Ursula Le Guin - Machten van Aardzee

Здесь есть возможность читать онлайн «Ursula Le Guin - Machten van Aardzee» весь текст электронной книги совершенно бесплатно (целиком полную версию без сокращений). В некоторых случаях можно слушать аудио, скачать через торрент в формате fb2 и присутствует краткое содержание. Город: Utrecht, Год выпуска: 1974, ISBN: 1974, Издательство: Het Spectrum, Жанр: Фэнтези, на нидерландском языке. Описание произведения, (предисловие) а так же отзывы посетителей доступны на портале библиотеки ЛибКат.

Machten van Aardzee: краткое содержание, описание и аннотация

Предлагаем к чтению аннотацию, описание, краткое содержание или предисловие (зависит от того, что написал сам автор книги «Machten van Aardzee»). Если вы не нашли необходимую информацию о книге — напишите в комментариях, мы постараемся отыскать её.

De magisch begaafde jonge Sperwer laat zich in met duistere machten. Zijn jacht op het schaduwbeest voert hem door onbekende streken van Aardzee.

Machten van Aardzee — читать онлайн бесплатно полную книгу (весь текст) целиком

Ниже представлен текст книги, разбитый по страницам. Система сохранения места последней прочитанной страницы, позволяет с удобством читать онлайн бесплатно книгу «Machten van Aardzee», без необходимости каждый раз заново искать на чём Вы остановились. Поставьте закладку, и сможете в любой момент перейти на страницу, на которой закончили чтение.

Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

‘Kun je me verstaan? Spreek je soms geen Hardisch?’ Ged zweeg even en vroeg toen: ‘Kargad?’

Bij dit woord knikte de oude man abrupt eenmaal, als een trieste afgeleefde marionet. Het was echter het enige woord uit de Kargische taal dat Ged kende, en dit maakte dus meteen een einde aan hun gesprek. Bij een van de muren ontdekte hij een stapel hout; hij stookte eigenhandig het vuur op en vroeg dan met gebaren om water, want hij had het binnengekregen zeewater uitgebraakt en verging nu van de dorst. De oude man wees onderdanig op een grote schelp die water bleek te bevatten, en schoof een tweede schelp naar het vuur waar stukken gerookte vis in lagen. Met gekruiste benen vlakbij het vuur zittend at en dronk Ged wat, en toen kracht en gevoel weer in hem begonnen terug te keren, vroeg hij zich af waar hij zich bevond. Zelfs op de toverwind kon hij niet recht naar de Landen van Kargad zijn gevaren . Dit eilandje moest ergens buiten in de Ruimen liggen, ten oosten van Gont, maar nog westelijk van Karego-At. Het was vreemd dat er op zo een kleine en afgelegen plek — niet meer dan een zandbank — nog mensen woonden; misschien waren zij schipbreukelingen. Hij was echter te vermoeid om zich er nu het hoofd over te breken.

Hij bleef zijn mantel voortdurend naar het vuur keren. Het zilvergrijze pellawibont droogde snel en zo gauw de wollen voering warm geworden was, zij het nog niet droog, wikkelde hij zich erin en strekte zich uit naast het vuur. ‘Ga maar slapen, goede lieden,’ zei hij tot zijn zwijgzame huisgenoten; hij legde het hoofd op de zanderige vloer en sliep in.

Drie nachten bleef hij op het naamloze eiland. Toen hij de eerste morgen ontwaakte deden al zijn spieren hem pijn en voelde hij zich koortsig en misselijk. Heel die dag en nacht lag hij als een stuk drijfhout naast het vuur. De tweede ochtend waren zijn spieren nog stijf en pijnlijk, maar hij voelde zich beter. Hij deed zijn kleren weer aan waar het zout nog op vastklitte, want er was niet genoeg water om ze te wassen; hij ging naar buiten de grauwe winderige morgen in en keek uit over deze plek waar de schaduw hem naar toe gelokt had.

Het was een zandbank van op zijn hoogst een mijl breed en een weinig meer dan dat lang, aan alle zijden omringd met riffen en rotsen. Er groeiden geen bomen of struiken en geen andere plant dan het helmgras. De hut stond in een dal tussen de duinen en de oude man en vrouw leefden er moederziel alleen in de trieste verlatenheid van de lege zee. De hut was gebouwd, of liever gestapeld, van aangespoelde planken en takken. Het waterwas afkomstig uit een kleine brakke bron naast de hut; hun voedsel bestond uit zeewier en verse of gerookte vis en schaaldieren. De rafelige huiden in de hut, de kleine voorraad benen naalden en angels, en de pezen voor vislijnen en vuurboog, waren niet van geiten afkomstig, zoals Ged aanvankelijk had gedacht, maar van zeerobben. En inderdaad was dit een plek waar zeerobben in de zomer hun jongen grootbrengen, maar behalve hen komt er dan ook niemand anders. De oudjes waren bang voor Ged, niet omdat zij meenden dat hij een geest was en evenmin omdat hij een tovenaar was, maar alleen omdat hij een mens was. Zij waren vergeten dat er nog andere mensen dan zij op de wereld waren. De doffe vrees van de oude man werd nooit minder. Als hij meende dat Ged dicht genoeg in zijn buurt kwam om hem te kunnen aanraken, hobbelde hij weg en gluurde dreigend achterom vanonder zijn smerige witte haar. De oude vrouw had zich eerst, als Ged zich maar even verroerde, jankend onder haar stapel vodden verborgen, maar toen hij koortsig en verdoofd in de donkere hut lag, zag hij hoe ze hem op haar hurken zat aan te staren met een vreemde, verdwaasde blik vol medelijden en verlangen en na een tijdje had zij hem wat water gebracht om te drinken. Toen hij rechtop ging zitten om de schelp van haar aan te nemen, liet zij hem van angst uit de handen vallen zodat het water eruit stroomde; toen begon ze te huilen en veegde haar ogen af met haar lange wit-grijze haar.

