Alfred Brehm - Het Leven der Dieren - Deel 2, Hoofdstuk 04 - De Hoendervogels
Здесь есть возможность читать онлайн «Alfred Brehm - Het Leven der Dieren - Deel 2, Hoofdstuk 04 - De Hoendervogels» — ознакомительный отрывок электронной книги совершенно бесплатно, а после прочтения отрывка купить полную версию. В некоторых случаях можно слушать аудио, скачать через торрент в формате fb2 и присутствует краткое содержание. Жанр: Природа и животные, foreign_antique, foreign_prose, на нидерландском языке. Описание произведения, (предисловие) а так же отзывы посетителей доступны на портале библиотеки ЛибКат.
- Название:Het Leven der Dieren: Deel 2, Hoofdstuk 04: De Hoendervogels
- Автор:
- Жанр:
- Год:неизвестен
- ISBN:нет данных
- Рейтинг книги:4 / 5. Голосов: 1
-
Избранное:Добавить в избранное
- Отзывы:
-
Ваша оценка:
- 80
- 1
- 2
- 3
- 4
- 5
Het Leven der Dieren: Deel 2, Hoofdstuk 04: De Hoendervogels: краткое содержание, описание и аннотация
Предлагаем к чтению аннотацию, описание, краткое содержание или предисловие (зависит от того, что написал сам автор книги «Het Leven der Dieren: Deel 2, Hoofdstuk 04: De Hoendervogels»). Если вы не нашли необходимую информацию о книге — напишите в комментариях, мы постараемся отыскать её.
Het Leven der Dieren: Deel 2, Hoofdstuk 04: De Hoendervogels — читать онлайн ознакомительный отрывок
Ниже представлен текст книги, разбитый по страницам. Система сохранения места последней прочитанной страницы, позволяет с удобством читать онлайн бесплатно книгу «Het Leven der Dieren: Deel 2, Hoofdstuk 04: De Hoendervogels», без необходимости каждый раз заново искать на чём Вы остановились. Поставьте закладку, и сможете в любой момент перейти на страницу, на которой закончили чтение.
Интервал:
Закладка:
In het midden van Mei maakt het Korhoen toebereidselen voor het broeden. Het nest is, evenals dat van het Auerhoen, eenvoudig een ondiep uitgeholde, hoogstens met eenig nestmateriaal bekleede holte, die op een veilige plaats tusschen hoog gras, onder kleine struiken of zoo iets gelegen is. Het nest bestaat uit 7 à 10, soms niet minder dan 12 eieren, die op grijs-gelen, lichtgrijzen of roodachtig gelen grond met donkergele, roest- of olijfbruine en grijze vlekken en stippels dicht bestrooid zijn. Van de jeugd der kuikens en van hun vederenwisseling valt ongeveer hetzelfde op te merken als van het Auerhoen. Reeds op den eersten levensdag weten de jongen zich behendig te verbergen, spoedig leeren zij fladderen en reeds na eenige weken zijn zij in staat de ouden overal te volgen. Toch hebben ook zij nog vele gevaren te verduren, voordat hun groei is afgeloopen.
Allerlei roofdieren en ook de mensch maken overal ijverig jacht op het Korhoen. In Duitschland schiet men de oude hanen gedurende het balderen en houdt in het najaar drijfjachten om de jongen te bemachtigen. In de hooge bergstreken en in de noordelijke landen worden de Korhoenderen, evenals de Auerhoenderen, gedurende het geheele jaar, behalve in den paartijd, vervolgd. Het meest in trek is echter overal de jacht gedurende het balderen, ook al, omdat de jager, zelfs wanneer hij zijn doel niet bereikt, een schadeloosstelling voor zijn moeite vindt in het aantrekkelijke schouwspel, dat hem geboden wordt. In Tirol en in de Beiersche hooglanden wordt het Korhoen bijzonder ijverig vervolgd, omdat zijne staartveeren zeer gewild zijn als versiersel op den hoed van jonge knapen. Nog maar weinige tientallen van jaren geleden werden Korhoen-veeren aangemerkt als een uitdaging en een teeken van vechtlust, wanneer zij op een bepaalde wijze aan den hoed waren gehecht. Volgens Tiroolsche overleveringen draagt de duivel, wanneer hij, gelijk zoo vaak geschiedt, in de gestalte van een jager zich vertoont, een halven Korhoen-staart op den hoed; niet aan de linkerzijde zooals een christelijke jager, maar altijd rechts; de vrome kan hem hieraan dus gemakkelijk herkennen en zich voor zijne gevaarlijke verlokkingen wachten.
