Terwijl Thor zag hoe Guwayne weg dreef, voelde hij een drang om meteen te vertrekken en hem te zoeken.
“Ik moet hem vinden—nu!”
Zijn moeder legde kalmerend een hand op zijn pols.
“Zie wat je nog meer moet zien,” zei ze.
Thor keek en zag Gwendolyn en haar mensen; ze zaten opeengepakt op een rotsachtig eiland en zetten zich schrap terwijl er een groep draken als een deken uit de hemel neerdaalde. Hij zag een muur van vuur, brandende lichamen, schreeuwende mensen.
Thors hart ging hevig tekeer.
“Gwendolyn,” riep hij. “Ik moet naar haar toe.”
Zijn moeder knikte.
“Ze heeft je nodig, Thorgrin. Ze hebben je allemaal nodig—en ze hebben ook een nieuw thuis nodig.”
Thor bleef kijken en zag het landschap veranderen. Hij zag de verwoeste Ring, een zwartgeblakerd landschap, krioelend met miljoenen van Romulus’ mannen.
“De Ring,” zei hij vol afschuw. “Het bestaat niet meer.”
Thor voelde een brandend verlangen om iedereen te redden.
Zijn moeder sloot de raampanelen, en hij draaide zich naar haar om.
“Dat zijn slechts een aantal van de zoektochten die de toekomst voor je in petto heeft,” zei ze. “Je kind heeft je nodig, Gwendolyn heeft je nodig, je mensen hebben je nodig—en afgezien daarvan moet je je voorbereiden op de dag dat je Koning wordt.”
Thors ogen sperden zich wijd open.
“Ik? Koning?”
Zijn moeder knikte.
“Het is je lotsbestemming, Thorgrin. Jij bent de laatste hoop. Jij bent degene die Koning van de Druïden moet worden.”
“Koning van de Druïden?” vroeg hij. “Maar… ik begrijp het niet. Ik dacht dat ik in het Land van de Druïden was.”
“De Druïden wonen hier niet meer,” legde zijn moeder uit. “We zijn een natie in ballingschap. Ze leven nu in een ver koninkrijk, in de buitenste uithoeken van het Rijk, en ze zijn in groot gevaar. Jij bent voorbestemd om hun Koning te worden. Ze hebben je nodig, en jij hebt hen nodig. Je zal kracht nodig zijn om te vechten tegen de grootste macht die er bestaat. Een veel grotere bedreiging dan de draken.”
Thor staarde haar verwonderd aan.
“Ik ben zo verward, Moeder,” gaf hij toe.
“Dat komt omdat je training nog niet voltooid is. Je hebt veel vooruitgang geboekt, maar je bent nog niet op het niveau waar je moet zijn om een grote krijger te worden. Je zal machtige nieuwe leraren ontmoeten die je zullen begeleiden en je verder zullen brengen dan je je kunt voorstellen. Je hebt nog geen flauw benul van de krijger die je zult worden.
“En je zal hun training nodig hebben,” vervolgde ze. “Je zal de confrontatie aangaan met monsterachtige rijken, koninkrijken groter dan je ooit hebt gezien. Je zal woeste tirannen tegenkomen waar Andronicus bij in het niet valt.”
Zijn moeder bekeek hem, haar ogen vol medeleven.
“Het leven is altijd groter dan je je voor kunt stellen, Thorgrin,” vervolgde ze. “Altijd groter. In jouw ogen is een Ring een groot koninkrijk, het middelpunt van de wereld. Maar het is slechts een klein koninkrijk vergeleken met de rest van de wereld; een vlekje in het Rijk. Er zijn werelden, Thorgrin, die je verbeelding te boven gaan. Je leven is nog niet eens begonnen.” Ze zweeg even. “Je zal dit nodig hebben.”
Thor voelde iets op zijn pols, en toen hij naar beneden keek zag hij dat zijn moeder een armband bij hen om deed. De armband was enkele centimeters breed en bedekte de helft van zijn onderarm. Hij was gemaakt van glimmend goud, met één zwarte diamant in het midden. He was het mooiste en meest machtige object dat hij ooit had gezien, en hij voelde de kracht door zijn lichaam stromen.
“Zolang je dit draagt,” zei ze, “zal geen door een vrouw gebaarde man je iets aan kunnen doen.”
Thor keek haar aan, en de beelden die hij aan de andere kant van die kristallen ramen had gezien schoten weer door zijn hoofd. Weer voelde hij de drang om Guwayne te vinden, om Gwendolyn te redden, om zijn mensen te redden.
