Conrad Busken Huet - Lidewyde
Здесь есть возможность читать онлайн «Conrad Busken Huet - Lidewyde» — ознакомительный отрывок электронной книги совершенно бесплатно, а после прочтения отрывка купить полную версию. В некоторых случаях можно слушать аудио, скачать через торрент в формате fb2 и присутствует краткое содержание. Жанр: foreign_antique, foreign_prose, на нидерландском языке. Описание произведения, (предисловие) а так же отзывы посетителей доступны на портале библиотеки ЛибКат.
- Название:Lidewyde
- Автор:
- Жанр:
- Год:неизвестен
- ISBN:нет данных
- Рейтинг книги:3 / 5. Голосов: 1
-
Избранное:Добавить в избранное
- Отзывы:
-
Ваша оценка:
- 60
- 1
- 2
- 3
- 4
- 5
Lidewyde: краткое содержание, описание и аннотация
Предлагаем к чтению аннотацию, описание, краткое содержание или предисловие (зависит от того, что написал сам автор книги «Lidewyde»). Если вы не нашли необходимую информацию о книге — напишите в комментариях, мы постараемся отыскать её.
Lidewyde — читать онлайн ознакомительный отрывок
Ниже представлен текст книги, разбитый по страницам. Система сохранения места последней прочитанной страницы, позволяет с удобством читать онлайн бесплатно книгу «Lidewyde», без необходимости каждый раз заново искать на чём Вы остановились. Поставьте закладку, и сможете в любой момент перейти на страницу, на которой закончили чтение.
Интервал:
Закладка:
Er is veel over stokpaarden geschreven; doch welligt heeft men tot hiertoe te weinig opgemerkt, dat het zonder uitzondering mannen zijn, die zich met dat speelgoed onledig houden. De twee vrouwen althans, Lydia en Emma, in wier dagelijksch gezelschap de heer Visscher den herfst zijns levens doorbragt, kenden het alleen van aanzien of van hooren zeggen. Doch zij hadden een ander gebrek: het zeldzame van zoo sprekend op elkander te gelijken, dat men bij schemeravond in het bosch, of zelfs bij het getemperd lamplicht in de gezellige zitkamer op Belvedere, gevaar liep de moeder aan te spreken voor de dochter, en hetgeen erger was, de dochter voor de moeder. Een gebrek alzoo? Eene dier grenzen der volmaaktheid, waardoor het voorstellingsvermogen te hulp gekomen en onze eigenliefde bevredigd wordt? Helaas, hier was het zoo gesteld, dat de onvolkomenheid-zelve waaraan men gemeend zou hebben zich voor een keer het nijdig hart te kunnen ophalen, nieuwe perplexiteiten deed geboren worden! Zij waren klein van gestalte, zij waren tenger, zij waren blond, zij hadden lichtblaauwe oogen, zij hadden een frisch teint, zij hadden eene heldere stem, zij lachten met dezelfde zilverachtig klinkende intonatie, zij hadden in huis dezelfde bevallige manier van u iets aan te bieden, en op de wandeling dezelfde half gemeenzame, half ingetogen wijze van u te groeten. En men durft beweren dat nooit eene gehuwde vrouw van veertig jaren zoo zeer op een jong meisje van twintig geleek, dat de eene niet bij den eersten oogopslag te onderkennen was van de andere! Een ongeloovige zal zeggen: indien de moeder zich op dezelfde wijze kapte als hare dochter, was de moeder behaagziek; en indien de dochter zich tooide met een hoed die haar moeder niet misstaan zou hebben, was de dochter kwalijk getooid. Volkomen zuiver geredeneerd, en men herkent aan dit betoog die gepantserde soort van logica, waarop de evidentie-zelve, indien zij het waagde haar aan te tasten, haar krachtigst kruid en hare puntigste kogels verspillen zou. Doch zoo er niets valt in te brengen tegen de propositie: Eene vrouw is gekleed naar hare jaren, of zij is het niet, – er valt ook niets af te dingen op het feit, dat noch mevrouw Visscher, door haar toilet, haar meer gevorderden leeftijd, noch hare dochter Emma, door het hare, hare jeugd verzaakte. Het verstandigst wat gij doen kondt, was van Emma te zeggen, dat men de lijnen van haar beeld zich maar een weinig zwaarder behoefde te denken om op het levendigst aan hare moeder herinnerd te worden, en van hare moeder, dat enkele trekken van dier gelaat maar een weinig behoefden te worden uitgewischt, enkele van hare bewegingen maar een omzien te worden versneld, om haar voor eene tweelingzuster van Emma te doen houden. Doch wie gevoelt niet, dat zulk eene expeditive manier van konterfeiten gelijk staat met eene bekentenis van onvermogen?
Voor iemand die wist welke bittere tranen deze twee vrouwen, hoewel de jongste van haar toen nog slechts een aankomend meisje was, geschreid hadden op den dag van Reiniers begrafenis; hoe de smart die teedere gelaatstrekken verwrongen had; met welke sprakelooze wanhoop zij de armen geslagen hadden om den hals van den snikkenden vader; welke droefgeestigheid geheerscht had in de eensklaps vreugdeloos geworden woning; met welken tegenzin en welke inspanning zijnerzijds de arbeid hervat was, en hoe somber zij er altegader plagten uit te zien in hunne rouwkleederen, – was het een weldadig schouwspel hen op een zomerschen zondagvoormiddag, nu al dat leed geleden en de stad met buiten verwisseld was, gezamenlijk uit de Duinendaalsche ochtendkerk naar Belvedere te zien terugwandelen, het dorp door en den belommerden rijweg langs.
