Henri Borel - Wijsheid en schoonheid uit Indië

Здесь есть возможность читать онлайн «Henri Borel - Wijsheid en schoonheid uit Indië» — ознакомительный отрывок электронной книги совершенно бесплатно, а после прочтения отрывка купить полную версию. В некоторых случаях можно слушать аудио, скачать через торрент в формате fb2 и присутствует краткое содержание. Жанр: foreign_antique, foreign_prose, на нидерландском языке. Описание произведения, (предисловие) а так же отзывы посетителей доступны на портале библиотеки ЛибКат.

Wijsheid en schoonheid uit Indië: краткое содержание, описание и аннотация

Предлагаем к чтению аннотацию, описание, краткое содержание или предисловие (зависит от того, что написал сам автор книги «Wijsheid en schoonheid uit Indië»). Если вы не нашли необходимую информацию о книге — напишите в комментариях, мы постараемся отыскать её.

Wijsheid en schoonheid uit Indië — читать онлайн ознакомительный отрывок

Ниже представлен текст книги, разбитый по страницам. Система сохранения места последней прочитанной страницы, позволяет с удобством читать онлайн бесплатно книгу «Wijsheid en schoonheid uit Indië», без необходимости каждый раз заново искать на чём Вы остановились. Поставьте закладку, и сможете в любой момент перейти на страницу, на которой закончили чтение.

Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

De groene Esplanade ligt langzaam te verinnigen in de fijn neêrwemerende schemering van den avond. Stil staan de boomen rond het groote, groene grasveld, waarvan de kleur vreemd staat te verinnigen in de al teêrder en teêrder brekende atmosfeer. De lucht daarboven is van een broos blauw, waar vaag een luchtige neveling doorheen droomt, het nergens anders geziene, aandoenlijke Singapore-blauw, wazig van zachte damp-essences doorzeefd, door het langzaam vervliegende losse stof van de straten. Het is ’t teêre blauw van April, waar droevig herfstblauw van October doorheen wademt, en een vreemde ontroering gaat er van over je ziel, alsof je in zachte, droeve meisjesoogen zag. Klein, als witte, draaiende vlekken, bewegen in dat groote, groene grasvlak de figuren van tennissende Europeanen, met hier en daar het opkleuren van een rose, een blauwe blouse. Dit lijkt nu heel niet oostersch meer, dit lijkt een stemmig sport-tafereel uit een verre, Engelsche stad.

Aan de overzijde van waar ik dit twijfelend sta aan te zien, zie ik de licht leem-gele anglikaansche kerk uitkomen achter de rij groene boomen langs den rijweg, en de witte gebouwen van ’t Hôtel de l’Europe. Hoe intiem, hoe westersch vertrouwd lijkt dit alles, dit kán het Oosten niet zijn, dit groene grasveld, waar tennis-ballen vliegen, die witte, wemelende sportmannen, die teêre lucht van April, die oude kerk van christelijk geloof, waar ik nu plechtig het uur van zessen uit hoor slaan, dit is te lief-intiem, te home-like om het vreemde Oosten te kunnen wezen…

Achter mij hoor ik het trappel-draven van rijtuigen, die geruischloos voortglijden op gummibanden over het asfalt van den rijweg, en overal, langs het grasveld, op den breeden boulevard, tusschen de boomen zie ik de schitterende équipages gaan, als in ’t Hyde-Park in Londen, als in ’t Bois-de-Boulogne in Parijs, waar ’t groote Europeesche wereldleven pralend voorbij trekt met gala van livereien en pracht van fortuin.

Maar als ik mij nu omwend en ’t aandachtig aanzie, kom ik weer tot ’t bewustzijn, dat ik in ’t Oosten ben, en midden in ’t oostersche leven sta. Dáár, in die van lakvernis blinkende landauers, getrokken door hooge, statige Sydney-paarden, wier harnachement van goud en zilver schittert, zitten, lui in de blauwe zijde van gecapitonneerde kussens geleund, de dikke chineesche parvenu’s, de logge geldkoningen van den handel, verachtelijk neêrziende op de voetgangers en het volk. Hoe zit die vette baba 13 13 In Indië geboren rijke chinees. daar prat, de knieën over elkaar, in die westersche équipage, hoe bête-voldaan is de domme glimlach van zijn zinnelijken mond, hij zit daar als een modern, van vleesch puilend boeddha-beeld van Poei-Lik 14 14 Maitreya. In de populaire, grove voorstelling zwelgt deze in materieel welzijn. , den komenden Boeddha, die nù in zinnelijk zalig-zijn van eten en drinken zwelgt. En daar, die gele dogcart, met dat glanzende, zwarte paard; fief zit daar die jonge, chineesche roué te mennen, bewust van zijn millioenen, de cigarette los tusschen de lippen, de blauwzijden pochet coquet uit de vestzak van zijn zwarte jasje gestoken. Dit is het pratte, chineesche parvenu-dom van Singapore, dit zijn de puissante geld-potentaten van den oosterschen handel, die Singapore regeeren met hun millioenen, en waar alles voor buigt, ook de blanke Europeanen, die hun naar de oogen zien.

