Albert Baantjer - De Cock en moord op termijn
Здесь есть возможность читать онлайн «Albert Baantjer - De Cock en moord op termijn» весь текст электронной книги совершенно бесплатно (целиком полную версию без сокращений). В некоторых случаях можно слушать аудио, скачать через торрент в формате fb2 и присутствует краткое содержание. Город: Baarn, Год выпуска: 1998, ISBN: 1998, Издательство: De Fontein, Жанр: Детектив, на нидерландском языке. Описание произведения, (предисловие) а так же отзывы посетителей доступны на портале библиотеки ЛибКат.
- Название:De Cock en moord op termijn
- Автор:
- Издательство:De Fontein
- Жанр:
- Год:1998
- Город:Baarn
- ISBN:978-90-261-0219-4
- Рейтинг книги:5 / 5. Голосов: 1
-
Избранное:Добавить в избранное
- Отзывы:
-
Ваша оценка:
- 100
- 1
- 2
- 3
- 4
- 5
De Cock en moord op termijn: краткое содержание, описание и аннотация
Предлагаем к чтению аннотацию, описание, краткое содержание или предисловие (зависит от того, что написал сам автор книги «De Cock en moord op termijn»). Если вы не нашли необходимую информацию о книге — напишите в комментариях, мы постараемся отыскать её.
De Cock en moord op termijn — читать онлайн бесплатно полную книгу (весь текст) целиком
Ниже представлен текст книги, разбитый по страницам. Система сохранения места последней прочитанной страницы, позволяет с удобством читать онлайн бесплатно книгу «De Cock en moord op termijn», без необходимости каждый раз заново искать на чём Вы остановились. Поставьте закладку, и сможете в любой момент перейти на страницу, на которой закончили чтение.
Интервал:
Закладка:
Vledder grinnikte.
‘De officier kan ook de FIOD inlichten. Dan hebben we morgen een deurwaarder van Rijksbelastingen op de stoep.’
‘Die kans is niet gering.’
De jonge rechercheur trok rimpels in zijn voorhoofd.
‘Het lijkt mij toch niet onmogelijk,’ sprak hij na enig nadenken, ‘dat het geld afkomstig is van een of andere drugsdeal, die Casper kort voor zijn arrestatie op de Zeedijk had afgewikkeld.’
De Cock knikte traag.
‘We kunnen dat niet bewijzen. Dat is de ellende. Maar je hebt gelijk, het ligt voor de hand. In die business werkt men niet met cheques.’
Hij plooide zijn gezicht in een droevige grijns. ‘Tenzij je een groot vermogen erft… in Nederland kun je niet op een eerlijke manier rijk worden… dat lukt je gewoon niet… zeker niet op je achttiende jaar. Bovendien, eerlijk geld plak je niet op je buik. Dat beleg je heel netjes bij een degelijke bank.’
Vledder reed het Muntplein over.
‘Misschien heeft hij het wel geërfd,’ grinnikte hij.
De Cock snoof. ‘Zijn vader is greenkeeper op een golfbaan. Ik weet niet precies wat dat inhoudt, maar dat lijkt mij toch ook geen job om rijkdommen te vergaren.’
Vledder hield de lach op zijn gezicht.
‘Wat dacht je van een suikeroom?’
De Cock negeerde de vraag. Geërgerd drukte hij zich wat omhoog. ‘Casper van Hoogwoud presenteert zich aan ons als een aardige, charmante, intelligente jongeman.’ Zijn toon werd ineens fel. ‘Dat beeld is vals. Volgens mij is hij een verduiveld gevaarlijk kereltje, dat op zijn jeugdige leeftijd al de harde mentaliteit heeft van iemand die het aandurft om hoog spel te spelen. Ik zal morgen eens met de collega’s van de narcoticabrigade praten. Het feit dat Casper van Hoogwoud in ons antecedentensysteem niet voorkomt, zegt mij niets.’
Vledder keek opzij.
‘Je bedoelt dat hij best een paar maal in the picture kan zijn geweest, maar dat men nooit iets heeft kunnen bewijzen.’
‘Precies.’
Via het Rokin, de Dam en het Damrak reed de jonge rechercheur rechts de Oudebrugsteeg in. Op de steiger achter het bureau stapten ze uit. Het anders zo rustige water van het Damrak golfde met witte schuimkoppen.
Een felle wind joeg de rechercheurs voort naar de luwte van de Warmoesstraat. Toen ze de hal van het bureau binnenstapten, wenkte Jan Kusters hen vanachter de balie. De wachtcommandant leek wat opgewonden.
‘Ik ben blij dat jullie er zijn. Ik heb er net een wagentje heen gestuurd.’
De Cock keek hem onderzoekend aan. ‘Waarheen?’
‘Naar de Keizersgracht bij de Hartenstraat. In een portiek voor de deur van een advocatenkantoor ligt een man.’
‘Dood?’
Kuster knikte.
‘Met een ingeslagen schedel.’
Toen Vledder op de steiger weer in de Volkswagen stapte, vloekte hij hartgrondig. Zijn gezicht zag rood. Met veel kracht trok hij het portier dicht.
‘Twee doden op één avond is mij feitelijk wat te veel,’ knorde hij. ‘Een mens krijgt niet eens de tijd om alles op een rijtje te zetten.’
De Cock, naast hem, grijnsde.
‘Ik dacht dat je het recherchevak het mooiste vak van de wereld vond?’
De jonge rechercheur knikte heftig. ‘Dat is het ook.’ Hij startte de motor. ‘Het begint bij mij altijd te kriebelen als er zo veel ineens op mij afkomt.’
