Alfred Brehm - Het Leven der Dieren. Derde Deel, Hoofdstuk 1 tot 4, De Kruipende Dieren

Здесь есть возможность читать онлайн «Alfred Brehm - Het Leven der Dieren. Derde Deel, Hoofdstuk 1 tot 4, De Kruipende Dieren» — ознакомительный отрывок электронной книги совершенно бесплатно, а после прочтения отрывка купить полную версию. В некоторых случаях можно слушать аудио, скачать через торрент в формате fb2 и присутствует краткое содержание. Жанр: Природа и животные, foreign_antique, foreign_prose, на нидерландском языке. Описание произведения, (предисловие) а так же отзывы посетителей доступны на портале библиотеки ЛибКат.

Het Leven der Dieren. Derde Deel, Hoofdstuk 1 tot 4, De Kruipende Dieren: краткое содержание, описание и аннотация

Предлагаем к чтению аннотацию, описание, краткое содержание или предисловие (зависит от того, что написал сам автор книги «Het Leven der Dieren. Derde Deel, Hoofdstuk 1 tot 4, De Kruipende Dieren»). Если вы не нашли необходимую информацию о книге — напишите в комментариях, мы постараемся отыскать её.

Het Leven der Dieren. Derde Deel, Hoofdstuk 1 tot 4, De Kruipende Dieren — читать онлайн ознакомительный отрывок

Ниже представлен текст книги, разбитый по страницам. Система сохранения места последней прочитанной страницы, позволяет с удобством читать онлайн бесплатно книгу «Het Leven der Dieren. Derde Deel, Hoofdstuk 1 tot 4, De Kruipende Dieren», без необходимости каждый раз заново искать на чём Вы остановились. Поставьте закладку, и сможете в любой момент перейти на страницу, на которой закончили чтение.

Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

De Muurhagedis wordt in alle landen, die de Middellandsche Zee omgeven, zoo niet veelvuldiger dan iedere andere soort van haar familie, dan toch buitengewoon talrijk en overal gevonden. Van Zuid-Europa uit heeft zij zich, naar ’t schijnt, langzamerhand over ’t midden van ons werelddeel verbreid.

Hare bewegingen en gewoonten, haar aard en levenswijze komen nog het meest met die van de Smaragdhagedis overeen. Al hare bewegingen geschieden plotseling, veel vlugger en behendiger dan die van hare inheemsche verwanten, maar zijn toch niet onbevallig. Voor een Reptiel is haar verstand opmerkelijk groot; zij toont dit duidelijk bij iedere gelegenheid door een juiste beoordeeling van den mensch en van de omstandigheden, waarin zij verkeert: inniger dan eenige andere soort komt zij met den mensch in aanraking; de ervaring leert haar, in welke gevallen zij den mensch vertrouwen kan, en wanneer niet. Toch laat ook zij zich soms op een bijna onbegrijpelijke wijze verschalken. Eimer leerde, toen hij niet naar wensch slaagde bij de vangst van Muurhagedissen, die op Capri zeer veelvuldig, maar ook zeer schuw zijn, van de knapen van dit eiland een bijna nimmer falend middel om deze vlugge en behendige dieren in handen te krijgen. Hiervoor is niets anders noodig dan een lange grashalm, welks dunste uiteinde tot een strik wordt vervormd, die zóó met speeksel wordt bevochtigd, dat dit als een dun plaatje de opening van de lus vult. Bij ’t zien van de Hagedis gaat de jager op den grond liggen of zitten, brengt in deze houding zoetjes aan de strik nader bij het diertje en houdt het eindelijk met ver uitgestrekten arm de lus vlak voor den kop. De Hagedis blijft als betooverd staan en kijkt verwonderd naar het onbekende voorwerp; uit nieuwsgierigheid laat zij haar beschroomdheid varen en volgt den achteruit bewogen strik, die plotseling haar over den kop geworpen en toegetrokken wordt. Eimer, die aanvankelijk meende, dat het bonte kleurenspel van het speekselplaatje of het zien van haar spiegelbeeld de Hagedis aanlokte, bemerkte later, dat het dier zich ook wel laat verschalken door een strik zonder dergelijk toevoegsel. Met schitterend succes werd zijn jacht bekroond, toen hij na deze ontdekking bij latere uitstapjes gebruik maakte van de hulp van knapen, die in deze wijze van vangst ervaren zijn. Een tot heden gespaard, prachtig beeld uit ouden tijd (de Sauroktonos) bewijst, dat deze verrassende kunstgreep niet nieuw is; zij was reeds voor 2000 jaar aan de Zuid-Italiaansche knapen bekend.

