• Пожаловаться

John Flanagan: De Magiër van Macindaw

Здесь есть возможность читать онлайн «John Flanagan: De Magiër van Macindaw» весь текст электронной книги совершенно бесплатно (целиком полную версию). В некоторых случаях присутствует краткое содержание. год выпуска: 2008, ISBN: 978-90-257-4462-5, издательство: Gottmer, категория: Фэнтези / на нидерландском языке. Описание произведения, (предисловие) а так же отзывы посетителей доступны на портале. Библиотека «Либ Кат» — LibCat.ru создана для любителей полистать хорошую книжку и предлагает широкий выбор жанров:

любовные романы фантастика и фэнтези приключения детективы и триллеры эротика документальные научные юмористические анекдоты о бизнесе проза детские сказки о религиии новинки православные старинные про компьютеры программирование на английском домоводство поэзия

Выбрав категорию по душе Вы сможете найти действительно стоящие книги и насладиться погружением в мир воображения, прочувствовать переживания героев или узнать для себя что-то новое, совершить внутреннее открытие. Подробная информация для ознакомления по текущему запросу представлена ниже:

John Flanagan De Magiër van Macindaw
  • Название:
    De Magiër van Macindaw
  • Автор:
  • Издательство:
    Gottmer
  • Жанр:
  • Год:
    2008
  • Язык:
    Нидерландский
  • ISBN:
    978-90-257-4462-5
  • Рейтинг книги:
    4 / 5
  • Избранное:
    Добавить книгу в избранное
  • Ваша оценка:
    • 80
    • 1
    • 2
    • 3
    • 4
    • 5

De Magiër van Macindaw: краткое содержание, описание и аннотация

Предлагаем к чтению аннотацию, описание, краткое содержание или предисловие (зависит от того, что написал сам автор книги «De Magiër van Macindaw»). Если вы не нашли необходимую информацию о книге — напишите в комментариях, мы постараемся отыскать её.

Will is benoemd als Grijze Jager en aangesteld in een klein gebied om daar de zaken van de koning te behartigen. Al gauw wordt hij echter opgeroepen om een geheimzinnige zaak in het noorden van het rijk te gaan onderzoeken. Er zouden daar duistere krachten aan het werk zijn, die een bedreiging vormen voor de stabiliteit. Als reizende muzikant trekt hij naar het kasteel van Macindaw. Hij stelt er veel vreemde zaken vast. Hij wordt echter herkend en dat brengt ook zijn goeie vriendin Alyss in gevaar. Hoe kan hij dit oplossen? Dit is al het vijfde boek uit de reeks van ‘De Grijze Jager’. Will is nu vijf jaar ouder en volwaardig lid van deze groep bijzondere beschermers van het rijk. Het eerste deel van het verhaal kabbelt heel rustig voort zonder veel spectaculaire gebeurtenissen. Pas als Will ‘undercover’ naar het noordelijke kasteel trekt, komt er meer vaart en spanning in het verhaal. De lezer heeft al snel door dat Will met een stel trucjes te maken krijgt die de goedgelovige bevolking als tovenarij bestempelen. Toch blijkt onze Jager nog niet zo bedreven, want zijn pientere vriendin Alyss trekt al veel sneller conclusies dan hij. En net dat is zijn taak. Toch weet de auteur de lezer lang op het verkeerde been te zetten en blijkt alles toch net iéts anders in de haak te zitten dan de lezer verwachtte. En veel meer dan in de vorige delen is dit verhaal niet af en zit de lezer te popelen om het vervolg te lezen: . Vlot lezende actieverhalen met een doodeerlijke en trouwe held in een middeleeuwse omgeving. Puur leesplezier!

John Flanagan: другие книги автора


Кто написал De Magiër van Macindaw? Узнайте фамилию, как зовут автора книги и список всех его произведений по сериям.

De Magiër van Macindaw — читать онлайн бесплатно полную книгу (весь текст) целиком

Ниже представлен текст книги, разбитый по страницам. Система сохранения места последней прочитанной страницы, позволяет с удобством читать онлайн бесплатно книгу «De Magiër van Macindaw», без необходимости каждый раз заново искать на чём Вы остановились. Поставьте закладку, и сможете в любой момент перейти на страницу, на которой закончили чтение.

Тёмная тема

Шрифт:

Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

Twintig meter voor de muur van het kasteel bleef Will staan en liet zich plat op de grond zakken. Daarvoor had hij weliswaar een plekje zonder sneeuw uitgezocht, maar het gras was wel drijfnat. Binnen een paar minuten was het ijskoude vocht diep in zijn kleren getrokken. Hij wilde dan ook niets liever dan weg van die plek, van al dat kille nat. Maar Will had jaren achtereen zware trainingen gevolgd, en hij wist dat hij nu even doodstil moest blijven liggen. Alleen zijn ogen bewogen. Zijn mantel camoufleerde hem voor de mannen op de muren, wist hij. En de grote kap beschaduwde zijn bleke gezicht, dat hem anders als een lichtbaken zou hebben verraden. Voor hij verder ging moest hij eerst precies weten waar de wachten op de muren stonden. Vanuit zijn laag-bij-de-grondse positie zag hij die muren scherp afgetekend tegen de hemel. Ze waren nog donkerder dan de donkere lucht, en hij kon dus goed volgen hoe de silhouetten van de wachten daarboven hun patrouilles liepen.

