Robert Jordan - Viersprong van de Schemer
Здесь есть возможность читать онлайн «Robert Jordan - Viersprong van de Schemer» весь текст электронной книги совершенно бесплатно (целиком полную версию без сокращений). В некоторых случаях можно слушать аудио, скачать через торрент в формате fb2 и присутствует краткое содержание. Жанр: Фэнтези, на нидерландском языке. Описание произведения, (предисловие) а так же отзывы посетителей доступны на портале библиотеки ЛибКат.
- Название:Viersprong van de Schemer
- Автор:
- Жанр:
- Год:неизвестен
- ISBN:нет данных
- Рейтинг книги:4 / 5. Голосов: 1
-
Избранное:Добавить в избранное
- Отзывы:
-
Ваша оценка:
- 80
- 1
- 2
- 3
- 4
- 5
Viersprong van de Schemer: краткое содержание, описание и аннотация
Предлагаем к чтению аннотацию, описание, краткое содержание или предисловие (зависит от того, что написал сам автор книги «Viersprong van de Schemer»). Если вы не нашли необходимую информацию о книге — напишите в комментариях, мы постараемся отыскать её.
Viersprong van de Schemer — читать онлайн бесплатно полную книгу (весь текст) целиком
Ниже представлен текст книги, разбитый по страницам. Система сохранения места последней прочитанной страницы, позволяет с удобством читать онлайн бесплатно книгу «Viersprong van de Schemer», без необходимости каждый раз заново искать на чём Вы остановились. Поставьте закладку, и сможете в любой момент перейти на страницу, на которой закончили чтение.
Интервал:
Закладка:
Hoe langzaam de voorstelling ook vooruitkwam, uiteindelijk bereikten ze het veer over de Eldar, die liep van Alkindar op de westelijke oever naar Coramen op de oostelijke oever, piepkleine ommuurde dorpjes met stenen gebouwtjes met dakpannen en elk een zestal stenen dokken. De zon stond hoog aan de hemel, er was bijna geen wolkje te zien, en als er al wolken langsdreven waren die zo wit als pas gewassen wol. Geen regen vandaag, misschien. Het was een belangrijke oversteekplaats, met handelsschepen langs de kaden en grote ponten die van het ene dorp naar het andere kropen. De Seanchanen vonden dat blijkbaar ook. Ze hadden legerkampen buiten beide dorpen opgezet, en gezien de stenen muren die werden opgetrokken rond de kampen en de stenen bouwsels daarbinnen, leek het erop dat ze niet van plan waren snel weer te vertrekken. Mart reed met Pips de oever op, samen met de eerste wagens. De bruine ruin zag er gewoon genoeg uit voor een onoplettend oog; het leek niet vreemd dat hij werd bereden door een vent in een ruwe mantel met een wollen kap over zijn oren tegen de kou. Hij was niet echt van plan een spurt te trekken naar het heuvelachtige, beboste landschap achter Coramen. Hij dacht er wel aan, maar was het niet echt van plan. Ze zou hem aan de haak slaan, of hij er nu vandoor ging of niet. Dus loodste hij Pips naar het einde van de stenen pier en keek hoe de voorstelling aan wal kwam en doorreed naar het dorp. Er waren Seanchanen op de pieren; een stel gespierde kerels in wapenrustingen van blauw en goud onder leiding van een slanke jonge officier met een dunne blauwe pluim op zijn vreemde helm. Het leek alsof ze daar enkel waren om de orde te handhaven, maar de officier wilde Luca’s paardenvergunning zien, en Luca vroeg of de edele heer misschien een geschikt stuk land buiten het dorp wist waar ze konden optreden. Mart kon wel janken. Hij zag soldaten in gestreepte pantsers de winkels en taveernen in de straat achter hem in en uit lopen. Een raken daalde met lange, geribde vleugels uit de hemel af en streek neer buiten een van de kampen aan de overkant van de rivier. Drie of vier van de wezens met hun slangenogen zaten al op de grond. Er moesten wel honderden soldaten in die kampen zitten. Misschien wel duizenden. En Luca wilde zijn voorstelling opbouwen.