De Skink – of Woelhagedissen ( Scincidae ) vormen een zeer soortenrijke familie, waarin niet minder verscheidenheid van gestalte wordt waargenomen dan in die der Teju- en Gordelhagedissen; ook hier vindt men door het rudimentair worden der ledematen en de verlenging van den romp allerlei overgangen van den typischen Hagedis-vorm tot dien der Slangen. De pooten zijn, voorzoover aanwezig, steeds kort. Regelmatige schilden bekleeden den kop, gelijksoortige schubben den rug, den buik en de zijden. Een zijdegroeve is hier niet aanwezig.

De Skinkhagedissen bewonen alle werelddeelen van de uiterste grenzen van den gematigden gordel tot aan den evenaar; zij zijn vooral in Australië, op de Zuidzee-eilanden, in Oost-Indië en in Afrika talrijk, in Europa en Amerika daarentegen schaars vertegenwoordigd.

*

Kleine Woelhagedissen, welker doorzichtige oogleden onbeweeglijk en met elkander vergroeid zijn, zoodat zij, als die der Slangen, bij wijze van een horlogeglas het oog bedekken, vormen het geslacht der Naaktoogigen ( Ablepharus ), welks vertegenwoordigers in de tropische en zuidelijke landen van Afrika, Australië en Zuidwest-Azië, maar ook in Zuidoost-Europa leven; één soort heeft een zeer ongewone verspreiding, daar zij de tropische gewesten van beide halfronden bewoont.

Vermelding verdient vooral de Sint-Jans-hagedis ( Ablepharus pannonicus ), omdat zij tot in Hongarije aangetroffen wordt. Dit aardige diertje heeft een langwerpig rolvormigen romp, die zoomin van den hals als van den langen, ronden, langzamerhand dunner wordenden staart duidelijk gescheiden is; de voorste ledematen zijn ver van de achterste verwijderd en korter dan deze; het kleed bestaat uit tamelijk gelijksoortige, gladde schubben. De bovenzijde is grootendeels bronskleurig olijfbruin, op ’t midden van den rug dikwijls met twee zwarte, overlangsche lijnen geteekend; de zijden van het lichaam zijn iets donkerder; een zwartachtige, aan weerszijden lichter gezoomde streep begint bij het neusgat, loopt door tot achter het oog en zet zich achterwaarts voort als een langzamerhand flauwer wordende, donkere zijdestreep; de onderzijde is groenachtig zilverkleurig. Van de lengte, die 9 à 11 cM. bedraagt, komt juist de helft op den staart.

De Sint-Jans-hagedis wordt vooral in Hongarije en hier meer bepaaldelijk op met kort gras begroeide hellingen gevonden; zij komt echter ook in andere landen van Zuidoost-Europa, bijvoorbeeld in Griekenland en Turkije, voorts in Klein-Azië, Syrië en Noord-Arabië voor, zeer zeker veelvuldiger dan men gewoonlijk veronderstelt. In het Stadsboschje te Pest en aan de hellingen van de Vestingbergen van Ofen moet zij niet zeldzaam zijn.

