Georg Ebers - De nijlbruid

Здесь есть возможность читать онлайн «Georg Ebers - De nijlbruid» — ознакомительный отрывок электронной книги совершенно бесплатно, а после прочтения отрывка купить полную версию. В некоторых случаях можно слушать аудио, скачать через торрент в формате fb2 и присутствует краткое содержание. Жанр: foreign_antique, foreign_prose, на нидерландском языке. Описание произведения, (предисловие) а так же отзывы посетителей доступны на портале библиотеки ЛибКат.

De nijlbruid: краткое содержание, описание и аннотация

Предлагаем к чтению аннотацию, описание, краткое содержание или предисловие (зависит от того, что написал сам автор книги «De nijlbruid»). Если вы не нашли необходимую информацию о книге — напишите в комментариях, мы постараемся отыскать её.

De nijlbruid — читать онлайн ознакомительный отрывок

Ниже представлен текст книги, разбитый по страницам. Система сохранения места последней прочитанной страницы, позволяет с удобством читать онлайн бесплатно книгу «De nijlbruid», без необходимости каждый раз заново искать на чём Вы остановились. Поставьте закладку, и сможете в любой момент перейти на страницу, на которой закончили чтение.

Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

Daarop omhelsde hij de geliefde vrouw nog hartelijker; in een aanval van overmoed, de terugwerking van den schrik dien zij hem zooeven had aangejaagd, kuste hij hare haren, slapen en wangen driftig achter elkander, en toen zij hem verliet had hij haar de vergunning gegeven voor hem aanzoek te doen om de hand van de kleine Katharina, daarbij echter de belofte ontvangen, dat dit nog niet morgen, op zijn vroegst overmorgen zou geschieden. Hij achtte het eene groote overwinning, dat hij dit uitstel had verkregen, en toen hij alleen was en nadacht over hetgeen hij gedaan en aan zijne moeder toegestaan had, bloedde zijn hart uit wonden, waarvan hij zelf de diepte nog niet kon peilen. Toch verheugde hij zich Paula nog niet vaster aan zich verbonden te hebben. Met zijne oogen had hij haar reeds veel gezegd, maar het woord ‘liefde’ was nog niet over zijne lippen gekomen, en daar hing toch alles van af. Het stond den neef toch vrij om eene schoone verwante een handkus te geven. Zij was en bleef voor hem het voorwerp zijner wenschen, maar om der wille van een meisje hoegenaamd, al gold het Aphrodite zelve, of eene der Muzen of Gratiën, met zijne ouders te breken, dat was hem ondenkbaar. Er waren nog ontelbare mooie vrouwen voor hem op aarde, maar slechts éene moeder, en hoe dikwijls had zijn hart niet voor vrouwen sneller geklopt, had hij niet veroveringen gemaakt en van de bekoring van het oogenblik genoten, maar ook daarna weder gemakkelijk en gewillig allen vergeten.

Ditmaal echter scheen het hem dieper te hebben aangegrepen dan bij vroegere gelegenheden, en zelfs die schoone Perzische slavin, om wier wil hij, toen hij pas de school had verlaten, groote dwaasheden had begaan, en de bekoorlijke Heliodora in Konstantinopel, aan wie hij nog een aandenken schuldig was, hadden niet zulk een indruk op hem gemaakt. Deze Paula prijs te geven, dat viel hem zwaar, maar het ging niet anders. Morgen moest hij beproeven op een vriendschappelijken, broederlijken voet met haar te geraken; want hij durfde niet hopen dat zij zich, evenals die zachtaardige Heliodora, die in rang met haar gelijk stond, alleen met zijne ‘liefde’ tevreden zou stellen. Hoe schoon, hoe onuitsprekelijk heerlijk zou het toch geweest zijn aan de zijde van deze schoone vrouw het leven door te zweven! Als hij met haar door de hoofdstad reed, dan kon hij er zeker van zijn, dat iedereen zou stilstaan en naar hen omzien. En als zij hem nu eens waarlijk liefhad, en teeder de armen voor hem opende… Ach waarom had het grillige noodlot haar toch eene Melchietin gemaakt! – Doch het kon wel zijn, helaas, dat er iets haperde aan haar eigen karakter; anders had het haar toch moeten gelukken gedurende die twee jaren de liefde te winnen van zijne voortreffelijke, teedere moeder, die nu zulk een afkeer van haar had. – Alles wel beschouwd was het toch goed, dat de zaken zoo geloopen waren. Doch Paula’s beeld wilde niet van hem wijken, het roofde hem den slaap en zijn verlangen naar haar bezit kwam niet tot rust.

Vrouw Neforis ging intusschen niet terstond naar haar gemaal terug, maar tot Paula. Deze zaak moest nog heden in allen deele worden afgedaan. Had zij kunnen verwachten dat de door haar behaalde overwinning den kranke onverdeelde vreugde zou hebben bereid, dan ware zij met de blijde boodschap naar hem toegesneld, want zij kende geen hooger genot dan hem een gelukkig oogenblik te verschaffen. De Mukaukas had echter noode in hare keuze toegestemd, want ook hem kwam Katharina te klein voor en te kinderlijk voor den grooten zoon, die hem in menig langdurig onderhoud, dat hij na zijn terugkeer met hem had, tot vreugde van zijn ouderhart de onloochenbaarste bewijzen had gegeven, dat zijn geest tot vollen wasdom was gekomen. Het »kwikstaartje”, aan wie hij alles schoons en goeds toewenschte, voldeed hem niet als gade voor Orion. Paula was voor hem altijd eene lieve nicht geweest, en vaak had het hem goed gedaan, als hij zich haar voorstelde aan Orions zijde. Maar zij was eene Melchietin, en hij wist bovendien hoe kwalijk zijne vrouw jegens haar gezind was. Zoo verkropte hij dezen wensch om de trouwe verpleegster, die voor hem leefde, voelde en dacht, niet te krenken. Vrouw Neforis wist of vermoedde dit alles en zeide tot zichzelve, dat het hem de nachtrust zou kosten, wanneer hij heden reeds vernam wat Orion haar toegestaan had.