Oud gevangen Korhoenderen kan men bij behoorlijke verzorging jaren lang in ’t leven houden; zelfs in de gevangenschap planten zij zich voort, wanneer men hun een voldoende ruimte verschaft. De pas uit het ei gekomen jongen vereischen dezelfde zorg als de jonge Auerhoenderen, maar veroorzaken, als zij eens volwassen zijn, weinig meer last dan Huishoenderen.
In streken, waar Auerhoenderen en Korhoenderen in elkanders nabijheid wonen en waar het aantal Auerhanen buitengewoon sterk verminderd is, komt het soms voor, dat Auerhennen de bolderplaats van een Korhaan bezoeken; iets dergelijks heeft men, hoewel zeldzamer, van wijfjes van deze en mannetjes van gene soort opgemerkt. Op deze wijze en ook door paring van gevangen exemplaren zijn bastaarden ontstaan, die Rakkelhoenderen (Tetrao urogallo tetrix) worden genoemd. Men vindt ze in Duitschland, in Zwitserland, maar vooral in Skandinavië. Wat grootte, gestalte en kleur betreft, houden zij min of meer het midden tusschen hunne ouders.
Behalve het Auerhoen en het Korhoen ontmoet men in de Europeesche wouden nog een derde lid van hetzelfde geslacht, het Hazelhoen (Tetrao bonasia). In vorm komt het met zijne beide reeds genoemde, aanmerkelijk grootere verwanten overeen; de loop is echter slechts voor drie vierde deel van de lengte bevederd en heeft naakte teenen, de afgeronde staart bestaat uit 16 pennen; de veeren van de kruin zijn vooral bij het mannetje sterk verlengd en kunnen tot een kuif worden opgezet. De bovendeelen hebben witte vlekken op een roestroodgrijzen grond, terwijl de meeste veeren bovendien met zwarte golflijnen geteekend zijn; op de bovenzijde van den vleugel, welks kleur een dooreenmenging van roestkleurig grijs en roestrood is, komen witte, overlangsche strepen en witte vlekken duidelijk uit; de keel is zwart, door een witten rand omgeven, de onderzijde overigens roestkleurig met witte en bruine vlekken; de slagpennen zijn grijsbruin, op de smalle buitenvlag roodachtig wit gevlekt; de stuurpennen zijn zwartachtig met aschgrauw doormengd, de middelste met roestkleurige banden en teekeningen. Het oog is nootbruin, de snavel zwart, het onbevederde deel van den poot hoornbruin. Het wijfje heeft geen zwarte keel; hare veeren zijn minder levendig van kleur, meer grijs dan roestrood. De totale lengte bedraagt gemiddeld 45, die van den staart 13 cM. Het wijfje is ongeveer een vijfde kleiner dan het mannetje.
Het verbreidingsgebied van het Hazelhoen strekt zich uit van de Pyreneën tot aan den poolcirkel en van de kust van den Atlantischen Oceaan tot aan die van de Stille Zuidzee. Het bewoont liever bergstreken dan vlakten; maar houdt zich ook in gene slechts hier en daar voortdurend op. In Nederland werd deze Vogel slechts éénmaal, en wel in 1895 bij Winterswijk, gevangen. In het Alpengebied, in Beieren, Silezië, Posen, Oost- en West-Pruisen is hij niet bijzonder zeldzaam. Groote, donkere, gemengde wouden, vooral die, welke uit eiken, berken, elzen en noteboomen, of althans uit naaldboomen, berken en espen bestaan, en in deze wouden meer bepaaldelijk weinig bezochte hellingen, die aan de zuidzijde liggen en aan steenachtige, met bessendragende struiken begroeide glooiingen grenzen, worden bij voorkeur door hem bewoond; in het zuivere naaldhoutbosch daarentegen treft men hem zelden en altijd slechts eenzaam aan. In wouden, die aan de gestelde eischen voldoen, vestigt hij zijn verblijf op dicht begroeide plaatsen en zoekt hier zijn heil telkens als hem een gevaar bedreigt. Vooral de hanen begeven zich in den herfst tamelijk geregeld naar naburige bosschen of houtkappingen om zich aan velerlei bessen te goed te doen.
