Albert Baantjer - Moord in een café
Здесь есть возможность читать онлайн «Albert Baantjer - Moord in een café» весь текст электронной книги совершенно бесплатно (целиком полную версию без сокращений). В некоторых случаях можно слушать аудио, скачать через торрент в формате fb2 и присутствует краткое содержание. Город: Utrecht, Год выпуска: 2011, ISBN: 2011, Издательство: De Fontein, Жанр: Детектив, на нидерландском языке. Описание произведения, (предисловие) а так же отзывы посетителей доступны на портале библиотеки ЛибКат.
- Название:Moord in een café
- Автор:
- Издательство:De Fontein
- Жанр:
- Год:2011
- Город:Utrecht
- ISBN:978-90-261-2870-7
- Рейтинг книги:5 / 5. Голосов: 1
-
Избранное:Добавить в избранное
- Отзывы:
-
Ваша оценка:
- 100
- 1
- 2
- 3
- 4
- 5
Moord in een café: краткое содержание, описание и аннотация
Предлагаем к чтению аннотацию, описание, краткое содержание или предисловие (зависит от того, что написал сам автор книги «Moord in een café»). Если вы не нашли необходимую информацию о книге — напишите в комментариях, мы постараемся отыскать её.
Moord in een café — читать онлайн бесплатно полную книгу (весь текст) целиком
Ниже представлен текст книги, разбитый по страницам. Система сохранения места последней прочитанной страницы, позволяет с удобством читать онлайн бесплатно книгу «Moord in een café», без необходимости каждый раз заново искать на чём Вы остановились. Поставьте закладку, и сможете в любой момент перейти на страницу, на которой закончили чтение.
Интервал:
Закладка:
‘Uw haar is nu heel kort. Daarvoor was het veel langer?’ vraagt Zijlstra verder.
Ze houdt haar hand met uitgestrekte vingers ter hoogte van haar schouder. ‘Tot hier ongeveer.’
‘Wanneer hebt u het voor het laatst zo kort als nu gehad?’
Ze haalt haar schouders op. ‘O, jaren geleden. Maar nu wilde ik gewoon weer eens wat anders. Ik was dat lange haar zat.’ ‘Waar slaat dit op?’ wil de man weten. ‘Waarom vraagt u dit allemaal?’
Alsof hij die onderbreking niet gehoord heeft, vraagt Zijlstra aan de vrouw: ‘Klopt het dat u in het leger hebt gezeten?’
Cecilia van den Genugten slaat haar armen over elkaar en leunt achterover. ‘Ik heb bij de landmacht gediend, ja.’
‘Onder meer in Koeweit?’
Ze knikt. ‘Ik ben met de vredesmissie mee geweest in de Golfoorlog, ja. Eerst Koeweit, maar vooral Irak.’
‘Dus u bent een getraind vechter en u kunt met wapens omgaan,’ constateert Zijlstra terwijl hij haar strak blijft aankijken.
Er bewegen spieren bij de kaken van de vrouw. Haar vingers klemmen zich om de tafelrand.
‘Ja, mijn vrouw is beroepsmilitair geweest!’ roept de man getergd uit. ‘En tegenwoordig geeft ze zelfverdedigingslessen in het buurthuis. Waar ze nu dus ook had moeten zijn, als u ons niet hierheen had laten komen. Wat wilt u nu eigenlijk van ons?’
Nu kijkt Zijlstra de man recht aan. ‘Wij willen graag van uw vrouw weten of zij misschien op de avond van de moord in Amsterdam is geweest. En of ze in café Het Pronkjuweel met uw vader gesproken heeft.’
Woedend staat Egbert van den Genugten op. ‘Ik weiger nog langer naar deze onzin te luisteren! Hoe komt u aan deze quatsch? Denk maar niet dat ik niet zie wat hier gebeurt, hoor!’ ‘Wat gebeurt hier dan?’ vraagt Graanoogst rustig.
‘U kunt de moordenaar van mijn vader niet vinden en daarom probeert u ons die moord aan te wrijven!’