Toen bonsde een van de ponten tegen de stootbanden aan het eind van de pier, en kwam het plankier naar beneden om de purperen wagen aan land te laten. Setalle reed. Selucia zat naast haar en keek onder haar vaalrode kap vandaan. Aan de andere kant van Setalle, in een donkere mantel zodat er geen centimeter van haar te zien was, zat Tuon.
Mart dacht dat zijn ogen uit zijn hoofd zouden vallen. Als zijn hart niet eerst in zijn keel sprong. De dobbelstenen waren weer in zijn hoofd begonnen, dat ratelende gevoel van dobbelstenen die over een tafel rolden. Deze keer zouden ze worden gezien door de Duistere, hij wist het zeker.
Hij kon niets anders doen dan de purperen wagen volgen, zich gedragen alsof het leven geweldig was en door de brede hoofdstraat rijden onder de roep van verkopers die hun waren aan de man brachten. Tussen de Seanchaanse soldaten door. Ze liepen nu niet in het gelid en keken belangstellend naar de fel gekleurde wagens. Hij reed mee en wachtte tot Tuon hen riep. Ze had haar woord gegeven, maar een gevangene zou alles beweren om te zorgen dat de boeien losgingen. Ze hoefde alleen maar te roepen en er zouden duizend Seanchaanse soldaten aan komen draven. De dobbelstenen duikelden en stuiterden door Marts hoofd. Hij reed door, wachtend op de ogen van de Duistere.
Tuon zei geen woord. Ze keek nieuwsgierig langs de rand van haar diepe kap, nieuwsgierig en voorzichtig, maar ze hield haar gezicht verborgen en zelfs haar handen hield ze in haar mantel gewikkeld. Ze kroop tegen Setalle aan als een kind dat in een menigte de bescherming van haar moeder zoekt. Geen woord tot ze langs de poorten van Coramen waren en naar de rand van de heuvelrug aan de andere kant van het dorp reden, waar Luca de wagens al aan het verzamelen was. Toen wist Mart zeker dat er geen ontsnapping mogelijk was. Ze zou hem aan de haak slaan. Ze wachtte alleen het juiste tijdstip af.
Hij zorgde dat alle Seanchanen die avond in hun wagens bleven, en de Aes Sedai ook. Niemand had sul’dam of damane gezien voor zover Mart wist, maar de Aes Sedai deden een keer niet moeilijk. Tuon deed ook niet moeilijk. Ze eiste iets waardoor Setalles wenkbrauwen bijna van haar hoofd vielen. Ze deed het voorkomen als een soort verzoek, een herinnering aan de belofte die hij had gedaan, maar hij herkende een eis wanneer hij er een hoorde. Maar een man moest de vrouw met wie hij ging trouwen toch vertrouwen. Hij zei haar dat hij erover moest nadenken, zodat ze zich niet in het hoofd zou halen dat hij alles zou doen wat ze maar wilde. Hij dacht er de hele dag over na terwijl Luca zijn voorstelling opbouwde. Hij dacht na en zweette, terwijl vele Seanchanen naar de kunstenmakers kwamen kijken. Hij dacht erover na terwijl de wagens door de heuvels naar het oosten reden, langzamer dan ooit, maar hij wist wat hij moest antwoorden.
Op de derde dag nadat ze de rivier hadden verlaten, bereikten ze het zoutdorp Jurador en vertelde hij Tuon dat hij het zou doen. Ze lachte naar hem en de dobbelstenen in zijn hoofd zwegen. Hij zou zich dat altijd blijven herinneren. Ze lachte en tóén stopten de dobbelstenen. Het was toch om te janken!
29
Er flikkert iets
Dit is waanzin,’ gromde Domon met zijn armen over elkaar alsof hij de uitgang van de wagen bewaakte. Misschien deed hij dat ook wel. Hij had zijn kin uitdagend vooruitgestoken, met een kortgeknipte baard die toch nog langer was dan het haar op zijn hoofd, en hij bewoog zijn handen alsof hij vuisten wilde maken of ergens mee worstelde. Domon was breed, maar niet zo dik als hij op het eerste gezicht leek. Mart ging zijn vuisten of een worstelpartij liever uit de weg, als dat kon.
