George Martin - De strijd der koningen

Здесь есть возможность читать онлайн «George Martin - De strijd der koningen» весь текст электронной книги совершенно бесплатно (целиком полную версию без сокращений). В некоторых случаях можно слушать аудио, скачать через торрент в формате fb2 и присутствует краткое содержание. Город: Amsterdam, Год выпуска: 1999, ISBN: 1999, Издательство: Luitingh-Sijthoff, Жанр: Фэнтези, на нидерландском языке. Описание произведения, (предисловие) а так же отзывы посетителей доступны на портале библиотеки ЛибКат.

De strijd der koningen: краткое содержание, описание и аннотация

Предлагаем к чтению аннотацию, описание, краткое содержание или предисловие (зависит от того, что написал сам автор книги «De strijd der koningen»). Если вы не нашли необходимую информацию о книге — напишите в комментариях, мы постараемся отыскать её.

Sinds de dood van koning Robert worden de opvolgingstwisten om de IJzeren Troon steeds feller voort. Zo schuwt Roberts oudste broer geen middel om zijn aanspraken te bekrachtigen, van zwarte magie tot broedermoord. Vooralsnog zonder resultaat. Duidelijk is dat koningin Cersei alles op alles zal zetten om te heersen tot Roberts zoon volwassen is. Een hele opgave. Want terwijl de vijand oprukt naar de hoofdstad, heeft Cersei haar handen vol aan de vele hofintriges. Daarbij is niet duidelijk wat de geslepen en altijd manipulerende kobold Tyrion Lannister precies in zijn schuld voert. De Noordlanden, waar als vanouds de Starks heersen, hebben intussen eigenmachtig een koning benoemd, Robb Stark. Met zijn legers trekt hij op tegen de perfide Lannisters om de moord op zijn vader te wreken. Maar daarbij blijft zijn erfgoed vrijwel onverdedigd achter, open voor een verrassingsaanval…

De strijd der koningen — читать онлайн бесплатно полную книгу (весь текст) целиком

Ниже представлен текст книги, разбитый по страницам. Система сохранения места последней прочитанной страницы, позволяет с удобством читать онлайн бесплатно книгу «De strijd der koningen», без необходимости каждый раз заново искать на чём Вы остановились. Поставьте закладку, и сможете в любой момент перейти на страницу, на которой закончили чтение.

Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

Nee, dacht Cressen, zo’n man zou geen valse hoop geven, noch een harde waarheid verzachten. ‘Ser Davos, de waarheid kan een bittere pil zijn, zelfs voor een man als heer Stannis. Het enige dat hij in zijn hoofd heeft, is op volle sterkte naar Koningslanding terug te keren om zijn vijanden te verscheuren en op te eisen wat hem rechtens toekomt. Maar nu…’

‘Als hij met deze armzalige krijgsmacht naar Koningslanding gaat,, zal hij er slechts de dood vinden. Hij heeft onvoldoende manschappen. Dat heb ik hem ook gezegd, maar u weet hoe trots hij is.’ Davos stak zijn gehandschoende hand omhoog. ‘Nog eerder zullen mijn vingers weer aangroeien dan dat die man voor rede vatbaar wordt.’

De oude man zuchtte. ‘U hebt gedaan wat u kon. Nu moet ik mijn stem aan de uwe toevoegen.’ Vermoeid hervatte hij zijn klim. Het toevluchtsoord van heer Stannis Baratheon was een groot, rond vertrek met wanden van kale, zwarte steen en vier smalle ramen naar de vier windstreken toe. In het midden stond de grote tafel waaraan de kamer zijn naam ontleende, een massieve schijf fraai bewerkt hout die Aegon Targaryen had laten vervaardigen in de dagen voor de Verovering. De Beschilderde Tafel was ruim vijftig voet lang en op het breedste punt misschien half zo breed, maar op zijn smalst mat hij minder dan vier voet. Aegons timmerlieden hadden hem de vorm van het land Westeros gegeven en daarbij elke baai en kaap afzonderlijk uitgezaagd totdat de tafel nergens meer recht liep. Op het blad, donker geworden door een kleine driehonderd jaar vernis, stonden de Zeven Koninkrijken geschilderd zoals ze er in Aegons dagen hadden uitgezien: rivieren en bergen, burchten en steden, meren en wouden.