De man windt zich steeds meer op, terwijl zijn vrouw aan de tafel blijft zitten en naar haar handen kijkt.
‘U zou zich moeten schamen!’ roept haar echtgenoot. ‘Ik weet precies hoe dat gaat: hé, de zoon heeft een problematische relatie met zijn vader. Hé, zijn vrouw heeft in het leger gezeten, dus dan zal zij het wel gedaan hebben! Kotsmisselijk word ik van zoiets, weet u dat? Kotsmisselijk! Wij zijn geen daders, wij zijn slachtoffers!’
‘U bent inderdaad een slachtoffer,’ beaamt Zijlstra. ‘Het slachtoffer van uw vader. Maar u hebt een daadkrachtige vrouw, die wraak heeft genomen voor u.’
‘Kijk, dat bedoel ik nou!’ tiert de man. ‘Zulk soort denken! Daar word ik nou echt niet goed van!’
‘Uw vrouw is op de avond van de moord in Het Pronkjuweel geweest,’ gaat Zijlstra rustig verder. ‘Daar heeft ze met uw vader gepraat. Dat hebben mensen gezien. En omdat ze bang was dat ze misschien zou kunnen worden herkend, heeft ze de volgende dag haar kapsel ingrijpend laten bijwerken.’
‘U speculeert maar wat,’ zegt de vrouw. ‘Hoe komt u aan die onzin? Nee, ik ben die avond niet naar Amsterdam geweest. Dus kan ik daar ook niet gezien zijn. Iedereen die dat zegt liegt.’
‘Wij gaan,’ kondigt de man beslist aan. Hij staat resoluut op en helpt zijn vrouw met opstaan door haar stoel achteruit te schuiven. ‘Kom, schat, we blijven hier geen minuut langer.’
‘Een ogenblikje nog.’ Ook Zijlstra staat op en maakt een sussend gebaar. ‘Nog een ogenblik geduld, ik moet even iets navragen.’
‘Geen sprake van,’ briest de man. ‘Wij gaan nú weg.’
‘Dat zou ik niet doen, als ik u was,’ raadt Graanoogst hem aan, nog altijd vriendelijk glimlachend. ‘Dan zouden wij u namelijk moeten laten ophalen door onze geüniformeerde collega’s. Mijn collega heeft echt niet veel tijd nodig, maar dit is belangrijk. Ik vraag u daarom nog even te blijven zitten en rustig uw koffie op te drinken.’
Met zichtbare tegenzin neemt het echtpaar weer plaats.
‘Ik ben zo terug,’ kondigt Zijlstra aan vanuit de deuropening.
27
In de ruimte naast Verhoorkamer 2 staan Ringeling en Van Amerongen met de kleine, dikke man.
‘En, meneer Boonstra,’ vraagt Zijlstra als hij naar hen toe loopt en de man een hand geeft, ‘is zij het? Is dit de vrouw die u hebt gezien in Het Pronkjuweel?’
De kleine man draait zich naar de grote ruit, die de achterkant is van de doorkijkspiegel in de verhoorkamer. Hij kijkt naar de man en de vrouw, die in een verhit gesprek zijn met Graanoogst. Doordat de microfoon uit staat, kunnen ze niet horen wat er gezegd wordt.
‘Ik weet het niet zeker,’ zegt hij aarzelend. ‘Ze lijkt er wel op, maar haar haar is heel anders. En ze gedraagt zich ook heel anders dan toen in het café.’
‘Kijk nog eens goed!’ Zijlstra komt vlak naast hem staan, waardoor hij Ringeling dwingt een stap achteruit te doen. ‘Ze heeft haar haren laten knippen en natuurlijk heeft ze een totaal ander soort kleding aan dan die avond.’
‘Eh… ja.’ De handen van het onzeker kijkende kleine mannetje spelen met zijn veterdas. ‘Maar eh…’
‘Kom op!’ roept Zijlstra gefrustreerd. ‘Probeer het je voor te stellen!’
