Cyriel Buysse - Te Lande

Здесь есть возможность читать онлайн «Cyriel Buysse - Te Lande» — ознакомительный отрывок электронной книги совершенно бесплатно, а после прочтения отрывка купить полную версию. В некоторых случаях можно слушать аудио, скачать через торрент в формате fb2 и присутствует краткое содержание. Жанр: foreign_antique, foreign_prose, на нидерландском языке. Описание произведения, (предисловие) а так же отзывы посетителей доступны на портале библиотеки ЛибКат.

Te Lande: краткое содержание, описание и аннотация

Предлагаем к чтению аннотацию, описание, краткое содержание или предисловие (зависит от того, что написал сам автор книги «Te Lande»). Если вы не нашли необходимую информацию о книге — напишите в комментариях, мы постараемся отыскать её.

Te Lande — читать онлайн ознакомительный отрывок

Ниже представлен текст книги, разбитый по страницам. Система сохранения места последней прочитанной страницы, позволяет с удобством читать онлайн бесплатно книгу «Te Lande», без необходимости каждый раз заново искать на чём Вы остановились. Поставьте закладку, и сможете в любой момент перейти на страницу, на которой закончили чтение.

Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

Twee honderd frank! Juist twee honderd frank kwam hij te kort. Als hij twee honderd frank bezat zou hij de laatste helft van zijn pacht kunnen betalen, en nog een jaar op zijn hoevetje mogen blijven. Wie weet of dan de kans niet keeren zou; of hij dan niet weer tot welstand zou komen? En onophoudend, dag en nacht, was hij aan 't denken hoe of hij toch die som verkrijgen kon. Maar vruchteloos; hij kende niemand die hem helpen zou. Alleen Velghe, zijn welgestelde buurman, zou het zeker kunnen doen, als hij maar wilde; en wel tienmaal, wel vijftigmaal was hij naar hem toe gegaan, met het vast besluit het hem te vragen; maar zoodra hij in de tegenwoordigheid was van den sluwen boer, wiens spottende blik tot in het diepste zijns gemoeds scheen door te dringen en er zijn geheim te peilen, kwam er over hem een grenzenlooze schuchterheid en trok hij zich bevend terug, plotseling voelend dat hij nog eerder sterven zou, dan zijn voornemen uit te voeren. Die man, – hij voelde 't instinctmatig, – wist alles van hem af; die man las in zijn hart als in een open boek; en telkens als hij hem zag, dacht hij opnieuw aan dat akelig somber gebouw der vrijmetselaars in 't viezig straatje, en hoorde hij hem nog de woorden zoggen welke hem zoo vreeselijk ontsteld hadden:

"Hier keunt-e nog, as ge nie mier 'n weet woar noartoe, aan den duvel ouw ziele verkeupen."

Zijn ziel verkoopen!..

Hoe was dat toch? Hoe ging dat? Wat mocht er wel gebeuren als iemand zijn ziel verkocht?..

Men kwam daar zeker tusschen licht en donker in het akelig straatje aan; men schelde aan de groene deur; men wachtte even, angstig rondblikkend, of niemand je toch zag… Dan werd de deur met een reetje geopend, en iemand vertoonde zich half… misschien de duivel in eigen gedaante… misschien een van zijn knechts… en die vroeg je wat of je kwam doen. En je zei 't hem, heel stil, zoodat niemand anders het kon hooren: "ik kome m'n ziele verkeupen"…

Wat dan?.. Wellicht poogde de duivel of zijn knecht je binnen te doen komen. Maar je deed het niet, dat was gevaarlijk; je hield je stevig met de hand aan 't lijstwerk van de deur en zei: "Nie, nie, 'k 'n hê gienen tijd, loat ons hier moar aan de deure blijven? Hoeveele geeft-e veur m'n ziele?"

"Hoeveele vroag d'r veuren?" antwoordde zeker de duivel.

"Twie honderd fran."

"Twie honderd fran! Doar zijn ze."

Je kreeg het geld en je was je ziel kwijt.

Je ziel kwijt!.. Wat voor 'n gevoel had je dan wel, als je geen ziel meer had? Iets ijls, iets leegs in je? 't Besef van iets dat je ontbrak? Voelde je pijn? Of voelde je niets? Kon je nog loopen als vroeger, of werd je daar zwak van? Konden de menschen dat zien op je gezicht als je geen ziel meer had, of merkten ze daar niets van? En deed je dan ook kwaad, niets anders meer dan kwaad, zooals de duivel zelf? En moest je dan werkelijk, op een nacht van volle maan, met een zwart haantje onder den arm op 't kerkhof komen, en ook "spook en weerwolf loopen" om de menschen te doen schrikken?..

De geduchte tijd naderde. 't Was over half April reeds, en nog had Van Alleijnes geen geld. Hij zou er ook geen krijgen, dat wist hij wel. En telkens als zijn vrouw en zijn dochter, die den akeligen toestand kenden, hem vroegen wat er eindelijk van worden zou, antwoordde hij verstrooid, bekommerd, in zichzelf teruggetrokken.

– 'K 'n weet 't niet, 'k 'n weet 't niet."

Hij wist het niet… maar, in diabolische verzoeking, voelde hij "het kwoad" tot zich komen. Hij leed ontzettend, hij leed en streed, hij leek geen mensch meer van foltering…

Hij zei in zichzelf: "Neen, neen, duizendmaal neen! Nog liever de nijpenste ellende! Nog liever de dood!" Maar de gedachte dat hij dan onherroepelijk weg zou moeten van zijn dierbaar hoevetje, waar hij reeds meer dan dertig jaren woonde, waar hij, in welstand en in tegenspoed, met ziel en lichaam zich gehecht had, deze gedachte werd hem kwellender dan alles, en hij wenschte dat hij dood mocht zijn.

