Albert Baantjer - De Cock en de gebrandmerkte doden
Здесь есть возможность читать онлайн «Albert Baantjer - De Cock en de gebrandmerkte doden» весь текст электронной книги совершенно бесплатно (целиком полную версию без сокращений). В некоторых случаях можно слушать аудио, скачать через торрент в формате fb2 и присутствует краткое содержание. Город: Baarn, Год выпуска: 2004, ISBN: 2004, Издательство: De Fontein, Жанр: Детектив, на нидерландском языке. Описание произведения, (предисловие) а так же отзывы посетителей доступны на портале библиотеки ЛибКат.
- Название:De Cock en de gebrandmerkte doden
- Автор:
- Издательство:De Fontein
- Жанр:
- Год:2004
- Город:Baarn
- ISBN:978-90-261-1806-7
- Рейтинг книги:5 / 5. Голосов: 1
-
Избранное:Добавить в избранное
- Отзывы:
-
Ваша оценка:
- 100
- 1
- 2
- 3
- 4
- 5
De Cock en de gebrandmerkte doden: краткое содержание, описание и аннотация
Предлагаем к чтению аннотацию, описание, краткое содержание или предисловие (зависит от того, что написал сам автор книги «De Cock en de gebrandmerkte doden»). Если вы не нашли необходимую информацию о книге — напишите в комментариях, мы постараемся отыскать её.
De Cock en de gebrandmerkte doden — читать онлайн бесплатно полную книгу (весь текст) целиком
Ниже представлен текст книги, разбитый по страницам. Система сохранения места последней прочитанной страницы, позволяет с удобством читать онлайн бесплатно книгу «De Cock en de gebrandmerkte doden», без необходимости каждый раз заново искать на чём Вы остановились. Поставьте закладку, и сможете в любой момент перейти на страницу, на которой закончили чтение.
Интервал:
Закладка:
De Cock stond toen al boven op het bordes en inspecteerde gewoontegetrouw de in traditioneel groen gelakte buitendeur. De zware deur vertoonde geen sporen van braak of verbreking. Toen Vledder naast hem was gearriveerd, wees de oude rechercheur naar de gave deur.
“Als Anthonius Josephus Ruiten werkelijk het derde slachtoffer is geworden, dan moet ook hij, net als Peter van Gulpen en Edward van der Poorten, zijn moordenaars zelf hebben binnengelaten…vrijwillig de buitendeur voor hen hebben geopend.”
De oude rechercheur maakte een mistroostig gebaar.
“En dat is toch opmerkelijk. Vreemd. Men zou hieruit kunnen concluderen, dat de slachtoffers hun moordenaars moeten hebben gekend.”
Vledder knikte traag.
“Maar tegen hen geen enkele argwaan hebben gekoesterd.”
Het gezicht van de jonge rechercheur verstarde plotseling.
“Rudy Sleurkeet,” lispelde hij.
“Waarachtig, Rudy Sleurkeet. Als vroegere vriend van het drietal zal men hem zonder enig bezwaar hebben binnengelaten.”
De Cock reageerde niet. Omzichtig liep hij via een brede hal de met blauw geaderd marmer beklede gang in. Hij keek gewoontegetrouw omhoog. Een verlaagd plafond had wulpse engeltjes aan het oog onttrokken.
Met gebogen hoofd, diep in gedachten verzonken, liep Vledder achter hem aan. De jonge rechercheur overwoog de mogelijkheden die de geheimzinnige Rudy Sleurkeet had gehad om de brandmerkmoorden te plegen.
Links, ongeveer in het midden van de lange marmeren gang, vond De Cock een deur die aanstond. De oude rechercheur drukte hem met zijn knie iets verder open, wachtte even op een mogelijke reactie van binnenuit en liep toen het vertrek in. Het was helverlicht. Drie imposante kroonluchters straalden naar alle hoeken.
Om een zwartmarmeren schouw, waarboven een brede spiegel die tot aan het plafond reikte, stonden vijf met leer beklede fauteuils. In de middelste fauteuil zat, scheef weggezakt, een man. Op zijn rug, net onder zijn nek, hingen twee houten greepjes van een wurgkoord.
De Cock bleef even staan en fixeerde het lugubere beeld. De oude rechercheur had voor dergelijke situaties een bijna fotografisch geheugen.
De gelijkenis met de moorden op Peter van Gulpen en Edward van der Poorten drong zich direct aan hem op. Treffend. Het gruwelijk handwerk van de moordenaars was tot in details gelijk. De Cock liep verder het vertrek in, schoof een van de fauteuils opzij en keek het slachtoffer in zijn gezicht. De gelaatstrekken van de dode waren hem vertrouwd.
De oude rechercheur keek naar de halfopen mond waaruit een gedeelte van een iets opgezette tong stak. En hij bezag het brandmerk op het voorhoofd van de man…twee rechtopstaande ruiten met de punten tegen elkaar. Er knakte iets in het gemoed van De Cock…een plotseling opbloeiend gevoel dat de grens was bereikt. Het gezicht van de oude rechercheur werd ineens strak als een stalen masker. Hij klemde zijn lippen op elkaar en bezwoer zichzelf dat hij de moordenaars zou ontmaskeren…al was het de laatste recherchedaad van zijn leven.
Vledder kwam naast hem staan en liet zijn blik op de dode rusten.
“Anthonius Josephus Ruiten,” sprak hij triest.
“Ook slachtoffer van kille moordenaars met een brandijzer.”
De jonge rechercheur zweeg even.
“De man,” ging hij verder, “was mij niet echt sympathiek, maar zo’n dood gun je toch niemand.”