Van Amerongen kijkt hem waarschuwend aan. Ze weten allebei dat te hevig aandringen kan leiden tot een valse getuigenis, omdat de ooggetuige zijn waarneming dan maar al te graag aanpast aan wat de politie van hem wil. Al was het maar om ervan af te zijn. Dat zou niet alleen onjuist zijn, maar ook geen standhouden in de rechtbank: advocaten maken doorgaans gehakt van dat soort praktijken.
‘Nog één keer, meneer Boonstra,’ zegt Ringeling kalm. ‘Kunt u ons met zekerheid zeggen of deze vrouw dezelfde is die u op de avond van de moord in café Het Pronkjuweel heeft zien praten met ome Kees?’
Met een gepijnigde uitdrukking brengt het mannetje zijn gezicht dichter bij het glas. ‘Ze lijkt er wel op. Maar in zo’n café is het natuurlijk niet zo licht als hier, dan ziet alles er anders uit. En echt, ik weet het niet zeker.’
Zijlstra draait zijn ogen omhoog en schudt zijn hoofd. Hij is alweer op weg naar de deur als hij de man hoort zeggen: ‘Het is echt jammer dat ik haar borsten zo niet goed kan zien.’ Geërgerd draait hij zich om en valt uit: ‘Nee, u hebt gelijk, dat is nou precies wat hier jammer is: dat u haar borsten niet kunt zien!’
Ringeling en Van Amerongen grinniken.
De man draait zich weer naar het grote raam. ‘Ja, want als ik haar tattoo kon zien, wist ik het zeker.’
Met twee stappen is Zijlstra bij de man en grijpt hem bij de schouders. ‘Heeft ze een tatoeage? Waarom hebt u dat niet eerder gezegd?’
Geschrokken trekt de kleine man zijn hoofd wat terug. ‘Ja, dat weet ik niet, hoor. Niet aan gedacht.’
‘Waar heeft ze die tatoeage? Op haar borst?’ wil Zijlstra weten.
‘Hierzo.’ De man wijst boven zijn eigen rechterborst. ‘We konden hem prima zien toen ze gehurkt zat, met die bloes wat open. Zo’n legerding. Ik had het er nog met Fedor over, want die herkende het. Want hij heeft zelf in het leger gezeten, weet u. Ik niet, ik —’
Zijlstra onderbreekt hem ruw. ‘Wat is het voor tatoeage? Een legerembleem, zei u?’
‘Nee, dat heeft Fedor zelf, met daaromheen van die Keltische strepen. Best een mooie tattoo.’ Als de man het ongeduld op het gezicht van Zijlstra ziet, gaat hij haastig verder. ‘Maar zij had alleen een paar letters. “Army” stond er. Ja, dat was het. Want ik dacht eerst dat ze misschien Amy heette en haar naam had laten tatoeëren, maar toen zei Fedor…’
Zijlstra hoort de rest al niet meer, want hij is het kamertje al uit gesneld. Op een holletje gaat hij naar zijn bureau en drukt de spatiebalk van zijn toetsenbord in, waardoor zijn monitor uit de sluimerstand komt. Gejaagd roept hij de Facebook-pagina van Cecilia van den Genugten op en gaat door naar de foto’s. Vervolgens klikt hij de foto aan waarop de vrouw met lang haar en een gebruind lichaam in een kleine bikini poseert. Hij vergroot de foto tot die zijn hele beeldscherm vult en tuurt.
Читать дальшеИнтервал:
Закладка:
Похожие книги на «Moord in een café»
Представляем Вашему вниманию похожие книги на «Moord in een café» списком для выбора. Мы отобрали схожую по названию и смыслу литературу в надежде предоставить читателям больше вариантов отыскать новые, интересные, ещё непрочитанные произведения.
Обсуждение, отзывы о книге «Moord in een café» и просто собственные мнения читателей. Оставьте ваши комментарии, напишите, что Вы думаете о произведении, его смысле или главных героях. Укажите что конкретно понравилось, а что нет, и почему Вы так считаете.