Albert Baantjer - De Cock en de gebrandmerkte doden

Здесь есть возможность читать онлайн «Albert Baantjer - De Cock en de gebrandmerkte doden» весь текст электронной книги совершенно бесплатно (целиком полную версию без сокращений). В некоторых случаях можно слушать аудио, скачать через торрент в формате fb2 и присутствует краткое содержание. Город: Baarn, Год выпуска: 2004, ISBN: 2004, Издательство: De Fontein, Жанр: Детектив, на нидерландском языке. Описание произведения, (предисловие) а так же отзывы посетителей доступны на портале библиотеки ЛибКат.

De Cock en de gebrandmerkte doden: краткое содержание, описание и аннотация

Предлагаем к чтению аннотацию, описание, краткое содержание или предисловие (зависит от того, что написал сам автор книги «De Cock en de gebrandmerkte doden»). Если вы не нашли необходимую информацию о книге — напишите в комментариях, мы постараемся отыскать её.

Een jonge vrouw treft in een grachtenpand haar vriend dood aan met een brandmerk op zijn voorhoofd.

De Cock en de gebrandmerkte doden — читать онлайн бесплатно полную книгу (весь текст) целиком

Ниже представлен текст книги, разбитый по страницам. Система сохранения места последней прочитанной страницы, позволяет с удобством читать онлайн бесплатно книгу «De Cock en de gebrandmerkte doden», без необходимости каждый раз заново искать на чём Вы остановились. Поставьте закладку, и сможете в любой момент перейти на страницу, на которой закончили чтение.

Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

De Cock ontweek de vraag.

“Op basis waarvan zou ik dat hebben kunnen doen? Waarvan bent u verdacht?”

De man trok zijn schouders op.

“De politie vindt altijd wel iets.”

De Cock gebaarde naar de deur.

“U bent vrij man. Als u wilt vertrekken, kunt u dat.”

De oude rechercheur zweeg even en glimlachte.

“Ik zou het u alleen niet aanraden,” ging hij vriendelijk verder.

“Waarom niet?”

“Omdat ik dan mogelijk juridisch iets zal moeten vinden om uw vertrek te verhinderen.”

De man grijnsde.

“Dus toch een vrijheidsbeneming.”

De Cock vouwde zijn handen en liet zijn ellebogen op zijn bureau rusten.

“Ik zou een lang en goed onderbouwd betoog kunnen houden waarom ik van u medewerking verwacht…ja, zelfs verlang.”

De man grinnikte.

“Dat is hoog gegrepen.”

De Cock knikte.

“Bewust. Om het kort te houden. Drie van uw vroegere vrienden, Peter van Gulpen, Edward van der Poorten en Anthonius Josephus Ruiten, zijn op een gruwelijke manier aan hun eind gekomen.”

De man keek hem geschrokken aan.

“Ook Tinus Ruiten?”

De Cock knikte opnieuw.

“We hadden gisteravond een afspraak met hem. We kwamen te laat.”

“Verschrikkelijk.”

De Cock trok zijn gezicht in een ernstige plooi.

“Ik verwacht dat de moordzucht van de daders nog niet is geluwd en ik acht het niet geheel ondenkbaar dat u als hun volgende slachtoffer staat geboekt.”

De man keek hem strak aan.

“Wat is de basis van uw veronderstelling?”

De oude rechercheur glimlachte.

“Moet ik u dat uitleggen?”

“Graag.”

De Cock schudde zijn hoofd.

“U weet zelf deksels goed,” sprak hij bestraffend, “dat er serieuze plannen bestaan om u te doden. De enige kans die u nog hebt, is tegen mij openhartig te zijn, zodat ik de daders kan arresteren voordat ze hebben toegeslagen. Met drie gruwelijke moorden op hun kerfstok bent u beslist jaren van hen verlost.”

De man grijnsde.

“Het is mij tot nu toe aardig gelukt om uit hun buurt te blijven. De andere drie vroegere vrienden van mij zijn blijkbaar minder voorzichtig geweest. Ik ben geen man die zijn tegenstanders onderschat.”

De Cock strekte zijn wijsvinger naar hem uit.

“U erkent dus dat u gevaar loopt.”

“Zeker.”

“Waarom?”

“Wat bedoelt u?”

De Cock zuchtte diep.

“Peter van Gulpen, Edward van der Poorten en Anthonius Josephus Ruiten zijn niet voor niets gestorven. De daders hadden een motief…een motief, dat kennelijk ook voor u geldt.”

De man knikte.

“Dat is juist…van hun standpunt uit bezien.”

“En van uw standpunt bezien?”

“Onjuist. Naar mijn gevoel draag ik geen schuld.”

“Waaraan?”

De man tastte naar zijn voorhoofd.

“Het is voor mij zo moeilijk om erover te praten. Ik…eh, ik heb het verdrongen…verbannen uit mijn geheugen. Maar ik…”

De man stokte.

De Cock wachtte geduldig tot hij zich weer enigszins had hervonden.

“Wat is hun standpunt…wat is hun motief?”

De man aarzelde.

“Een…eh, een brand.”

De Cock fronste zijn wenkbrauwen.

“Een brand?”

De man knikte.

“Een brand…vijfentwintig jaar geleden.”

“Waar…waar heeft die brand gewoed?”

De man schudde zijn hoofd.

“Dat…eh, dat vertel ik u niet. Ik wil aan die brand niet meer worden herinnerd. Hij heeft al veel te lang in mijn hoofd gespookt…mijn denken beheerst.”

De Cock boog zich iets naar voren.

