Herman Bavinck - De vrouw in de hedendaagsche maatschappij
Здесь есть возможность читать онлайн «Herman Bavinck - De vrouw in de hedendaagsche maatschappij» — ознакомительный отрывок электронной книги совершенно бесплатно, а после прочтения отрывка купить полную версию. В некоторых случаях можно слушать аудио, скачать через торрент в формате fb2 и присутствует краткое содержание. Жанр: foreign_antique, foreign_prose, на нидерландском языке. Описание произведения, (предисловие) а так же отзывы посетителей доступны на портале библиотеки ЛибКат.
- Название:De vrouw in de hedendaagsche maatschappij
- Автор:
- Жанр:
- Год:неизвестен
- ISBN:нет данных
- Рейтинг книги:5 / 5. Голосов: 1
-
Избранное:Добавить в избранное
- Отзывы:
-
Ваша оценка:
- 100
- 1
- 2
- 3
- 4
- 5
De vrouw in de hedendaagsche maatschappij: краткое содержание, описание и аннотация
Предлагаем к чтению аннотацию, описание, краткое содержание или предисловие (зависит от того, что написал сам автор книги «De vrouw in de hedendaagsche maatschappij»). Если вы не нашли необходимую информацию о книге — напишите в комментариях, мы постараемся отыскать её.
De vrouw in de hedendaagsche maatschappij — читать онлайн ознакомительный отрывок
Ниже представлен текст книги, разбитый по страницам. Система сохранения места последней прочитанной страницы, позволяет с удобством читать онлайн бесплатно книгу «De vrouw in de hedendaagsche maatschappij», без необходимости каждый раз заново искать на чём Вы остановились. Поставьте закладку, и сможете в любой момент перейти на страницу, на которой закончили чтение.
Интервал:
Закладка:
In de Eerste Kamer zocht Schrijver dezes ze vooral in de veranderde positie, welke de vrouw in de tegenwoordige maatschappij inneemt; ze gaven hem vrijheid, om zijne stem ten gunste van de aanhangige voorstellen uit te brengen, en vinden in de volgende paragrafen van deze brochure eene breedere uiteenzetting.
2. DE VROUW IN DE HEILIGE SCHRIFT
Gelijk reeds opgemerkt werd, vindt de gedachte meer en meer ingang, dat de H. Schrift inzake vrouwenkiesrecht geen gebod en ook geen verbod bevat; het is eene aangelegenheid, die niet met eenige geloofswaarheid in strijd is. Toch is het wel van belang, na te gaan, welke plaats de Schrift in het algemeen aan de vrouw toekent. Indien zij bijv. uitsluitend predikte de ongelijkheid en de ondergeschiktheid der vrouw, indien zij van de voorstelling uitging, dat de vrouw een wezen van lager orde was dan de man, dan zou dat wel terdege eene reden kunnen zijn, om aan de vrouw het stemrecht in den Staat te onthouden.
Maar zoo staat de zaak niet. De H. Schrift leert beide, de gelijkheid en de ongelijkheid, de eenheid en het onderscheid, van man en vrouw. De eenheid en de gelijkwaardigheid wordt in het Oude Testament het duidelijkst en het schoonst uitgesproken in Gen. 1: 27, volgens welken tekst man en vrouw beiden door God naar zijn beeld zijn geschapen, beiden dezelfde menschelijke natuur deelachtig zijn en als het ware éénen mensch vormen. Maar daarnaast leert Gen. 2 zeer beslist de ongelijkheid der vrouw, want ze wordt na, uit en om den man geschapen, hem ter hulpe, als vleesch van zijn vleesch en als been van zijne beenen; Gen. 1 spreekt van de vrouw, op zichzelve genomen; Gen. 2 spreekt van haar als echtgenoote, om wie de man zijn vader en zijne moeder verlaat.
Deze ongelijkheid is tengevolge van de overtreding van Gods gebod, waaraan eerst de vrouw, daarna de man zich schuldig maakte, verscherpt geworden. De straf, welke op de overtreding volgde, trof de vrouw veel zwaarder dan den man. Want terwijl de man vooral in zijn arbeid getroffen wordt en zich door de vervloeking des aardrijks tot een leven vol moeite en verdriet veroordeeld ziet, wordt de vrouw in haar persoon getroffen: met smart zal ze kinderen baren, toch zal tot den man hare begeerte zijn, en hij zal over haar heerschappij hebben. De vrouw wordt als vrouw, als echtgenoote en als moeder gestraft. En deze profetie is vervuld door heel de historie heen, onder alle volken, in alle tijden en oorden.
