En op dat moment zag hij ze. Op het moment dat hij weggleed in zijn droomstaat, zag hij twee mensen bij de boom staan. Een vrouw en een man die merkwaardig veel op hem leken, alsof ze zijn ouders hadden kunnen zijn. Ze hadden vriendelijke gezichten en ze glimlachten naar hem terwijl ze elkaars hand vasthielden.
Oliver deinsde geschrokken achteruit, weg van het raam. Voor het eerst besefte hij dat zijn ouders helemaal niet op hem leken. Ze hadden allebei donker haar en blauwe ogen. Chris ook. Oliver daarentegen, had blond haar en bruine ogen.
Ineens vroeg Oliver zich af of zijn ouders misschien helemaal niet zijn ouders waren. Misschien was dat waarom ze hem zo erg leken te haten? Hij keek uit het raam, maar de twee mensen waren nu verdwenen. Slechts verzinsels van zijn verbeelding. Maar ze hadden er zo echt uit gezien. En zo bekend.
IJdele hoop, concludeerde Oliver.
Oliver ging met zijn rug tegen de koude muur zitten, kroop weg in de alkoof die zijn nieuwe slaapkamer was en sloeg de dekens over zich heen. Hij trok zijn knieën op naar zijn borst en drukte ze stevig tegen zich aan, geraakt door een plotseling, vreemd gevoel, een moment van besef, van helderheid – dat alles op het punt stond te veranderen.
Oliver ontwaakte met een gevoel van ongerustheid. Zijn hele lichaam deed pijn van het slapen op de harde vloer. De dekens waren niet dik genoeg geweest om te voorkomen dat de kou in zijn botten trok. Hij was verrast dat hij überhaupt had geslapen, gezien hoe zenuwachtig hij was voor zijn eerste schooldag.
Het was stil in huis. Er was nog niemand wakker. Oliver besefte dat hij eerder wakker was geworden vanwege de doffe zonsopgang die door het raam sijpelde.
Hij ging rechtop zitten en tuurde uit het raam. De wind had vannacht heel wat schade aangericht. Hekken en brievenbussen waren omvergeblazen en de straten waren bezaaid met afval. Oliver keek naar de spichtige, kromme boom waar hij gisteravond een visioen van het vriendelijke stel had gezien, degenen die op hem hadden geleken en hem zich hadden doen afvragen of hij misschien helemaal geen familie was van de Blues. Hij schudde zijn hoofd. Dat was gewoon zijn ijdele hoop, redeneerde hij. Iedereen die Chris Blue als broer had zou ervan dromen dat ze geen familie waren!
Wetend dat hij nog wat tijd had voor zijn familie zou ontwaken, knielde Oliver bij zijn koffer. Hij deed hem open en keek naar alle radartjes en draden en hendels en knoppen die hij voor zijn uitvindingen had verzameld. Hij glimlachte toen hij naar de katapult booby trap keek die hij gisteren tegen Chris had gebruikt. Maar dat was slechts één van Olivers vele uitvindingen en bij lange na niet de belangrijkste. Olivers ultieme uitvinding was ingewikkelder en veel belangrijker – want Oliver probeerde een manier te vinden om zichzelf onzichtbaar te maken.
Theoretisch was het mogelijk. Hij had er alles over gelezen. Er waren in feite slechts twee noodzakelijke componenten om een object onzichtbaar te maken. De eerste was het buigen van licht rondom het object zodat het geen schaduw had, vergelijkbaar met de manier waarop het water in een zwembad het licht boog en de zwemmers er vreemd en gedrongen uit deed zien. Het tweede noodzakelijke component voor onzichtbaarheid vereiste het elimineren van de reflectie van het object.
Op papier leek het eenvoudig zat, maar Oliver wist dat er een reden was dat het nog niemand gelukt was. Toch zou dat hem er niet van weerhouden om het te proberen. Hij had dit nodig om aan zijn ellendige leven te ontsnappen en het maakte hem niet uit hoe lang het duurde voor het hem zou lukken.
Hij reikte in zijn koffer en haalde alle stukjes stof eruit die hij had verzameld in zijn zoektocht naar iets met negatieve refractieve eigenschappen. Helaas had hij nog niet de juiste stof gevonden. Toen haalde hij alle klosjes dun draad eruit. Die had hij nodig om elektromagnetische microgolven te maken, om het licht op onnatuurlijke wijze te laten buigen. Helaas waren ze geen van allen dun genoeg. Om te werken moest het draad minder dan veertig nanometer dik zijn, onmogelijk dun voor menselijke begrippen. Maar Oliver wist dat iemand, ergens, ooit, een machine zou hebben om de spoelen dun genoeg te maken en de stof voldoende refractief.