Zij zitten superb en almachtig in hun geverniste, lak-en-zijden equipages, de zelfvoldaanheid glanst op hun slimme, gele Mongolen-gezicht, en zij hebben hun grove parvenu-dom ten toon gesteld in ’t overladen goud-en-zilverwerk van hun attelages, in de dik gouden huzaren-uniformen van hun bengaalsche syces 15 15 Inlandsche koetsiers. , die als gala-koetsiers zijn van een prinselijk hongaarschen magnaat. Al maar door, ál maar door zie ik de staatsiekoetsen van die chineesche geldkoningen aan mij voorbijgaan, die deze stad vol zwoegende koelie-slaven regeeren, als oostersche potentaten uit de Duizend en Één Nacht. Voor hen trekken de duizenden ossenkarren met naakte, glimmende Singhaleezen door de straten, voor hen sjouwen de duizenden zweetende koelies met zware lasten van de werven den langen, zon-doorbranden weg op naar de stad, voor hen varen de groote, grijze booten uit China en Siam af en aan, van hen is de rijst, opgestapeld in reuzenmagazijnen, van hen zijn de koelie-depôts van jammer en misère, waar zij in menschenslaven handelen met den christelijken Europeaan, die koloniseert. Zij weten zich de koningen van deze immenze stad van slaven en prostituées, zij weten zich de meesters van al de geldjagende, snorkende, blanke kooplui, die hun handjes geven en glimlachend smeeken om hun gunst. Zij hebben hun bungalows en chineesche paleizen vol vrouwen en schandknapen en slaven, waar zij regeeren als een oostersch tyran, en, zeker van hun bezit onder de Engelsche wet, waar ze in China zouden sidderen voor hun plunderende autoriteiten, verachten zij ze diep in hun innerlijke, mongoolsche hart, de blanke barbaren, wier overheid hen beschermt, maar die hun tóch onderdanig naar de oogen zien, om den veilen dollar.

Hun schitterende équipages vullen den zijweg geheel, waar nu en dan ook een Europeesche bespanning doorheen gaat, met deftige, Engelsche heeren en bleeke, kwijnende ladies. In een blauwe victoria zie ik een frêle Engelsch meisje van veertien jaar, denk ik, in licht blauwe blouse, een wit strooien hoedje op, en rijke, goudblonde haren los over rug en schouders. Dit blonde, kinderlijke van broos, blank maagd-meisje is opeens als een sprookjes-verschijning tusschen al de bronzen oostersche mongolen-gezichten der donkere Aziaten. Ik zie haar starend na, een teeder ding van schoonheid, dat mij éven voorbij gaat, éven een zachte ontroering wekt in mijn aangedane ziel, en dán weer heen zal zijn, voor goed.

Nu volgen weer landauers met chineezen, weêr een, en weêr een, en dan, opeens, een mirakel van kleur, een rieten panier, met een klein Delisch paardje, waarin een Klingalees in purperen zijde, een klein kindje op den schoot, in een mantel van blinkende goudstof. Het lijkt wel een gouden beeldje uit een oosterschen tempel, door een priester gedragen. Liefderijk houdt de purperen vader het gouden kind omvat, dat met zijn naakt, geschoren kruintje, waar één lokje uit op staat, tegen hem aanleunt, het zwartbruine gezichtje oud en wijs, als van een Boeddha-kindje. Fél licht het even op, het purper en het goud, en is dán weer voorbij, als een àl te hel flikkerbeeld uit een droom, dat opeens weer weg is.

Tusschen de blinkende équipages rijden rickshas, met bruine koeli-beesten er voor, er zitten Canton-vrouwen in, met zwart bombazijnen jakken, en popperige japansche demi-mondaines in lichtkleurige, kimonos, het prachtige haar in hooge coiffures gekapt, die een creatie van kunst zijn, waar roode bloemen in glanzen. Zij zijn liefelijk om te zien, als bonte vlinders, haar lichamen zijn kinderlijk als van kleine meisjes, en zij lijken meer groote, prachtige poppen in rijke kleuren, in poppenwagens gereden, dan vrouwen, die op prostitutie uit zijn, en lokken voor den avond. Chineezen, in Europeesche fantasiepakjes, met wit vest en hooge boorden, witten stroohoed op en gele schoenen, staan hier en daar, den arm op het portier geleund, voor even stilstaande rijtuigen te praten met hun vrienden, en paradeeren en loopen te flaneeren, als swells in Hyde-Park doen.

Zóó gaat de avond-parade van de Esplanade druk woelend voor mijn oogen voorbij. De schemering daalt nu langzaam zwaarder over de dingen, en als ’t wat donkerder wordt en de lantaren-lichtjes beginnen te pinken langs het duister wordende grasveld, worden de rijtuigen schaarscher, en gaat het leven allengskens uit. Dán wordt de atmosfeer nog inniger, het groene gras krijgt een vreemde, sombere kleur, de boomen staan duidelijker en gevoeliger tegen de lucht, en de hemel doezelt zacht, in doffe tinten brekend, weg.

Читать дальше
Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

Похожие книги на «Wijsheid en schoonheid uit Indië»

Представляем Вашему вниманию похожие книги на «Wijsheid en schoonheid uit Indië» списком для выбора. Мы отобрали схожую по названию и смыслу литературу в надежде предоставить читателям больше вариантов отыскать новые, интересные, ещё непрочитанные произведения.


Отзывы о книге «Wijsheid en schoonheid uit Indië»

Обсуждение, отзывы о книге «Wijsheid en schoonheid uit Indië» и просто собственные мнения читателей. Оставьте ваши комментарии, напишите, что Вы думаете о произведении, его смысле или главных героях. Укажите что конкретно понравилось, а что нет, и почему Вы так считаете.

x