Герберт Уэллс - Het voedsel der Goden en hoe het op Aarde kwam

Здесь есть возможность читать онлайн «Герберт Уэллс - Het voedsel der Goden en hoe het op Aarde kwam» — ознакомительный отрывок электронной книги совершенно бесплатно, а после прочтения отрывка купить полную версию. В некоторых случаях можно слушать аудио, скачать через торрент в формате fb2 и присутствует краткое содержание. Жанр: foreign_prose, foreign_sf, на нидерландском языке. Описание произведения, (предисловие) а так же отзывы посетителей доступны на портале библиотеки ЛибКат.

Het voedsel der Goden en hoe het op Aarde kwam: краткое содержание, описание и аннотация

Предлагаем к чтению аннотацию, описание, краткое содержание или предисловие (зависит от того, что написал сам автор книги «Het voedsel der Goden en hoe het op Aarde kwam»). Если вы не нашли необходимую информацию о книге — напишите в комментариях, мы постараемся отыскать её.

Het voedsel der Goden en hoe het op Aarde kwam — читать онлайн ознакомительный отрывок

Ниже представлен текст книги, разбитый по страницам. Система сохранения места последней прочитанной страницы, позволяет с удобством читать онлайн бесплатно книгу «Het voedsel der Goden en hoe het op Aarde kwam», без необходимости каждый раз заново искать на чём Вы остановились. Поставьте закладку, и сможете в любой момент перейти на страницу, на которой закончили чтение.

Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

„Hij denkt, dat ie wat weet van hoenderth,” zeide de heer Skinner. „Heerem’ntijd! Als je ’m hoorde, zou je denken dat niemand wat van hoenderth wisht dan hij.”

„’IJ ziet er zelf uit as een ’en,” zeide de timmerman van Hickleybrow; „misschien door z’n bril.”

De heer Skinner kwam wat dichter bij den timmerman van Hickleybrow staan, en sprak vertrouwelijk met hem, en het eene treurige oog keek naar het verwijderde dorp, en het andere schitterde en keek kwaadaardig. „Moete èlke dag gemete worde, – iedere kip, thegt ie. Om te thien of the goed groeie. Nou theg, – he? Iedere kip, thowerachtig, iedere dag.”

En de heer Skinner stak zijn hand op om er achter te lachen op een beschaafde, en aanstekelijke manier, en haalde de schouders erg hoog op – en alleen zijn andere oog deelde niet in den lach. Toen, eraan twijfelend of de timmerman het fijne van de zaak wel gesnapt had, herhaalde hij met een doordringend gefluister: „gemète!”

„’IJ is nog erger dan onze ouwe baas; verdompeld as ’t niet waar is,” zei de timmerman van Hickleybrow.

II

Experimenteeren is het langzaamste werk ter wereld; (de rapporten erover in de „Philosophische Verhandelingen” zijn misschien nòg vervelender) en het leek den heer Bensington erg lang toe, vóór zijn eerste droom van enorme mogelijkheden vervangen werd door een kruimpje verwerkelijking. Hij had de Proef-Hoeve in October gekocht, en het was al Mei voor het eerste succès begon te dagen. In dien tijd moesten Herakleophorbia I, II en III geprobeerd worden, en mislukten; er ontstond last met de ratten op de boerderij en óók met de Skinners. De eenige manier om Skinner ertoe te krijgen te doen wat hem gezegd werd, was hem te dreigen met ontslag. Dan placht hij met zijn vlakke hand over zijn ongeschoren kin te wrijven – hij was steeds op de meest wonderbaarlijke manier ongeschoren en toch had hij nooit een baard – en naar den heer Bensington te kijken met één oog, en over hem heen met het andere en te zeggen: „O, natuurlijk, meneer – als ’t u ernst ith…!”

Doch eindelijk brak de dageraad aan. En zijn heraut was een brief in het lange spichtige handschrift van den heer Skinner.

„Het nieuwe Broeisel is uit,” schreef de heer Skinner, „en ik kan niet zeggen dat ze me bijzonder bevallen. Groeien erg spichtig op – heelemaal niet zooals dat andere toom was, vóór u uw laatste orders gaf. De anderen, vóór de kat ze te pakke kreeg, waren flinke, tierige kuikens, maar deze groeie als distels. Nooit zoo iets gezien. Ze pikken zóó hard, dat ik onmogelijk de juiste maat van ze kan geven. ’t Zijn ware Reuzen en eten net zooveel. We zulle heel gauw weer graan noodig hebbe want nooit heb je kuikens zóó zien ete’. Grooter dan Bantams. Als ze zoo dóor gaan, zullen ze, al zijn ze ook spichtig, gauw groot genoeg zijn voor een tentoonstelling. Plymouth Rocks zijn er niks bij. Gisteren avond ben ik erg geschrokken, omdat ik dacht dat de kat achter ze zat, en toen ik uit het raam keek zou ik er op hebben kunnen zweren dat ik ’em onder het ijzerdraad door in het hok zag kruipen. De kuikens waren allemaal wakker, maar ik kon geen kat ontdekken. Daarom gaf ik ze maar wat koren, en sloot alles goed toe. Wees zoo goed me te melden of ik met het voer moet doorgaan zooals u gezegd heb. Het voeder dat u mengde is bijna allemaal op en ikzelf meng liever niets meer, na het ongeluk met de pudding. Met onze vriendelijke groeten, en ons in uwe gunst aanbevelend verblijf ik,

Hoogachtend,

Alfred Newton Skinner.

