Vledder wenkte om aandacht.
‘Waarom gaf Geert Dijke directeur Scheltema het advies om Charles van Kinsbergen bij ons aangifte te laten doen van de vermissing van Albert Versteegh?’
De Cock glimlachte.
‘Geert Dijke droeg dezelfde wetenschap met zich mee als zijn schoonvader… Van Kinsbergen was een bendeleider en de meedogenloze moordenaar van Katja Anna Solarsky. Hij wilde dat wij kennis met hem zouden maken en hoopte dat wij iets aan hem zouden merken.’
Vledder grinnikte.
‘Een kinderlijke gedachte.’
De Cock maakte een afwerend gebaar.
‘Je moet wel beseffen dat Albert Versteegh en Geert Dijke door de ontvoering van hun zoon en kleinzoon in een uiterst benarde positie waren gemanoeuvreerd.’ De oude rechercheur grinnikte. ‘Ik denk dat zij ons meer geestelijke gaven hebben toegedacht dan waarover wij beschikken.’
Fred Prins boog zich iets naar voren.
‘Was Van Kinsbergen ook de man die in Huizen directeur Scheltema en zijn hond doodschoot?’
De Cock knikte.
‘Onderzoek heeft uitgewezen dat Scheltema en zijn hond zijn vermoord met hetzelfde wapen als waarmee Katja Anna Solarsky werd omgebracht. Ik heb nog geen uitslag van het onderzoek naar de kogels uit het lichaam van Mooie Richard.’ De grijze speurder schudde zijn hoofd. ‘Ik heb geen twijfels.’
Fred Prins gebaarde voor zich uit.
‘Dat was ook het werk van Charles van Kinsbergen?’
‘Zeker.’
Mevrouw De Cock verschoof iets in haar fauteuil.
‘Hoe is het nu met Appie,’ vroeg ze bezorgd, ‘de zoon van Geert Dijke en Marjan.’
De Cock lachte.
‘Appie eet weer elke morgen boterhammen met pindakaas.’ Zijn gezicht versomberde. ‘Marjan is in een paar dagen tijd zeker vijftien pond afgevallen. De ontvoering van haar zoon heeft haar erg aangegrepen. Geert en Marjan hebben Appie voor alle zekerheid uitgebreid laten onderzoeken. Naar het schijnt heeft de jongen geen nadelige gevolgen aan zijn avontuur overgehouden.’
De Cock leunde achterover in zijn fauteuil. Zijn blik gleed over de gezichten van Dick Vledder en Fred Prins. Er waren geen vragen meer en het gesprek werd algemener.
De grijze speurder schonk nog eens in en mevrouw De Cock deelde lekkernijen rond.
Toen vrij laat de beide jonge rechercheurs waren vertrokken, schoof ze een poef bij en ging tegenover haar man zitten.
‘Hoe gaat het nu met Anuschka op de boerderij in Schermerhorn?’
De Cock glimlachte.
‘Wel goed, dacht ik. Dankzij de kruiden die Klaas van het Hogereinde haar toedient fleurt ze aardig op. Hij heeft ook een schoolbord voor haar gekocht.’
Mevrouw De Cock keek haar man verwonderd aan.
‘Een schoolbord?’
De Cock knikte.
‘Klaas wijst Anuschka voorwerpen aan… een stoel bijvoorbeeld. Dan schrijft zij op het bord hoe dat in haar taal wordt geschreven en uitgesproken. Klaas doet dan hetzelfde in het Nederlands.’
Mevrouw De Cock lachte.
‘En wanneer zijn ze aan abstracte begrippen toe?’
‘Abstracte begrippen?’
Mevrouw De Cock knikte.
‘Liefde… bijvoorbeeld.’
De oude rechercheur keek haar schattend aan.
‘Is liefde een abstract begrip?’
‘Absoluut.’
Op het gezicht van De Cock kwam een zoete grijns.
‘Ik denk,’ sprak hij gniffelend, ‘dat zelfs Klaas van het Hogereinde weet hoe je twee hartjes moet tekenen… met een pijl erdoor.’
Mevrouw De Cock glimlachte ondeugend.
‘Jij wist het… langgeleden.’
Zie De Cock en een strop voor Bobby .
Geld bedingen voor een te leveren dienstbetoon.
Bargoens voor souteneurs.
Peedee: plaats delict. Vroeger: plaats des misdrijfs.
De politie ressorteert nu onder die twee ministeries.
Zie De Cock en moord à la carte .
Folteringen.
Beroemd kruidenvrouwtje.
Kennis van de stad, haar straten, pleinen en grachten.
Spottende uitdrukking voor de groep mensen die bij de behandeling van een moord aanwezig dient te zijn.