Op elk van de vier muren liepen twee wachten. Dezen marcheerden steeds in een gelijkmatige pas op elkaar af, ontmoetten elkaar in het midden, maakten daar rechtsomkeert en liepen dan weer terug naar hun eigen toren op de hoek van het kasteel. Op elke toren zelf stond ook weer een wachter. Deze mannen liepen niet heen en weer, maar stonden op de weergang tegen de kantelen geleund en keken verveeld de donkere nacht in. Als het koud was, zoals vanavond, hadden ze waarschijnlijk een vuurkorf met gloeiende kooltjes in een hoekje staan om zich aan te warmen. Dat had hem verteld — en hij kon vaag de oranje gloed zien, weerspiegeld in het glimmende kuras van de wachters.

Des te beter, dacht Will. Als ze zich steeds omkeerden om hun koude handen te warmen boven het vuur, dan keken ze steeds weer in de gloed ervan en daarna zagen ze een tijd niets in het donker. Natuurlijk, een grote massa mensen zouden ze nog wel kunnen onderscheiden, bijvoorbeeld als een heel leger het kasteel aanviel. Maar één enkele vijand, zeker als die getraind was in het zich onzichtbaar verplaatsen, die zouden ze niet zo snel zien.

In het midden van het kasteel, ver boven de andere torens en de muren uit, rees de donjon op. Er scheen nog steeds een vaag geel licht uit het raam van de torenkamer.

Wills eerste idee was om de buitenste muur in het midden te beklimmen, en dan vlak onder de rand te wachten tot beide wachten elkaar ontmoet hadden en elk weer een andere kant op zouden lopen. Maar hij liet dat plan varen toen hij hun gedrag een tijdje bestudeerd had. Ze stonden nu al meer dan twee uur op wacht — Xander had hem verteld dat de wacht elke drie uur gewisseld werd. Daarom waren ze inmiddels niet meer zo alert en opmerkzaam als in het begin, natuurlijk. Er was drie uur lang helemaal niets gebeurd, en dus was het nauwelijks te verwachten dat er de resterende minuten wél iets zou gebeuren. Het waren maar mannen, tenslotte. Ze waren moe en ze verveelden zich, en ze begonnen langzaam maar zeker te denken aan de warme maaltijd en de drankjes die ze over een half uur aangeboden zouden krijgen. Telkens als ze elkaar tegenkwamen, midden op de weergang, bleven ze nu even met elkaar staan kletsen. En die pauzes werden steeds langer.

Juist op dat moment zou Will het gemakkelijkst over de muur kunnen klimmen, dacht hij. Zolang zij met elkaar stonden te praten, hadden ze hun aandacht niet meer bij hun belangrijkste taak. En als hij al een geluidje maakte, zouden ze dat niet horen, omdat ze vooral naar elkaar luisterden.

Weer keek Will omhoog naar de torens. Links stond de wacht niet meer bij de kantelen, hij zocht blijkbaar liever de warmte van de vuurkorf op. Dat betekende dat het zicht van de man beperkter was dan normaal. De man op de toren rechts stond plichtsgetrouw naar de wereld buiten het kasteel te turen. Maar Will zag duidelijk hoe zijn schouders naar beneden hingen. Hij stelde zich voor hoe de man daar zou staan — in elkaar gedoken in zijn mantel, koud en ongelukkig, met pijnlijke voeten en helemaal duf van het nietsdoen. Er was weinig kans dat de man naar rechts zou kijken. Hij keek de hele tijd strak voor zich uit. Dus zou hij die muur beklimmen, vlak bij de linkertoren, besloot Will. Hij wachtte tot de mannen op de muur opnieuw naar elkaar toe liepen, en telde hoeveel seconden het duurde voor ze tegenover elkaar stonden. Als hij eenmaal boven was zou hij precies zó lang hebben om tussen de kantelen door te glippen en zich snel ergens te verbergen.

Will spande al zijn spieren. Hij was er klaar voor. Langzaam kwam hij overeind. Er gleden wat wolken over de sterrenhemel, die de duisternis op de grond nog dieper maakten. Will nam hun snelheid op, zodat hij met de volgende schaduw mee kon bewegen. En toen hij alles onder controle had liep hij soepel op het kasteel af. Hij glipte snel naar de linkertoren, één met de schaduwen van de nacht.

