“O, wacht even. Nog één ding.” Ze pakte iets uit de ijskast – een bruin flesje. “Je drinkt het liefste Belgisch, toch?”
Reid vernauwde zijn ogen. “Hoe heb je…?”
“Maak je maar niet druk, ik heb tante Linda gevraag om het te kopen.” Ze haalde de dop eraf en schonk het bier in een glas.
“Zo. Nu kunnen we gaan eten.”
Reid was er bijzonder dankbaar voor dat Kate’s zus Linda maar een paar minuten bij hen vandaan woonde. Zonder haar zou het onmogelijk zijn geweest om een leerstoel te verwerven terwijl hij twee meisjes tot tiener opvoedde. Het was een van de voornaamste redenen geweest om naar New York te verhuizen, zodat de meisjes positieve vrouwelijke invloed in de buurt hadden. (Hoewel hij moest toegeven dat hij niet er niet al te wild over was dat Linda bier voor zijn tienerdochter had gekocht, ongeacht voor wie het was.)
“Maya, dit is heerlijk,” zei hij vol lof na de eerste hap.
“Bedankt. Het is chipotleglazuur.”
Hij veegde zijn mond af, deed zijn servet op tafel, en vroeg, “Oké, ik ben wantrouw de zaak. Wat heb je gedaan?”
“Wat? Niets!” drong ze aan.
“Wat heb je kapotgemaakt?”
“Ik heb niets…”
“Ben je van school gestuurd?”
“Pa, doe niet zo…”
Reid greep melodramatisch de tafel vast met beide handen. “O God, vertel me niet dat je zwanger bent. Ik heb niet eens een jachtgeweer.”
Sara giechelde.
“Ben je klaar?” vroeg Maya gepikeerd. “Ik mag best wel eens een keer aardig zij, weet je.” Een minuut lang aten ze in stilte voor ze er achteloos aan toevoegde, “Maar nu je er toch over begint…”
“O jee. Hier komt het.”
Ze schraapte haar keel en zei, “Ik heb een soort afspraakje. Voor Valentijnsdag.”
Reid stikte bijna in zijn varkenskoteletje.
Sara grijnsde. “Ik had je toch gezegd dat hij er idioot over zou doen.”
Hij herstelde zich en hief een hand op. “Wacht, wacht. Ik ben er niet idioot over aan het doen. Ik denk alleen…Ik wist niet dat je, eh…Heb je een vriend?”
“Nee,” zei Maya snel. Toen haalde ze haar schouders op en keek naar haar bord. “Misschien. Ik weet het nog niet. Maar hij is een leuke vent, en hij wil me mee uit eten nemen in de stad…”
“In de stad,” herhaalde Reid.
“Ja pa, in de stad. En ik heb een jurk nodig. Het is een chique tent. Ik heb niet echt iets om te dragen.”
Reid had vaak wanhopig Kate aan zijn zijde gewenst, maar dit was het toppunt. Hij was er altijd vanuit gegaan dat zijn dochters vroeg of laat vriendjes zouden krijgen, maar hij had gehoopt dat het niet zou gebeuren tot ze vijfentwintig waren. In dit soort gevallen viel hij terug op zijn favoriete opvoedafkorting, WZKZ – wat zou Kate zeggen? Als kunstenaar en absolute vrijdenker, zou ze de situatie waarschijnlijk heel anders hebben aangepakt dan hij, en hij probeerde dat indachtig te blijven.
Hij zag er kennelijk bijzonder verontrust uit, want Maya lachte even en plaatste haar hand over de zijne. “Gaat het, papa? Het is maar een afspraakje. Er gebeurt niets. Het is geen monumentale gebeurtenis.”
“Ja,” zei hij langzaam. “Je hebt gelijk. Natuurlijk is het geen monumentale gebeurtenis. We kunnen kijken of tante Linda dit weekend met je naar het winkelcentrum kan gaan, en –”
“Ik wil dat jij met me meegaat.”
“Echt waar?”
Ze haalde haar schouders op. “Ik bedoel, ik wil niets kopen dat jij niet goed vindt.”
Een jurk, uit eten in de stad, en een of andere knul…dit was niet iets waarvan hij gedacht had dat hij er mee om had moeten gaan.
“Oké dan,” zei hij. “Dan gaan we zaterdag. Maar ik heb een voorwaarde – ik mag vanavond het spel kiezen.”
“Hmm,” zei Maya. “Je bent een keiharde onderhandelaar. Laat me even met mijn partner overleggen.” Maya wendde zich tot haar zusje.
Sara knikte. “Prima. Zolang het geen Risk is.”
Reid schamperde. “Je weet niet waar je het over hebt. Risk is geweldig.”
