Albert Baantjer - De Cock en de ontgoochelde dode
Здесь есть возможность читать онлайн «Albert Baantjer - De Cock en de ontgoochelde dode» весь текст электронной книги совершенно бесплатно (целиком полную версию без сокращений). В некоторых случаях можно слушать аудио, скачать через торрент в формате fb2 и присутствует краткое содержание. Город: Baarn, Год выпуска: 2002, ISBN: 2002, Издательство: De Fontein, Жанр: Детектив, на нидерландском языке. Описание произведения, (предисловие) а так же отзывы посетителей доступны на портале библиотеки ЛибКат.
- Название:De Cock en de ontgoochelde dode
- Автор:
- Издательство:De Fontein
- Жанр:
- Год:2002
- Город:Baarn
- ISBN:978-90-261-0124-4
- Рейтинг книги:4 / 5. Голосов: 1
-
Избранное:Добавить в избранное
- Отзывы:
-
Ваша оценка:
- 80
- 1
- 2
- 3
- 4
- 5
De Cock en de ontgoochelde dode: краткое содержание, описание и аннотация
Предлагаем к чтению аннотацию, описание, краткое содержание или предисловие (зависит от того, что написал сам автор книги «De Cock en de ontgoochelde dode»). Если вы не нашли необходимую информацию о книге — напишите в комментариях, мы постараемся отыскать её.
De Cock en de ontgoochelde dode — читать онлайн бесплатно полную книгу (весь текст) целиком
Ниже представлен текст книги, разбитый по страницам. Система сохранения места последней прочитанной страницы, позволяет с удобством читать онлайн бесплатно книгу «De Cock en de ontgoochelde dode», без необходимости каждый раз заново искать на чём Вы остановились. Поставьте закладку, и сможете в любой момент перейти на страницу, на которой закончили чтение.
Интервал:
Закладка:
‘Wat?’
‘Net wat ik zeg: verdwenen, spoorloos. Ik hoorde het van de jongens van de krant. Ze vroegen of wij misschien wisten waar ze was. Ze hadden haar in verband met die geschiedenis van vanmorgen graag willen interviewen. Maar ze is nergens te vinden.’ De Cock haalde zijn schouders op. ‘Ik kan me voorstellen dat ze zich voor de journalisten verbergt. Ze wilden haar vanmorgen al te lijf. Ik heb haar met de grootste moeite in een taxi kunnen stoppen.’ Hij streek met zijn hand over zijn grijze haren. ‘Heb je al bericht uit St. Etienne?’
‘Ja.’
‘En?’
Vledder schudde bedroefd het hoofd. ‘Er bestaat geen Marcel Duval,’ zei hij somber. ‘Althans geen Marcel Duval met een Franse vader en een moeder van Nederlandse afkomst. Ze hebben het hele bevolkingsregister van St. Etienne overhoopgehaald. Toen dat geen resultaten opleverde, heeft de recherche geprobeerd aan de hand van het signalement iets te doen.’ ‘Nou?’
Vledder glimlachte. ‘Inspecteur Boulanger van het onvolprezen politiekorps van St. Etienne had ruim drie minuten nodig om zijn oprechte spijt te betuigen.’
‘Met andere woorden: het is niets geworden.’
‘Nee. We kunnen de gegevens uit het register van De Blauwe Lampetkan wel vergeten. Onze dode komt niet uit St. Etienne.’ De Cock zuchtte. ‘Ik was er al bang voor.’
‘Waarom?’
De Cock liet zich in zijn stoel achter zijn bureau zakken. ‘Iemand,’ zei hij, ‘die in Frankrijk is opgegroeid, zal — ook al heeft hij een Hollandse moeder — onze taal met een typisch Frans accent spreken.’ Hij schudde zijn hoofd. ‘En van zo’n accent heeft geen van onze getuigen gerept.’
Vledder keek hem wat verward aan. ‘Je gelooft dus helemaal niet dat hij uit Frankrijk komt?’
