Albert Baantjer - De Cock en de dode meesters
Здесь есть возможность читать онлайн «Albert Baantjer - De Cock en de dode meesters» весь текст электронной книги совершенно бесплатно (целиком полную версию без сокращений). В некоторых случаях можно слушать аудио, скачать через торрент в формате fb2 и присутствует краткое содержание. Город: Baarn, Год выпуска: 1998, ISBN: 1998, Издательство: De Fontein, Жанр: Детектив, на нидерландском языке. Описание произведения, (предисловие) а так же отзывы посетителей доступны на портале библиотеки ЛибКат.
- Название:De Cock en de dode meesters
- Автор:
- Издательство:De Fontein
- Жанр:
- Год:1998
- Город:Baarn
- ISBN:978-90-261-0663-7
- Рейтинг книги:4 / 5. Голосов: 1
-
Избранное:Добавить в избранное
- Отзывы:
-
Ваша оценка:
- 80
- 1
- 2
- 3
- 4
- 5
De Cock en de dode meesters: краткое содержание, описание и аннотация
Предлагаем к чтению аннотацию, описание, краткое содержание или предисловие (зависит от того, что написал сам автор книги «De Cock en de dode meesters»). Если вы не нашли необходимую информацию о книге — напишите в комментариях, мы постараемся отыскать её.
De Cock en de dode meesters — читать онлайн бесплатно полную книгу (весь текст) целиком
Ниже представлен текст книги, разбитый по страницам. Система сохранения места последней прочитанной страницы, позволяет с удобством читать онлайн бесплатно книгу «De Cock en de dode meesters», без необходимости каждый раз заново искать на чём Вы остановились. Поставьте закладку, и сможете в любой момент перейти на страницу, на которой закончили чтение.
Интервал:
Закладка:
‘Dat begrijp ik niet.’
Smalle Lowietje trok achteloos zijn schouders op.
‘Ik weet welke jongens over de moord op die officier van justitie hebben gesproken… over hun plannen… het bedrag dat hen werd geboden. Ik denk dat de werkelijke moordenaar mallotig genoeg is om de begrafenis van zijn slachtoffer bij te wonen.’
‘En dan?’
‘Wat bedoel je?’
‘Als hij komt?’
Smalle Lowietje keek naar hem op.
‘Dan wijs ik hem jou aan.’
De Cock trok een denkrimpel in zijn voorhoofd.
‘Lowietje als versliecheraar… ben jij van je geloof afgestapt?’
De tengere caféhouder schudde zijn hoofd.
‘Wanneer een jongen van de penoze met een hoer samenleeft en zo nu en dan een kraak zet, dan heb ik daar vrede mee. Hij mag van mijn part ook allerlei andere akkefietjes opknappen, die het daglicht niet kunnen velen.’
Smalle Lowietje zweeg even. In zijn stem sloop venijn toen hij verder ging.
‘Maar wanneer deftige heren met witte boorden vanachter hun bureau dicteren wie er dient te worden vermoord omdat ze een gevaar vormen voor de instandhouding van hun misdaadimperium, dan stort mijn wereld in.’
De Cock legde vertrouwelijk zijn hand op de tengere schouder van de caféhouder en schonk hem een milde grijns.
‘Dat is geen drama, Lowie,’ sprak hij met een zweem van tederheid. ‘Mijn wereld is al lang geleden ingestort. Van hetgeen ik als jong rechercheur als recht en billijk zag, is in onze samenleving nog maar weinig over.’ Hij grinnikte vreugdeloos. ‘En dan te bedenken dat ik mij mijn hele leven heb ingespannen om die oude begrippen van recht en billijkheid in stand te houden.’
De oude rechercheur zweeg. Hij keek de kleine man voor zich langdurig aan.
‘Ga naar huis, Lowie,’ sprak hij dwingend. ‘Je loopt hier een longontsteking op. Bovendien… jouw moordenaar komt niet.’
Smalle Lowietje keek opnieuw naar hem op. Over zijn lelijke muizensmoeltje gleed een traan.
‘Dat weet je zeker?’
‘Absoluut.’
‘Ik had je willen helpen, De Cock.’
De grijze speurder knikte. Er schoot een brok in zijn keel. ‘Lowie,’ sprak hij schor, ‘geloof me… dat weet ik… daarvoor is in mijn hart geen twijfel.’
Een brede, glanzende lijkwagen kroop langzaam over het grind van het toegangspad naderbij. Op enige afstand stopten de volgwagens. De deuren van de aula gleden onhoorbaar open en de met bloemen bedekte baar werd uit de wagen getild.
Met ontbloot hoofd, zijn vormloos hoedje in zijn hand, keek De Cock toe. Toen eenieder door de aula was opgeslokt, stapte hij met Vledder als laatste naar binnen. De beide rechercheurs schoven naar de achterwand. Met hun rug leunend tegen de eikenhouten lambrisering, keken ze naar een deftig in het zwart geklede heer, die achter een katheder plaatsnam.
De heer rangschikte enige papieren voor zich en kuchte indrukwekkend. Daarna bracht hij zijn beide armen in een theatraal gebaar schuin naar voren.
‘God,’ sprak hij met grote stemverheffing, ‘schenke u Zijn zegen en geve u vrede. Amen.’ Hij liet zijn beide armen zakken en ging rustiger verder. ‘Ziende op de Heer die gesproken heeft: Ik ben de opstanding en het leven, die in Mij gelooft zal leven, ook al is hij gestorven en eenieder die leeft…’
Vledder bracht zijn mond naar het oor van De Cock.
