Alexandre Dumas - De Drie Musketiers dl. I en II
Здесь есть возможность читать онлайн «Alexandre Dumas - De Drie Musketiers dl. I en II» — ознакомительный отрывок электронной книги совершенно бесплатно, а после прочтения отрывка купить полную версию. В некоторых случаях можно слушать аудио, скачать через торрент в формате fb2 и присутствует краткое содержание. Жанр: foreign_antique, foreign_prose, Историческая проза, на нидерландском языке. Описание произведения, (предисловие) а так же отзывы посетителей доступны на портале библиотеки ЛибКат.
- Название:De Drie Musketiers dl. I en II
- Автор:
- Жанр:
- Год:неизвестен
- ISBN:нет данных
- Рейтинг книги:5 / 5. Голосов: 1
-
Избранное:Добавить в избранное
- Отзывы:
-
Ваша оценка:
- 100
- 1
- 2
- 3
- 4
- 5
De Drie Musketiers dl. I en II: краткое содержание, описание и аннотация
Предлагаем к чтению аннотацию, описание, краткое содержание или предисловие (зависит от того, что написал сам автор книги «De Drie Musketiers dl. I en II»). Если вы не нашли необходимую информацию о книге — напишите в комментариях, мы постараемся отыскать её.
De Drie Musketiers dl. I en II — читать онлайн ознакомительный отрывок
Ниже представлен текст книги, разбитый по страницам. Система сохранения места последней прочитанной страницы, позволяет с удобством читать онлайн бесплатно книгу «De Drie Musketiers dl. I en II», без необходимости каждый раз заново искать на чём Вы остановились. Поставьте закладку, и сможете в любой момент перейти на страницу, на которой закончили чтение.
Интервал:
Закладка:
En de heer Bonacieux, dien d’Artagnan in de handen der politiedienaren overgeleverd had door hem luid te verloochenen, maar dien hij beloofd had te zullen redden? Wij moeten onze lezers bekennen, dat d’Artagnan aan hem volstrekt niet dacht, en zoo al, dat hij zich zelven verzekerde, dat die man, waar hij was, zich zeer goed bevond, onverschillig op welke plaats ook. De liefde is de baatzuchtigste aller hartstochten.
Intusschen gelieven onze lezers zich gerust te stellen; hoewel d’Artagnan zijn huisheer vergeet, of hem schijnt te vergeten, onder het voorwendsel niet te weten werwaarts men hem heeft gevoerd, wij vergeten hem niet, en wij weten zeer goed, waar hij is. Maar doen wij voor het oogenblik, zooals de verliefde Gaskonjer; wij zullen later op den waardigen winkelier terugkomen.
D’Artagnan, al peinzende over zijn toekomstige liefde, met den nacht in gesprek en de sterren toelonkende, liep de straat Cherche-midi of Chasse-midi, zooals men die toen noemde, door. Daar hij zich in de nabijheid der woning van Aramis bevond, kwam het denkbeeld in hem op, zijn vriend een bezoek te brengen en hem een nadere verklaring te geven der reden, die hem Planchet had doen zenden om hem te verzoeken zich zonder verwijl naar de muizenval te begeven. Want, zoo redeneerde hij bij zich zelf, als Aramis thuis was, toen Planchet hem de boodschap kwam brengen, was hij ongetwijfeld naar de Doodgraversstraat gegaan en niemand daar aantreffende dan zijn twee andere vrienden, zou hij noch een van drieën geweten hebben, wat die boodschap beteekende. Die zaak moest worden opgehelderd; ziedaar, wat d’Artagnan zich zelven overluid zeide, maar in stilte dacht hij, dat het tevens voor hem een gelegenheid zou zijn, om van de kleine, lieve juffrouw Bonacieux te spreken, van wie zijn geest, zoo niet zijn hart, reeds geheel vervuld was.
Het is niet van een eerste liefde, dat men geheimhouding moet verwachten. Een eerste liefde gaat vergezeld van een zoo groote blijdschap, dat zij moet overloopen, wil men er niet door stikken.
