Albert Baantjer - De Cock en moord op termijn
Здесь есть возможность читать онлайн «Albert Baantjer - De Cock en moord op termijn» весь текст электронной книги совершенно бесплатно (целиком полную версию без сокращений). В некоторых случаях можно слушать аудио, скачать через торрент в формате fb2 и присутствует краткое содержание. Город: Baarn, Год выпуска: 1998, ISBN: 1998, Издательство: De Fontein, Жанр: Детектив, на нидерландском языке. Описание произведения, (предисловие) а так же отзывы посетителей доступны на портале библиотеки ЛибКат.
- Название:De Cock en moord op termijn
- Автор:
- Издательство:De Fontein
- Жанр:
- Год:1998
- Город:Baarn
- ISBN:978-90-261-0219-4
- Рейтинг книги:5 / 5. Голосов: 1
-
Избранное:Добавить в избранное
- Отзывы:
-
Ваша оценка:
- 100
- 1
- 2
- 3
- 4
- 5
De Cock en moord op termijn: краткое содержание, описание и аннотация
Предлагаем к чтению аннотацию, описание, краткое содержание или предисловие (зависит от того, что написал сам автор книги «De Cock en moord op termijn»). Если вы не нашли необходимую информацию о книге — напишите в комментариях, мы постараемся отыскать её.
De Cock en moord op termijn — читать онлайн бесплатно полную книгу (весь текст) целиком
Ниже представлен текст книги, разбитый по страницам. Система сохранения места последней прочитанной страницы, позволяет с удобством читать онлайн бесплатно книгу «De Cock en moord op termijn», без необходимости каждый раз заново искать на чём Вы остановились. Поставьте закладку, и сможете в любой момент перейти на страницу, на которой закончили чтение.
Интервал:
Закладка:
‘Hoelang?’
‘Een jaar of vijftien. Misschien nog langer. Hij woonde toen op het stille stukje van de Geldersekade. Kraaitje kwam altijd in het geweer, wanneer naar zijn mening ergens onrecht was geschied.’
‘Gewelddadig?’
‘In de regel.’
‘Primitief?’
‘Meestal.’
Vledder boog zich naar hem toe. ‘De Cock… wat wil je nog meer?’ Hij kon de ergernis in zijn stem niet weren. ‘Alles sluit als een bus. Ditmaal was, naar zijn mening, hem persoonlijk onrecht aangedaan.’ Hij zweeg even peinzend. ‘En denk eens aan dat telefoontje achteraf: “niet wegens uwe gerechtigheid, maar de mijne.” Dat duidt toch volkomen op het karakter van die Franciscus van der Kraay.’
De grijze speurder reageerde plotseling scherp.
‘Dat telefoontje, Dick… kwam van een vrouw.’
De Cock bemerkte ineens dat ze al geruime tijd stil stonden. Hij drukte zich wat omhoog en bezag de file op het Damrak voor de verkeerslichten van de Dam. ‘Ik dacht dat we al veel verder waren,’ mijmerde hij hardop. Met een zorgelijk gezicht schoof hij de mouw van zijn colbert terug en keek op zijn horloge. Het was al bijna kwart over vier. Als het verkeer hen nog langer ophield, kwamen ze beslist te laat.
Vledder keek hem van terzijde aan. ‘Het spitsuur begint. Straks wordt het nog erger.’ Hij zweeg even. ‘Moet het per se vandaag?’
‘Wat ge vandaag nog kunt verrichten… stel dat nooit tot morgen uit,’ declameerde De Cock met stemverheffing.
Vledder grinnikte.
‘Dat is zeker weer zo’n uitspraak van je oude moeder?’
De Cock lachte ontspannen.
‘Je begint mijn familie al aardig te kennen.’
Er kwam weer wat beweging in de file en de jonge rechercheur trok de wagen langzaam op. ‘Wat dacht je bij die IJsselsteinse bank te bereiken?’
