Henri Borel - Wijsheid en schoonheid uit Indië

Здесь есть возможность читать онлайн «Henri Borel - Wijsheid en schoonheid uit Indië» — ознакомительный отрывок электронной книги совершенно бесплатно, а после прочтения отрывка купить полную версию. В некоторых случаях можно слушать аудио, скачать через торрент в формате fb2 и присутствует краткое содержание. Жанр: foreign_antique, foreign_prose, на нидерландском языке. Описание произведения, (предисловие) а так же отзывы посетителей доступны на портале библиотеки ЛибКат.

Wijsheid en schoonheid uit Indië: краткое содержание, описание и аннотация

Предлагаем к чтению аннотацию, описание, краткое содержание или предисловие (зависит от того, что написал сам автор книги «Wijsheid en schoonheid uit Indië»). Если вы не нашли необходимую информацию о книге — напишите в комментариях, мы постараемся отыскать её.

Wijsheid en schoonheid uit Indië — читать онлайн ознакомительный отрывок

Ниже представлен текст книги, разбитый по страницам. Система сохранения места последней прочитанной страницы, позволяет с удобством читать онлайн бесплатно книгу «Wijsheid en schoonheid uit Indië», без необходимости каждый раз заново искать на чём Вы остановились. Поставьте закладку, и сможете в любой момент перейти на страницу, на которой закончили чтение.

Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

Waar zijn wij nu?.. ik richt mij moeilijk op van mijn stoel en kijk in ’t rond. Wij varen nu juist het eiland Batam voorbij, waar schamele bamboe-hutten staan in schaduw van palmen. Overal palmen, palmen, palmen, die pralende boomen van pracht, met hun heilige bogen als gothiek van kalme cathedralen, wij varen ze voorbij als een eindeloos groen paleis, waar goddelijke wijsheid woont. Dán open zee weer door, en dán weer kleine eilanden vol groen, die eilanden van de Riouw-zeeën, die als drijvende boeketten zijn in ’t wijde, zonlicht-spiegelende water, de boot vaart door een groenen tuin in zee, tot eindelijk, bij Poeloe Samba, het groote, onbegrensde uitdeint van de open Chineesche zee.

En ’t is als een belofte, die plotseling eindelijk in vervulling komt, dat wijde, wijde water, waar nu witte golf-koppen schuimen; je ziel voelt iets wonderbaarlijks groots, dat op je afkomt van de verre verten, waar horizonnen wijken naar oneindigheid van heilig licht en lucht.

Toen stoomde de kleine boot vrij en onvervaard de open Chineesche zee in, waar je blikken wegvliegen voor altijd, als vogels, die niet weeromme komen, waar je ziel zich wijde uitdeint, en nimmer einde vindt…

Dit is voor mij het gróótste, dat mijn leven heeft gevoeld: in eindelooze zee zijn, waar géén grens de horizonnen breekt, waar géén achter is en vóór, want alles is hetzelfde, en alles toch weer anders, of verleden toekomst was en toekomst ook verleden, en de ziel voelt in de zee van haar eigen oneindigheid het schoone beeld.

Ik sta het roerloos aan te zien, over de railing geleund, ik zie de horizonnen wijken, ik voel mijn ziel die zich uitdeint over de zee. En het oude, groote verlangen heimweet hoog in mij op, ik hoor het roepen, het zwijgende, maar zéér duidelijke roepen van verre, ik zie het wenken van wijd en zijd, met roerloos gebaar, en ik wil komen, ik wil nu eindelijk, eindelijk komen, mijn ziel kan het nu niet langer meer bestaan, en hijgt als een moede, zachte vogel tegen de harde wanden van den schoonen schijn van werkelijkheid, die haar in dit leven houdt gevangen. Dáár is het verre, open vrije, dat geen droeve grenzen kent, dáár wenken de horizonnen, waar ’t eindelooze roept, ik voel, dat nu nog slechts een vaag en broos omhulsel de Liefste van mijn ziel van mij verwijderd houdt, den adem voel ik stokken in mijn keel, mijn slapen bonzend kloppen, ik word nu bang als één die in een eindeloozen afgrond diep bedolven ligt en bóven ziet hij schitteren het gouden licht van den dag, en ik wil schreeuwen, huilen, gillen om vrij te zijn, als een kind, dat zijn vader ziet voorbijgaan in de verte, en staat verlaten en alleen op wijde, wijde heide…

Één oogenblik, één eeuwigheid misschien, één ademing in ’t eindelooze, die ik sidderend door mijn moede ziel voel gaan, en dán sta ik weer hard in ’t leven terug, op een vuile, schamele boot, ik zie de menschen om mij heen, als een die terug is van een verre reis, en niet begrijpt dat hij ooit henen is geweest.

Nu maar even praten wat, heel gewoon, met den djoerágan, over ’t weêr, met mijn boy, over de kosten voor zijn logies in Singapore, en straks nog wat kijken naar de koelies, die aan ’t dobbelen zijn en „tsapdzi-ki” spelen in de kajuit, bij de opiumschuivers. Ik beweeg mij onder die vreemde menschen als een eenzaam kind, weg van huis, die toch weet dat, ergens héél ver, zijn’ goede Vader woont…

Nog een groot uur varen wij zoo door, dán, over de verschansing starend, zie ik de horizonnen breken, en lijnen van verre bergen doemen op, wijl in ’t verschiet vóór mij een groote witte vlek aan ’t opplekken is, En kijk, dáár, zijn dat dunne, ranke stammetjes van boomen?.. neen, ’t zijn masten, masten van schepen moeten ’t zijn… hoe vaag en ijl nog weifelen ze daar vèr… dat moet de haven zijn, de goede haven, Singapore is in ’t zicht!