Nu zat zij hem gade te slaan terwijl hij op het strand aan het werk was en uit drijfhout en aangespoelde planken van zijn boot met behulp van bindspreuken en de primitieve dissel van de oude man een nieuwe boot bouwde. Het was geen herstellen of bootbouwen wat hij deed, want er was niet genoeg hout en hij kon het ontbrekende alleen met toverkunst aanvullen. Toch keek de oude vrouw niet zozeer naar zijn wonderlijke manier van werken, als wel naar hemzelf, en opnieuw lag er een verlangende blik in haar ogen. Na een tijdje ging zij weg en keerde terug met een geschenk: een handvol mosselen die ze op de rotsen gevonden had. Ged at ze op zoals hij ze van haar kreeg, rauw en nog nat van het zeewater, en bedankte haar. Hierdoor blijkbaar bemoedigd ging zij naar de hut en kwam opnieuw met iets in haar handen terug, een bundeltje dat in een oude lap was gewikkeld. Hem voortdurend schuw aankijkend vouwde ze het open en hield het hem voor.

Het waren de kleren van een klein kind, brokaatzijde bestikt met parels, maar vlekkerig van zeezout en gelig van jaren. Op het lijfje vormden de parels een teken dat Ged kende: de dubbele pijl van de Broedergoden van Kargad met erboven een koningskroon.

De oude vrouw met haar rimpels en haar smerige, vodderige kleding van zeehondevel wees op het zijden lijfje en toen glimlachend op zichzelf: een vage, verwezen glimlach als van een baby. Ergens in de zoom van het kleed was een verborgen zakje genaaid en zij nam er een klein voorwerp uit dat zij Ged toereikte. Het was een stukje donker metaal, misschien een gebroken kleinood, de helft van een ring. Ged keek ernaar, maar zij gebaarde dat hij het hebben mocht en was niet eerder tevreden dan toen hij het aannam; toen knikte zij en glimlachte opnieuw: het was een geschenk van haar. Het kleed echter wikkelde zij weer zorgvuldig in de vettige vodden en zij schuifelde terug naar de hut om het weg te bergen. Met evenveel zorg stopte Ged de gebroken ring in de zak van zijn tuniek, want zijn hart was vol medelijden. Hij kreeg nu het vermoeden dat deze twee kinderen waren uit een der vorstenhuizen van Kargad en dat een tiran of overweldiger hen uit vrees om koninklijk bloed te vergieten verbannen had en voor leven of dood had achtergelaten op een afgelegen eiland, ver van Karego-At. Een van hen was een jongen van misschien een jaar of tien geweest en de ander een mollige baby, een prinsesje gekleed in zijde en parels. Zij waren in leven gebleven en hadden veertig, vijftig jaar in volstrekte eenzaamheid geleefd op deze rots in de oceaan, prins en prinses van Verlatenheid.

Hoe terecht zijn vermoeden was, ontdekte hij pas jaren later toen de queeste naar de Ring van Erreth-Akbe hem naar de Landen van Kargad voerde en naar de Tomben van Atuan. Zijn derde nacht op het eiland zag het licht van een kalme, bleke zonsopgang. Het was de dag van Zonnewende, de kortste dag van het jaar. Zijn kleine boot van hout en magie, spanten en spreuken, was gereed. Hij had de oudjes proberen duidelijk te maken dat hij hen mee kon nemen waarheen zij maar wilden, naar Gont, Spevy of de Torikelen; als zij erom gevraagd hadden, zou hij hen zelfs op een eenzame kust van Karego-At hebben achtergelaten, ook al was het voor schepen uit de Archipel niet aan te raden zich in de Kargse wateren te wagen. Maar zij wilden hun barre eiland niet verlaten. De oude vrouw scheen niet te begrijpen wat hij met zijn gebaren en woorden bedoelde; de oude man begreep het en weigerde. Wat hij zich nog herinnerde van andere landen en andere mensen, was de angstdroom van een kind met bloed, reuzen en geschreeuw. Ged zag het in zijn ogen toen hij ‘nee’ gebaarde, ‘nee, nee.’ En zo vulde Ged die morgen een zak van zeehondevel met water uit de bron en omdat hij de oudjes op geen andere wijze kon danken voor hun vuur en voedsel, en hij de oude vrouw geen passend geschenk kon geven, deed hij het enige wat hij doen kon en legde een tover op die zilte, onberekenbare bron. Het water welde nu klaar en fris op uit het zand als een bergbron op de hellingen van Gont en stroomt er ook heden nog. Vandaar dat die bank van duinen en rotsen thans op de kaart staat en een naam heeft: de zeelui noemen haar Broneiland. Maar de hut staat er niet meer en de stormen van vele winters hebben er geen sporen achtergelaten van de twee die er hun levens leefden en in eenzaamheid stierven.

Читать дальше
Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

Похожие книги на «Machten van Aardzee»

Представляем Вашему вниманию похожие книги на «Machten van Aardzee» списком для выбора. Мы отобрали схожую по названию и смыслу литературу в надежде предоставить читателям больше вариантов отыскать новые, интересные, ещё непрочитанные произведения.


Отзывы о книге «Machten van Aardzee»

Обсуждение, отзывы о книге «Machten van Aardzee» и просто собственные мнения читателей. Оставьте ваши комментарии, напишите, что Вы думаете о произведении, его смысле или главных героях. Укажите что конкретно понравилось, а что нет, и почему Вы так считаете.

x