Op dat moment hoorde Oliver boven de wekker van zijn ouders afgaan. Hij stopte snel zijn spullen weer terug. Hij wist maar al te goed dat ze Chris wakker zouden maken en als Chris ooit lucht kreeg van wat hij probeerde te maken, zou hij al zijn harde werk vernietigen.
Olivers maag knorde en herinnerde hem eraan dat Chris’ pesterijen en kwellingen op het punt stonden opnieuw te beginnen. Hij kon maar beter wat eten voor het zover was.
Hij liep langs de nog steeds kapotte eettafel en ging de keuken in. De meeste keukenkastjes waren leeg. Ze hadden nog niet de kans gehad om naar de supermarkt te gaan. Maar Oliver vond een doos cornflakes die ze hadden meegenomen en er stond verse melk in de koelkast, dus hij maakte snel een kom klaar en propte het naar binnen. Net op tijd. Een paar seconden later verschenen zijn ouders in de keuken.
“Koffie?” vroeg mam aan pap. Ze zag er vermoeid uit en haar haren zaten door de war.
Pap gromde bevestigend. Hij keek naar de kapotte tafel en ging met een diepe zucht op zoek naar wat ducttape. Kreunend ging hij aan de slag met het repareren van de tafelpoot.
“Het is dat bed,” mompelde hij terwijl hij bezig was. “Het is wankel. En het matras is te bobbelig.” Hij wreef over zijn rug om zijn punt te benadrukken.
Oliver voelde woede in zich opwellen. Zijn vader had tenminste in een bed geslapen! Híj had het moeten doen met wat dekens in een alkoof! De onrechtvaardigheid van de situatie stak hem.
“Ik heb geen idee hoe ik een hele dag op het callcenter moet doorkomen,” voegde Olivers moeder toe terwijl ze de koffie bracht. Ze zette het op de nu twijfelachtig gerepareerde tafel.
“Heb je een nieuwe baan, mam?” vroeg Oliver.
Omdat ze zo vaak verhuisden was het onmogelijk voor zijn ouders om fulltime werk te houden. Het was thuis altijd moeilijker als ze zonder werk zaten. Maar als mam werkte betekende dat beter eten, betere kleren en zakgeld om meer gadgets voor zijn uitvindingen te kopen.
“Ja,” zei ze met een geforceerde glimlach. “Pap en ik allebei. Maar het zijn lange dagen. Vandaag is een trainingsdag, maar daarna moeten we een late dienst draaien. Dus we zijn er niet als jullie uit school komen. Maar Chris zal op je letten, dus je hoeft je nergens zorgen om te maken.”
Oliver voelde zijn maag ineenkrimpen. Hij had Chris liever helemaal niet in de buurt. Hij was heel goed in staat om voor zichzelf te zorgen.
Alsof het noemen van zijn naam hem had geroepen, denderde Chris de keuken in. Hij was de enige Blue die er deze ochtend fris uitzag. Hij strekte zich uit en gaapte theatraal, waardoor zijn shirt over zijn ronde, roze buik omhoog kroop.
“Goedemorgen, mijn geweldige familie,” zei hij met een sarcastische grijns. Hij sloeg een arm om Oliver heen en pakte hem in een hoofdklem die op slinkse wijze was gecamoufleerd als broederlijke genegenheid. “Hoe gaat het, snotneus? Zin in school?”
Oliver kon nauwelijks ademhalen, zo stevig hield Chris hem vast. Zijn ouders leken het pesten zoals gewoonlijk niet in de gaten te hebben.
“Kan niet… wachten…” wist hij uit te brengen.
Chris liet Oliver los en ging tegenover pap aan tafel zitten.
Mam zette een bord met toast en boter in het midden van de tafel. Pap pakte een sneetje. Toen leunde Chris naar voren en griste hij de rest weg. Er bleef niets voor Oliver over.
“HEY!” riep Oliver. “Zag je dat?”
Mam keek naar het hele bord en zuchtte geërgerd. Ze keek naar pap alsof ze verwachtte dat hij er iets van zou zeggen. Maar pap haalde alleen zijn schouders op.
Читать дальше