Nu gaat het niet aan, om in enkele trekken eene schets te geven van het lot, dat het deel der vrouw is geweest. Er is onderscheid tusschen de stammen, volken en rassen, zelfs tusschen de huisgezinnen en familiën bij hetzelfde volk en in denzelfden tijd. Bij het eene volk vertoont het familieleven eene betrekkelijke reinheid en zuiverheid; bij een ander volk is het op schrikkelijke wijze ontaard 9 9 Zie mijn: Het Christelijk Huisgezin. Tweede herziene druk. Kampen, J. H. Kok 1912, bl. 29 v. Stuart Mill, De slavernij der vrouw, naar de 4de Eng. uitgave bewerkt door M. Elizabeth Noest, Amsterdam, van Looy 1898 bl. 470, zegt dan ook terecht, dat de wetten dikwerf slechter zijn, dan de menschen, die ze uitvoeren, en door gezindheid en belangen worden verzacht.
. Zelfs onder hetzelfde volk komen gunstige en ongunstige toestanden naast elkaar, of ook wel na elkander voor. Er zijn steeds en overal mannen geweest, die tirannen voor hunne vrouwen waren; en overal en altijd waren er mannen, die haar innig liefhadden en teeder voor haar zorgden. Omgekeerd waren er ook steeds goede vrouwen, liefhebbende moeders, trouwe gaden naast heerschzuchtige, sarrende, kwellende echtgenooten. Men kan niet alles over ééne kam scheren. De natuurlijke geaardheid van man en vrouw en ook de liefde, die hen tot elkander brengt en aan elkander bindt, blijven overal bestaan en doen in zeden en gewoonten haar invloed gelden. Daarom kan uit het ontbreken van rechtsbepalingen nog volstrekt niet geconcludeerd worden tot de slavernij en de onderdrukking der vrouw. Eerst zijn er de zeden en gewoonten, en eerst veel later, als de beschaving reeds vergevorderd is, komt de codificatie van het recht. Tot het vormen van die zeden en gewoonten heeft de vrouw het hare bijgedragen; ze heeft daar dikwerf nog meer invloed op uitgeoefend dan de man. Want de vrouw verloochent zichzelve niet; zij weet zich te redden en heeft evenzeer den man beheerscht als de man zijne vrouw. En voorts iedere tijd heeft zijn eigen zeden en gewoonten, die bij dien tijd passen; ze zijn op zichzelf dan nog niet slechtere, schoon andere, dan die, waarnaar wij leven. Slavernij was een toestand, die eens een element vormde van de cultuur en toen dragelijk was. En zoo was de ondergeschiktheid der vrouw aan den man een toestand, die vanzelf sprak bij een, niet steeds lageren, maar toch vroegeren staat van cultuur. Dwang wordt eerst dwang, als hij als zoodanig gevoeld wordt.
Nu heerschte vroeger allerwege evenals thans nog bij de minder beschaafde volken de gedachte, dat de vrouw geen subject van rechten was, maar haar natuurlijken beschermer had in haar vader, haar man, haar ouderen broeder; ze had geen eigen persoonlijkheid en geen eigen bezit; en bepaaldelijk in het huwelijk was de man haar „heer”, evenals hij als vader dit was over zijne kinderen en als eigenaar over zijne slaven. Deze macht van den heer was in theorie zoo goed als onbeperkt, maar daarom nog volstrekt niet in de practijk. Zeker werd er door menigeen misbruik van gemaakt, evenals menig man nu nog zijne macht misbruikt, in weerwil van alle beperkende bepalingen der wet. Maar daarom deed de man dat nog niet; de goede mannen zagen in deze macht eene verplichting, om voor vrouw en kinderen te zorgen, ze te beschermen en te verdedigen. Zoo had ook de slavernij hare donkere schaduwzijde, vooral als ze met slavenhandel gepaard ging; maar zij wortelde in de sociale toestanden, en bood aan de slaven toch ook bestaanszekerheid en bescherming. Over het algemeen nam de vrouw echter bij schier alle volken eene ondergeschikte positie in; ze gold als een schepsel van lagere orde en van mindere waarde. En allerlei instellingen en gewoonten, zooals polygamie, polyandrie, vrouwenroof, vrouwenkoop, hetaeren- en concubinenwezen, willekeurige echtscheiding en vrije liefde, hebben er toe bijgedragen, om de vrouw te onderdrukken en van alle zelfstandigheid te berooven.