Toen De Cock de volgende morgen de grote recherchekamer binnenkwam, trof hij Vledder achter zijn computer. Eerst toen de oude rechercheur zich in zijn stoel achter zijn bureau had laten zakken, liet Vledder zijn vingers even rusten en keek op.
“Je bent te laat.”
Het klonk bestraffend. De Cock grinnikte jongensachtig.
“Leuk, meer dan een uur.”
Vledder stak een wijsvinger op.
“Ik was op tijd.”
De Cock grijnsde breed.
“Jij bent nog jong, vitaal, met een ongebreidelde fysieke spankracht, maar een oude man zoals ik, heeft zijn volle nachtrust nodig.”
Vledder bromde.
“Praatjes. Ik heb gewoon meer plichtsbesef dan jij…meer discipline. Ik zorg ervoor dat ik op tijd ben. Dat heb ik nu van mijn oude moeder. Die zei altijd: bij nacht een man, bij dag een man.”
De Cock maakte een hulpeloos gebaar.
“Ik ken die ouderwetse kreet,” sprak hij instemmend.
“Het geldt echter maar voor een nacht…niet langer. Voor ons is het gisteravond weer erg laat geworden. Dat is nu al drie nachten achter elkaar zo. Voor mensen van mijn leeftijd is dat slopend. Voordat Ben Kreuger, de dactyloscoop, en dokter Den Koninghe waren verschenen, was het al ver na middernacht.”
Vledder lachte.
“En onze fotograaf schold. Kostelijk. Ik heb hem nog nooit zo kwaad gezien.”
De Cock maakte een achteloos gebaar.
“Zo is Bram van Wielingen. Hij scheldt altijd als men hem na kantooruren laat opdraven. Dat heb je mij nog nooit horen doen. Ik heb altijd zonder morren de consequenties van dit beroerde vak aanvaard.”
Vledder schudde grinnikend.
“Ik heb je toch wel eens horen foeteren.”
De oude rechercheur negeerde de opmerking en boog zich iets naar voren.
“Heb je al contact gehad met dokter Rusteloos voor de sectie op het lijk van Anthonius Josephus Ruiten?”
Vledder knikte.
“Straks om elf uur.”
“Vroeg.”
Vledder glimlachte.
“Volgens dokter Rusteloos zijn wij vandaag als eersten aan bod.”
De Cock tikte op zijn borst.
“Ik ga wel.”
De jonge rechercheur keek hem verrast aan.
“Jij…jij gaat naar de sectie?”
In zijn stem trilde ongeloof. De Cock knikte.
“De ga.”
“Wat is er met je gebeurd, De Cock? Ben je van je geloof afgestapt? Je hebt het mij altijd laten doen…tot vervelens aan toe.”
De Cock glimlachte.
“Dat klopt,” sprak hij gelaten.
“Daar heb ik echt geen spijt van. Maar vandaag heb ik voor jou een andere missie. Je brengt mij eerst naar Westgaarde, om de sectie bij te wonen, en daarna rij je naar het GAK. En van het gak kom je mij weer ophalen.”
Vledder keek hem argwanend aan.
“Wat moet ik doen bij het GAK?”
De Cock zwaaide.
“De identiteit van Angela Molenpad achterhalen.”
De jonge rechercheur snoof.
“Ik heb al uitgebreid contact met het GAK gehad…je weet…zonder enig resultaat.”
De Cock knikte.
“Je gaat er nu heen met een andere vraagstelling.”
“Een andere vraagstelling?”
De Cock knikte opnieuw.
“Niet meer: kennen jullie ene Angela Molenpad, maar: naar welke vrouw, wonende op het adres van Jasper van Houweningen aan de Houtmankade, is gedurende de laatste twee jaar een uitkering overgemaakt.”
Het gezicht van Vledder verhelderde.
“Heel slim van jou, De Cock. Daar moet je minstens een uur over hebben nagedacht.”
De Cock knikte gelaten.
“Het uur dat ik vanmorgen te laat kwam.”
Vledder pikte De Cock bij de ingang van Westgaarde op. De jonge rechercheur lachte toen zijn oudere collega bij hem in de Golf stapte.
“Ik vind het wel grappig dat ik nu eens aan jou kan vragen: hoe was de sectie?”
De Cock trok zijn schouders iets op.
“Best gezellig. Dokter Rusteloos was oprecht blij mij weer eens te zien. We hebben oude herinneringen opgehaald. Hij vroeg of jij ziek was.”
Vledder reageerde niet. Hij stompte De Cock enthousiast op zijn linkerbovenarm.
“Dat was een verrekt goede gedachtegang van jou,” opende hij opgewekt.
“Welke?”
“Die veranderde vraagstelling. Het was nu zo gepiept. De vrouw aan wie op het adres van Jasper van Houweningen geruime tijd een uitkering is overgemaakt, heet geen Angela Molenpad, maar Chrisje van der Spek.”
De Cock fronste zijn wenkbrauwen.
“Chrisje van der Spek?”
Vledder knikte.
“Ik heb het onmiddellijk nagetrokken. Die Chrisje van der Spek heeft inderdaad enige tijd als verpleegkundige bij het AMC en het OLVG in Amsterdam gewerkt.”
Читать дальшеИнтервал:
Закладка:
Похожие книги на «De Cock en de gebrandmerkte doden»
Представляем Вашему вниманию похожие книги на «De Cock en de gebrandmerkte doden» списком для выбора. Мы отобрали схожую по названию и смыслу литературу в надежде предоставить читателям больше вариантов отыскать новые, интересные, ещё непрочитанные произведения.
Обсуждение, отзывы о книге «De Cock en de gebrandmerkte doden» и просто собственные мнения читателей. Оставьте ваши комментарии, напишите, что Вы думаете о произведении, его смысле или главных героях. Укажите что конкретно понравилось, а что нет, и почему Вы так считаете.