HOOFDSTUK 36

Will bleef even rustig zitten in het donker onder aan de muur. Precies hier, op dit punt, wilde hij naar boven klimmen, in de hoek die gevormd werd door de muur en de toren. Dan kon de wacht boven op de toren hem niet zien, en de wachten op de muur evenmin. Het enige risico dat hij liep was dat de wachter op de andere toren, dertig meter verderop, hem in het oog kreeg. Maar die hing nog steeds over de borstwering geleund en keek strak in de donkere verte.

Will voelde met zijn blote vingers aan de muur. Hij had zijn handschoenen uitgedaan en tussen zijn riem gestoken. Het metselwerk leek van een afstand glad en gelijkmatig, maar van dichtbij merkte je pas hoe oneven en ruw de muur was. Er waren genoeg spleten, uitsteeksels en holtes om een ervaren klimmer als Will houvast en steun te bieden voor zijn handen en zijn voeten. En de hoek van bijna negentig graden die toren en muur hier maakten, hielp natuurlijk nog eens extra. Will grijnsde. Deze muur zou toen hij een jaar of tien, elf geweest was al geen enkel probleem voor hem geweest zijn.

Onder zijn mantel had hij ook nog een rol touw. Maar die was bedoeld om Alyss naar beneden te helpen, niet voor de klim naar boven. Met al die wachten daarboven kon hij het risico niet lopen een weerhaak naar boven te gooien, opdat die ergens achter een kanteel zou blijven hangen. Hij boog en strekte al zijn vingers een paar keer en tastte toen tot hij twee stenen gevonden had waaraan hij zich kon optrekken.

Langzaam maar in een gelijkmatig tempo klom hij naar boven. Soms moest hij wat naar rechts of naar links om voldoende grip te krijgen. Na verloop van tijd ging het pijn aan zijn vingers doen en begon hij de ijskoude stenen te vervloeken, maar door jarenlange training konden ze dat best hebben.

Toen hij bijna boven was hoorde hij de voetstappen van de wacht zijn richting op marcheren. Hij bleef even hangen, aan vingers en schoenpunten, als een reusachtige gevlekte spin tegen de muur. Zo blijven hangen, zonder zich te bewegen, was heel wat moeilijker en inspannender dan klimmen. Door de voortdurende beweging ging het omhoogklimmen bijna moeiteloos, maar nu begon hij zijn vingers écht te voelen en hij drukte zijn gezicht dicht tegen de stenen terwijl de voetstappen nauwelijks twee meter boven hem stil bleven staan. De wacht was bij zijn keerpunt aangekomen.

Had de soldaat nu zijn vaste patroon doorbroken, om even over de muur te kijken, dan had hij de gestalte vlak onder hem nauwelijks kunnen missen. Will durfde bijna geen adem te halen terwijl hij zich daar met pijn en moeite vastklemde. Maar tot zijn opluchting hoorde hij de zware laarzen twee keer flink stampen terwijl de man rechtsomkeert maakte om terug te lopen en het gesprek met zijn collega voort te zetten.

Will begon te tellen. Bij vijf klom hij de laatste meter omhoog en trok zich op zijn buik tussen twee kantelen door. Met zijn hoofd naar beneden liet hij zich aan de andere kant naar beneden glijden. Dit was het gevaarlijkste moment van de hele onderneming. De andere wachter keek immers precies in zijn richting. Maar zijn uitzicht werd belemmerd door de eerste wacht, die recht op hem af kwam. Het was te hopen dat de man meer naar zijn collega keek dan naar de zo vertrouwde en saaie muur achter hem. Will kroop, zacht als de schaduw van een passerende wolk, naar een donker hoekje bij een steunbeer van de toren. Hij telde nog steeds en was nu bij de vijfentwintig. Hij kon de zachte stemmen van de wachters, die midden op de weergang met elkaar praatten, nu duidelijk horen. Hij maakte zichzelf zo klein als hij kon in zijn schuilhoek en trok de mantel over zich heen. Heel licht ademhalend bleef hij doodstil zitten wachten. Hij wist dat de minste beweging hem zou verraden.

Читать дальше
Тёмная тема

Шрифт:

Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

Похожие книги на «De Magiër van Macindaw»

Представляем Вашему вниманию похожие книги на «De Magiër van Macindaw» списком для выбора. Мы отобрали схожую по названию и смыслу литературу в надежде предоставить читателям больше вариантов отыскать новые, интересные, ещё не прочитанные произведения.


Отзывы о книге «De Magiër van Macindaw»

Обсуждение, отзывы о книге «De Magiër van Macindaw» и просто собственные мнения читателей. Оставьте ваши комментарии, напишите, что Вы думаете о произведении, его смысле или главных героях. Укажите что конкретно понравилось, а что нет, и почему Вы так считаете.