Alexandre Dumas - De Drie Musketiers dl. I en II

Здесь есть возможность читать онлайн «Alexandre Dumas - De Drie Musketiers dl. I en II» — ознакомительный отрывок электронной книги совершенно бесплатно, а после прочтения отрывка купить полную версию. В некоторых случаях можно слушать аудио, скачать через торрент в формате fb2 и присутствует краткое содержание. Жанр: foreign_antique, foreign_prose, Историческая проза, на нидерландском языке. Описание произведения, (предисловие) а так же отзывы посетителей доступны на портале библиотеки ЛибКат.

De Drie Musketiers dl. I en II: краткое содержание, описание и аннотация

Предлагаем к чтению аннотацию, описание, краткое содержание или предисловие (зависит от того, что написал сам автор книги «De Drie Musketiers dl. I en II»). Если вы не нашли необходимую информацию о книге — напишите в комментариях, мы постараемся отыскать её.

De Drie Musketiers dl. I en II — читать онлайн ознакомительный отрывок

Ниже представлен текст книги, разбитый по страницам. Система сохранения места последней прочитанной страницы, позволяет с удобством читать онлайн бесплатно книгу «De Drie Musketiers dl. I en II», без необходимости каждый раз заново искать на чём Вы остановились. Поставьте закладку, и сможете в любой момент перейти на страницу, на которой закончили чтение.

Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

Op dit oogenblik werd een haastig geloop op de trap gehoord; de deur vloog kletterend open, en de ongelukkige winkelier stortte de kamer binnen, waar de raadsvergadering gehouden werd. – „O, mijne heeren!” riep hij, „redt mij in ’s hemels naam! redt mij! Beneden zijn vier mannen, die gekomen zijn, om mij in hechtenis te nemen; redt mij! redt mij!”

Porthos en Aramis stonden van hun stoelen op. – „Een oogenblikje!” riep d’Artagnan, hun een teeken gevende den degen weder in de scheede te laten zinken, waaruit zij hem ten halve getrokken hadden, „een oogenblikje; hier wordt geen moed vereischt, maar wel voorzichtigheid.” – „Wij zullen toch niet…!” riep Porthos. – „Gij zult d’Artagnan laten begaan,” zei Athos; „hij is, ik herhaal het, de slimste kop van ons allen, en ik, wat mij betreft, verklaar, dat ik hem zal gehoorzamen… Handel naar goedvinden, d’Artagnan!”

Bij die woorden verschenen de vier wachten voor de deur der voorkamer; maar vier musketiers ziende staan, met den degen op zijde, aarzelden zij nader te treden. – „Komt binnen, heeren! komt binnen,” riep d’Artagnan… „Gij zijt hier ten mijnent, en wij zijn allen trouwe dienaars van den koning en den kardinaal.” – „Welaan, heeren! gij zult niet beletten, dat wij de bevelen ten uitvoer brengen, die men ons gegeven heeft?” vroeg degene, die de aanvoerder der kleine bende scheen te zijn. – „Integendeel, heeren! en wij zullen u bijstand verleenen, indien zulks noodig mocht zijn.” – „Maar wat praat hij toch?” mompelde Porthos. – „Gij zijt een ezel,” zeide Athos, „stil!” – „En gij hebt mij beloofd…” zeide de winkelier zoo zacht mogelijk. – „Wij kunnen u niet redden dan wanneer wij vrij blijven,” antwoordde haastig en even zacht d’Artagnan; „want indien wij den schijn aannemen u te verdedigen, neemt men ons tegelijk met u gevangen.” – „Ik meen echter…” – „Treedt nader, heeren!” zeide d’Artagnan luid, „ik heb geen de minste reden, mijnheer te verdedigen. Het is heden, dat ik hem voor het eerst heb gezien, en nog wel bij gelegenheid, dat hij mij om de huur kwam vragen; hij zal het u zelf zeggen… Niet waar, mijnheer Bonacieux? antwoord!” – „Dat is de zuivere waarheid!” riep de winkelier; „maar mijnheer zegt u niet…” – „Zwijg over mij, over mijn vrienden en vooral over de koningin, of gij zoudt ons allen in het verderf storten, zonder u zelven te redden. – Welaan, heeren! brengt dien man weg.”

En d’Artagnan stiet den gansch ontstelden winkelier voort en gaf hem in de handen der dienaren, zeggende: „Gij zijt een schoft, mijn vriend! mij om geld te komen vragen; van een musketier geld te eischen! Achter de traliën met hem, heeren! voort, en houdt hem zoo lang achter slot als gij kunt, dat zal mij een goed uitstel van betaling verschaffen.”

De politiedienaren putten zich uit in dankbetuigingen en voerden hun prooi mede. Op het oogenblik dat zij de trap afgingen, klopte d’Artagnan op den schouder van den aanvoerder en zeide, terwijl hij twee glazen met Beaugency wijn vulde, die hem de edelmoedigheid van den heer Bonacieux geschonken had: „Willen wij eerst niet eens op elkanders gezondheid drinken.” – „Dat zal mij veel eer zijn,” zeide de aanvoerder der politiemannen, „en ik neem dit aanbod met dankbaarheid aan.” – „Op uw gezondheid dan, mijnheer!.. hoe is uw naam?” – „Bois-Renard.” – „Mijnheer Bois-Renard!” – „Op de uwe, edele heer! mag ik ook uw naam weten?” – „D’Artagnan.” – „Op uw gezondheid dus, mijnheer d’Artagnan!” – „En bovenal de gezondheid,” riep d’Artagnan, als in geestvervoering, „de gezondheid van den koning en den kardinaal!!”