De Cock plooide zijn gezicht tot een effen masker. ‘Neem eens contact op met je toekomstige moordenaars.’ Het klonk spottend. ‘Misschien, dat ze hun activiteiten een beetje kunnen doseren.’
Vledder keek nijdig opzij.
‘Barst.’
Te snel trok hij van de steiger weg.
De Cock liet zich behaaglijk onderuitzakken.
‘Doe maar gewoon kalmpjes aan,’ sommeerde hij gemoedelijk.
‘Dood is dood. Daar kunnen wij beiden toch niets aan veranderen.’
De jonge rechercheur hield echter het gas op de plank.
‘Ik wil vannacht nog wel een paar uur naar mijn bed,’ gromde hij.
De Cock schoof zijn oude hoedje wat naar voren. ‘Jeugd,’ zei hij. Het klonk berustend.
Vanuit de Raadhuisstraat draaiden ze met gierende banden de Keizersgracht op. Midden op de brug naar de Hartenstraat stond een politiesurveillancewagen. Vledder reed er voorbij en parkeerde op de Keizersgracht aan de wallenkant tussen de bomen. Ze stapten uit. Het stormde nog steeds.
Een jonge diender liep op De Cock toe. Hij had de klep van zijn pet tot op zijn ogen getrokken. Hij brulde boven de storm uit: ‘Volgens mij is hij het zelf!’
‘Wie?’
‘Die dode man.’
De Cock schonk hem een milde glimlach.
‘Vind je het erg als ik zeg dat ik je niet begrijp?’ vroeg hij minzaam.
De jongeman begon wat verlegen te grinniken.
‘Ik denk,’ sprak hij kalmer, ‘dat die dode man in het portiek de advocaat is die hier zijn kantoor heeft. Vermoedelijk werd hij neergeslagen op het moment dat hij de deur van zijn kantoor wilde openen. Hij heeft de sleutelbos nog in zijn rechterhand.’
De grijze speurder legde vertrouwelijk zijn hand op de schouder van de jonge diender en knikte. ‘Dat is een stuk duidelijker,’ prees hij. ‘Heb je de meute al gewaarschuwd?’
‘Ja, via de wachtcommandant.’
Met de diender enkele meters voor zich uit, liep De Cock verder de gracht op naar een portiek, waaruit een paar voeten staken. Met een zaklantaarn in zijn hand knielde hij naast de dode. Op het wat kalende achterhoofd ontdekte hij een diepe, gapende wond. Klonters donkerrood bloed kleefden aan de nekharen.
Vledder boog zich over hem heen. ‘Van achteren neergeslagen?’
De Cock knikte traag.
Naast het hoofd van de dode man lag een bril met een fraai gouden montuur. Een van de glazen was gebroken. Uit de dichtgeknepen rechterhand puilde een bruin lederen etui, waaruit een ring met sleutels stak.
De knieën van De Cock kraakten toen hij overeind kwam. Met de zaklantaarn bescheen hij de binnenmuren van het portiek.
‘Een enkele slag,’ mompelde hij. Vledder keek hem van terzijde aan. ‘Hoe bedoel je?’
‘De eerste slag was direct raak. Als men voor een tweede keer in die wond had gemept, dan had je hier bloedspatten moeten vinden.’ Hij gaf de zaklantaarn aan Vledder over. ‘Maar bekijk het zelf nog eens. Zo best zijn mijn ogen ook niet meer.’
Vanuit de hoogte keek De Cock peinzend op de dode neer. Hij schatte de man op rond de vijftig. Hij was keurig gekleed in een stemmig donkerblauw kostuum met vest en een parelgrijze stropdas, waarop iets boven het midden een fonkelende briljant in een witgouden zetting. Een overjas ontbrak.
De oude rechercheur draaide zich om naar de jonge diender en maakte een brede armzwaai. ‘Probeer eens de motorkappen van de hier in de directe omgeving geparkeerde wagens. Misschien vind je er een bij die nog warm aanvoelt.’
‘De wagen van het slachtoffer?’
De Cock knikte.
‘Het lijkt mij het beste dat je de merken en kentekens noteert van alle wagens waarvan de motorkap nog niet geheel is afgekoeld.’
De diender verdween.
Vledder tikte De Cock achter op de schouder.
‘Je hebt gelijk, er zijn geen bloedspatten. En de toegangsdeur is gaaf. Geen sporen van braak.’ Hij liet het ovaal van de zaklantaarn rusten op een indrukwekkende koperen plaat aan de muur. In zwarte, verzonken letters stond er: Mr. J.O.B. van Abbenes, advocaat-procureur . Vledder liet het schijnsel van de zaklantaarn op het slachtoffer zakken. ‘Zou hij het echt zijn?’
‘Het lijkt erop. We moeten even wachten tot Van Wielingen straks foto’s heeft gemaakt, dan kunnen we eens kijken of hij papieren bij zich heeft.’
‘Van Abbenes… wel eens iets van gehoord?’
De Cock trok zijn schouders op.
‘Het zegt mij niets.’
Vledder gniffelde.
‘Jee-Oo-Bee. Welke vader geeft zijn kind als voornamen Job mee?’
Читать дальшеИнтервал:
Закладка:
Похожие книги на «De Cock en moord op termijn»
Представляем Вашему вниманию похожие книги на «De Cock en moord op termijn» списком для выбора. Мы отобрали схожую по названию и смыслу литературу в надежде предоставить читателям больше вариантов отыскать новые, интересные, ещё непрочитанные произведения.
Обсуждение, отзывы о книге «De Cock en moord op termijn» и просто собственные мнения читателей. Оставьте ваши комментарии, напишите, что Вы думаете о произведении, его смысле или главных героях. Укажите что конкретно понравилось, а что нет, и почему Вы так считаете.