Maar een deel van hem wilde niet weg van de plek uit zijn dromen, de plek waar hij nooit meer naar terug kon keren, en hij wilde zijn moeder niet achterlaten.
Hij bekeek zijn armband en voelde de overweldigende kracht die het hem gaf. Het voelde alsof hij een deel van zijn moeder bij zich droeg.
“Is dat waarom we voorbestemd waren elkaar te ontmoeten?” vroeg Thor. “Zodat ik dit kon ontvangen?”
Ze knikte.
“En nog belangrijker,” zei ze, “om mijn liefde te ontvangen. Als krijger moet je leren te haten. Maar je moet ook leren om lief te hebben. Liefde is de sterkste van de twee krachten. Haat kan iemand doden, maar liefde kan hem doen leven, en het vergt meer kracht om te genezen dan om te doden. Je moet haat kennen, maar ook liefde—en je moet weten wanneer je ze moet kiezen. Je moet niet alleen leren om lief te hebben, maar ook om jezelf toe te staan liefde te ontvangen. We hebben liefde nodig, net zoals we maaltijden nodig hebben. Je moet weten hoeveel ik van je hou. Dat ik je accepteer. Hoe trots ik op je ben. Je moet weten dat ik altijd bij je ben. En je moet weten dat we elkaar zullen weerzien. Ondertussen moet je mijn liefde je hier door heen laten slepen. En boven alles, moet je leren van jezelf te houden en jezelf te accepteren.”
Thors moeder deed een stap naar voren en knuffelde hem, en hij knuffelde haar terug. Het voelde zo goed om haar vast te houden, om te weten dat hij een moeder had, een echte moeder, een moeder die bestond. Terwijl hij haar vasthield, voelde hij hoe hij gevuld werd met liefde, en het hield hem op de been. Hij voelde zich herboren. Hij kon alles aan.
Thor liet haar los en keek in haar ogen. Het waren zijn ogen, zijn grijze ogen.
Ze legde haar handen tegen zijn slapen, leunde naar voren en kuste zijn voorhoofd. Thor sloot zijn ogen en wenste dat het moment nooit voorbij zou gaan.
Ineens voelde Thor een koel briesje langs zijn armen glijden. Hij hoorde het geluid van de brekende golven, voelde de vochtige oceaanlucht. Hij deed zijn ogen open en keek verrast om zich heen.
Tot zijn verbazing was zijn moeder verdwenen. Haar kasteel was verdwenen. De klif was verdwenen. Hij keek om zich heen en zag dat hij op het vuurrode strand stond dat bij de ingang naar het Land van de Druïden lag. Hij was op de één of andere manier het land uit gekomen. En hij was helemaal alleen.
Zijn moeder was verdwenen.
Thor keek naar zijn pols, naar zijn nieuwe gouden armband met de zwarte diamant in het midden, en hij voelde zich anders. Hij voelde dat zijn moeder bij hem was, hij voelde haar liefde, en hij voelde zich in staat om de wereld te veroveren. Hij voelde zich sterker dan ooit tevoren. Hij voelde zich klaar om het tegen elke vijand op te nemen en zijn vrouw en kind te redden.
Thor hoorde een spinnend geluid, en toen hij omkeek zag hij tot zijn grote blijdschap Mycoples zitten, niet al te ver bij hem vandaan. Ze spinde, hief langzaam haar grote vleugels en liep naar hem toe. Thor voelde dat Mycoples er ook klaar voor was.
Terwijl ze naar hem toe liep, zag Thor ineens iets op het strand liggen, iets dat onder Mycoples had gelegen. Het was wit, groot en rond. Thor zag dat het een ei was.
Het ei van een draak.
Mycoples keek Thor aan, en Thor keek geschokt terug. Mycoples keek verdrietig naar het ei. Ze wilde het niet achterlaten maar wist dat het moest. Thor staarde verwonderd naar het ei, en vroeg zich af wat voor draak er zou voortkomen uit Mycoples en Ralibar. Hij had het gevoel dat het de meest geweldige draak ter wereld zou worden.
Thor klom op Mycoples’ rug, en ze wierpen een laatste plek op het Land van de Druïden, de mysterieuze plek die Thor had verwelkomt en hem had uitgezet. Het was een plek waar Thor zich over verwonderde, een plek die hij nooit helemaal zou begrijpen.
Thor draaide zich om en keek naar de grote oceaan die voor hen lag.
Читать дальше