Na het eten ruimde Sara de tafel af terwijl Maya warme chocolademelk maakte. Reid legde een van hun favorieten, Ticket to Ride, klaar. Het was een klassiek spel waarin je treinroutes door Amerika moest bouwen. Terwijl hij de kaartjes en plastic treinwagons klaarzette, vroeg hij zich af hoe wanneer dit allemaal gebeurd was. Wanneer was Maya zo snel groot geworden? De laatste twee jaar, sinds Kate’s overlijden, had hij de rol van beide ouders gespeeld (met wat zeer gewaardeerde hulp van hun tante Linda). Ze hadden hem beiden nog steeds nodig, of tenminste, daar leek het op, maar het zou niet lang duren voor ze op de universiteit zaten, en dan een baan kregen, en dan…
“Papa?” Sara kwam de eetkamer binnen en ging tegenover hem zitten. Alsof ze zijn gedachten las, zei ze, “Vergeet niet dat ik een kunsttentoonstelling heb op school komende woensdagavond. Je komt toch?”
Hij glimlachte. “Vanzelfsprekend lieverd. Dat wil ik niet missen.” Hij klapte in zijn handen. “Zo! Wie gaat er met de grond gelijk worden gemaakt – ik bedoel, wie is er klaar voor een familiespel?”
“Kom maar op, ouwe,” riep Maya vanuit de keuken.
“Ouwe?” zei Reid verontwaardigd. “Ik ben achtendertig!”
“Ik blijf erbij.” Ze lachte terwijl ze de eetkamer binnenkwam. “O, het treinspel.” Haar grijns verwaterde tot een mager glimlachje. “Dit was mama’s lievelingsspel, toch?”
“O…ja.” Reid fronste. “Inderdaad.”
“Ik ben blauw!” meldde Sara. Ze greep naar de stukjes.
“Oranje,” zei Maya. “Pa, welke kleur? Papa, hallo?”
“O.” Reid schrok op uit zijn gedachten. “Sorry. Eh, groen.”
Maya duwde wat stukjes zijn kant op. Reid glimlachte geforceerd, hoewel zijn gedachten zwaar op hem drukten.
*
Twee spelletjes later, beide gewonnen door Maya, gingen de meisjes naar bed en Reid trok zich terug in zijn kantoortje. Het was een klein kamertje op de eerste verdieping, grenzend aan de hal.
Riverdale was geen goedkope buurt, maar Reid vond het belangrijk zich ervan te verzekeren dat zijn meiden in een veilige en gelukkige omgeving verkeerden. Er waren maar twee slaapkamers, dus had hij het kamertje op de eerste verdieping tot zijn kantoor gemaakt. Al zijn boeken en memorabilia waren in vrijwel elke beschikbare centimeter van het kamertje van drie-bij-drie-meter gepropt. Met zijn bureautje en een leren leunstoel erbij, was nog maar een klein stukje van het versleten tapijt te zien.
Hij viel geregeld op die leunstoel in slaap na lange nachten van aantekeningen maken, colleges voorbereiden, en biografieën herlezen. Hij begon er rugklachten van te krijgen. Maar als hij eerlijk was tegen zichzelf moest hij zeggen dat het er niet gemakkelijker op werd om in zijn eigen bed te slapen. De locatie was dan misschien veranderd – hij en de meisjes waren naar New York verhuisd kort na Kate’s overlijden – maar hij had nog steeds het king-size matras en bed dat van hun was geweest, van hem en Kate.
Hij zou gedacht hebben dat de pijn van het verlies van Kate inmiddels wat zou zijn afgenomen, op z’n minst een beetje. Soms was het ook wel minder, eventjes, en dan passeerde hij haar lievelingsrestaurant of flitste een van haar lievelingsfilms op TV voorbij en dan kwam het allemaal met een noodgang terug, vers alsof het gisteren gebeurd was.
Als een van de meisjes dan hetzelfde ervoer, spraken ze er niet over. Sterker nog, ze spraken openlijk over haar, iets waartoe Reid nog steeds niet in staat was.
Op een van zijn boekenplanken stond een foto van haar. Deze was genomen tijdens het huwelijk van een vriend, tien jaar terug. Op de meeste avonden stond het lijstje omgedraaid, anders zou hij er de hele avond naar zitten staren.
Hoe verbijsterend oneerlijk kon de wereld zijn. Het ene moment hadden ze alles – een mooi huis, leuke kinderen, geweldige loopbanen. Ze woonden in McLean in Virginia; hij werkte als adjunct-hoogleraar in de nabije George Washington University. Voor zijn baan moest hij veel reizen naar conferenties en bijeenkomsten en als gastspreker Europese Geschiedenis op universiteiten over het hele land. Kate werkte op de restauratieafdeling van het Smithsonian American Art Museum. Hun meisjes deden het prima. Het leven was perfect.
Читать дальше