Met Paula stond het echter anders. Hoe eerder zij vernam dat zij van haren zoon niets te wachten had, des te beter zou het voor haar zijn. Aan den morgen van dezen dag hadden zij en Orion elkander begroet als een paar verliefden, en zoo straks waren zij als bruid en bruidegom van elkander gegaan. Zulk een ergerlijk schouwspel wilde zij niet weder bijwonen, en daarom ging zij tot de Damasceensche, om haar in vertrouwen mede te deelen hoe recht gelukkig zij was, en welk eene vreugde haar zoon haar zooeven had bereid. Doch tot overmorgen moest zij het zwijgen.

Reeds dadelijk bij haar binnentreden had Paula uit de blijdschap die uit hare oogen straalde het besluit getrokken, dat zij eene voor haar pijnlijke boodschap kwam brengen, en zoo wist zij zichzelve te beheerschen. Met het masker eener koele onverschilligheid liet zij de uitstortingen van het blijde moederhart over zich heengaan en wenschte zij de verloofden geluk; maar zij deed het met een schamperen lach, die vrouw Neforis kwetste. Zij was anders niet boos van aard, maar tegenover dit meisje veranderde hare natuur, en het was haar niet ongevallig weder eens te doen blijken, dat Paula bescheidenheid voegde bij de plaats die zij innam. Dat alles zeide zij tot zichzelve, toen Paula’s kamer achter haar gesloten was, maar wellicht had deze vrouw, die toch zooveel goeds had, berouw gevoeld, wanneer het haar vergund was geworden in de volgende ure in het hart te lezen van de aan hare zorgen toevertrouwde wees. Slechts eenmaal barstte Paula in hevig snikken uit, toen droogde zij spijtig hare tranen, staarde lang somber voor zich en schudde daarbij vaak het schoone hoofd, als ware haar iets ongehoords bejegend, dat zij niet vatten kon. Eindelijk legde zij zich ter ruste met een smartelijken zucht, en terwijl zij te vergeefs trachtte te slapen, en de kracht zocht om te bidden en stil te berusten, scheen haar de tijd eene oneindige steppe toe, het noodlot een gruwzaam jager, waarbij zij zelve het wild was dat hij vervolgde.

VIERDE HOOFDSTUK

Den volgenden avond reed de koopman Haschim met een klein deel zijner karavaan het stadhouderlijk verblijf binnen. Een vreemdeling zou het eer voor de woning van een rijk grondbezitter dan voor de residentie van een aanzienlijk staatsambtenaar gehouden hebben, want binnen het uitgestrekte terrein, dat door de bijgebouwen aan drie zijden werd ingesloten, dreef men thans na het ondergaan der zon groote kudden runderen en schapen binnen, een vijftigtal paarden van edel ras kwam samengekoppeld uit de zwemplaats en bruine en zwarte slaven droegen naar een door horden omsloten zandige plek het avondvoeder voor een kudde kameelen.

Het woonhuis van den bezitter, buitengewoon groot in omvang, geleek een sierlijk paleis uit den ouden tijd en was dus wel geschikt om een stadhouder des keizers tot residentie te dienen. De Mukaukas Georg, wien dit alles toebehoorde, had inderdaad dit ambt langen tijd bekleed. Na de verovering des lands hadden de veroveraars hem daarin bevestigd, en tegenwoordig leidde hij de aangelegenheden zijner Egyptische landgenooten niet meer in naam van den keizer te Konstantinopel, maar op gezag van den Kalief te Medina en zijn veldheer Amr. De muzelmansche veroveraars hadden in hem een goedwillig en verstandig vertegenwoordiger gevonden, en zijne geloofsgenooten en stamverwanten gehoorzaamden hem als den voornaamsten en rijksten heer hunner natie, als den zoon van een geslacht, wiens voorouderen reeds bij de pharaonen in hooge eer stonden.

Alleen het woonhuis van den Mukaukas was Grieksch of liever Alexandrijnsch; de hoven en bijgebouwen, die zich daarbij aansloten, hadden daarentegen geheel het aanzien als behoorden ze aan het machtig opperhoofd van een grooten oosterschen stam, aan een Erpaha of gouwvorst, zooals de voorouders van den Mukaukas in den heidenschen tijd genoemd en als hoedanig zij aan het hof en onder het volk geëerd werden.

Читать дальше
Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

Похожие книги на «De nijlbruid»

Представляем Вашему вниманию похожие книги на «De nijlbruid» списком для выбора. Мы отобрали схожую по названию и смыслу литературу в надежде предоставить читателям больше вариантов отыскать новые, интересные, ещё непрочитанные произведения.


Отзывы о книге «De nijlbruid»

Обсуждение, отзывы о книге «De nijlbruid» и просто собственные мнения читателей. Оставьте ваши комментарии, напишите, что Вы думаете о произведении, его смысле или главных героях. Укажите что конкретно понравилось, а что нет, и почему Вы так считаете.

x