Charlotte Gilman - De economische toestand der vrouw
Здесь есть возможность читать онлайн «Charlotte Gilman - De economische toestand der vrouw» — ознакомительный отрывок электронной книги совершенно бесплатно, а после прочтения отрывка купить полную версию. В некоторых случаях можно слушать аудио, скачать через торрент в формате fb2 и присутствует краткое содержание. Жанр: foreign_antique, foreign_prose, на нидерландском языке. Описание произведения, (предисловие) а так же отзывы посетителей доступны на портале библиотеки ЛибКат.
- Название:De economische toestand der vrouw
- Автор:
- Жанр:
- Год:неизвестен
- ISBN:нет данных
- Рейтинг книги:3 / 5. Голосов: 1
-
Избранное:Добавить в избранное
- Отзывы:
-
Ваша оценка:
- 60
- 1
- 2
- 3
- 4
- 5
De economische toestand der vrouw: краткое содержание, описание и аннотация
Предлагаем к чтению аннотацию, описание, краткое содержание или предисловие (зависит от того, что написал сам автор книги «De economische toestand der vrouw»). Если вы не нашли необходимую информацию о книге — напишите в комментариях, мы постараемся отыскать её.
De economische toestand der vrouw — читать онлайн ознакомительный отрывок
Ниже представлен текст книги, разбитый по страницам. Система сохранения места последней прочитанной страницы, позволяет с удобством читать онлайн бесплатно книгу «De economische toestand der vrouw», без необходимости каждый раз заново искать на чём Вы остановились. Поставьте закладку, и сможете в любой момент перейти на страницу, на которой закончили чтение.
Интервал:
Закладка:
Een dankbare belooning voor aangebracht geluk is geen ruilmiddel in een vennootschap. Het gemak dat een man door een vrouw heeft ligt, evenmin als haar zuinigheid en werkzaamheid, in den aard der bedrijfs-vennootschap. Een huishoudster in haar plaats kan even zuinig en even werkzaam zijn, maar zou daarom toch geen deelgenoot zijn. Man en vrouw zijn ware vennooten in hunne onderlinge verplichting tegenover hunne kinderen, – hun gemeenschappelijke liefde, plicht en hulp. Maar een fabrikant die huwt, of een geneesheer, of een advokaat neemt geen deelnemer in zijn zaak, wanneer hij een deelgenoot in zijn ouderschap neemt, tenzij zijne vrouw ook een fabrikant, doctor of advocaat is. Zij kan hem zelfs nog geen goeden raad in zijne zaken geven, zonder oefening en ondervinding. Dat zij haar man, den componist, liefheeft, maakt haar niet bekwaam tot componeeren. Als een man zijn vrouw verliest, dan mag zijn hart breken, maar het bedrijf lijdt er niet onder, tenzij zijn geest ziek wordt door verdriet. Zij is in geen opzicht een arbeids-vennoot, of zij moet kapitaal of ondervinding of arbeid aanbrengen, evenals een man zou doen in dezelfde betrekking. Vele mannen zullen zich eerst zeer ernstig bedenken, voordat zij in een bedrijfs-vennootschap treden met een of andere vrouw, echtgenoote of niet.
Indien dus de vrouw geen werkelijke deelgenoot in zaken is, op welke wijze verdient zij dan van haar man het voedsel, de kleeding, de huisvesting, die zij uit zijn handen ontvangt? Door huiselijke bezigheden, zal onmiddellijk geantwoord worden. Dit is het algemeen vage begrip van deze zaak, – dat vrouwen alles verdienen wat zij ontvangen, en meer zelfs, door huiselijke diensten. Hier komen wij op een zeer praktisch en ten slotte economisch terrein. Ofschoon geen voortbrengers van goederen, dienen zij in het eindproces, bij de bereiding en verdeeling daarvan. Haar arbeid in het huisgezin heeft werkelijk economische waarde.