Sedert twee uren was Parijs in duisternis gehuld, en begon het in de stad eenzaam te worden. Elf uur sloeg het op al de uurwerken van de voorstad St. Germain ; het weder was zacht. D’Artagnan ging een steeg door, ter plaatse waar thans de straat d’Ansas is, de welriekende uitwasemingen inademende, die de wind hem van de straat Vaugirard overbracht, en die voortkwamen uit de door den avonddauw en de koelte des nachts verkwikte tuinen. In de verte hoorde men het gerucht, dat uit eenige in de vlakte verstrooide herbergen voortkwam, ondanks hun zware vensterluiken.
Toen hij het einde der steeg bereikt had, sloeg d’Artagnan links om. Het huis, dat Aramis bewoonde, bevond zich tusschen de straat Casette en de straat Servandoni. D’Artagnan was voorbij de straat Casette en ontwaarde reeds de deur der woning zijns vriends, verscholen achter een groep moerbezie-, vijgeboomen en meelbloemen, die er boven een dicht ineengegroeide kruin vormden, toen hij een menschelijke schim uit de straat Servandoni zag verschijnen. Die schim was in een mantel gehuld, en d’Artagnan hield ze aanvankelijk voor een man, maar aan de kleinheid der gestalte, aan den onzekeren en waggelenden gang, herkende hij spoedig een vrouw. En alsof die vrouw niet zeker was geweest van het huis, dat zij zocht, liet zij de oogen rondwaren, ten einde zich van de omgeving op de hoogte te stellen; nu stond zij stil, ging dan weder achteruit en keerde op haar schreden terug. D’Artagnan wist niet, wat hij hiervan moest denken.
„Indien ik haar eens mijn dienst ging aanbieden!” dacht hij. „Aan haar gestalte ziet men, dat zij jong is, misschien is zij daarbij wel mooi. Stellig! maar een vrouw, die op dit uur op straat is, gaat gewoonlijk niet uit dan om haar minnaar te zoeken… Duivelsch! indien ik die samenkomst ging storen, zou het een slechte inleiding zijn, om kennis met haar te maken.”
Intusschen vervolgde de jonge vrouw steeds haar weg, de huizen en vensters tellende. Dit vereischte trouwens niet veel tijd, noch veel moeite. Slechts drie hotels bevonden zich in dat gedeelte dier straat, en twee vensters, die op de straat uitkwamen; het eene was van een paviljoen, dat aan datgene grensde, hetwelk Aramis bewoonde; het andere was dat van Aramis zelf.
„ Pardieu! ” zeide d’Artagnan bij zich zelven, die zich de nicht van den Theologant herinnerde, „ pardieu! het zou raar zijn, als die nachtelijke tortelduif het huis van onzen vriend zocht. Maar bij mijn ziel! het schijnt waarachtig zoo. O, mijn waarde Aramis! voor dezen keer wil ik er het mijne van hebben!” – En d’Artagnan, zich zooveel mogelijk inkrimpende, begaf zich naar het donkerste gedeelte van de straat, dicht bij een steenen bank, en verborg zich daar in een nis.
De jonge vrouw ging steeds voorwaarts, en behalve de vlugheid van haar gang, die haar jonkheid aanduidde, liet zij een zwak gekuch hooren, dat een allerzuiverste stem verried. D’Artagnan hield dien hoest voor een afgesproken teeken. – Intusschen, hetzij men op dien hoest door een overeenkomstig teeken, dat de aarzeling der nachtelijke zwerfster deed ophouden, had geantwoord, hetzij dat zij, zonder vreemde hulp, de plaats harer bestemming herkende, zij naderde stoutmoedig het vensterluik van Aramis en klopte met haar kromgebogen vinger driemaal met gelijke tusschenpoozen.
„Het is wel bij Aramis,” mompelde d’Artagnan. „O, mijnheer de huichelaar! ik betrap u in uw godgeleerde studiën.”