*

Eén Woelhagedis – de Skink ( Scinus officinalis ), de Adda der Arabieren – heeft zich in den ouden tijd een grooten roem verworven en heeft dezen lang weten te behouden. Bijna alle lichaamsdeelen van dit dier werden als wonderdadige geneesmiddelen beschouwd, die bij alle mogelijke ziekten een gunstige werking heetten te oefenen. Als natuurlijk gevolg van deze meening, die thans ook nog bij enkele Mahomedanen bestaat, werden de bedoelde diertjes zoo ijverig mogelijk vervolgd en bij duizenden gevangen. Een drukke handel werd gedreven met hunne gedroogde of tot asch verbrande lichamen. Met dat al weten wij slechts weinig van hun levenswijze. Terwijl de andere leden van dit geslacht over de steppen en woestijnachtige Gewesten van Senegambië, Noord-Afrika, Arabië, Perzië en Sind verbreid zijn, bewoont de gewone Skink de Sahara en de woeste gewesten langs de oevers van de Roode Zee. In Egypte en Nubië is hij niet zeldzaam, in de Algerijnsche en Tripolitaansche Sahara zeer veelvuldig. Ondanks zijn snellen gang zal hij zich bij dreigend gevaar niet loopend trachten te redden, maar onder het zand kruipen; dit geschiedt zoo wonderbaarlijk vlug, dat hij reeds na weinige oogenblikken een afstand van verscheidene meters onder den grond heeft afgelegd. Volgens de berichten der Arabieren verslindt hij, behalve allerlei Insecten, niet zelden ook Schorpioenen.

De Skink heeft een zeer gedrongen lichaamsbouw en korte ledematen. Alle vier pooten dragen vijf ongelijk lange, van boven naar onderen plat gedrukte teenen, die aan de zijden als ’t ware met franjes bezet en tot aan den oorsprong vaneengescheiden zijn. De bovenzijde is grijsgeel en dikwijls met verscheidene dwarsbanden geteekend, die bij het levende dier paars, na den dood bruin zijn. De onderdeelen zijn effen wit met paarlmoerglans. In geheel volwassen toestand is deze Skink 21 cM. lang.

In lengte en dikte komt de Koperslang, de Chalcis der Grieksche, de Seps der latere Romeinsche schrijvers ( Chalcides tridactylus ), ongeveer overeen met onzen Hazelworm; op eenigen afstand gezien gelijkt zij er ook wel eenigszins op; bij nadere beschouwing kan men haar echter onmiddellijk herkennen aan hare vier rudimentaire pootjes. De kop wordt naar voren smaller en lager en eindigt in een stompen snuit; de romp is rolvormig en zeer langwerpig; de staart neemt tot aan zijn zeer fijne spits gelijkmatig in dikte af. Het lichaam is bedekt met kleine, tegen de huid aangedrukte, glanzige schubben van fraaien vorm, die op den kop door groote schilden vervangen worden en hier een tamelijk groot middelschild omgeven. De bovendeelen zijn glanzig bronskleurig bruin of zilverkleurig grijs, de onderdeelen witachtig en paarlmoerglanzig. Volwassen exemplaren kunnen een lengte van 42 cM. bereiken.

Читать дальше
Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

Похожие книги на «Het Leven der Dieren. Derde Deel, Hoofdstuk 1 tot 4, De Kruipende Dieren»

Представляем Вашему вниманию похожие книги на «Het Leven der Dieren. Derde Deel, Hoofdstuk 1 tot 4, De Kruipende Dieren» списком для выбора. Мы отобрали схожую по названию и смыслу литературу в надежде предоставить читателям больше вариантов отыскать новые, интересные, ещё непрочитанные произведения.


Отзывы о книге «Het Leven der Dieren. Derde Deel, Hoofdstuk 1 tot 4, De Kruipende Dieren»

Обсуждение, отзывы о книге «Het Leven der Dieren. Derde Deel, Hoofdstuk 1 tot 4, De Kruipende Dieren» и просто собственные мнения читателей. Оставьте ваши комментарии, напишите, что Вы думаете о произведении, его смысле или главных героях. Укажите что конкретно понравилось, а что нет, и почему Вы так считаете.

x