Het Hazelhoen leeft gaarne verborgen. Men krijgt het slechts zelden te zien; om het te ontmoeten, heeft men de beste kans, wanneer men op de loer gaat liggen en zich stil houdt bij een open plek, die het moet passeeren, om van het eene bosch naar het andere te loopen; in het koude jaargetijde kan men het ook soms op een dikken boomtak zien zitten; dikwijls vleit het zich lang uit neer op den tak en laat zelfs den kop er op rusten, zoodat het zeer goed verborgen is. Wanneer het van een dunne twijg wordt opgejaagd, vliegt het meestal snel weg en verbergt zich in de struiken op den bodem; wanneer het op den grond verrast wordt, vliegt het in den regel in een der naburige boomen en kijkt van daar nieuwsgierig naar den rustverstoorder uit. Het is merkwaardig vlug en behendig en kan ook uitmuntend springen. Het vliegt ongeveer op dezelfde wijze als de andere Ruigpoothoenders, veel minder log, maar toch iets langzamer dan het Korhoen; alleen in den beginne hoort men een zacht snorrend (nooit echter een luid klaterend) gedruisch; later is dit nauwelijks merkbaar. De stem van den haan verschilt vrij aanmerkelijk van die van de hen en biedt vooral bij deze nog al eenige verscheidenheid aan. De loktoon van de Hazelhoenderen, die in ’t eerste levensjaar samenleven (tot een “kluft”, “klucht” of “vlucht” vereenigd zijn), klinkt als “pi pi pi pi”, zoowel van de hanen als van de hennen. Als de jongen, hoewel nog tot een kluft vereenigd, geslachtsrijp geworden zijn, roepen zij “tieh” of “tiehtie”; later voegen zij nog een derden klank aan hun loktoon toe, zoodat deze dan als “tiehtieh-tiehtie” of als “tieh tieh-tiete” klinkt. De volkomen ontwikkelde haan fluit een geheel liedje, dat men door de lettergrepen “tieh tieh-titie tierie” heeft trachten weer te geven. Deze deun wordt trouwens zoowel bij het begin als bij het einde op velerlei wijze veranderd. De stem van de oude hen verschilt aanmerkelijk van die van den haan; zij laat, vooral bij het opvliegen, een zoogenaamden “looper” hooren, die zeer fijn en zacht begint, al luider en breeder wordt en besloten wordt met tonen, die zoo snel mogelijk opeenvolgen. Leijen tracht haar geluid weer te geven door de syllaben “tititititititititikioelkioelkioelkioel.”
Читать дальшеИнтервал:
Закладка:
Похожие книги на «Het Leven der Dieren: Deel 2, Hoofdstuk 04: De Hoendervogels»
Представляем Вашему вниманию похожие книги на «Het Leven der Dieren: Deel 2, Hoofdstuk 04: De Hoendervogels» списком для выбора. Мы отобрали схожую по названию и смыслу литературу в надежде предоставить читателям больше вариантов отыскать новые, интересные, ещё непрочитанные произведения.
Обсуждение, отзывы о книге «Het Leven der Dieren: Deel 2, Hoofdstuk 04: De Hoendervogels» и просто собственные мнения читателей. Оставьте ваши комментарии, напишите, что Вы думаете о произведении, его смысле или главных героях. Укажите что конкретно понравилось, а что нет, и почему Вы так считаете.