Nauwelijks had zij drie malen geklopt, of het binnenraam werd geopend, en licht blonk door de opening van het luik.
„Ha, ha,” dacht de luistervink. „Zoo, zoo, het is afgesproken. Komaan, het luik zal nu wel geopend worden, en de dame, door inklimming, binnen geraken… Heerlijk!”
Maar tot d’Artagnan’s grootste verwondering bleef het luik gesloten; het licht, dat een oogenblik had geschenen, verdween, en alles keerde weder in de duisternis terug. D’Artagnan meende, dat dit van korten duur zou zijn, en hij ging voort met al zijn zintuigen te zien en te hooren. – Hij had gelijk; na verloop van een paar seconden werden er van binnen twee harde slagen gehoord. De jonge vrouw klopte eenmaal tot antwoord, en het luik werd een weinig geopend… Men oordeele over de nieuwsgierigheid, waarmede d’Artagnan zag en luisterde. Ongelukkiglijk was het licht in een ander vertrek gebracht; maar des jongelings oogen hadden zich aan de duisternis gewend; bovendien, zooals men zegt, bezitten de oogen der Gaskonjers, gelijk die der katten, het vermogen om in het donker te zien. D’Artagnan zag dan, dat de jonge vrouw uit haar zak een wit voorwerp haalde, hetwelk zij haastig opensloeg, en dat toen den vorm van een neusdoek aannam… Van dit opengevouwen voorwerp vertoonde zij een punt aan dengene, die het luik geopend had. Dit herinnerde d’Artagnan den zakdoek, dien hij aan de voeten van juffrouw Bonacieux had gezien, en welke hem dien had herinnerd, welken hij onder den voet van Aramis vond.
„Wat duivel moet die zakdoek toch beteekenen?” – Van de plaats, waar d’Artagnan stond, kon hij het gezicht van Aramis niet zien; – wij zeggen van Aramis, omdat de jongen niet twijfelde, of het was zijn vriend, die van binnen met de dame van buiten in gesprek was; – de nieuwsgierigheid won het eindelijk van de voorzichtigheid, en van de afgetrokkenheid gebruik makende, in welke het zien des zakdoeks beide personen, die wij ten tooneele voeren, scheen te dompelen, verliet hij zijn schuilplaats, en met bliksemsnelheid drong hij zich tegen den hoek des muurs, van waar hij met zijn blik volkomen de kamer van Aramis kon overzien. Dáár aangekomen, ontglipte d’Artagnan bijna een kreet van verbazing; het was Aramis niet, die in gesprek was met de nachtelijke bezoekster, het was een vrouw… D’Artagnan zag genoeg om de soort van haar kleederdracht te herkennen, maar niet genoeg om haar gelaatstrekken te onderscheiden. Op hetzelfde oogenblik haalde de vrouw in het vertrek een tweeden zakdoek te voorschijn en ruilde hem voor dien, welken men haar vertoond had. Vervolgens wisselden beide vrouwen eenige woorden met elkander; toen werd het blind weder gesloten, en de vrouw, die op straat was, keerde zich om en ging d’Artagnan op vier schreden voorbij, de kap van haar mantel neerlatende; maar deze voorzorg kwam te laat, want d’Artagnan had juffrouw Bonacieux reeds herkend.
Читать дальшеИнтервал:
Закладка:
Похожие книги на «De Drie Musketiers dl. I en II»
Представляем Вашему вниманию похожие книги на «De Drie Musketiers dl. I en II» списком для выбора. Мы отобрали схожую по названию и смыслу литературу в надежде предоставить читателям больше вариантов отыскать новые, интересные, ещё непрочитанные произведения.
Обсуждение, отзывы о книге «De Drie Musketiers dl. I en II» и просто собственные мнения читателей. Оставьте ваши комментарии, напишите, что Вы думаете о произведении, его смысле или главных героях. Укажите что конкретно понравилось, а что нет, и почему Вы так считаете.