Albert Baantjer - De Cock en de ontgoochelde dode
Здесь есть возможность читать онлайн «Albert Baantjer - De Cock en de ontgoochelde dode» весь текст электронной книги совершенно бесплатно (целиком полную версию без сокращений). В некоторых случаях можно слушать аудио, скачать через торрент в формате fb2 и присутствует краткое содержание. Город: Baarn, Год выпуска: 2002, ISBN: 2002, Издательство: De Fontein, Жанр: Детектив, на нидерландском языке. Описание произведения, (предисловие) а так же отзывы посетителей доступны на портале библиотеки ЛибКат.
- Название:De Cock en de ontgoochelde dode
- Автор:
- Издательство:De Fontein
- Жанр:
- Год:2002
- Город:Baarn
- ISBN:978-90-261-0124-4
- Рейтинг книги:4 / 5. Голосов: 1
-
Избранное:Добавить в избранное
- Отзывы:
-
Ваша оценка:
- 80
- 1
- 2
- 3
- 4
- 5
De Cock en de ontgoochelde dode: краткое содержание, описание и аннотация
Предлагаем к чтению аннотацию, описание, краткое содержание или предисловие (зависит от того, что написал сам автор книги «De Cock en de ontgoochelde dode»). Если вы не нашли необходимую информацию о книге — напишите в комментариях, мы постараемся отыскать её.
De Cock en de ontgoochelde dode — читать онлайн бесплатно полную книгу (весь текст) целиком
Ниже представлен текст книги, разбитый по страницам. Система сохранения места последней прочитанной страницы, позволяет с удобством читать онлайн бесплатно книгу «De Cock en de ontgoochelde dode», без необходимости каждый раз заново искать на чём Вы остановились. Поставьте закладку, и сможете в любой момент перейти на страницу, на которой закончили чтение.
Интервал:
Закладка:
Hij glimlachte wat verlegen. ‘Meer was er niet,’ legde hij verontschuldigend uit. ‘De brief was niet afgemaakt.’
Hij deed zijn boekje in zijn binnenzak en pakte zijn hoed. Zonder iets te zeggen stond hij op en liep weg. Bij de deur keek hij nog eens om. Dr. Hoekstra zat als verdoofd in zijn stoel. Zijn gezicht zag zo wit als een doek.
15
De Cock slenterde op zijn gemak naar de haven. Hij hoopte dat hij de dokter op de juiste manier had bewerkt. Het voorlezen van de brief was een opwelling geweest, een plotselinge impuls waarvan vooraf niet viel te voorspellen hoe het zou uitpakken. Het was een schot in de ruimte. Maar al had hij het gevoel zich in deze zaak weinig missers te kunnen veroorloven, het kon geen kwaad. De Sjaak van Zwarte Sylvie had de brief kort voor zijn dood geschreven. Uit de tekst bleek duidelijk dat de vriend voor wie de brief was bestemd, van alles op de hoogte was. Hij schreef: Ik heb haar gevonden . Er werd geen verdere aanduiding gegeven. De vriend wist kennelijk wie met die haar werd bedoeld. Blijkbaar was hij ook op de hoogte van het plan dat de briefschrijver had… Een plan waarvan deze betwijfelde of het nog zin had. De Cock zuchtte.
Waarom zou de jonge dokter die vriend niet kunnen zijn? Het kon toch… of niet?
Hij tastte in zijn zakken en stak een sigaret op. De Sjaak van Zwarte Sylvie, zo mediteerde hij, bleek ene Marcel uit het logement De Blauwe Lampetkan. En die Marcel had in een vertrouwelijke bui aan oom Lodewijk gebiecht dat hij Tjeerd Talema was.
Hij inhaleerde diep. Die Tjeerd Talema werd op de 15de maart in Amsterdam met ingeslagen schedel uit het water van de Brouwersgracht gevist. En al had hij, De Cock, dan nog niet de hand op de moordenaar kunnen leggen, tot zover had alles een natuurlijk verloop. Hij grinnikte voor zich uit.
