• Пожаловаться

Ursula Le Guin: Machten van Aardzee

Здесь есть возможность читать онлайн «Ursula Le Guin: Machten van Aardzee» весь текст электронной книги совершенно бесплатно (целиком полную версию). В некоторых случаях присутствует краткое содержание. Город: Utrecht, год выпуска: 1974, ISBN: 9027407630, издательство: Het Spectrum, категория: Фэнтези / на нидерландском языке. Описание произведения, (предисловие) а так же отзывы посетителей доступны на портале. Библиотека «Либ Кат» — LibCat.ru создана для любителей полистать хорошую книжку и предлагает широкий выбор жанров:

любовные романы фантастика и фэнтези приключения детективы и триллеры эротика документальные научные юмористические анекдоты о бизнесе проза детские сказки о религиии новинки православные старинные про компьютеры программирование на английском домоводство поэзия

Выбрав категорию по душе Вы сможете найти действительно стоящие книги и насладиться погружением в мир воображения, прочувствовать переживания героев или узнать для себя что-то новое, совершить внутреннее открытие. Подробная информация для ознакомления по текущему запросу представлена ниже:

Ursula Le Guin Machten van Aardzee

Machten van Aardzee: краткое содержание, описание и аннотация

Предлагаем к чтению аннотацию, описание, краткое содержание или предисловие (зависит от того, что написал сам автор книги «Machten van Aardzee»). Если вы не нашли необходимую информацию о книге — напишите в комментариях, мы постараемся отыскать её.

De magisch begaafde jonge Sperwer laat zich in met duistere machten. Zijn jacht op het schaduwbeest voert hem door onbekende streken van Aardzee.

Ursula Le Guin: другие книги автора


Кто написал Machten van Aardzee? Узнайте фамилию, как зовут автора книги и список всех его произведений по сериям.

Machten van Aardzee — читать онлайн бесплатно полную книгу (весь текст) целиком

Ниже представлен текст книги, разбитый по страницам. Система сохранения места последней прочитанной страницы, позволяет с удобством читать онлайн бесплатно книгу «Machten van Aardzee», без необходимости каждый раз заново искать на чём Вы остановились. Поставьте закладку, и сможете в любой момент перейти на страницу, на которой закончили чтение.

Тёмная тема

Шрифт:

Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

Omdat het een magus was die het vroeg, was de kapitein na een paar woorden bereid Ged als passagier naar Roke mee te nemen, en de havenmeester liet de jongen bij hem achter. De kapitein van de Schaduw was een grote dikke man in een rode mantel afgezet met pellawibont, zoals die door kooplieden van de Andraden gedragen wordt. Hij keek Ged nauwelijks aan, maar vroeg met diepe stem: ‘Weet je iets van weermaken af, jongen?’

‘Ja.’

‘Kun je de wind roepen?’

Hij moest bekennen dat hij dat niet kon en daarop zei de kapitein dat hij een plekje moest zoeken waar hij niemand in de weg stond, en er blijven. Onderwijl kwamen de roeiers aan boord, want het schip zou nog vóór het vallen van de avond ter rede gaan liggen en in de vroege morgen met het ebgetij uitvaren. Er was geen plekje waar hij niemand in de weg stond, maar Ged klemde zich zo goed en zo kwaad als het ging, vast bovenop de in het achterschip opgetaste, vastgesjorde en met huiden bedekte lading, en bekeek vandaar het doen en laten om zich heen. De roeiers, stoere mannen met gespierde armen, sprongen aan boord, terwijl sjouwerlieden onder luid geraas de watervaten het schip op rolden en ze onder de roeibanken verstouwden. Het weigebouwde schip lag diep van lading, maar danste toch lichtjes op de klotsende golfslag, klaar om weg te wezen. Toen nam de stuurman zijn plaats in aan de rechterkant van het achterschip en keek vooruit naar de kapitein op de voorplecht waar de huidplanken zich samenvoegden in de steven en als boegbeeld de Oude Slang van Andrad was uitgesneden. De kapitein brulde met luide stem zijn bevelen en Schaduw werd losgegooid en van de kade vrijgetrokken door twee zwoegende sloepen. Dan brulde de kapitein: ‘Poorten open,’ en ratelend schoten de lange riemen naar buiten, vijftien aan iedere kant. De roeiers kromden hun krachtige ruggen en vooraan naast de kapitein zat een jongen die op een trommel het ritme sloeg. Het schip liep even gemakkelijk als een meeuw geroeid door haar wieken, en het lawaai en geroezemoes van de stad vielen plotseling achter hen weg. Zij voeren de stilte van de baai binnen en boven hem verhief zich de witte piek van de berg die hoog over de zee leek te zweven. Het anker werd uitgeworpen in een ondiepe kreek ter lijzijde van de zuidelijke Klauwende Klip en daar bleven zij gedurende de nacht liggen.