In het vertrek stond één zetel, zorgvuldig neergezet op de plek waar Drakensteen lag, voor de kust van Westeros, en op een voetstuk geplaatst om een goed overzicht over het tafelblad te geven. In die zetel zat een man in een nauwsluitende leren kolder en hozen van ruwe bruine wol. Toen maester Cressen binnentrad keek hij op. ‘Ik zag al aankomen dat u zou verschijnen, oude man, of ik u nu zou ontbieden of niet.’ In zijn stem klonk geen zweem van warmte door. Dat was zelden zo.

Stannis Baratheon, heer van Drakensteen en bij de gratie der goden de rechtmatige erfgenaam van de IJzeren Troon van de Zeven Koninkrijken van Westeros, was breedgeschouderd en pezig, en zijn gezicht en lichaam deden denken aan taai leer dat, in de zon gelooid, staalhard geworden was. Hard was het woord dat mensen bezigden in verband met Stannis, en hard was hij. Al was hij nog geen vijfendertig jaar oud, op zijn hoofd was nog slechts een randje dun, zwart haar te zien dat als de schaduw van een kroon achter zijn oren langs groeide. Zijn broer, wijlen koning Robert, had in zijn laatste levensjaren zijn baard laten staan. Maester Cressen had die nooit gezien, maar men zei dat het een woeste baard was, dicht en onbedwingbaar. Als in reactie daarop hield Stannis zijn bakkebaarden strak en kort geknipt. Als een blauwzwarte schaduw bedekten ze zijn vierkante kaken en benige, holle wangen. Zijn ogen waren open wonden onder zware wenkbrauwen, van een blauw zo donker als de zee bij nacht. Zijn mond zou zelfs de geestigste zot tot wanhoop gedreven hebben, want die was gemaakt voor norsheid, stuursheid en afgemeten bevelen en bestond slechts uit dunne, bleke lippen en strakgespannen spieren, een mond die het glimlachen verleerd was en nooit een volle lach had gekend. Soms, als de wereld ’s nachts extra geruisloos en stil was, beeldde maester Cressen zich in dat hij heer Stannis een halve burcht verderop zijn tanden kon horen knarsen.

‘Vroeger zou u mij hebben gewekt,’ zei de oude man.

‘Vroeger was u jong. Nu bent u oud en ziek en hebt u uw slaap nodig.’ Stannis had nooit geleerd zijn woorden te verzachten, te veinzen of te vleien. Hij zei wat hij dacht, en wie daar bezwaar tegen had kon opvliegen. ‘Ik wist dat u er toch wel snel genoeg achter zou komen wat Davos te melden had. Dat is toch altijd zo?’

‘Als het niet zo was, had u niet veel aan mij,’ zei Cressen. ‘Ik kwam Davos tegen op de trap.’

‘En ik neem aan dat hij alles verteld heeft? Ik had ook de tong van die kerel moeten inkorten, net als zijn vingers.’

‘Dan had u een slechte afgezant aan hem gehad.’

‘Dat had ik toch wel. De stormheren zijn niet bereid voor mij in opstand te komen. Ze schijnen me niet te mogen, en dat mijn zaak rechtvaardig is zegt hun niets. De lafaards zullen tussen hun muren blijven zitten wachten om te zien uit welke hoek de wind waait en wie de overhand krijgt. De stoutmoedigen hebben zich al voor Renling uitgesproken. Voor Renling!’ Hij spuwde de naam uit alsof die als vergif op zijn tong lag.

‘Uw broer is al dertien jaar heer van Stormeinde. Die heren zijn zijn gezworen baandermannen…’

‘De zijne,’ onderbak Stannis hem, ‘terwijl ze rechtens de mijne zouden moeten zijn. Ik heb nooit om Drakensteen gevraagd. Ik heb het nooit gewild. Ik heb het ingenomen omdat Roberts vijanden hier zaten en hij me opdroeg om ze uit te roeien. Ik heb zijn vloot opgebouwd en zijn werk gedaan, plichtsgetrouw zoals het een jongere broer betaamt tegenover een oudere, zoals het Renling zou betamen tegen over mij. En wat kreeg ik voor dank van Robert? Hij maakt me heer van Drakensteen en geeft Stormeinde en al zijn opbrengsten aan Renling. Stormeinde behoort al driehonderd jaar aan het huis Baratheon. Het had rechtens aan mij moeten toevallen toen Robert de IJzeren Troon veroverde.’

Een oude grief, diepgevoeld, en nooit meer dan nu. Dit was de kwetsbaarste plek van zijn heer, want Drakensteen, hoe oud en sterk ook, beschikte slechts over de leenmanstrouw van een handjevol lagere vazallen, wier grondgebied op het rotsige eiland te dun bevolkt was om de aantallen krijgslieden te leveren die Stannis nodig had. Zelfs met de huurlingen die hij uit de vrijsteden Myr en Lys over de zeeëngte had meegevoerd was de strijdmacht die onder zijn muren haar kamp had opgeslagen veel te klein om het machtige huis Lannister ten val te brengen.