Maar hier, in het vriendelijke Zoetekamp, vertelde iedereen dat Tjeerd Talema al drie jaar geleden was gestorven. Het stond in het Zoetekampse overlijdensregister onverbiddelijk vermeld… een witmarmeren steen op het kerkhof liet aan duidelijkheid niets te wensen over… en een jonge dokter getuigde geduldig dat Tjeerd Talema, de enige vriend die hij in zijn leven had gekend, drie jaar geleden aan een simpele hartverlamming was gestorven.
Hij trok zijn gezicht in een droeve grijns. Het was misschien het beste om onmiddellijk de boot naar Amsterdam te nemen en de commissaris nederig te vragen of hij nog iemand achter de hand had om die zaak van de vermoorde drenkeling over te nemen. Dat gegoochel met een tweemaal gestorven Tjeerd Talema zat hem niet lekker. Niemand sterft voor de tweede maal. Al deden ze hier in Zoetekamp nog zo hun best… het kon niet. De Tjeerd Talema naar wiens moordenaar hij zocht, stierf op de 14de maart en niet op de 12de februari drie jaar geleden. Hij bukte zich voor een lijn met wasgoed die dwars over het straatje was gespannen.
Maar wie, zo vroeg hij zich af, lag er dan onder die witmarmeren steen? Of… of hadden er misschien twee Tjeerd Talema’s bestaan?
Hij schudde wat kriegel zijn hoofd. Dat leek hoogst onwaarschijnlijk! Beide mannen zouden dan niet alleen dezelfde naam hebben gedragen, maar bovendien nog als twee druppels water op elkaar hebben geleken. Immers, het portret dat Mabel Paddington vier weken geleden van de toen nog levende Tjeerd Talema schilderde, werd door mensen die een drie jaar dode Tjeerd Talema bedoelden, onmiddellijk herkend. Hij grijnsde breed. Zou het misschien een onmiddellijk-na-de-geboorte-gescheiden-eeneiige-tweeling zijn geweest?
Hij trok zijn neus op. Goed voor een droef keukenmeidenverhaal. In de grauwe praktijk van zijn lange rechercheloopbaan was hij zoiets nog nooit tegengekomen. Maar het kon natuurlijk, het kon. En het was zaak om met alle mogelijkheden rekening te houden.
Bijna ongemerkt was hij aan de haven gekomen. Hij vond de visser, zoals afgesproken, op de bank bij de visafslag. De oude klopte zorgvuldig zijn pijpje tegen de zijkant van zijn klomp uit. ‘Heeft hij u wat gegeven?’ vroeg hij nieuwsgierig.
De Cock schudde zijn hoofd.
‘We hebben het over Tjeerd gehad.’
‘En?’
‘Hij is gestorven aan een hartverlamming.’
De oude knikte bedachtzaam. ‘Dat zei de dokter toen ook. Tjeerd was aan zijn hart gestorven.’ Hij borg voorzichtig zijn stenen pijpje op. ‘Het is niet zo vreemd als jonge mensen aan hun hart sterven.’ Met de rug van zijn hand wreef hij langs zijn mond. ‘Hoeveel keren zal ik in mijn jonge jaren aan mijn hart zijn gestorven? Man… soms driemaal in de week.’
De Cock keek hem fronsend aan. ‘U bedoelt dat Tjeerd Talema niet aan een hartverlamming stierf?’
De oude schudde het hoofd. ‘Tjeerd was misschien weer eens dodelijk verliefd, maar zijn hart… zijn hart mankeerde niets.’ Hij stond van zijn bank op. ‘Zal ik u eens wat zeggen? Zolang ik me kan herinneren — en dat is al heel lang — is er in onze familie nog nooit iemand aan zijn hart gestorven.’ Hij sloeg wat wild met zijn vuist op zijn borst. ‘En dan bedoel ik die tikker, hier, vanbinnen.’
‘Waaraan stierf Tjeerd Talema dan?’
‘Kijk, meneer de rechercheur, dat had u nu aan de dokter moeten vragen.’