“U wordt Rudy Sleurkeet genoemd,” sprak hij vriendelijk.

“Een bijnaam, die de mensen uit de buurt u hebben gegeven. Wat is uw werkelijke naam?”

“Die openbaar ik u liever niet.”

De Cock maakte een hulpeloos gebaar.

“Ik heb uw medewerking nodig,” sprak hij bijna smekend.

“Als u hetzelfde lot ondergaat als uw drie vroegere vrienden, dan zal ik waarschijnlijk nooit meer in staal zijn om de daders te achterhalen. U bent nog de enige die mij opheldering kan verschaffen. U bent nog de enige man die mij kan helpen deze zaak op te lossen.”

“Dat is uw belang.”

De Cock schudde zijn hoofd.

“Niet alleen mijn belang,” sprak hij met enige stemverheffing.

“U kunt niet ten eeuwigen dage met een sleurkeet…sleurhut, achter uw auto op de vlucht blijven. Trekken van camping naar camping. Angstig. Gespannen. Hopend dat uw ware identiteit nooit zal worden achterhaald.”

De oude rechercheur stak waarschuwend zijn wijsvinger omhoog.

“Gelooft u mij, mister Sleurkeet,” vervolgde hij grimmig, “de moordenaars van uw vroegere vrienden zijn u veel dichter genaderd dan u denkt. Het is voor u de hoogste tijd…vijf voor twaalf. Als u mij nu niet uw vertrouwen schenkt, dan is het te laat. Uw enige alternatief is dat u binnen afzienbare tijd ook gewurgd en met een afschuwelijk brandmerk op uw voorhoofd wordt gevonden.”

Hij keek de man strak aan.

“Is dat uw wens?”

“Nee.”

De Cock nam een kleine pauze.

“Hebt u een verklaring voor dat brandmerk op het voorhoofd van uw vroegere vrienden?”

“Ja.”

“En?”

“De brand, waarover ik u sprak. Het brandmerk is een symbool…een aanwijzing dat de moorden verband houden met die brand van vijfentwintig jaar geleden.”

De Cock kneep zijn ogen halfdicht.

“Vertel wat meer over die brand.”

“Nee.”

“Zijn er nog meer mensen bij die brand betrokken dan u en uw drie vroegere vrienden?”

“Nee.”

De Cock zuchtte omstandig.

“Vijfentwintig jaar geleden was u veertien à vijftien jaar oud.”

De Cock maakte een wanhoopsgebaar.

“Als u alleen met ja en nee antwoordt, komen we geen steek verder.”

De man keek hem onbegrepen aan.

“Moet dat? Waarmee wilt u verder komen?”

De Cock kneep opnieuw zijn ogen even dicht.

“Als er met u wat gebeurt, voel ik mij daaraan mede schuldig…mede schuldig aan uw dood.”

“Waarom?”

De Cock boog zich verder naar hem toe.

“Omdat ik u blijkbaar niet heb kunnen overtuigen van de noodzaak om met mij samen te werken.”

De Cock tikte met de toppen van zijn vingers op zijn borst.

“Dat doet pijn van binnen.”

De man keek hem enkele seconden aan. Toen liet hij zijn hoofd zakken.

“Ik ben Rudolf Leeuwenhoek,” sprak hij hees.

“Vijfentwintig jaar geleden waren Peter van Gulpen, Edward van der Poorten, Tinus Ruiten en ik op een camping…”

15

De Cock liet zijn blik door het hoge vertrek dwalen. Voor een schouw van bescheiden afmetingen zat in een lederen fauteuil Rudolf Leeuwenhoek. De man voelde zich duidelijk niet op zijn gemak. Hij schuifelde met zijn voeten en frunnikte voortdurend aan de boord van zijn overhemd. Voor hem op een ronde tafel stond een karaf met rode wijn en twee glazen. Verderop in het vertrek stond Dick Vledder. De jonge rechercheur was in een diep gesprek gewikkeld met zijn vriendin Adelheid van Buuren.

De Cock had zich weer van de hulp verzekerd van Appie Keizer en Fred Prins. Zij hadden zich blijhartig ter beschikking gesteld. De twee collega’s wandelden met hun mobieltje over de gracht en hielden toezicht op het pand. De oude rechercheur had hen het signalement verschaft dat Smalle Lowietje hem van Angela Molenpad had gegeven…een schoonheid…lang, slank, blond, met alles d’r op en d’r aan…een gedistingeerde zelfbewuste zakenvrouw van zo rond de dertig jaar. De Cock schuifelde naar Rudolf Leeuwenhoek.

“Ze zou om tien uur komen?”

Rudolf knikte.

“Ze belde vanmiddag en stelde zich voor als journaliste van een gerenommeerd damesblad, die een reportage maakt over mannen die in het leven zijn geslaagd. De keuze was volgens haar op mij gevallen omdat in de buurt van de Wallen met respect over een Rudolf Sleurhut werd gesproken.”

Читать дальше
Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

Похожие книги на «De Cock en de gebrandmerkte doden»

Представляем Вашему вниманию похожие книги на «De Cock en de gebrandmerkte doden» списком для выбора. Мы отобрали схожую по названию и смыслу литературу в надежде предоставить читателям больше вариантов отыскать новые, интересные, ещё непрочитанные произведения.


Отзывы о книге «De Cock en de gebrandmerkte doden»

Обсуждение, отзывы о книге «De Cock en de gebrandmerkte doden» и просто собственные мнения читателей. Оставьте ваши комментарии, напишите, что Вы думаете о произведении, его смысле или главных героях. Укажите что конкретно понравилось, а что нет, и почему Вы так считаете.

x