De Cock glimlachte. ‘Hij zal wel eens in Frankrijk zijn geweest, denk ik, maar volgens mij is hij een gewone Nederlander, niets meer en niets minder. Zie je, daarom vind ik het zo belazerd dat wij zijn identiteit nog steeds niet hebben kunnen vaststellen. Het is feitelijk te gek. Ik heb dat in mijn hele loopbaan bij de recherche nog nooit meegemaakt. Wij zijn het dichtstbevolkte landje van de wereld. We leven gezellig op elkaar als haringen in een ton. Het is hier bijna onmogelijk te verdwijnen zonder dat iemand alarm slaat. Er zijn altijd wel ouders, broers, zusters, kinderen, buren, kennissen, collega’s, enfin, noem maar op. Vroeg of laat stapt iemand naar de politie en spreekt zijn bezorgdheid uit . In Nederland heeft zelfs een misantroop nog sociale bindingen.’ Vledder grinnikte. ‘En onze vriend had niets van een misantroop.’ De Cock tikte met zijn dikke vingers op het bureau. ‘Daarom, er moeten mensen zijn die zijn ware identiteit kennen.’ Hij kwam achter zijn bureau vandaan en slenterde naar de kapstok. ‘Heb je je wel eens afgevraagd waarom er nooit een is komen opdagen?’ ‘Nee.’
De Cock draaide zich abrupt om en wees met gestrekte arm naar zijn jonge collega. ‘Moet je eens doen.’
Vledder haalde wat nonchalant zijn schouders op. ‘Misschien…’ zei hij aarzelend, ‘misschien heeft niemand hem nog gemist.’ De Cock grijnsde breed. ‘Dacht je nu werkelijk,’ zei hij met een licht sarcasme, ‘dat na al die berichten in de kranten niemand wakker is geworden? Kom nou!’ Hij pauzeerde even. ‘Ik zal je eens wat zeggen,’ ging hij verder. ‘De mensen die de identiteit van deze dode kennen, hebben er belang bij te zwijgen.’ Hij schoof in zijn dikke duffelse jas. ‘Dit zaakje stinkt… stinkt als het water van de Brouwersgracht waaruit we onze vriend hebben opgevist.’
Met zijn hoedje in zijn hand staarde hij enige tijd peinzend voor zich uit, een bittere trek om zijn lippen.
‘Maar als ze denken een oude rechercheur om de tuin te kunnen leiden… dan hebben ze het mis.’
Het klonk als een dreigement. Hij pootte zijn hoedje achter op zijn hoofd en stapte met grote passen naar de deur.
‘Waar ga je heen?’
‘Naar d’Hovenier.’
Vledder greep zijn jas en rende achter hem aan.
Een helblond meisje in een zwart japonnetje en een kittig, wit schortje keek verwonderd naar de beide mannen op de stoep. De grijze rechercheur lichtte zijn hoedje. ‘Mijn naam is De Cock. Met ceeooceekaa. En dat is mijn collega Vledder. Wij zijn rechercheurs van het politiebureau in de Warmoesstraat.’ ‘Rechercheurs?’
‘Inderdaad. We hadden graag een onderhoud met de heer Charles d’Hovenier.’
Het meisje friemelde aan haar witte schortje. ‘Ik zal meneer zeggen dat u er bent.’
Op het moment dat ze zich wilde omdraaien, vatte De Cock haar bij de arm. ‘Hoe lang bent u hier al in dienst?’
Ze glimlachte liefjes. ‘Drie dagen.’
‘Intern?’
Ze zwaaide het blonde haar heen en weer. ‘Gelukkig niet. Ik ben hier ’s morgens een paar uur en ’s avonds een paar uur. De rest van de dag ben ik thuis.’
‘Hebt u miss Mabel vandaag nog gezien?’
Haar gezicht betrok. ‘Mejuffrouw Paddington is weg. Ook meneer Charles weet niet waar ze is. Hij maakt zich erg ongerust. Wij zijn bang dat er iets is gebeurd.’
‘Wij?’
‘Ja, ook mevrouw maakt zich zorgen en de jongeheer Robert wilde…’
Op dat moment stoof Charles d’Hovenier de hal in. Zijn gezicht zag rood van woede.