Een zeker percentgehalte personen die anderen dienen, zoodat die anderen meer kunnen voortbrengen, leveren inderdaad een bijdrage die niet over het hoofd mag gezien worden. Het werk dat de vrouwen in huis doen stelt de mannen zeer zeker in staat, meer goederen voort te brengen dan zij anders konden doen; en in zoo ver zijn vrouwen economische factoren in de maatschappij. Maar aldus ook de paarden. Het werk van de paarden stelt de menschen in staat meer goederen voort te brengen dan zij anders konden doen. Het paard is een economische factor in de maatschappij. Maar het paard is niet economisch onafhankelijk, evenmin als de vrouw. Indien een man met een knecht meer nuttig werk kan verrichten dan zonder knecht, dan doet de knecht nuttig werk. Maar indien de knecht het eigendom van den man is, verplicht wordt dat werk te doen zonder betaling, dan is hij niet economisch onafhankelijk.
Het werk dat de vrouw in het huisgezin verricht, geeft zij als een deel van haar functioneele taak, niet als beroepsbezigheid.
De vrouw van een arm man die in haar klein huisje hard werkt, alles alleen doet voor het huisgezin, of de vrouw van den rijkaard die aardig en bevallig haar paleis bestuurt en de werkzaamheden leidt, beiden hebben aanspraak op behoorlijke betaling voor bewezen diensten.
Als men dezen grondslag aanneemt en daaraan consequent vasthoudt, dan maken huisvrouwen, die door huishoudelijke werkzaamheden haar levensonderhoud verdienen, aanspraak op de loonen van keukenmeiden, werkmeiden, kindermeiden, naaisters of huishoudsters en niets meer. Dit zou natuurlijk de uitgaven van de rijke huisvrouwen verminderen en het voor den armen man onmogelijk maken om een vrouw “te onderhouden”, tenzij dat die arme man de onderlinge verhouding goed inzag, zijn vrouw betaalde als dienstbode, en zij hun gezamenlijke inkomsten bij elkaar voegden om daarvan hun kinderen op te voeden. Hij zou dan een meid houden en zij zou haar aandeel betalen in de huishouding. Maar dan zou er op de geheele wereld geen “rijke vrouw” te vinden zijn. Zelfs de beste huishoudster, hoe nuttig ook haar diensten mogen zijn, brengt geen fortuin bij elkaar. Zoo iemand koopt geen juweelen en parelen, of houdt equipage. Zulke dingen verdient men niet door huiselijke bezigheden.
Maar wat het merkwaardige in deze bespreking is, hoe groot ook de economische waarde van de huiselijke bezigheden mogen zijn, de vrouwen krijgen ze niet uitbetaald. De vrouwen die het hardst werken, ontvangen het minst en de vrouwen die het meest verteren werken het minst. Haar arbeid is noch gegeven noch genomen als een factor in den economischen ruil. Men gaat uit van de meening dat het haar plicht als vrouw is om dit werk te doen, en er bestaat geen verhouding tusschen de hoeveelheid van dit werk en haar economischen staat, tenzij een omgekeerde. Doch bovendien, als de vrouwen aldus eerlijk betaald werden en men haar gaf wat zij verdienen en niets meer, dan zouden alle vrouwen die dezen arbeid verrichten teruggebracht worden tot den economischen staat van dienstboden. Er zijn niet veel vrouwen, mannen ook niet, die deze voorwaarden aandurven.
De basis dat vrouwen haar levensonderhoud verdienen door huiselijk werk wordt dan ook onmiddellijk los gelaten en de bewering volgt, dat zij haar onderhoud verdienen als moeders. Dit is een eigenaardige toestand. Wij spreken genoeg hierover en dikwijls met diep gevoel, zonder dit echter voldoende te ontleden.
Wanneer men het als een economischen ruil behandelt en men vraagt, wat geven de vrouwen in goederen of arbeid terug voor de goederen en arbeid die haar gegeven worden, – hetzij aan het geheele ras of aan haar echtgenooten individueel, – wat betalen de vrouwen voor haar kleederen en schoenen en meubelen en voedsel en huisvesting, dan zal men antwoorden dat de plichten en diensten van de moeder haar het recht geven op onderhoud.
