Fritz Leiber - De zwerver

Здесь есть возможность читать онлайн «Fritz Leiber - De zwerver» весь текст электронной книги совершенно бесплатно (целиком полную версию без сокращений). В некоторых случаях можно слушать аудио, скачать через торрент в формате fb2 и присутствует краткое содержание. Город: Amsterdam, Год выпуска: 1970, Издательство: Meulenhoff, Жанр: Фантастика и фэнтези, на нидерландском языке. Описание произведения, (предисловие) а так же отзывы посетителей доступны на портале библиотеки ЛибКат.

De zwerver: краткое содержание, описание и аннотация

Предлагаем к чтению аннотацию, описание, краткое содержание или предисловие (зависит от того, что написал сам автор книги «De zwerver»). Если вы не нашли необходимую информацию о книге — напишите в комментариях, мы постараемся отыскать её.

Apple-style-span Vermaard door
,
, de
-reeks (met Fafhrd & de Grijze Muizer), zag zijn beroemdste werk,
, bekroond met een Hugo Award.
Als er plotseling een stralende paars en gele planeet aan de Aardse hemel verschijnt, breekt er een rampzalige tijd aan. De maan wordt verpletterd, vergruizeld en verslonden; aardbevingen en stortvloeden teisteren de machteloze wereld. Nederland loopt weer eens onder…
Belevenissen van een willekeurige groep mensen, meegesleurd in een adembenemende visie van Grootmeester Leiber.

De zwerver — читать онлайн бесплатно полную книгу (весь текст) целиком

Ниже представлен текст книги, разбитый по страницам. Система сохранения места последней прочитанной страницы, позволяет с удобством читать онлайн бесплатно книгу «De zwerver», без необходимости каждый раз заново искать на чём Вы остановились. Поставьте закладку, и сможете в любой момент перейти на страницу, на которой закончили чтение.

Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

Don Guillermo sloeg naar een muskiet in zijn nek.

Een dikke bobbel water zwol op als een grijze puist uit het vreedzame oppervlak in de richting van de ondergelopen landengte van Rivas, en groeide zonder een geluid in drie seconden uit tot een paddenstoel van water van achthonderd meter hoog en twee kilometer breed.

Iets dat het heldere oppervlak van het water zijn glans ontnam bewoog zich van de paddenstoel naar de sloep.

De drie mannen staarden met open mond, weigerden te geloven.

De schokgolf van de ontploffing scheurde hun trommelvliezen en sloeg hen tegen de bodem van de sloep.

Don Guillermo zag de enorme verticale heuvelwand van door stoom aangedreven water een oogwenk voordat deze hem en zijn kameraden in de sloep verzwolg. Het scheen overal bedekt te zijn met een dikke laag watervegetatie, kantachtige, matgrijze bladeren. Hij dacht: De vervloekte heide. Om daar Macbeth te ontmoeten. Ik kom, Graymalkin.

Ook de landengte van Rivas verdween. Het Nicaraguakanaal werd een permanente realiteit.

33

Don Merriam in zijn kleine cabine aan boord van de Zwerver had nogmaals gegeten en geslapen toen hij ontwaakte met een gevoel van grote innerlijke helderheid. Rustig staarde hij naar de neutraal gekleurde zoldering terwijl het lichter werd.

Hij voelde het bed niet onder zich en was zich nauwelijks bewust van zijn lichaam — de zenuwboodschapjes van aanraking en spanning waren tot een minimum beperkt. Voor zover hij kon zien lag hij languit op zijn rug met zijn armen recht en ontspannen langs zijn zij.

Plotseling werd hij vervuld van een grenzeloze nieuwsgierigheid omtrent het enorme schip waarop hij een onvrijwillige passagier was. Zijn hele wezen was doortrokken van het verlangen om te weten, of als dat onmogelijk was, tenminste te zien. Dit gevoel was uitermate intens, maar toch voelde hij geen behoefte deze wens uit te drukken in grimassen en gebaren en het spannen van spieren.