Al dichter en dichter komt ’t nu naderbij, de witte vlek wordt grooter en donkere, zwarte vlekken plekken op ’t water, dáár liggen groote booten gehavend, dáár staat de witte en gele huizen-stad in de late zon. De rompen van booten worden nu zichtbaar, de dingen beginnen te verduidelijken in de verte, nu teekent ieder apart zich af, of een kijker langzaam, langzaam openschuift, ik zie al groene boomen in lange rij, de boomen van de Esplanade, ik zie ’t leemen geel van een kerk, en een paarschen band om de zwarte stoompijp van een grijs schip. – Achter de massa booten op ’t water vóór ons, ligt het breede panorama van de wit-en-gele stad, hoog op een heuvel waaien roode vlaggen van een seinpost, die de komende booten signaleert.

In den blauwen hemel drijven blanke wolkenstoeten boven de zee, en varen langzaam weg naar het opene, ruime. Zoo zachtjes is hun statiglijk bewegen, o! die blinkende dingen van schoonheid daar boven mijn hoofd, zij weten niet waarheen zij droomen, rustig onbewust, glanzende vol zaligheid in ’t licht van de zon…

Wij varen nu op een groot, grijs schip aan, dat het dichtst bij de zee ligt, het vèrst van de stad. Een oorlogsschip is het, een grauwe, grimmige kruiser. – Dreigend rekken twee lange vuurmonden uit een barbette vóór op het dek. Nog meer kanonnen steken van ter zijde uit, als gereed voor onheil, spits punten de loopen van revolver-kanonnen uit de gevechtstorens hoog in de mast. – Ik richt mijn kijker op den boeg, waar de naam moet staan, het is de „Eclipse”, een engelsche man-of-war. Er is iets van dreiging en verderf om dat grimmige, groote vecht-ding, daar op het water.

Nu komen andere, grijze schepen, als lompe, ijzeren bakken, zacht deinend op het water. Mannetjes loopen er heen en weer, klein en popperig. Het lijken wel insecten op een log, groot beest. Wij varen nu tusschen veel schepen door, vreemde, ongeweten dingen, met een paar bekende er onder, zooals je ook bekende menschen tegenkomt onder vreemden, een paar zwarte booten van de Paketvaart, met de gele stoompijp, sierlijker en vriendelijker dan de zware, grauwe cargo-boats in ’t rond. Bont ligt het saamgekomen volk van booten daar te samen in de haven, met een vage onrust er omheen, van wèl even nu rustig liggen, maar toch weer weg moeten straks, naar verre landen. Er is iets van die vreemde landen en onbekende dingen om hen, dat prettig aan doet na het eentonig bestaan in een kleine uithoekpost, het zelfde zéér belangrijke en onbestemde, dat ook aan vreemde menschen is, die je ziet loopen in je land.

De kade langs de Esplanade ligt nu al duidelijk vóór ons en rijtuigen zie ik stemmig rijden onder de groene laan van boomen. – Een zachte rust ligt over die dingen van het land. Het is als thuiskomen na een verre wandeling, onder veilig dak. Dit lijkt nu heel niet oostersch meer, die groene allée met af en aan rijdende equipages, en dáár, dat ruime grasveld, waar ik, heel klein, nu menschen heen en weer zie loopen, op een terrein van sport. Hoe vreemd, dat stille, stemmige daar nu opeens van een Europeesche stad…

Ratelend rolt het anker af, de boot begint te wiegelen op ’t water, en opeens komt een eskadertje sampans op ons af, in wild dooreen-gewoel, met heesch gillende, naakte chineezen, die om hun vrachtje schreeuwen. Met schokken stooten de ranke schuitjes tegen de ijzeren boot, en blijven botsend schommelen, terwijl de roeiers als katten opklauteren, de railing over.

Mijn boy helpt mij in een sampan, en dáár wiegel ik deinend de zee over, naar den kaaimuur, waar een hoofd met steenen trapjes is. Het gaat zoo wonderlijk snel alles, ik voel mij de trappen opklimmen, ik weet mij stappend in een gharry 10 10 Klein indisch rijtuigje met geschilderd houten stores. , ik hoor mij den klingaleeschen syce 11 11 Koetsier. zeggen dat ik naar ’t „roemah makan” 12 12 Hotel. „Europe” moet, dán rijd ik ietwat verschrikt van al ’t leven ineens, door véél rijtuig- en menschenlawaai, en ik sta in de „office” van een engelsch hôtel, waar ik om een kamer vraag. Nu gauw een bad nemen, heerlijk koel, ’t koude water neêrkletsend op mijn heete, naakte lijf, doorzengd van zon, een schoon wit pak aandoen, alles frisch en nieuw en zuiver aanvoelen, en dan dadelijk naar buiten, om nog wat te genieten van den schemerenden avond, het uur van zessen, als Singapore op zijn mooist is, en de rijke rijtuigen in pralende parade door de breede allée rijden langs de zee…

Читать дальше
Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

Похожие книги на «Wijsheid en schoonheid uit Indië»

Представляем Вашему вниманию похожие книги на «Wijsheid en schoonheid uit Indië» списком для выбора. Мы отобрали схожую по названию и смыслу литературу в надежде предоставить читателям больше вариантов отыскать новые, интересные, ещё непрочитанные произведения.


Отзывы о книге «Wijsheid en schoonheid uit Indië»

Обсуждение, отзывы о книге «Wijsheid en schoonheid uit Indië» и просто собственные мнения читателей. Оставьте ваши комментарии, напишите, что Вы думаете о произведении, его смысле или главных героях. Укажите что конкретно понравилось, а что нет, и почему Вы так считаете.

x