Van de zeventig koppen op het schip waren sommigen evenals Ged nog jong van jaren, hoewel zij allen reeds onder de volwassenen waren opgenomen. Zij nodigden Ged uit om spijs en drank met hen te delen en waren vriendelijk op hun rauwe manier, vol grappen en geintjes. Zij noemden hem Geitehoeder; natuurlijk, want hij kwam van Gont, maar ze lieten het daarbij. Hij was even groot en sterk als anderen van zijn leeftijd en had snel een gevat of scherp antwoord bij de hand. Zo vond hij zijn weg onder hen en begon reeds die eerste avond te leven als zij en hun arbeid te leren. Dit viel in de smaak bij de scheepsofficieren, want er was aan boord geen plaats voor passagiers die geen hand uitstaken. In een galei zonder dek, vol mensen, scheepstuig en lading, was er nauwelijks voldoende ruimte voor de bemanning, laat staan comfort; maar wat betekende comfort voor Ged. Hij lag die avond tussen rollen huiden uit de noordelijke eilanden en keek naar de sterren van de lentehemel boven het water van de haven en naar de kleine gele lichten van de Stad in de verte achter hen; en hij sliep en ontwaakte met blijdschap in het hart. Nog vóór het ochtendgloren keerde het getij. Zij lichtten het anker en gleden tussen de Klauwende Klippen door de open zee op. Toen achter hen de opgaande zon een rode gloed legde over de Berg van Gont, hesen zij het grootzeil en voeren over de Zee van Gont naar het zuidwesten. Met een lichte wind zeilden zij tussen Barnisk en Torheven door en kwamen op de tweede dag in het zicht van Havnor, het Grote Eiland, hart en haard van de Archipel. Varend langs de oostkust van het eiland bleven zij drie dagen lang in het zicht van de groene heuvels van Havnor, maar zij gingen er niet aan land. Pas vele jaren later zou Ged er voet aan wal zetten en de witte torens van Havnor-Haven zien, de navel van de wereld.

Zij gingen éen nacht voor anker in Kembermond, de noordelijkste haven van het eiland Waay, en de volgende bij een kleine stad aan de toegang tot de Baai van Felkwaay; de dag daarop passeerden zij de noordelijke kaap van het eiland O en voeren het Nauw van Ebavnor binnen. Daar streken zij het zeil en gingen met de riemen verder, voordurend land aan beide kanten en voortdurend binnen hoorbereik van andere schepen, grote en kleine, koopvaarders en kustvaarders, sommige na een reis van vele jaren met vreemde lading terugkerend uit de Buitenruimen, andere in de Middenzee als mussen van eiland tot eiland hippend. De steven naar het zuiden wendend keerden zij het druk-bevaren Nauw en het eiland Havnor de rug toe en zeilden door de straat tussen de twee lieflijke eilanden Ark en Iliën, een weelde aan steden met torens en terrassen; toen begonnen zij zich door regen en aanwakkerende wind over de Middenzee een weg te slaan naar het eiland Roke.