De Cock gebaarde wat vaag in de ruimte.
‘Meester Daerthuizen, de algemeen directeur van de bank, was zo vriendelijk en bereidwillig om ons te ontvangen. En dat, geloof me, is al heel wat.’
Vledder gniffelde.
‘Maar geen antwoord op mijn vraag.’
De Cock plukte aan het puntje van zijn neus.
‘Die vermaledijde honderd bankbiljetten van duizend gulden, die Casper van Hoogwoud rond zijn buik had geplakt, zitten mij nog steeds behoorlijk dwars. Misschien dat wij de bankrekening van die jongeman eens onder ogen kunnen krijgen.’
‘Wat wil je ermee?’
De Cock grijnsde. ‘Ambtelijke nieuwsgierigheid, het intrigeert mij gewoon wie er zo losjes met een ton omgaat.’
‘Je bedoelt… wie die honderdduizend gulden op die jongen zijn rekening heeft gestort?’
De Cock knikte. ‘En waarom? Ik ben nogal kritisch bij het beschouwen van liefdadige motieven.’
Ze reden zwijgend verder. Het verkeer werd in korte tijd nog intensiever en ze kwamen maar langzaam vooruit. De Cock keek weer op zijn horloge. De heer Daerthuizen had hem beloofd dat hij tot halfvijf op hem zou blijven wachten. Het was al bijna vijfentwintig minuten over vieren. De tijd begon te dringen.
Vledder vloekte hartgrondig op de chauffeur van de auto voor hen, die bij een kruising treuzelde. ‘Heb je aan directeur Daerthuizen verteld waarover je hem wilde spreken?’ vroeg hij, nadat hij weer vrij baan had.
‘Dat moest ik wel. Daerthuizen wilde zich op het gesprek voorbereiden en voordien wat informaties inwinnen. Ik heb daar wel begrip voor. Ik ben zo vaag mogelijk gebleven, maar kon er toch niet aan ontkomen de naam van Casper van Hoogwoud te noemen. Uiteraard was ik hem het liefst rauw op zijn dak gevallen.’
Vledder draaide vanaf de Vijzelstraat de Keizersgracht op.
‘Weet je wat ik niet begrijp, De Cock?’
‘Nou?’
‘Waarom jij op het bureau, tijdens jouw onderhoud met Charles van Dungen, niet over de affaire Casper van Hoogwoud hebt gesproken. Ik had dat verwacht. Hij had je wellicht enige opheldering kunnen geven.’
De Cock draaide zich half naar hem toe.
‘Ik heb er echt aan gedacht, Dick. Maar al in het begin van het gesprek heb ik dat plan laten varen. Zie je, die Charles van Dungen is óf bijzonder naïef… óf hij toont ons opzettelijk een vals beeld van een uiterst integere meester Van Abbenes. In beide gevallen leek het mij niet raadzaam om Casper van Hoogwoud en zijn — in mijn ogen — kwade honderdduizend gulden ter sprake te brengen. Ik denk dat elk antwoord leugenachtig zou zijn geweest.’ Hij wuifde wat nonchalant. ‘Maar Charles van Dungen is de wereld nog niet uit.’
Vledder vond bij de bank op de gracht aan de wallenkant voor de Volkswagen nog een plekje tussen de bomen. De beide rechercheurs stapten uit. De Cock raadpleegde opnieuw zijn horloge. ‘Ik ben bang,’ zei hij somber, ‘dat hij er niet meer is. Wij zijn ruim twaalf minuten te laat.’
Vledder trok een ernstig gezicht.
‘Laten we hopen,’ sprak hij plechtig, ‘dat de gerechtigheid de heer Daerthuizen ruim twaalf minuten waard is.’
De Cock keek bewonderend naar Vledder op. ‘Dat is een mooie kreet,’ sprak hij lovend.
