Georg Ebers - De nijlbruid
Здесь есть возможность читать онлайн «Georg Ebers - De nijlbruid» — ознакомительный отрывок электронной книги совершенно бесплатно, а после прочтения отрывка купить полную версию. В некоторых случаях можно слушать аудио, скачать через торрент в формате fb2 и присутствует краткое содержание. Жанр: foreign_antique, foreign_prose, на нидерландском языке. Описание произведения, (предисловие) а так же отзывы посетителей доступны на портале библиотеки ЛибКат.
- Название:De nijlbruid
- Автор:
- Жанр:
- Год:неизвестен
- ISBN:нет данных
- Рейтинг книги:3 / 5. Голосов: 1
-
Избранное:Добавить в избранное
- Отзывы:
-
Ваша оценка:
- 60
- 1
- 2
- 3
- 4
- 5
De nijlbruid: краткое содержание, описание и аннотация
Предлагаем к чтению аннотацию, описание, краткое содержание или предисловие (зависит от того, что написал сам автор книги «De nijlbruid»). Если вы не нашли необходимую информацию о книге — напишите в комментариях, мы постараемся отыскать её.
De nijlbruid — читать онлайн ознакомительный отрывок
Ниже представлен текст книги, разбитый по страницам. Система сохранения места последней прочитанной страницы, позволяет с удобством читать онлайн бесплатно книгу «De nijlbruid», без необходимости каждый раз заново искать на чём Вы остановились. Поставьте закладку, и сможете в любой момент перейти на страницу, на которой закончили чтение.
Интервал:
Закладка:
Dáar bouwde Amr, de veldheer en plaatsvervanger van den Kalief zijne nieuwe residentie. De tempels der oude goden werden daartoe als steengroeven gebruikt, en men vond daarin niet alleen keurig afgewerkte ornamenten van den hardsten steen, maar ook Grieksche zuilen van verschillende bouworden in menigte, die allen aan gene zijde van den stroom weder opgericht werden. De Arabieren versmaadden geen enkel bouwmateriaal; zij gebruikten bij het optrekken hunner moskeeën alle steenblokken en zuilen, onverschillig of ze van heidensche of christelijke tempels afkomstig waren.
In den herbergtempel van Imhotep waren de wanden en zolderingen oorspronkelijk overal met godenbeelden en hiëroglyphische opschriften bedekt geweest, maar de rook van het haardvuur had ze sedert lang zwart gemaakt. Bovendien hadden de handen van geloofsijveraars ze onophoudelijk geschonden, en over velen had men kalk gestreken, om die plekken met christelijke symbolen en zeer wereldlijk gekrabbel in Grieksche teekenen of in het volksschrift der Egyptenaars, te bedekken.
In de groote tempelzaal van weleer gebruikte de Arabier met de zijnen den maaltijd. Allen onthielden zich daarbij van wijn, met uitzondering van den aanvoerder der karavaan, die eigenlijk geen muzelman was, maar tot de Perzische secte der Masdakieten behoorde.
Nadat de oude heer zich verzadigd had aan een afzonderlijk tafeltje, riep hij dezen tot zich en beval hem de baal met het tapijt, vast te binden op den draagstoel tusschen de beide groote lastkameelen, maar zóo, dat hij gemakkelijk losgemaakt kon worden.
»Dat is reeds geschied,” antwoordde de Pers, een prachtige kerel, groot en breed als een eik, met een kop door blonde haren als met leeuwenmanen omlijst, terwijl hij zijn zwaren snorbaard afveegde.
»Des te beter,” antwoordde Haschim. »Kom met mij naar buiten!”
Dit zeggende ging hij den Masdakiet voor in het palmbosch.
De zon was inmiddels achter de pyramiden, de doodenstad en de Libysche bergketen ter ruste gegaan, en haar schijnsel kleurde nog slechts den oostelijken horizont en het naakte kalksteengebergte van Babylon aan gene zijde van den stroom, met afwisselende verwen van onbeschrijfelijke schoonheid. Het was als hadden alle soorten van rozen, die de kunstigste hovenier in Arsinoë of Naukratis teelde, van de goudgelen tot de purperen, en die schitteren met donkerrooden naar het violet zweemenden glans, de kleuren geleverd, om de vlakke zijden, de uitstekende punten en kloven van het gebergte, sneller als zich laat denken, met tooverachtige tinten te overgieten.
Den ouden heer zwol de borst bij dit gezicht en terwijl hij diep adem haalde, legde hij zijne zachte hand op den reuzenarm van den Pers en zeide: »Uw meester Masdak leert: het is Gods wil dat de eene mensch niet meer of minder zijn eigendom mag noemen dan de andere, en dat er geen rijken noch armen mogen zijn, want dat alle bezittingen gemeengoed zijn. Zie nu eens met mij naar dezen kant. Wie dit nog nimmer aanschouwde heeft nog niets gezien. Er is hier beneden niets dat dit schouwspel in schoonheid overtreft. En wien behoort het? Dien armen eenvoudigen Salech daar, dien wij uit genade halfnaakt de kameelen laten nadraven, beschouwt dit evengoed als zijn eigendom als gij en ik en de Kalief. God heeft ons ten opzichte van zijne groote werken allen op éen lijn geplaatst, zooals uw meester begeert. Hoeveel schoons is er toch, dat ons geslacht gemeenschappelijk bezit! Laten wij daarom dankbaar zijn, Rustem, want waarlijk, het is niet weinig. – Met het eigendom, dat de mensch zich verwerven of dat hij verliezen kan, is het echter geheel anders gelegen. Wij staan allen in dezelfde loopbaan, en wat gij begeert zou vereischen, dat men hun die hard loopen kunnen lood aan de voeten bond, opdat de een den ander niet vooruit zou snellen; dat zou zooveel zijn als… Maar geven we thans onze oogen den kost en laten wij ons liever wijden aan het prachtige schouwspel daarginds! Kijk eens, wat er zooeven uitzag als deze purperkleurige bloemkelk, dat worden nu robijnen; wat schitterde als een viooltje is donker amethyst geworden. Alles wordt heerlijk omlijst door dien gulden rand van lichte wolken. En dat alles is het mijne, is het uwe, is het onze, zoolang oog en hart zich daaraan te goed doen en verkwikken.”