Zonder waarschuwing daalde het plafond snel op hem neer. Hij trachtte zich van het bed te werpen, maar het enige resultaat was dat hij in een vloeiende beweging omdraaide, en aan de onderkant van de wand en het kletteren van de douchehoek zag dat hij ongeveer twee meter boven de vloer hing.

Het plafond had zich niet bewogen. Hij dreef in de lucht, eerst op zijn rug, nu op zijn buik, zeventig centimeter onder het plafond.

Zijn kin wees naar voren en zijn hoofd was naar achter gebogen, maar zonder enig gevoel van spanning, zodat zijn blikken recht vooruit waren gericht, als de punt van een speer. Hij kon niet omlaag kijken naar enig deel van het bed onder hem, hoewel hij het probeerde, omdat hij wilde weten of hij zijn lichaam daar zou zien liggen — een echt lichaam of een lichaam in een droom.

Evenmin kon hij zijn handen voor zijn gezicht brengen om naar ze te kijken. Of hij was niet in staat zijn armen te voelen en te bewegen, of hij had er geen.

Hij kon niet zeggen of hij daar boven een echt lichaam had, of zelfs een droomlichaam, of dat hij alleen een zwevend gezichtspunt was met een ingebeeld lichaam er achteraan. Een bewijsstukje voor dit laatste: hij scheen aan de randen van zijn gezichtsvermogen niet de vage omtrekken van neus en wenkbrauw en wang te kunnen zien die men gewoonlijk ziet en negeert. Maar misschien kwam dat alleen doordat zijn blikken zo fel vooruit waren gericht.

Heel onverwacht begon hij snel in die richting te bewegen, recht door de muur. In een reflex sloot hij zijn ogen — dat kon hij tenminste doen, of op een andere manier tijdelijk zijn gezichtsvermogen uitschakelen — en toen hij ze opende vloog hij snel, hoewel er geen klap, niet de minste sensatie van weerstand was geweest, door een zilveren gang waarin arabesken en hiëroglyfen waren geëtst. Deze kwam bijna meteen uit op een van de enorme kuilen of schachten, en met een plotselinge gloed van opwinding dook hij omlaag. Op deze manier begon er voor Don Merriam een ervaring die misschien louter een levendige droom was, of een droom die hem werd opgedrongen door zijn gastheren, of een helderziende, buitenzintuiglijke ervaring die hem in de vorm van een vliegdroom werd aangeboden, of zelfs — en zo voelde het — was zijn lichaam volmaakt doordringbaar gemaakt voor alle wanden en luchten en andere barrières door de natuur- en scheikundige kennis van de buitenaardse wezens, en immuun voor zwaartekracht en alle andere gewone krachten. Hij wentelde en dook en schoot vooruit, half onwillekeurig, maar in bepaalde mate geleid door de ziedende nieuwsgierigheid van zijn geest. Het was een prachtige reis uit een nachtmerrie.

Of misschien, schoot hem in gedachte, vond dit alles plaats in een enkel ogenblik van normale tijd.

Don Merriam kon niet uitmaken wat de basis van zijn ervaring was. Hij kon slechts bewegen en dartelen en wegschieten en kijken.

Aanvankelijk bleven zijn escapades beperkt tot lege gangen en schachten. Of als er wezens of wandelende machines of kleine schepen in waren, dan werden deze door de snelheid van zijn passeren tot het onzichtbare vervaagd. Als regel reisde hij enkele ogenblikken bijna met de snelheid van het licht, scheen het, zich alleen bewust van de algemene vorm en inrichting van de gang die hij doorkruiste; dan weer zweefde hij korte tijd tamelijk langzaam, zodat hij alles in zijn directe omgeving kon waarnemen; dan schoot hij weer snel weg, gedeeltelijk onwillekeurig, gedeeltelijk vanwege een machtige drang om verder te gaan. Dit proces ging eindeloos door, maar zonder moeheid of verveling, alsof de tijd onbeperkt werd uitgerekt.

