Ursula Le Guin - De tomben van Atuan
Здесь есть возможность читать онлайн «Ursula Le Guin - De tomben van Atuan» весь текст электронной книги совершенно бесплатно (целиком полную версию без сокращений). В некоторых случаях можно слушать аудио, скачать через торрент в формате fb2 и присутствует краткое содержание. Город: Utrecht, Год выпуска: 1974, ISBN: 1974, Издательство: Het Spectrum, Жанр: Фэнтези, на нидерландском языке. Описание произведения, (предисловие) а так же отзывы посетителей доступны на портале библиотеки ЛибКат.
- Название:De tomben van Atuan
- Автор:
- Издательство:Het Spectrum
- Жанр:
- Год:1974
- Город:Utrecht
- ISBN:9027407762
- Рейтинг книги:5 / 5. Голосов: 1
-
Избранное:Добавить в избранное
- Отзывы:
-
Ваша оценка:
- 100
- 1
- 2
- 3
- 4
- 5
De tomben van Atuan: краткое содержание, описание и аннотация
Предлагаем к чтению аннотацию, описание, краткое содержание или предисловие (зависит от того, что написал сам автор книги «De tomben van Atuan»). Если вы не нашли необходимую информацию о книге — напишите в комментариях, мы постараемся отыскать её.
De tomben van Atuan — читать онлайн бесплатно полную книгу (весь текст) целиком
Ниже представлен текст книги, разбитый по страницам. Система сохранения места последней прочитанной страницы, позволяет с удобством читать онлайн бесплатно книгу «De tomben van Atuan», без необходимости каждый раз заново искать на чём Вы остановились. Поставьте закладку, и сможете в любой момент перейти на страницу, на которой закончили чтение.
Интервал:
Закладка:
Hoeveel had Kossil gezien of gehoord? Wat hadden ze tegen elkaar gezegd? Zij kon het zich niet herinneren. Het scheen er nooit van te komen dat ze de gevangene zei wat ze van plan was te gaan zeggen. Hij bracht haar steeds in de war met zijn verhalen over draken en torens, over de namen der Naamlozen, over zijn verlangen in leven te blijven en over zijn dankbaarheid jegens haar voor de mantel waar hij op kon liggen. Hij zei nooit datgene waar je op rekende dat hij het zou zeggen. Zij had hem zelfs niet naar de talisman gevraagd die zij nog steeds bij zich droeg, verborgen aan haar borst.
Dat was eigenlijk maar goed ook, nu Kossil had staan luisteren. Ach, wat maakte dat nu uit, welk kwaad had ze van Kossil te duchten? Meteen toen ze zich die vraag stelde, wist ze het antwoord. Niets is eenvoudiger dan het doden van een gekooide havik. De man was weerloos, lag vastgeketend in een stenen kooi. De Priesteres van de Godkoning hoefde vannacht alleen maar haar slaaf Duby naar beneden te sturen om hem te worgen; en als zij noch Duby zo diep in het Labyrint de weg wist, hoefde ze alleen maar giftig stof door het kijkgat in de Zaal der Schilderingen omlaag te blazen. Ze had vele doosjes en flesjes met boze vergiften, sommige om voedsel of water te vergiftigen, andere om de lucht te bederven zodat ieder stierf die haar lang moest inademen. En morgenvroeg zou hij dood zijn en dan was het allemaal voorbij. Nooit zou er weer licht schijnen onder de Tomben. Arha liep haastig door de nauwe stenen gangen naar de toegang vanuit de Onderkrocht waar Manan, geduldig neergehurkt als een oude pad, in het donker op haar wachtte. Hij was niet erg gelukkig met haar bezoeken aan de gevangene en zij wilde hem niet tot vlakbij de Zaal met zich meenemen; tenslotte hadden zij dan deze tussenweg gevonden. Nu was ze blij dat hij in de buurt was. Hem kon ze tenminste vertrouwen.
‘Luister, Manan. Je moet naar de Zaal der Schilderingen gaan, nu meteen. Zeg tegen de man dat je hem komt halen om hem onder de Tomben levend te begraven.’
Manans kleine oogjes lichtten op. ‘Zeg hem dat hardop. Maak de keten los en breng hem naar…” Ze hield in, want ze had nog niet uitgemaakt waar ze de gevangene het best kon verbergen. ‘Naar de Onderkrocht,’ zei Manan gretig. ‘Nee, idioot. Ik zei wat je moest zeggen, niet wat je moest doen. Wacht…” Welke plek was veilig voor Kossil en Kossils spionnen? Alleen maar de ruimten het diepst onder de grond, de heiligste en meest verborgen ruimten in het rijk der Naamlozen waar zij niet dorsten te komen. Maar was Kossil niet iemand die nagenoeg alles durfde? Zij mocht dan wel bang zijn voor de duistere ruimten, maar zij was ook iemand die om haar doel te bereiken zich over haar angst heen zou zetten. Het was niet te zeggen een hoe groot deel van het Labyrint haar in feite bekend was uit de mond van Thar of van Arha in haar vroeger leven, of zelfs door eigen onderzoek dat zij in de afgelopen jaren heimelijk kon hebben verricht. Arha vermoedde dat zij meer wist dan zij voorgaf te weten. Maar er was een weg die haar in geen geval bekend kon zijn: het diepst gekoesterde geheim.
‘Je moet de man daarheen brengen waarheen ik je voorga, en het moet in het donker gebeuren. En als ik je daarna hierheen terugbreng, moetje een graf uitgraven in de Onderkrocht en een lijkkist maken die je leeg moet neerlaten in het graf; en dan moet je hem met aarde afdekken, maar zo dat iemand die ernaar zoekt, hem kan voelen en vinden. Een diep graf. Heb je het begrepen?’