Hij wond de zwartzijden sjaal om zijn nek om zijn litteken te verbergen en stopte de uiteinden onder zijn jas. De kans dat er iemand in Jurador was die wist over een man in Ebo Dar met een zwarte sjaal... De kans leek in ieder geval klein, zelfs zonder zijn geluk. Natuurlijk moest hij er altijd nog rekening mee houden dat hij ta’veren was, maar als dat hem oog in oog bracht met Suroth of een handjevol dienaren van het Tarasinpaleis, kon hij in bed blijven met zijn hoofd onder de dekens en zou het nog gebeuren. Soms moest je gewoon op geluk vertrouwen. Het probleem was dat toen hij vanmorgen wakker werd, de dobbelstenen weer door zijn hoofd rolden. Ze stuiterden tegen de binnenkant van zijn schedel. ‘Ik heb het beloofd,’ zei hij. Het was prettig om weer fatsoenlijke kleding te dragen. Zijn jas was goed gemaakt van fijne groene wol en kwam bijna tot aan zijn knieën en de omgeklapte randen van zijn laarzen. Hij was niet geborduurd – een beetje zou geen kwaad kunnen – maar er zat wel wat kant langs de randen. En hij droeg een goed zijden hemd. Hij wenste dat hij een spiegel had. Een man moest er goed uitzien op een dag als deze. Hij pakte zijn mantel van het bed en gooide die om zijn schouders. Geen opvallend ding zoals die van Luca. Donkergrijs, bijna zo donker als de nacht. Alleen de voering was rood. De pin op zijn mantel was een eenvoudige zilveren knoop, niet groter dan zijn duim.
‘Ze heeft haar woord gegeven, Baile,’ zei Egeanin. ‘Haar woord. Dat breekt ze niet. Nooit.’ Egeanin klonk volkomen overtuigd. Overtuigder dan Mart, in ieder geval. Maar soms moest je een kans wagen. Zelfs als zijn nek op het spel stond. Hij had het beloofd. En hij had zijn geluk.
‘En toch is het waanzin,’ gromde Domon. Maar hij ging met tegenzin bij de deur vandaan toen Mart zijn zwarte hoed op zette. Tenminste, nadat Egeanin hem met een snelle ruk van haar hoofd te kennen gaf dat hij opzij moest gaan. Maar hij bleef loeren. Ze volgde Mart de wagen uit met een frons op haar gezicht en prutsend aan haar zwarte pruik. Misschien voelde het ding nog steeds niet gemakkelijk, of misschien was het nu anders omdat haar eigen haar al meer dan een maand weer aan het groeien was. Maar nog niet genoeg om zonder pruik te kunnen. Niet tot ze ten minste honderd span verder bij Ebo Dar vandaan waren. Misschien zou het pas veilig zijn als ze over de Damonabergen in Morland waren. De hemel was helder, de zon was net over het hoogste punt geklommen, nog onzichtbaar achter de wanden van de voorstelling, en de ochtend was warm, maar alleen vergeleken met een sneeuwstorm. Het was niet de heldere frisheid van een late winterochtend in Tweewater, maar een kilte die langzaam in je botten trok en je adem in wolkjes veranderde. De kunstenmakers haastten zich voort als mieren in een mierenhoop en de lucht was gevuld met geroep; wie had die jongleerspullen verplaatst, wie had dat stel bretels met rode sterren geleend of dat toneel weggehaald. Het zag eruit als het begin van een opstand, maar er klonk geen boosheid in de stemmen. Ze riepen en zwaaiden met hun armen, maar er werd niet geslagen wanneer er een voorstelling op komst was, en hoe dan ook stonden alle kunstenmakers altijd op tijd klaar voordat de eerste bezoekers binnenkwamen. Ze waren dan misschien langzaam met inpakken, maar optreden betekende geld verdienen en daarvoor kwamen ze wel snel in beweging.
Читать дальшеИнтервал:
Закладка:
Похожие книги на «Viersprong van de Schemer»
Представляем Вашему вниманию похожие книги на «Viersprong van de Schemer» списком для выбора. Мы отобрали схожую по названию и смыслу литературу в надежде предоставить читателям больше вариантов отыскать новые, интересные, ещё непрочитанные произведения.
Обсуждение, отзывы о книге «Viersprong van de Schemer» и просто собственные мнения читателей. Оставьте ваши комментарии, напишите, что Вы думаете о произведении, его смысле или главных героях. Укажите что конкретно понравилось, а что нет, и почему Вы так считаете.