Geleidelijk vormde zich in zijn geest een driedimensionale plattegrond van de Zwerver: geheel kunstmatig, de ene bol als vloer binnen de andere — er waren er minstens vijftigduizend — overal dooraderd met gangen, als een geweldige zilveren spons. Veel van de grote schachten liepen helemaal door de planeet, kruisten elkaar in het middelpunt in een immense lege bol, die een eigen donkere hemel had die glinsterde met onregelmatig geplaatste lichten als sterren, tussen de twee kilometer brede gaten van de schachten met hun duisternis en hun zacht glimmende lichten.

Maar hoewel zijn verbeelding verrukt was van zijn verstevigende greep op de structuur van de Zwerver was er een aspect van de planeet dat hem benauwde en hem toen angst begon aan te jagen, meer door de implicaties dan door zijn aard: de dertig meter dikke huid van donker metaal die zijn met een zilveren laag bedekte dak was — de bodem waarop de Baba Yaga en het Russische maanschip waren geland — en de twee kilometer brede schijven van even dik metaal die zo waren opgesteld dat ze over de monden van de schachten konden zwaaien, en zo de planeet afsloten als een fort.

Deze onheilspellende gewaarwording werd nog versterkt door de grote spiralen die sommige van de schachten door de planeet van binnen bekleedden, alsof de schachten soms dienst deden als monsterlijke lineaire versnellers.

Innerlijk terugdeinzend voor de grimmige pantserbeplating, merkte Don dat hij zich opnieuw bevond in het middelpunt van de met sterren bezaaide centrale bol. Hij was misschien slechts veertig kilometer in doorsnee, maar het leek nu een heel heelal, en de grote gaten in de besterde hemel deuropeningen naar andere universa, en hij voelde dat hij werd omringd door onzichtbare wezens, ontastbare, denkende nevels die in de koude intergalactische diepten van de ruimte woonden, en dit riep in hem een plotselinge vrees op die sterker was dan die, die door de verdedigende laag van de planeet was opgeroepen.

Het was misschien deze sterkere angst die zijn vliegende blik aanzette tot zijn tweede onderzoeking van de Zwerver. Hij bleef niet langer in de gangen, maar flitste zonder huiveringen door muur na muur, zich van de dikste alleen bewust als van een vluchtige onderbreking van zijn uitzicht terwijl hij van zaal naar zaal ijlde. En als hij nu even halt hield was het altijd in de buurt van levende wezens. Deze levende wezens waren niet van een soort, maar van vele. Hoewel katachtigen zoals zijn begeleider en anderen een grote minderheid vormden van de bemanning van de Zwerver, vooral nabij het oppervlak van de planeet, waren er wezens die eindproducten leken te zijn van bijna alle diersoorten van de aardse evolutie, en ook van onaardse: groothoofdige paarden met manipulatieorganen in hun hoeven; geweldige, kalmogige spinnen wier gewrichten klopten door een stevig pompende bloedstroom; serpenten met grote en kleine grijptentakels; glinsterend geschubde, humanoïde hagedissen met prachtige kammen; wezens in de vorm van dikke wielen, die zich ook zo bewogen, met tegen draaiende centrale hersenen en zintuigen; op het land levende inktvissen die trots op drie of zes tentakels stonden; en wezens die schijnbaar geïnspireerd leken op zulke mythische schepsels als de basiliskus en de harpij. Deze laatste trof Don diep in de planeet aan, rondfladderend in een zaal die op een gigantische volière leek. Deze zaal, zo groot dat hij vele verdiepingen besloeg — een interne wereld — was begroeid met slanke, veel vertakte bomen met kleine bladeren, en verlicht door een tiental grote, drijvende lampen die op zonnen leken.

Читать дальше
Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

Похожие книги на «De zwerver»

Представляем Вашему вниманию похожие книги на «De zwerver» списком для выбора. Мы отобрали схожую по названию и смыслу литературу в надежде предоставить читателям больше вариантов отыскать новые, интересные, ещё непрочитанные произведения.


Отзывы о книге «De zwerver»

Обсуждение, отзывы о книге «De zwerver» и просто собственные мнения читателей. Оставьте ваши комментарии, напишите, что Вы думаете о произведении, его смысле или главных героях. Укажите что конкретно понравилось, а что нет, и почему Вы так считаете.

x