Die grijze mijnheer met snorren, wiens hoed een weinig op één oor plagt te staan en die meer op een gepensioneerd hoofd-officier dan op een Hervormd christen geleek; die mevrouw, met dat jeugdige in haar voorkomen, wier japonnen te Amsterdam of in Den Haag gemaakt werden en die een uit Parijs afkomstigen mantel droeg; dat jonge meisje, met haar neteldoeksche kleedjes, haar nette laarsjes, haar onberispelijke handschoenen, haar zachtgekleurde bloemen in den hoed, – zulke menschen, meenden de minder ontwikkelden onder de Duinendalers, bezochten de kerk alleen voor den vorm, of om een goed voorbeeld te geven aan de dienstboden, of uit tijdverdrijf en omdat de zondagen dan minder lang vielen. Ook andere misanthropen, hoewel minder ruw in het uitspraak doen dan deze dorpelingen, hebben beweerd, dat de uitdrukking van zielsrust en vriendelijkheid, waardoor het gelaat van huiswaarts keerende kerkgangers zich pleegt te onderscheiden, bedriegelijk is, en dat men zich wachten moet, vooral ten platten lande en in liefelijk gelegen oorden, te spoedig geloof te slaan aan dien vrede en die vergenoegdheid, welke zoo bedenkelijk goed harmoniëren met een tusschen lindeboomen verscholen torenspitsje, een ten gebede noodigend klokgeklep, of het naspel van een koraalgezang bij het scheiden eener godsdienstoefening.
Doch al zou de schijn, hetgeen het geval niet was, ook ditmaal misleid hebben, de illusie was volkomen. Wie den ouden heer Visscher, met twee dames-kerkboekjes in de hand, tusschen zijne vrouw en zijne dochter niet al te snel het breede voetpad langs den door buitenplaats aan buitenplaats zich kronkelenden rijweg volgen zag, achtte het eene uitgemaakte zaak dat ook het zondagsgevoel eene aandoening is, vatbaar om in beeld gebragt te worden. Had men hun oordeel gevraagd over de aangehoorde leerrede, hoogst waarschijnlijk zouden zij niet in staat geweest zijn, den bijbeltekst te noemen, dien de predikant ten grondslag gelegd had aan zijne toespraak. Zij vonden het psalmgezang der Duinendalers stellig zeer onwelluidend, doch het ontstichtte hen niet; ook dan niet, wanneer noch de denkbeelden, noch de woorden van het aangeheven lied gezegd konden worden, gegrepen te zijn uit hunne eigene ziel. Zij waren getrouwe en opregte kerkgangers, zoo los van theologie als vereenigbaar is met lief te hebben en getroost te zijn, en zoo godsdienstig als kan zamengaan met niet-ontvankelijkheid voor de indrukken van het piëtisme. Het buitenleven had hen in die gevoelens versterkt. Beter dan in de digtbevolkte stad, met hare meer dan honderdduizend inwoners, hadden zij op het stille Duinendaal leeren inzien, welk een zegen de priesterlijke invloed zijn kan; hoe de predikant en de pastoor der plaats, al hadden beiden hunne menschelijke zwakheden, elk in hunnen kring een middenpunt vormden, waarop eene menigte belangen uitliepen, gelijk bergpaden uitloopen op eene heirbaan; hoe die geheele kleine maatschappij, op weinige uitzonderingen na, ja ook wel bijeengehouden werd door sommige dogmatische begrippen, waarvan de eene helft de andere ophief en al wier deelen gelijkelijk iederen dag gelogenstraft werden door de ervaring, doch tevens en allermeest door ongehuichelde gevoelens, waarmede die begrippen zamengegroeid waren zonder ze te verstikken. Eerst in deze nieuwe omgeving was het hun duidelijk geworden, hoe naauw voor eene bepaalde klasse van menschen kerkelijkheid zamenhangt met arbeidzaamheid, met ingetogenheid, met fatsoen en een goeden toon; en hoewel zij nog niet half op de hoogte waren van de Duinendaalsche chronique scandaleuse, wisten zij zeer wel dat van de twintig boerenknapen, die de kerk verzuimden, zij mogten roomsch of protestant heeten, niet een bestand was tegen de verleiding van drinken of spelen; en onder de twintig boerendochters, van wie men verhaalde of wist dat zij op oneerbiedigen toon over Heeroom spraken, – indien al Duinendaal twintig boerendochters telde, van wie gezegd kon worden, dat zij vrijdenksters waren, – niet eene gevonden werd, aan wie niet een steekje los was. De huichelarij-zelve waren zij allengs minder afschuwelijk gaan vinden op het dorp dan in de stad; niet omdat zij toegeeflijker waren geworden omtrent eenigerlei ondeugd, maar omdat de ondervinding hen geleerd had dat in sommige kringen het veinzen van godsdienstigheid en deugd een minder groot maatschappelijk kwaad is, dan zeker drijven op eigen wieken, waarvan ongebondenheid en tot overlast worden in den regel het einde zijn.
Читать дальшеИнтервал:
Закладка:
Похожие книги на «Lidewyde»
Представляем Вашему вниманию похожие книги на «Lidewyde» списком для выбора. Мы отобрали схожую по названию и смыслу литературу в надежде предоставить читателям больше вариантов отыскать новые, интересные, ещё непрочитанные произведения.
Обсуждение, отзывы о книге «Lidewyde» и просто собственные мнения читателей. Оставьте ваши комментарии, напишите, что Вы думаете о произведении, его смысле или главных героях. Укажите что конкретно понравилось, а что нет, и почему Вы так считаете.