Na het beklimmen van een brede, monumentale trap, liepen ze in de hal op een man af, die in een wit marmeren carré stond. Hij droeg een onberispelijk donkerblauw uniform met op beide revers, in zilver, het embleem van de bank.
De Cock nam zijn hoedje in de hand.
‘Wij… eh, wij zijn rechercheurs van politie… Vledder en De Cock… van het bureau Warmoesstraat. We hebben een afspraak met de heer Daerthuizen.’
De man keek omhoog naar een enorme klok. Daarna keek hij weer hooghartig naar de rechercheurs. ‘Op dit tijdstip,’ sprak hij wat verveeld, ‘is onze heer Daerthuizen in de regel niet meer in het gebouw aanwezig.’
De Cock maakte een verontschuldigend gebaar.
‘Het spijt ons. Wij zijn wat opgehouden in het verkeer. Maar de heer Daerthuizen heeft beloofd op ons te zullen wachten.’
De man in uniform verliet met duidelijke tegenzin zijn carré en verdween een tiental meters verderop achter een hoge deur. Na een paar minuten kwam hij terug en leidde de rechercheurs naar de lift.
‘De eerste etage,’ sprak hij mat. ‘De secretaresse van meneer zal u daar opwachten.’ De Cock boog tot dank. Toen de liftdeuren op de eerste etage voor hen opengingen, stond daar een knappe, uiterst degelijk geklede jonge vrouw met een beroepsmatige glimlach om de lippen. ‘Willen de heren mij volgen?’
De Cock en Vledder sjokten achter haar aan door een ruime, met roze marmer beklede gang. Aan het eind pakte zij de klink van een fraai bewerkte houten deur, hield die uitnodigend open en verdween geruisloos.
Meester Daerthuizen bleek een lange, statige man met een gebruind gelaat en strak donkerblond haar, iets grijzend aan de slapen. Hij troonde in een zetel met een opvallend hoge rugleuning achter een imposant bureau van donker eiken. Zonder op te staan wuifde hij de beide rechercheurs naderbij en bood hen een stoel aan.
‘Waarmee kan ik de heren van dienst zijn?’
Het klonk niet onvriendelijk.
De Cock legde, zoals gebruikelijk, zijn oude hoedje naast zich op het tapijt. Daarna blikte hij omhoog, met zijn markante gezicht in een ernstige plooi.
‘Wij hebben de droeve taak,’ sprak hij somber, ‘om een onderzoek in te stellen naar het gewelddadig verscheiden van de heer Van Abbenes… advocaat-procureur… kantoorhoudend hier op dezelfde gracht.’
Daerthuizen knikte. ‘Ik heb het vernomen en ik moet u zeggen dat ik door het gebeurde diep ben geschokt. Ik heb de heer Van Abbenes heel goed gekend. Wij waren… eh, hoe zal ik dat zeggen… vrienden.’ Hij zweeg even en staarde de beide rechercheurs aan. ‘Ik ben dan ook bereid om aan uw onderzoek mijn volledige medewerking te verlenen.’
De Cock knikte dankbaar.
‘Onze naspeuringen hebben nog weinig resultaten opgeleverd. Dat was ook niet te verwachten in zo’n korte spanne tijds. We hebben inmiddels wel begrepen dat de heer Van Abbenes een omvangrijke praktijk had.’
Читать дальшеИнтервал:
Закладка:
Похожие книги на «De Cock en moord op termijn»
Представляем Вашему вниманию похожие книги на «De Cock en moord op termijn» списком для выбора. Мы отобрали схожую по названию и смыслу литературу в надежде предоставить читателям больше вариантов отыскать новые, интересные, ещё непрочитанные произведения.
Обсуждение, отзывы о книге «De Cock en moord op termijn» и просто собственные мнения читателей. Оставьте ваши комментарии, напишите, что Вы думаете о произведении, его смысле или главных героях. Укажите что конкретно понравилось, а что нет, и почему Вы так считаете.