplukte kruiden op. Bij een zware ziekte moeten we absoluut zeker vers geplukte kruiden gebruiken. Verse kruiden kan men in het vroege voorjaar, dikwijls vanaf eind februari tot in november toe, zelf plukken. Sommige vindt men zelfs in de winter onder de sneeuw, als men de plaats nog weet (bv. stinkende gouwe).
Vóór de winter legt men een niet al te grote voorraad gedroogde kruiden aan. Daarom gaan we ze plukken op het ogenblik dat zij het grootste gehalte aan geneeskrachtige stoffen bezitten.
Voor BLOEMENis dat het begin van de bloeitijd,
voor BLADEREN, voor en gedurende de bloeitijd,
WORTELENgraaft men uit, vroeg in het voorjaar of in de late herfst,
VRUCHTENoogst men als ze rijp zijn.
Let goed op de volgende raadgevingen: pluk alleen gezonde, zuivere planten, die vrij zijn van ongedierte. De kruiden op zonnige dagen plukken, als ze droog zijn nadat de dauw is opgedroogd.
Velden waar chemische meststoffen op gebruikt werden, weiden en oevers bij vervuild, besmet water, bermen van spoorwegen, en de buurt van druk bereden wegen, snelwegen en industriegebieden zijn geen geschikte vindplaats voor geneeskruiden.
Heb eerbied de voor natuur!(Ruk de planten niet uit met wortel en al, beschadig ze niet!) Sommige planten staan onder natuurbescherming. Er zijn genoeg planten met dezelfde genezende kracht, die niet onder die bescherming staan (bv. aurikel - sleutelbloem).
Bloemen en bladeren niet samendrukken en niet in plastiek-dozen of -zakken doen! Daarin beginnen ze te zweten en worden zwart bij het drogen.
Voor het drogen worden de kruiden niet gewassen, maar wel kleingesneden. Wat men verzameld heeft, legt men losjes uiteen op doeken of onbedrukt papier en droogt het zo snel mogelijk in de schaduw of op een luchtige, warme plaats (zolder). Voor wortelen, schors of zeer saprijke plantendelen, is soms kunstmatige warmte nodig. Maar dan mag de temperatuur nooit boven de 35° C gaan. Wortelen die men grondig wast (maretak en wilgeroosje) kan men het beste vóór het drogen fijnsnijden.
Men kan uitsluitend, door- en doordroge kruiden voor de winter bewaren. Daarvoor gebruikt men het beste flessen of kartonnen dozen die men kan sluiten. Men gebruikt geen plastieken of metalen dozen!
Men moet de kruiden ook beschermen tegen het licht en daarom liefst groen gekleurd glas gebruiken. Oogst slechts voor één winter. Na verloop van tijd verliezen de kruiden hun geneeskracht, leder jaar schenkt ons een nieuwe kruidenzegen.
Toebereiden
HET TOEBEREIDEN VAN THEE
Thee zetten of opgieten:De verse kruiden wassen en fijnsnijden. De noodzakelijke hoeveelheid daarvan doet men in een glazen theepot of in een andere niet metalen pot. Men kookt ‘t water, men neemt het van het vuur en giet het over de kruiden. Verse kruiden laat men slechts zeer korte tijd trekken (een halve minuut is voldoende). De thee moet heel helder zijn: helgeel of helgroen. Gedroogde kruiden laat men wat langer trekken (een tot twee minuten). Thee die zo bereid wordt smaakt echt lekkerder en ziet er ook lekker uit.
Wortelen zet men in de gepaste hoeveelheid in koud water op, laat ze kort koken en 3 minuten trekken. Men kan de hoeveelheid thee, die voor de hele dag bestemd is, in een thermosfles doen en volgens de voorschriften overdag slokje voor slokje opdrinken. Over het algemeen moet men 1 opgehoopte theelepel kruiden op ¼ liter water (= 1 kop water) nemen, ofwel de juiste voorschriften volgen die bij iedere plant afzonderlijk genoemd worden.
KOUD AFTREKSEL:Op sommige kruiden (zoals kaasjeskruid, maretak of kalmoes) mag men geen kokend water gieten, omdat ze door de hitte hun geneeskracht kunnen verliezen. Van deze kruiden maakt men koude thee. Men laat de juiste, voorgeschreven hoeveelheid voor elk van deze kruiden 8 tot 12 uur (meestal ‘s nachts) in koud water uitlogen en brengt de thee daarna even op drinktemperatuur. Men bewaart er voor de hele dag een hoeveelheid van in een thermosfles, die men tevoren met heet water uitspoelt. Koud aftreksel met warm water overgieten, is de beste wijze om geneeskruiden te gebruiken: men zet de kruiden ‘s avonds op met de helft van het aangegeven water, ‘s morgens afzitten. Nu de kruiden met het overige (hete) water opgieten en weer ziften. Dan het koude afkooksel bij het hete voegen. Op deze wijze behoudt men de werkzame geneeskrachtige elementen, zowel die alleen in koud water, als die alleen in heet water opgelost worden.
Tincturen zijn ook aftreksels, die met 38% tot 40% graan- of fruitbrandewijn worden samengesteld. Men kan een fles of een ander afsluitbaar glas, losjes tot aan de hals toe, met de nodige kruiden vullen en dan met de fruit- of graanbrandewijn opgieten. Laat ze goed afgesloten op een warme plaats (± 20°), 14 dagen of langer staan. Dikwijls schudden, dan ziften en wat overgebleven is uitpersen. Tincturen worden gewoonlijk als druppels in thee verdund genomen, of ook gebruikt voor omslagen en om mee in te wrijven.
Vers sap van kruiden kan men goed druppelsgewijs innemen, of om zieke lichaamsdelen mee aan te stippen. In de vruchtenpers worden de planten fijngesneden en uitgeperst, waardoor het sap ontstaat. Zulke sappen moeten iedere dag vers gemaakt worden. In kleine flesjes gedaan en goed gekurkt, kan men ze in de koelkast enige maanden goed houden.
Читать дальше