In de nacht toen de wind was aangezwollen tot een storm, streken zij zeil en mast, en de volgende dag roeiden zij, de hele dag. Het grote schip lag vast en fier op de golven, maar de stuurman aan de lange stuurriem op de achterplecht tuurde in de regen die op de zee neerbeukte, en zag niets dan alleen de regen. Volgens de stand van de magneet voeren ze naar het zuidwesten, en zij wisten in welke richting zij voeren, maar niet door welke wateren. Ged hoorde de mannen praten over de zandbanken ten noorden van Roke en over de Verbolgen Rotsen in het oosten; er waren er die beweerden dat ze nu al wel ver uit de koers zouden liggen, in de lege wateren ten zuiden van Kamery. Nog steeds nam de wind toe en rafelde de toppen der grote golven uiteen in flarden van schuim, en nog steeds roeiden zij naar het zuidwesten met de wind in de rug. Er werd nu vaker van roeiers gewisseld, want de arbeid was zeer zwaar; de jongere bemanningsleden werden met tweeën aan een riem gezet en Ged kreeg een beurt net als de anderen, zoals steeds sinds zij van Gont waren uitgevaren. Als ze niet aan de riemen zaten, moesten ze hozen, want er sloegen zware brekers over het schip. En zo zwoegden zij door de golven die als rokende bergen voortjoegen onder de wind, terwijl de regen hen hard en koud op de rug sloeg en de bonkende trommelslag boven het razen van de storm uit klonk als een bonkend hart.

Een man kwam Geds plaats aan de riem innemen en stuurde hem naar de kapitein op het voorschip. De regen droop uit de zoom van zijn mantel, maar hij stond vast als een fust op zijn deel van het dek en keek op Ged neer terwijl hij vroeg: ‘Kun jij deze wind doen bedaren, jongen?’

‘Neen, heer.’

‘Bezit je macht over ijzer?’

Hij bedoelde of Ged de kompasnaald de weg naar Roke kon laten aanwijzen zodat de magneet zich niet meer naar de noordpool, maar naar de noodzaak zou richten. Die vaardigheid is een geheim van de Zeemeesters en Ged moest opnieuw nee zeggen. ‘Dan zul je een schip moeten vinden dat je van Hort mee terugneemt naar Roke,’ brulde de kapitein hem door wind en regen toe. ‘Roke moet nu ergens westelijk van ons liggen en bij deze zee kunnen we er alleen met toverkunst komen. We moeten een zuidelijke koers aanhouden.’

Ged vond dit geen leuk vooruitzicht, want hij had de schepelingen over Hort horen spreken als over een stad zonder wetten, vol boos bedrijf waar maar al te vaak mensen werden opgepakt en als slaven in het Zuidruim werden verkocht. Hij keerde terug naar zijn plaats aan de roeiriem en trok weer, gelijk op met zijn kameraad, een stevige jongen uit de Andraden; hij hoorde de trommel de slagen markeren en zag de lantaren op de achterplecht bij iedere rukwind dansen en flikkeren, een gepijnigde lichtvlek in de door regen gegeselde duisternis. Hij bleef echter naar het westen kijken, zo vaak als hij dat kon bij het ritmisch zwoegen aan de roeiriem. En toen het schip werd opgeheven door een hoge golf top zag hij over het donkere, stuivende water heel even een licht tussen de wolken, dat de laatste gloed had kunnen zijn van de ondergaande zon; maar het licht was helder en niet rood.

Читать дальше
Тёмная тема

Шрифт:

Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

Похожие книги на «Machten van Aardzee»

Представляем Вашему вниманию похожие книги на «Machten van Aardzee» списком для выбора. Мы отобрали схожую по названию и смыслу литературу в надежде предоставить читателям больше вариантов отыскать новые, интересные, ещё не прочитанные произведения.


Отзывы о книге «Machten van Aardzee»

Обсуждение, отзывы о книге «Machten van Aardzee» и просто собственные мнения читателей. Оставьте ваши комментарии, напишите, что Вы думаете о произведении, его смысле или главных героях. Укажите что конкретно понравилось, а что нет, и почему Вы так считаете.