‘Ik heb dit meer gehoord,’ fluisterde hij. ‘Hebben die jongens in het zwart geen andere tekst?’
De Cock keek hem bestraffend aan, maar reageerde verder niet.
‘Wij zijn hier,’ galmde de stem gedragen verder, ‘om te gedenken een moedig man… een man die in dienst stond van het recht… met hart en ziel de gerechtigheid nastreefde… en nooit verzakend in zijn pogen om de misdaad in al haar verschij…’
De oude rechercheur liet zijn scherpe blik over de ruggen van de aanwezigen dwalen.
Vooraan, in het midden, gesluierd in zwarte tule, zat mevrouw Donker-Korzelius. Haar lange zwarte haren waren gevangen in een wrong. In haar rechterhand klemde ze een tot een bol samengeknepen zakdoekje.
Naast haar zat een statige heer met charmant grijs aan de slapen. De Cock schatte hem op haar vader. Voor zover hij zijn gelaatstrekken kon waarnemen, waren er duidelijk overeenkomsten.
Op de tweede rij, met strakke gezichten en in stemmig zwart, zaten enige officieren van justitie, ex-collega’s van de dode meester Donker-Korzelius. Ook herkende de grijze speurder leden van de parketwacht.
Ineens bleef zijn blik rusten op een jonge vrouw in een donkergroene wijde regenmantel en een bijpassend hoedje in de vorm van een zuidwester. Ze zat op de achterste rij. Naast haar waren stoelen vrij.
De Cock sloop voorzichtig op zijn tenen langs de eikenhouten lambrisering naar haar toe en liet zich op de stoel links van haar zakken.
De vrouw schrok zichtbaar.
Terwijl de zalvende woorden van de prediker vanachter zijn katheder tot in de hoeken van de aula dreunden, boog de oude rechercheur zich iets naar haar toe.
‘Annette van het Sticht,’ sprak hij zacht, ‘wanneer verandert u van toilet?’
Na een kille begrafenisplechtigheid, zonder emoties van verdriet, reden ze met hun Golf van het oude Zorgvlied weg. Het stormde nog steeds.
Vledder gniffelde.
‘Schrok Annette van het Sticht toen jij haar zei dat jij dezelfde mantel en hoedje in Baarn in de villa van Peter Gramsma had gezien?’
De Cock knikte.
‘Haar stuntelig verweer, dat haar wijde groene mantel van een gangbaar confectiemodel was en dat het bijpassende hoedje in vrijwel elke modezaak werd verkocht, klonk weinig overtuigend.’
Vledder grijnsde.
‘Maar je kon het niet weerleggen.’
De Cock maakte een hulpeloos gebaar.
‘Dat is het. Annette van het Sticht had gelijk. We hebben haar niet in persoon gezien. Alleen haar kleding… althans soortgelijke kleding in de garderobenis. Het ware misschien beter geweest als wij die avond in Baarn waren blijven posten om te zien of ze uit de villa kwam. Maar ik had geen zin om daar een nacht of wellicht nog langer aan op te offeren.’
Vledder liet zijn stuur even met beide handen los.
‘En wat dan nog? Zelfs al hadden wij haar uit de villa zien komen…’ Hij maakte zijn zin niet af.
De Cock grinnikte.
‘Annette van het Sticht werd bepaald onrustig toen ik haar vertelde dat ik ook de geur van haar parfum had herkend.’
Vledder keek hem verwonderd aan.
‘Was dat zo?’
De Cock schudde zijn hoofd.
‘Het was een leugentje… een leugentje om bestwil. Het hielp ook niet. Annette van het Sticht bleef ontkennen dat zij vertrouwelijke gegevens van justitie aan Peter Gramsma doorgaf. Ze beweerde, dat zij de topcrimineel alleen van naam kende en nooit enig contact met hem had gehad.’
‘Ze liegt?’
De Cock ademde diep.
‘Ik ben er vrijwel van overtuigd dat zij een informante is van Peter Gramsma. Het ellendige is dat het moeilijk te bewijzen valt.’
‘Ze kan dus rustig doorgaan?’
De Cock spreidde zijn handen.
‘Hoofdinspecteur Karperhof zal het probleem van de lekken met de nieuwe officier van justitie opnemen. Maar als dezelfde mensen op dezelfde plaatsen blijven zitten, verwacht ik daar niet veel van.’
Vledder fronste zijn wenkbrauwen.
‘Kunnen ze die Annette van het Sticht bij de justitie niet ontslaan?’
De Cock trok een bedenkelijk gezicht.
‘Voor een ontslag moet men gronden aanvoeren… de reden voor het ontslag. En als Annette van het Sticht dat ontslag en de aangevoerde gronden niet accepteert en bij het Ambtenarengerecht in beroep gaat, vrees ik dat men haar ontslag weer ongedaan moet maken.’
‘Je bedoelt dat keiharde bewijzen ontbreken.’
De Cock knikte.
‘Het enige wat men kan doen, is haar op een werkplek plaatsen waar ze geen kwaad kan.’
Читать дальшеИнтервал:
Закладка:
Похожие книги на «De Cock en de dode meesters»
Представляем Вашему вниманию похожие книги на «De Cock en de dode meesters» списком для выбора. Мы отобрали схожую по названию и смыслу литературу в надежде предоставить читателям больше вариантов отыскать новые, интересные, ещё непрочитанные произведения.
Обсуждение, отзывы о книге «De Cock en de dode meesters» и просто собственные мнения читателей. Оставьте ваши комментарии, напишите, что Вы думаете о произведении, его смысле или главных героях. Укажите что конкретно понравилось, а что нет, и почему Вы так считаете.