De aanvoerder der politiedienaren zou misschien aan de oprechtheid van d’Artagnan getwijfeld hebben, indien de wijn slecht ware geweest; maar deze was goed, en hij was overtuigd.

„Maar wat vervloekte lafhartigheid hebt gij daar uitgevoerd?” zeide Porthos, toen de aanvoerder der wacht zich bij zijn manschappen had gevoegd en de vier vrienden met elkander weder alleen waren. „Wel foei! vier musketiers laten een ongelukkige, die zich in hun midden bevindt en hen om hulp smeekt, gevangen nemen! Een edelman met een dievenleider klinken!” – „Porthos!” zeide Aramis, „Athos heeft u reeds te kennen gegeven, dat gij een ezel zijt, en ik vereenig mij met zijn gevoelen. D’Artagnan, gij zijt een groot man! en wanneer gij de plaats van den heer de Tréville zult bekleeden, zal ik uw bescherming inroepen, om mij een abdij te doen verkrijgen.” – „Wat is dat? nu begrijp ik er niets meer van, keurt gij goed wat d’Artagnan heeft uitgevoerd?” – „ Pardieu! wel zeker,” zeide Athos, „niet alleen dat ik het goedkeur, maar daarenboven maak ik hem hierover mijn kompliment.” – „En nu, mijne heeren!” zeide d’Artagnan, zonder verder zijn gedrag aan Porthos te verklaren, „allen voor één, één voor allen! dat moet onze leus zijn, niet waar?” – „Echter…” zeide Porthos. – „Steek op de hand en zweer!” riepen gelijktijdig Athos en Aramis. Door het voorbeeld gedwongen en bij zich zelven vloekende, stak Porthos de vingers op, en de vier vrienden herhaalden eenstemmig de door d’Artagnan voorgestelde leus: „Allen voor één, één voor allen!” – „Zoo is het goed! dat elk zich nu naar huis begeve,” zeide d’Artagnan op een toon, alsof hij geheel zijn leven nooit iets anders gedaan had dan bevelen geven; „en weest op uw hoede; want van nu aan zijn wij met den kardinaal in oorlog!”

HOOFDSTUK X.

Een muizenval in de zeventiende eeuw

De uitvinding der muizenvallen is niet van onzen tijd; zoodra de maatschappijen bij hun tot stand koming slechts een of andere politie hadden uitgevonden, vond de politie op haar beurt de muizenvallen uit. Daar onze lezers zeker niet bekend zijn met de dieventaal van de Jeruzalemstraat, 4 4 Het hoofdbureau van politie is nog heden ten dage gelegen in de straat van dien naam. ) en het sedert dat wij schrijven, nu vijftien jaar geleden, de eerste keer is, dat wij dit woord op die zaak van toepassing brengen, gaan wij over tot de verklaring van wat een muizenval is: Wanneer men, in welk huis het ook zij, een persoon heeft in hechtenis genomen, die van de een of andere misdaad wordt beschuldigd, houdt men die gevangenneming geheim; men legt vier of vijf politiedienaren in hinderlaag in het eerste vertrek van het huis: men opent de deur voor allen die kloppen, sluit ze achter hen, waarna zij worden aangehouden. Op die wijze heeft men na verloop van twee of drie dagen bijna al de medeplichtigen des schuldigen in de macht. Ziedaar wat een muizenval is.

Men maakte dan van het vertrek van baas Bonacieux een muizenval; elk, die zich dáár vertoonde, werd vastgehouden en door de lieden van den kardinaal verhoord, maar dewijl een afzonderlijke trap naar de eerste verdieping leidde, die door d’Artagnan werd bewoond, spreekt het vanzelf, dat zij, die hem kwamen bezoeken, volstrekt geen onderzoek te ondergaan hadden. Bovendien, bij hem kwamen niet anders dan de drie musketiers. Deze hadden, elk van hun zijde, nasporingen gedaan, maar niets gevonden, niets ontdekt. Athos was zelfs zoo ver gegaan, den heer de Tréville te ondervragen, hetgeen met het oog op de gewone stilzwijgendheid van den waardigen musketier, zijn kapitein veel verwondering had gebaard. Maar de heer de Tréville wist niets dan alleen dat, toen hij het laatste den kardinaal, den koning en de koningin had gezien, de kardinaal er zeer zorgvol uitzag, dat de koning onrustig was, en dat de roode oogen der koningin blijken gaven, dat zij òf gewaakt òf geweend had. Maar deze laatste bijzonderheid had hem weinig getroffen, immers de koningin waakte en schreide dikwijls sedert zij gehuwd was. De heer de Tréville beval evenwel ernstig Athos aan den dienst des konings, en vooral dien der koningin, ter harte te nemen en verzocht hem dezelfde aanbeveling aan zijn krijgsmakkers te doen.

Читать дальше
Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

Похожие книги на «De Drie Musketiers dl. I en II»

Представляем Вашему вниманию похожие книги на «De Drie Musketiers dl. I en II» списком для выбора. Мы отобрали схожую по названию и смыслу литературу в надежде предоставить читателям больше вариантов отыскать новые, интересные, ещё непрочитанные произведения.


Отзывы о книге «De Drie Musketiers dl. I en II»

Обсуждение, отзывы о книге «De Drie Musketiers dl. I en II» и просто собственные мнения читателей. Оставьте ваши комментарии, напишите, что Вы думаете о произведении, его смысле или главных героях. Укажите что конкретно понравилось, а что нет, и почему Вы так считаете.

x