De Masdakiet barstte uit in een gullen, welluidenden lach en zeide: »Ja meester, als ieder maar uwe oogen had! Waarlijk het ziet er daar kleurig genoeg uit aan den hemel en tegen de bergen, en zulke roode tinten neemt men bij ons zelden waar; maar wat hebben wij aan dat betooverend gezicht? Gij ziet robijnen en amethysten daarginds, maar ik? – De juweelen in uw tapijt zijn wat meer waard dan al dat gefonkel aan den horizont! Gij moogt er over denken zoo ge wilt, maar voor dien baal dáar gaf ik alle zonsondergangen op aarde present, en waarlijk het zou mij niet berouwen!” – Wederom begon hij hartelijk te lachen, waarna hij vervolgde: »Maar vadertje, gij zult er wel voor passen om den koop te sluiten! – Wat ons Masdakieten aangaat, de goede tijd is nog niet voor ons gekomen.”
»En als die nu eens aangebroken was en gij bezitter werdt van dat tapijt?”
»Dan verkocht ik het; ik voegde de opbrengst bij mijne spaarpenningen, ik ging naar huis om daar land te koopen, ik nam een aardig wijfje en begon kameelen en paarden te fokken.”
»Jawel, en dan zouden overmorgen de armen komen, die niets bespaarden en slechte zaken maakten met dat avondrood; ieder zou een stuk van uw land, een kameel en een veulen verlangen; gij zoudt nooit meer een heerlijken zonsondergang te zien krijgen, en uwe lieve vrouw moest met u door de wereld trekken, om u te helpen met anderen te deelen. Beste Rustem, laat de dingen blijven zooals ze zijn. De Allerhoogste moge uw braaf hart bewaren, dwaze dweeper, die ge zijt!”
Terwijl de reus zich over den arm van zijn meester boog om hem dankbaar te kussen, keerde de gids met een lang gezicht terug, want hij had te veel beloofd. De Mukaukas Georg was, – een ongehoord geval – juist toen hij voor den Arabier gehoor wilde vragen, in een gondel gedragen, om met zijn zoon en de vrouwen van zijn huis een watertochtje te maken. De terugkeer van Orion, zeide de huismeester, had den ouden heer geheel verjongd. Haschim moest dus tot morgen wachten, en hij, de gids zou hem raden in de stad te overnachten in de herberg van Moschion, waar het hen aan niets zou ontbreken.
Doch de koopman verkoos hier te blijven. Het oponthoud hinderde hem niet, daar hij toch een Egyptischen arts wilde raadplegen over eene oude kwaal. Een beter en geleerder als de beroemde Philippus, zoo verzekerde de hermeneut, was er in het geheele land niet te vinden. Het was hier buiten zoo schoon, en op de banken aan den oever kon men de komeet waarnemen, die sedert eenige dagen zich aan den hemel vertoonde en zeker slechte tijden profeteerde. De geheele stad was als stom van verslagenheid, dat bemerkte men zeer goed hier in de herberg van Nesptah, want anders, als de avondkoelte kwam, zat het er op de banken en rondom de tafeltjes vol van bezoekers, die in bootjes kwamen; maar wie durfde in deze dagen van angst aan uitspanning denken?
De gids sprong weer op zijn ezel om den arts te halen, terwijl de oude Haschim zich aan den arm van den Masdakiet naar de banken onder de palmen begaf. Daar zat hij peinzend naar den sterrenhemel te staren, terwijl zijn jongere metgezel droomde van zijn vaderland, waar hij zonder het kostbare tapijt, en alleen van zijne spaarpenningen een stuk weiland kocht en een huisje bouwde waarin hij zijn aardig vrouwtje zag op en neer dribbelen. Zou ze er blond uitzien, of donkerbruin? Het liefst had hij eene blonde. – Maar opeens ging zijn luchtkasteel in rook op, want er naderde iets op den Nijl dat zijne aandacht trok, en hem noopte er ook zijn meester opmerkzaam op te maken.
Voor hen lag de stroom als een breede band van donker zilverbrocaat. De wassende maan spiegelde zich in zijne nauw merkbaar bewogen oppervlakte, en waar zijne wateren zich rimpelden, daar omzoomde hij de toppen der kleine golven met een helderen glans. Uit de richting van de doodenstad schoten vledermuizen door de nachtlucht en streken over den Nijl heen als lichte, door den wind bewogen schaduwen. Slechts enkele driehoekige zeilen zweefden als blanke reusachtige vogels over het donkere water, doch uit het noorden, van de zijde der stad, naderde op den stroom een groot gevaarte het palmbosch, met twee glanzende, van verre flikkerende lichten.
Читать дальшеИнтервал:
Закладка:
Похожие книги на «De nijlbruid»
Представляем Вашему вниманию похожие книги на «De nijlbruid» списком для выбора. Мы отобрали схожую по названию и смыслу литературу в надежде предоставить читателям больше вариантов отыскать новые, интересные, ещё непрочитанные произведения.
Обсуждение, отзывы о книге «De nijlbruid» и просто собственные мнения читателей. Оставьте ваши комментарии, напишите, что Вы думаете о произведении, его смысле или главных героях. Укажите что конкретно понравилось, а что нет, и почему Вы так считаете.