Twee dagen vóór het uiterste termijn waarop hij zijne pachtsom moest betalen, op een nacht van niet meer te verdragen marteling, kreeg hij eensklaps een ingeving. Een groot licht van verlossing ging in de akelige duisternis voor hem op, en in eens stond het plan rotsvast in zijn geest.

Hij kon en zou het doen.

Ziehier hoe:

Hij zou op I Mei naar de stad gaan, en, met valavond, dáár, in 't somber straatje, aan de akelige deur, voor twee honderd franken aan den duivel zijne ziel verkoopen.

Hij zou niet binnen gaan; hij zou de zaak afhandelen op den drempel, zich stevig met de hand aan 't lijstwerk vasthoudend!

En zoodra hij 't geld had, zou hij 't aan zijn eigenaar gaan brengen, en dan ijlings naar het dorp terugsnellen, om bij den pastoor zijne biecht te gaan spreken!.........

Hoeveel tijd zou er verloopen tusschen het oogenblik dat hij zijn ziel verkocht en het moment waarop hij weer bij den pastoor zou zijn? Twee uren misschien;… en dat was 't groote waagstuk! Daarvan hing alles af!.. Als hij binnen die twee uren stierf was hij voor eeuwig in de Hel, in de afgrijselijkste folteringen. Als hij levend bij den pastoor mocht komen, en zijn biecht spreken, zou hij, na absolutie (en die zou hij krijgen) slechts tijdelijk in 't Vagevuur worden geworpen, als hij stierf.

En dat zou hij wagen; dàt was de moeite waard. Want, mits boetveerdigheid te doen, en zoodra hij kon, aan den duivel 't geld terug te geven, zou hij ook later aan de folteringen van het Vagevuur ontsnappen. Alles zou er van afhangen of hij levend in het dorp terug kon komen. En waarom zou hij dat niet? Velghe immers had het stellig bevestigd: de duivel nam je ziel, maar niet je lichaam. En als hij verder ook niet al te ongelukkig was, zou hij, mits onverpoosd zorgen en sparen, na een jaar die som wel terug kunnen geven; en daarmee zou hij heel en al gered zijn met ziel en lichaam, en weer gelukkig kunnen leven op zijn dierbaar hoevetje.

Dàt zou hij doen…wel verstaan zonder het aan zijn vrouw of zijn dochter te zeggen.

I Mei, de lang gevreesde dag.

Zijn vrouw en zijn dochter, die niets hadden gedaan dan schreien, de laatste dagen, zagen hem, in stomme neerslachtigheid, zijn schikkingen nemen. Hij zelf was zenuwachtig-gejaagd, 't gelaat bleek en de oogen verwilderd, onbekwaam iets te eten of te drinken. Hij poogde haar nochtans hoop en troost in te boezeroen, zeggend dat de laatste kans nog niet verloren was hun eigenaar tot een nieuw uitstel van betaling over te halen. En hij vertrok, de schouders gebogen, de beenen knikkend, berichtend dat hij wellicht eerst met den laatsten trein terug zou komen.

Even na vier uur was hij in de stad. Wat gedaan? Hij kon noch durfde daarheen gaan, ginds in 't akelig steegje, vóór half negen. Hoe vreeselijk als iemand hem daar bij klaren dag zag aanschellen! En ook waartoe zou het baten? De duivel dreef natuurlijk slechts zijn lugubere handel 's avonds en 's nachts.

Doelloos, als verloren, slenterde hij een tijdlang door drukke straten. Hij keek soms de voorbijgangers aan en vroeg zich af of ze niets buitengewoons aan hem merkten. En voor de ramen van de rijke winkels verzonk hij in langdurige, kwellende bespiegelingen. Ach! had hij maar het tiende, het honderdste, het duizendste gedeelte van wat daar uitgestald lag! Wat een weelde toch in die groote steden! Wat een geluk zooveel te bezitten! Tien jaar, twintig jaar, zijn leven lang zou hij zijn pacht betaald hebben, met slechts een klein gedeelte van wat daar voor die breede, schitterende ramen lag! Ach! ach! en hij die voor een stuk droog brood zijn ziel moest gaan verkoopen!..

Hij werd bang. Bang dat hij iemand van zijn dorp zou ontmoeten, die hem zou vragen wat hij in de stad kwam doen, en wellicht met hem rond zou willen loopen. Hij drong door in kleinere, minder bezochte straten; hij verdwaalde. Hij moest aan een politie-agent den weg vragen. En, terwijl de stadsbeambte hem dien wees, vroeg hij zich angstig af, of je ziel verkoopen aan den duivel door de wet niet was verboden, en of die man, zijn bedoeling kennend, het recht niet hebben zou hem bij den kraag te grijpen, en hem naar de stadsgevangenis te brengen.

Читать дальше
Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

Похожие книги на «Te Lande»

Представляем Вашему вниманию похожие книги на «Te Lande» списком для выбора. Мы отобрали схожую по названию и смыслу литературу в надежде предоставить читателям больше вариантов отыскать новые, интересные, ещё непрочитанные произведения.


Отзывы о книге «Te Lande»

Обсуждение, отзывы о книге «Te Lande» и просто собственные мнения читателей. Оставьте ваши комментарии, напишите, что Вы думаете о произведении, его смысле или главных героях. Укажите что конкретно понравилось, а что нет, и почему Вы так считаете.

x