De Cock klemde zijn lippen op elkaar. Hij had het wanhopige gevoel steeds verder van de oplossing weg te drijven. ‘Wie is de knaker?’
De oude glimlachte. ‘Heeft de dokter van hem verteld?’ De Cock knikte. ‘Hij zegt dat het zijn schuld is dat er hier in het dorp over hem wordt geroddeld.’
De oude keek wrevelig voor zich uit. ‘De knaker is een puur best mens. Ik ken hem. Zijn enige ondeugd is dat hij graag een dikkop lust. En wat is daarop tegen?’
‘Niets.’
‘Zo is het! De jonge dokter heeft zich alleen vergist. Hij dacht dat de knaker na één fles jonge jenever al niet meer wist wat hij deed.’ Hij krabde zich grinnikend in de nek. ‘Dan had hij een vat voor hem neer moeten zetten.’
De Cock keek de visser verwonderd aan. ‘Gaf dokter Hoekstra,’ vroeg hij ongelovig, ‘de knaker een hele fles jenever?’ De oude knikte overtuigd. ‘Een hele fles. En hij had nog meer kunnen krijgen.’
De Cock staarde somber voor zich uit. Hij begreep het niet meer. Die dokter had toch duidelijk gezegd dat hij de timmerman zonder borrel had weggestuurd!
‘Waar kan ik de knaker vinden?’
De oude wuifde in de richting van het dorp. ‘In de timmerloods. Griet van Lange Meindert is gisteren gestorven. Hij zal wel met haar kist bezig zijn.’ Hij keek naar de rechercheur op. ‘Ik wil u wel even brengen. Het is nogal lastig te vinden.’
‘Graag.’
De visser streek langs zijn tanige nek. ‘Ik heb alleen hier weer zo’n droog gevoel. En als ik me goed herinner, dan heb ik nog steeds een dubbele van u tegoed.’
De Cock lachte. ‘U hebt gelijk. We kunnen samen best een hartversterkertje gebruiken.’
Broederlijk stapten ze naar Het Wapen van Zoetekamp.
Jauwkien van Trui kwam onmiddellijk naar hen toe. Haar gezicht straalde. Ze tastte in een zak onder haar schort en legde voor de verbaasde ogen van de rechercheur vijf bankbiljetten van honderd gulden neer.
‘Die zijn voor u.’
De Cock keek verward op. ‘Voor mij?’
Ze knikte. ‘Ik heb uw schilderij verkocht.’
‘Wat?’
Ze keek hem lachend aan. ‘Een mooie prijs, vindt u niet?’ De Cock slikte. ‘Ma… maar,’ stamelde hij, ‘ik wilde het schilderij helemaal niet verkopen.’
Het gezicht van de hotelhoudster betrok. ‘U maakt toch geen schilderijen om ze zelf te houden?’
De Cock sloeg zijn handen voor zijn gezicht. Het was stom geweest het portret in de gelagkamer te laten staan. ‘Wie heeft het gekocht?’ kreunde hij.
‘Ilona.’
‘Welke Ilona?’
‘Ilona van Corstanje. Ze is altijd al gek op Tjeerd geweest. Ze kwam hier een halfuurtje geleden nogal zenuwachtig binnen. Blijkbaar had iemand haar verteld dat u een portret van Tjeerd had geschilderd. Hier in het dorp gaan de nieuwtjes nu eenmaal snel rond.
Читать дальшеИнтервал:
Закладка:
Похожие книги на «De Cock en de ontgoochelde dode»
Представляем Вашему вниманию похожие книги на «De Cock en de ontgoochelde dode» списком для выбора. Мы отобрали схожую по названию и смыслу литературу в надежде предоставить читателям больше вариантов отыскать новые, интересные, ещё непрочитанные произведения.
Обсуждение, отзывы о книге «De Cock en de ontgoochelde dode» и просто собственные мнения читателей. Оставьте ваши комментарии, напишите, что Вы думаете о произведении, его смысле или главных героях. Укажите что конкретно понравилось, а что нет, и почему Вы так считаете.