Bij de z.g.n. natuurvolken treft men zoo goed als overal echtelijke verbindingen, regelingen betreffende de graden van bloedverwantschap, en allerlei gewoonten aangaande den omgang der geslachten aan; en het is onbewezen, dat deze verhoudingen, die alle het natuurlijk onderscheid van man en vrouw onderstellen, uit dierlijke toestanden van promiscuiteit zich ontwikkeld hebben. De evolutietheorie is te dezen opzichte even onjuist gebleken als de voorstelling van Rousseau over het idyllische leven van den natuurmensch. Maar ofschoon de toestanden bij de natuurvolken onderling weer zeer verschillen, de vrouw was toch steeds aan den man ondergeschikt. Vóór het huwelijk werd de kuischheid en het schaamtegevoel der meisjes dikwerf in het geheel niet ontzien; en in het huwelijk werd de vrouw alleen gewaardeerd als middel van voortplanting en als arbeidskracht. De man had onbeperkte macht, om zijne vrouw van zich te laten gaan, te verkoopen, te slaan of zelfs te dooden, en bij de verdeeling van den arbeid kreeg zij de zwaarste taak in het huisgezin en op het veld, terwijl de man zijn tijd op de jacht, in ledigheid of in feestgelagen doorbracht. Bij de godsdienstige plechtigheden was ze van elke handeling of ook zelfs van alle bijwoning uitgesloten, ofschoon vrouwen in sommige godsdiensten ook wel als toovenaressen of priesteressen dienst deden.
Bij de cultuurvolken is de toestand der vrouw principiëel niet verschillend van dien bij de natuurvolken; in sommige opzichten is hij eer erger dan beter te noemen. Bij de Babyloniërs, Assyriërs, Pheniciërs, Grieken, Romeinen bijv. werd het geslachtsonderscheid ook op de goden overgedragen en leverde het leven der goden en godinnen een voorbeeld van zedeloosheid en ongebondenheid. Bij Babyloniërs en Pheniciërs werd prostitutie voor elke vrouw tot een godsdienstigen plicht gerekend. In Indië waren de weduwen verplicht, zich met het lijk van hare echtgenooten te laten verbranden en werden pasgeboren meisjes niet zelden gedood. In een artikel in het Juninummer van Leven en Werken hing de Japansche correspondente, Henriette Holst-Hendrix te Yokohama, een donker tafereel op van het leven der Japansche vrouw; zij geldt er als een minderwaardig wezen, tot dienen en gehoorzaam geboren, opgevoed tot onderdanigheid aan den man, die dikwerf verwaand, driftig en onredelijk is; de geboorte van een zoon wordt er, evenals bij ons, over het algemeen als een grooter geluk voor de ouders beschouwd dan die van een meisje. 10 10 Volgens het Handelsblad van 22 Aug. 1917 riep Mej. F. S. Schippers, hoofd van de Kartinischool te Semarang in een open brief in de Javabode de hulp in van Mevrouw Van Limburg Stirum, echtgenoote van den gouverneur generaal, om al haar invloed aan te wenden, dat er binnen afzienbaren tijd een einde komen mocht aan het uithuwelijken van Javaansche kinderen reeds op 12 tot 14 jarigen leeftijd, waaraan ook de kinderen der Kartinischolen niet ontkomen. Dit moge nu geen regel zijn, zooals van inlandsche zijde werd opgemerkt ( Handelsblad 9 Oct. 1917 Ocht.), ook als uitzondering is het al erg genoeg.
Интервал:
Закладка:
Похожие книги на «De vrouw in de hedendaagsche maatschappij»
Представляем Вашему вниманию похожие книги на «De vrouw in de hedendaagsche maatschappij» списком для выбора. Мы отобрали схожую по названию и смыслу литературу в надежде предоставить читателям больше вариантов отыскать новые, интересные, ещё непрочитанные произведения.
Обсуждение, отзывы о книге «De vrouw in de hedendaagsche maatschappij» и просто собственные мнения читателей. Оставьте ваши комментарии, напишите, что Вы думаете о произведении, его смысле или главных героях. Укажите что конкретно понравилось, а что нет, и почему Вы так считаете.