De toespeling aan het einde sloeg op een melkpudding waar op de een of andere onverklaarbare wijze wat Herakleophorbia II in geraakt was, met pijnlijken en bijna noodlottigen afloop voor de Skinners.

Doch de heer Bensington, die tusschen de regels doorlas, zag in den weligen groei de bereiking van zijn lang gezocht doel. Den volgenden morgen stapte hij uit te Urshot en in de tasch in zijn hand droeg hij, goed verzegeld, in drie bussen, een voorraad Voedsel der Goden, voldoende voor alle kuikens in Kent.

Het was een heldere, mooie morgen, laat in Mei en zijne likdoorns waren zooveel beter, dat hij besloot door Hickleybrow naar zijn boerderij te wandelen. Het was goed drie en een halve mijl, door het park en het dorp, en dan langs de valleien van de Hickleybrowsche afgesloten jachtgronden. De boomen waren allen als met een waas van groene loovertjes bedekt, de heggen waren vol kamille en paaschbloemen, en de bosschen vol blauwe hyacinthen en roode orchideeën; en overal was gerucht van vogels, grijze lijsters, merels, roodborstjes, vinken en vele andere soorten en in een warmer hoekje van het park ontvouwde zich wat brem, en renden en sprongen vaalroode herten rond.

Deze dingen deden Bensington terugdenken aan het vroegere en nu vergeten genot dat hij in het leven vond; voor zijne oogen werd de belofte zijner ontdekking levend en vreugdevol, en het scheen hem werkelijk toe dat hij den gelukkigsten dag zijns levens bereikt had. En toen hij in den door de zon verlichten ren bij het zandheuveltje onder de schaduw der pijnboomen de kuikens zag die van het voedsel dat hij voor hen gemengd had, hadden gegeten, reusachtig en onbeholpen, nù al grooter dan menige kip die getrouwd en gezet is, en nog steeds groeiend, nog in hun eersten zachten gelen dos (licht getint met bruin over den rug), toen begreep hij ten volle dat zijn gelukkigste dag was aangebroken.

Op aandrang van meneer Skinner ging hij den ren binnen, doch nadat hij een of tweemaal door de spleten in zijn schoenen gepikt was, kwam hij er maar weer uit, en sloeg deze monsters gade door het traliewerk. Hij bracht het hoofd heel dicht erbij, en volgde al hunne bewegingen, alsof hij nooit tevoren een kuiken gezien had.

„Je kunt er haath niet inkomme hoe ze d’er zulle uitzien as ze volwasse benne,” zei de heer Skinner.

„Groot als een paard,” zei de heer Bensington.

„Thal niet veel thchelen,” zei Skinner.

„Verscheiden menschen zouden hun maal kunnen doen van één vleugel!” zeide de heer Bensington. „Zij zouden aan stukken te snijden zijn als rundvleesch.”

„The thullen anderth wel niet doorgaan met tho hard te groeien,” zeide Skinner.

„Niet?” zei de heer Bensington.

„Nee,” zei de heer Skinner. „Ik ken dit thoort. Thij beginne geil, maar the thcheijen er gauw mee uit!”

Er volgde een oogenblik stilte.

„’t Ith nikth anderth dan de behandeling, die ’t em doet,” zeide de heer Skinner bescheiden.

De heer Bensington wendde plotseling zijn bril naar hem toe.

„We fokten ze haatht net tho groot op onthe eigen sthtee,” zeide meneer Skinner, zijn goede oog vroom ten hemel slaand, en een beetje loskomend; „ik en m’n vrouw.”

Bensington deed zijne gewone ronde over het erf, doch keerde spoedig naar den ren terug. Het was werkelijk meer dan hij had durven hopen. De gang der wetenschap is zoo kronkelig en zoo langzaam; na de duidelijke beloften en vóór de verwerkelijking komt, zijn dikwijls jaren en jaren van ingewikkeld gescharrel noodig en hier – hier droeg het Voedsel der Goden reeds vrucht na weinig meer dan één proefjaar! Het leek hem alles tè mooi – tè mooi. De uitgestelde verwachting die het dagelijksch voedsel is der wetenschappelijke verbeelding, zou nu niet langer zijn deel zijn!

Zoo leek het hem tenminste toèn. Hij kwam telkens weder naar den ren en staarde verbaasd naar zijn wondere kuikens.

„Laat ik eens kijken,” zeide hij. „Ze zijn nu tien dagen oud. En ik zou denken dat ze, vergeleken bij een gewoon kuiken, ongeveer zes of zeven maal zoo groot zijn…”

„’t Wordt tijd dat we opthlag van loon vrage,” zeide Skinner tot zijne vrouw. „Hij ith tho lekker ath wat, dat we die kuikes in de tweede ren tho ver gekrege hebbe, – zoo lekker ath wat.”

Читать дальше
Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

Похожие книги на «Het voedsel der Goden en hoe het op Aarde kwam»

Представляем Вашему вниманию похожие книги на «Het voedsel der Goden en hoe het op Aarde kwam» списком для выбора. Мы отобрали схожую по названию и смыслу литературу в надежде предоставить читателям больше вариантов отыскать новые, интересные, ещё непрочитанные произведения.


Отзывы о книге «Het voedsel der Goden en hoe het op Aarde kwam»

Обсуждение, отзывы о книге «Het voedsel der Goden en hoe het op Aarde kwam» и просто собственные мнения читателей. Оставьте ваши комментарии, напишите, что Вы думаете о произведении, его смысле или главных героях. Укажите что конкретно понравилось, а что нет, и почему Вы так считаете.

x