Indien dit waar is, indien het moederschap een wisselbaar handelsartikel is, dat vrouwen in ruil geven voor kleederen en voedsel, dan moeten wij natuurlijk eenige betrekking vinden tusschen de kwantiteit en kwaliteit van het moederschap en de kwantiteit en kwaliteit van de betaling. Dan zouden de vrouwen die geen kinderen hebben in ’t geheel geen economischen staat bezitten en van de moeders zou moeten kunnen aangetoond worden dat haar economische staat in verhouding staat tot haar moederschap. Dit is klaarblijkelijk onzin. De kinderlooze echtgenoote heeft even veel geld te verteren als de moeder van veel kinderen, – meer, want de kinderen van de laatste verteren nog, wat anders het hare zou zijn, en de zwakke moeder ontvangt niet minder dan de krachtige.
Het is immers duidelijk dat de economische welvaart van een vrouw geen verband houdt met haar moederschap. Onder de oorspronkelijke volkeren, in het patriarchale tijdperk bijvoorbeeld, was er iets waars in. De vrouwen bezaten toen geen andere waarde dan alleen om kinderen te baren en de voorrechten en gunsten die zij ontvingen stonden in direct verband tot het moederschap; de vrouwen hadden toen meer dan één reden om te juichen wanneer zij een zoon ter wereld brachten. Heden ten dage is evenwel het onderhoud van de vrouw daarop niet meer gebaseerd. Een man heeft geen recht zijn vrouw te verstooten op grond dat zij geen kinderen krijgt. De aanspraak van het moederschap om beschouwd te worden als een factor voor economischen ruil is heden ten dage ongerijmd. Maar veronderstel eens dat het waar was. Zijn wij bereid dezen grondslag, zelfs in theorie, aan te nemen? Zijn wij bereid toe te stemmen dat het moeder-zijn een bedrijf is, een vorm van ruilhandel? Zijn de zorgen en plichten van de moeder, haar werk en haar liefde, handelsartikelen die voor brood te koop zijn?
Zulke overwegingen zijn stuitend. Indien wij onze gedachten durven volgen en ze doorvoeren tot een logische gevolgtrekking, dan zullen wij zien dat er niets terugstootender voor het menschelijk gevoel kan zijn, of meer maatschappelijk en individueel beleedigend, dan het moederschap te maken tot een bedrijf. Weg daarom met deze aangevoerde reden van de economische onafhankelijkheid der vrouwen! Er is aangetoond dat vrouwen als een klasse geen goederen voortbrengen, noch verdeelen; dat vrouwen als individuen hoofdzakelijk werken als dienstboden, niet als zoodanig betaald worden en niet tevreden zouden zijn met haar economischen staat, indien zij wel als zoodanig betaald werden; dat vrouwen geen bedrijfs-vennooten of mede-voortbrengers van goederen met haar mannen zijn, tenzij zij werkelijk hetzelfde vak uitoefenen; dat zij niet als moeders gesalarieerd worden en dat, indien dit het geval was, dit onuitsprekelijk vernederend zou zijn, – wat hebben nu degenen nog in te brengen die niet willen toegeven dat vrouwen onderhouden worden door mannen? Dit (en dit is een zeer vermakelijke toestand), dat de functie van het moederschap een vrouw ongeschikt maakt voor economische voortbrenging en dat het daarom billijk is dat zij door haar man onderhouden wordt.
Читать дальшеИнтервал:
Закладка:
Похожие книги на «De economische toestand der vrouw»
Представляем Вашему вниманию похожие книги на «De economische toestand der vrouw» списком для выбора. Мы отобрали схожую по названию и смыслу литературу в надежде предоставить читателям больше вариантов отыскать новые, интересные, ещё непрочитанные произведения.
Обсуждение, отзывы о книге «De economische toestand der vrouw» и просто собственные мнения читателей. Оставьте ваши комментарии, напишите, что Вы думаете о произведении, его смысле или главных героях. Укажите что конкретно понравилось, а что нет, и почему Вы так считаете.