‘Wat geeft u het recht mijn personeel te ondervragen? Ik eis dat u onmiddellijk verdwijnt.’
De Cock keek hem halfgeamuseerd, halfuitdagend aan. ‘Wie geeft u het recht mij een verhoor te verbieden?’
Charles d’Hovenier, gekleed in een lange kamerjas, zijn blote voeten in een paar suède pantoffels, stapte naderbij. In zijn grijze ogen gloeide achterdocht.
‘Wie bent u?’ vroeg hij waakzaam.
‘De Cock…’
‘… met ceeooceekaa,’ vulde Vledder spottend aan.
Het gezicht van de makelaar verhelderde. ‘Meneer De Cock,’ riep hij opgewekt, ‘bent u het? Komt u verder.’ Hij wuifde het dienstmeisje weg. ‘Ik had u al veel eerder verwacht.’ Vriendelijk ging hij de beide rechercheurs voor naar een ruim studeervertrek met rijen vergeelde boeken aan de wanden. Hij gebaarde uitnodigend naar een paar diepe, leren fauteuils. ‘Gaat u zitten, heren. Ik zag u beiden voor een koppeltje journalisten aan.’ Zijn toon was geforceerd joviaal. ‘Ze lopen mijn deur plat, die journalisten… Ze zijn ronduit onbehoorlijk. Ik had niet gedacht dat zoiets in Nederland mogelijk was. Omdat ik weiger hen te woord te staan, ondervragen ze mijn personeel en schrijven insinuerende stukken. Hebt u het avondblad gelezen?’ Hij nam tegenover de rechercheurs plaats.
‘Ik heb onmiddellijk een klacht ingediend bij meester Van Overwheere, de officier van justitie. Ik wens niet dat mijn naam nog langer in verband wordt gebracht met de moord op die onbekende man.’
De Cock zuchtte. ‘Dat hebt u min of meer aan uzelf te wijten. U had niet naar de begrafenis moeten gaan.’
Het gezicht van Charles d’Hovenier kleurde rood. ‘Dat was een daad van piëteit,’ riep hij luid. ‘En niet meer dan dat. Ik heb uit de verhalen van Robert begrepen dat de man mijn huis ettelijke malen heeft bezocht. Uiteraard buiten mijn medeweten. Maar dat doet niet ter zake. Gezien de relatie van de dode met Mabel vond ik het toch gepast om van mijn belangstelling blijk te geven.’ Hij maakte een wat onbeheerst gebaar. ‘Hoe kon ik weten dat Mabel er zo’n vertoning van zou maken? Het was gewoon gênant.’ Hij schudde zijn hoofd. ‘En dan die zotte toespraak van die halfzatte toneelspeler… Verschrikkelijk!’
Vanuit de hal schreed een vrouw het studeervertrek binnen. Ze was groot, slank en uitzonderlijk mooi. De Cock schatte haar op achter in de twintig. Toen ze dichterbij kwam, besefte hij pijnlijk dat haar leeftijd niet te schatten was. Haar opvallende schoonheid was star, steriel, haast tijdloos. Door het blonde haar, dat breed golvend langs haar fraaie schouders gleed, deed ze hem denken aan Kriemhilde, de blonde heldin uit het lied van de Nibelungen. Charles d’Hovenier kwam onmiddellijk uit zijn fauteuil overeind en liep haar tegemoet. ‘Twee heren van de recherche, liefje. De befaamde rechercheur De Cock en zijn collega…’ Hij keek vragend naar de jonge rechercheur.
Читать дальшеИнтервал:
Закладка:
Похожие книги на «De Cock en de ontgoochelde dode»
Представляем Вашему вниманию похожие книги на «De Cock en de ontgoochelde dode» списком для выбора. Мы отобрали схожую по названию и смыслу литературу в надежде предоставить читателям больше вариантов отыскать новые, интересные, ещё непрочитанные произведения.
Обсуждение, отзывы о книге «De Cock en de ontgoochelde dode» и просто собственные мнения читателей. Оставьте ваши комментарии, напишите, что Вы думаете о произведении, его смысле или главных героях. Укажите что конкретно понравилось, а что нет, и почему Вы так считаете.