‘Robert heeft u onrecht aangedaan,’ antwoordde maester Cressen behoedzaam, ‘maar toch had hij daar gegronde redenen toe. Drakensteen is lange tijd de zetel van het huis Targaryen geweest. Hij had een krachtig man nodig om hier te regeren, en Renling was nog een kind.’

‘Dat is hij nog steeds,’ verklaarde Stannis, en zijn woede galmde luid door de lege zaal. ‘Een diefachtig kind, dat denkt de kroon van mijn hoofd te kunnen graaien. Wat heeft Renling ooit gedaan om een troon te verdienen? Hij zit in de raad te schertsen met Pinkje en op toernooien legt hij zijn glimmende wapenrusting aan en laat zich door een beter man van zijn paard smijten. Dat is mijn broer Renling ten voeten uit. En dat vindt dat hij koning hoort te zijn. Vertelt u mij eens, waarom hebben de goden mij met broers opgezadeld?’

‘Ik kan niet namens de goden antwoorden.’

‘U antwoordt de laatste tijd nog maar zelden, krijg ik de indruk. Wie is Renlings maester? Misschien moet ik die eens ontbieden. Het is mogelijk dat zijn raad mij beter bevalt. Wat denkt u dat die maester heeft gezegd toen mijn broer besloot mijn kroon te stelen? Welk advies had uw collega in petto voor die verraderlijke broer van mij?’

‘Het zou mij verbazen als Renling iemand om advies vroeg, Uwe Genade.’ De jongste van heer Steffons drie zonen was opgegroeid tot een dapper maar roekeloos man, die eerder impulsief dan weloverwogen handelde. Daarin, als in zoveel andere dingen, leek Renling op zijn broer Robert, en in het geheel niet op Stannis.

‘Uwe Genade,’ herhaalde Stannis verbitterd. ‘U spot met mij door mij als koning aan te spreken, maar waarvan ben ik koning? Drakensteen en wat klippen in de zeeëngte, dat is mijn koninkrijk.’ Hij daalde de treden van zijn zetel af en ging voor de tafel staan. Zijn schaduw viel over de monding van de Zwartwaterstroom en het geschilderde woud waar tegenwoordig Koningslanding lag. Daar bleef hij staan piekeren over het rijk dat hij het zijne wilde maken, zo dichtbij en toch zo veraf. ‘Vanavond zal ik de maaltijd gebruiken met mijn baanderheren, die paar die ik heb. Celtigar, Velaryon, Bar Emmon, het hele armzalige zootje. Ronduit een magere oogst, maar meer hebben mijn broers niet voor me overgelaten. Die piraat uit Lys, Salladhor Saan, komt ook om me zijn nieuwste rekening te presenteren, Morosh uit Myr zal me tot voorzichtigheid manen met zijn praatjes over getijden en najaarsstormen, terwijl heer Brandglas gaat zitten preken over de wil van de Zeven. Celtigar zal willen weten welke stormheren zich bij ons aansluiten. Velaryon zal dreigen zijn achterban mee naar huis te nemen als we niet onmiddellijk aanvallen. Wat moet ik tegen ze zeggen? Wat moet ik nu op dit moment doen?’

Читать дальше
Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

Похожие книги на «De strijd der koningen»

Представляем Вашему вниманию похожие книги на «De strijd der koningen» списком для выбора. Мы отобрали схожую по названию и смыслу литературу в надежде предоставить читателям больше вариантов отыскать новые, интересные, ещё непрочитанные произведения.


George Martin - Le bûcher d'un roi
George Martin
George Martin - Kardų audra
George Martin
George Martin - Karalių kova
George Martin
George Martin - Het stervende licht
George Martin
George Martin - Windhaven
George Martin
George Martin - Het spel der tronen
George Martin
George Martin - Regii nisipurilor
George Martin
George Martin - Dead Mans Hand
George Martin
George Martin - The Ice Dragon
George Martin
Отзывы о книге «De strijd der koningen»

Обсуждение, отзывы о книге «De strijd der koningen» и просто собственные мнения читателей. Оставьте ваши комментарии, напишите, что Вы думаете о произведении, его смысле или главных героях. Укажите что конкретно понравилось, а что нет, и почему Вы так считаете.

x