‘Nee,’ zei Manan nors en kribbig. ‘Dat listige gedoe is niet verstandig, kleintje. Het deugt niet. Een man hoort hier niet. Er zal straf volgen.
‘Ze zullen een oude gek zijn tong uitrukken, ja. Ben jij het die me zult vertellen wat verstandig is of wat niet? Ik volg de bevelen op van de Machten der Duisternis. Volg me’
‘Het spijt me, kleine gebiedster, het spijt me…’ Ze gingen terug naar de Zaal der Schilderingen. Arha bleef buiten in de gang wachten, terwijl Manan naar binnen gingen de keten losmaakte van de klamp in de muur. Zij hoorde hoe zijn diepe stem vroeg: ‘Waar nu heen, Manan?’ en hoe de schorre altstem gemelijk antwoordde: ‘Mijn gebiedster heeft me bevolen je levend te begraven. Onder de Stenen. Sta op.’ Zij hoorde de zware keten kraken als een zweep.
De armen met Manans leren gordel samengebonden kwam de gevangene naar buiten. Manan liep achter hem en hield hem als een hond aan een korte lijn, maar de halsband lag om zijn middel en de lijn was van ijzer. Zijn ogen zochten de hare, maar zij blies haar kandelaar uit en ging hen zonder te spreken vooruit het donker in. Zij verviel meteen in de trage, maar regelmatige tred waarmee ze altijd door het Labyrint liep wanneer ze geen licht bij zich had, en streek bijna voortdurend met haar vingertoppen aan beide kanten lichtjes langs de wanden. Schuifelend en struikelend kwamen Manan en de gevangene achter haar aan, door de keten in hun bewegingen gehinderd. Maar donker moest het blijven, want zij wilde niet dat een van hen zich deze weg in het geheugen zou prenten.
Vanuit de Zaal der Schilderingen linksaf en dan twee zijgangen voorbij; bij de Vier Wegen rechts en een zijgang aan de rechterhand voorbij; dan een lange kronkelende gang en aan het eind een trap af, lang, glibberig en veel te smal voor normale mensenvoeten. Verder dan deze trap was zij nooit gegaan. De lucht was hier nog bedompter, roerloos hing er een doordringende geur. De aanwijzingen stonden haar helder voor de geest, tot zelfs het geluid van Thars stem die ze haar voorzei. De trap af — achter haar in het pikkedonker struikelde de gevangene en zij hoorde hem naar adem snakken toen Manan hem door een krachtige ruk aan de keten overeind hielp — en onderaan de trap meteen naar links. Drie zijgangen dan links aanhouden, vervolgens de eerste rechts en rechts aanhouden. De gangen bogen en hoekten, liepen nooit rechtuit. ‘Daarna moetje om de Valkuil heen,’ zei de stem van Thar in het duister van haar herinnering, ‘en er is maar een smal pad.’
Ze verlangzaamde haar schreden, boog voorover en tastte met de ene hand voor zich uit over de vloer. De gang liep nu een heel stuk rechtdoor wat een binnendringer een vals gevoel van zekerheid schonk. Haar hand voelde en veegde voortdurend over de rotsvloer voor haar en tastte toen plotseling in het niets. Er was een stenen rib, een rand; achter de rand leegte. Rechts daalde de wand van de gang loodrecht omlaag in de valkuil; links was een richel, een smalle rand van niet meer dan een hand breed. ‘Er is hier een valkuil. Ga links met je gezicht naar de muur staan en druk je ertegenaan. Schuifel er zij waarts langs. Blijf de ketting vasthouden, Manan.… Sta je op de richel? Het wordt nu nog smaller. Niet op je hielen steunen. Zo, ik ben erlangs. Geef me je hand. Ja…’
De gang liep nu zigzag verder met vele zijgangen. In sommige daarvan werd het geluid van hun voorbijgaande voetstappen beantwoord door een vreemde, holle echo; maar vreemder nog was het dat je er een uiterst zwakke luchtstroom naar binnen voelde trekken. Die gangen moesten uitkomen op valkuilen zoals zij er daarnet een ontweken hadden. Misschien lag er onder dit lage gedeelte van het Labyrint een grote holle ruimte, een spelonk zo diep en zo wijd dat de Onderkrocht erbij in het niet viel, een onafzienbare, zwarte, naar binnen stulpende leegte. Maar boven die gaping gingen zij verder door de duistere gangen die geleidelijk nauwer en lager werden zodat zelfs Arha zich tenslotte moest bukken. Kwam hier dan nooit een eind aan?
Het eind kwam plotseling: een gesloten deur. Voorovergebukt en een weinig sneller gaande dan tevoren liep Arha ertegenaan, stootte ertegen met hoofd en handen. Zij voelde naar het sleutelgat en toen naar de kleine, nog niet gebruikte sleutel aan haar gordel, de zilveren sleutel waarvan de baard de vorm had van een draak. Hij paste en draaide. Zij opende de deur naar de Grote Schatkamer der Tomben van Atuan. Een zucht van droge, zure, verschaalde lucht woei uit het duister naar buiten. ‘Jij mag niet naar binnen, Manan. Blijf hier wachten, buiten de deur.’
Читать дальшеИнтервал:
Закладка:
Похожие книги на «De tomben van Atuan»
Представляем Вашему вниманию похожие книги на «De tomben van Atuan» списком для выбора. Мы отобрали схожую по названию и смыслу литературу в надежде предоставить читателям больше вариантов отыскать новые, интересные, ещё непрочитанные произведения.
Обсуждение, отзывы о книге «De tomben van Atuan» и просто собственные мнения читателей. Оставьте ваши комментарии, напишите, что Вы думаете о произведении, его смысле или главных героях. Укажите что конкретно понравилось, а что нет, и почему Вы так считаете.