Daniel Defoe - Het leven en de lotgevallen van Robinson Crusoe, t. 1

Здесь есть возможность читать онлайн «Daniel Defoe - Het leven en de lotgevallen van Robinson Crusoe, t. 1» — ознакомительный отрывок электронной книги совершенно бесплатно, а после прочтения отрывка купить полную версию. В некоторых случаях можно слушать аудио, скачать через торрент в формате fb2 и присутствует краткое содержание. Жанр: foreign_antique, foreign_prose, на нидерландском языке. Описание произведения, (предисловие) а так же отзывы посетителей доступны на портале библиотеки ЛибКат.

Het leven en de lotgevallen van Robinson Crusoe, t. 1: краткое содержание, описание и аннотация

Предлагаем к чтению аннотацию, описание, краткое содержание или предисловие (зависит от того, что написал сам автор книги «Het leven en de lotgevallen van Robinson Crusoe, t. 1»). Если вы не нашли необходимую информацию о книге — напишите в комментариях, мы постараемся отыскать её.

Het leven en de lotgevallen van Robinson Crusoe, t. 1 — читать онлайн ознакомительный отрывок

Ниже представлен текст книги, разбитый по страницам. Система сохранения места последней прочитанной страницы, позволяет с удобством читать онлайн бесплатно книгу «Het leven en de lotgevallen van Robinson Crusoe, t. 1», без необходимости каждый раз заново искать на чём Вы остановились. Поставьте закладку, и сможете в любой момент перейти на страницу, на которой закончили чтение.

Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

Bij deze mededeeling werd mijne moeder zeer boos. Zij zeide mij, dat het niet baten zou mijn vader hierover te spreken, want dat deze te wel mijn waar belang kende, om zulke schadelijke ontwerpen te bevorderen; zij begreep niet hoe ik er nog aan durfde denken, na hetgeen mijn vader mij had voorgehouden, en na de woorden van genegenheid, waarvan hij zich alstoen bediend had. "Wilt gij u overigens volstrekt ongelukkig maken," zeide zij, "niemand kan het u beletten, maar gij kunt verzekerd zijn, dat wij daarin nimmer zullen toestemmen; wat mij betreft, ik zal nimmer tot uw verderf de hand leenen, en gij zult nimmer kunnen zeggen, dat uwe moeder goedvond wat uw vader afgekeurd heeft."

Hoewel nu mijne moeder weigerde mijn voornemen aan mijn vader mede te deelen, heb ik naderhand vernomen, dat zij hem ons geheele gesprek had verhaald, en dat hij, na vele blijken van droefheid, gezegd had: "Dit kind kon zeer gelukkig leven als hij hier bleef; maar als hij ons verlaat, kan hij de ongelukkigste mensch der wereld worden; ik kan er niet in toestemmen."

Ik bleef nog bijkans een jaar in huis, zonder te trachten mijne boeijen te verbreken, maar altijd halsstarrig het oor sluitende voor elk voorstel, om mij op het een of ander toe te leggen. Dikwijls stelde ik mijnen ouders voor, dat zij verkeerd deden met zich zoo te verzetten tegen mijne besliste neiging. Eindelijk was ik eens te Hull, waar ik toevallig, en zonder oogmerk om weg te loopen, was heengegaan; en vond daar een mijner schoolmakkers, die over zee naar Londen ging in een schip, dat zijn vader toekwam. Hij noodigde mij uit hem te vergezellen, met de gewone drangreden van een zeeman, namelijk, dat de overtogt mij niets zou kosten. Zonder alstoen mijne ouders te raadplegen, zonder hen kennis te geven van mijn vertrek, liet ik het aan het toeval over, wanneer en op welke wijze zij hiervan berigt zouden bekomen; zonder te denken om mijns vaders zegen of dien van God te vragen, zonder op de omstandigheden of gevolgen van mijn stap te letten, en God weet het, te kwader ure, den 1en September 1651, begaf ik mij scheep op het naar Londen bestemde vaartuig.

Nimmer begonnen de ongelukken van een jongen avonturier spoediger, noch duurden langer dan de mijne. Naauwelijks waren wij de haven uit, of de wind begon op te steken en de zee geweldig hoog te gaan; en daar ik voor de eerste maal op zee was, werd ik allerijsselijkst ziek en benaauwd. Ik begon thans ernstig te bedenken wat ik gedaan had, en ik gevoelde hoe welverdiend de straf was, die de Hemel mij toeschikte, omdat ik op eene zoo laakbare wijs mijn vaders huis en mijn pligt verlaten had. Al de goede raadgevingen mijner ouders, de tranen mijns vaders, de gebeden mijner moeder kwamen mij voor den geest, en mijn geweten, dat nog niet zoo verhard was als naderhand, verweet mij, dat ik wijzen raad veronachtzaamd, het vaderlijk gezag miskend en Gods wetten overtreden had.

Middelerwijl werd de storm steeds heviger, en de zee begon zeer hoog te gaan, hoewel op verre na zoo niet, als ik het later meermalen heb gezien, en het weinige dagen daarna reeds bijwoonde, maar toch genoeg om iemand als ik, die nimmer op zee geweest was, angst aan te jagen. Bij elke golf verwachtte ik, dat zij ons zou inzwelgen, en als het schip van voren tot op den bodem der zee zonk, zoo als ik mij verbeeldde, dacht ik, dat het zich nimmer zou opheffen. In deze oogenblikken van angst deed ik menigmaal de gelofte, dat als het God behaagde mij op deze reis te sparen, ik, zoodra ik voet aan wal zette, dadelijk naar mijn vaders huis gaan en nimmer weder een schip betreden zou, maar mij naar zijn raad gedragen en mij nimmer weder in zulk gevaar begeven. Thans zag ik duidelijk hoe waar mijn vader gesproken had over den middelstand, hoe gerust hij zijne dagen gesleten had, evenzeer behoed voor de stormen des oceaans, als voor de zorg en onrust van het land. Ik besloot dus, met een opregt berouw, als de verloren zoon, naar mijn ouders huis terug te keeren.

Deze goede en verstandige voornemens duurden zoo lang de storm aanhield en zelfs nog eenigen tijd daarna, maar den volgenden dag werd de wind bedaard, de zee werd kalm, en ik begon er mij aan te gewennen; echter was ik dien geheelen dag zeer ernstig, want ik was nog een weinig zeeziek. Tegen den avond klaarde de lucht op, de wind ging geheel liggen, en het werd een verrukkelijk schoone avond. De zon ging onbewolkt onder en even zoo den volgenden dag op. Hare stralen vielen op eene effene en kalme zee, een zacht windje dreef ons voort, en dit schouwspel scheen mij het heerlijkste wat ik immer zag.

Ik had goed geslapen; ik was niet ziek meer, en zag met eene vrolijke verbazing die zee, die gisteren zoo onstuimig en verschrikkelijk, en heden zoo schoon en rustig was. Mijn vriend, die mij werkelijk weggelokt had, en zeker vreesde, dat mijne goede voornemens zouden stand houden, kwam thans bij mij, en zeide: "Wel, Robinson, hoe gaat het u thans? Ik wed dat gij gisteren, toen wij die bui hadden, bang waart?" – "Noemt gij dat eene bui?" vroeg ik; "het was waarachtig een verschrikkelijke storm." – "Een storm, domoor die gij zijt!" hervatte hij, "het geleek er niet naar. Met een goed schip, en als wij in het ruime sop zijn, bekommeren wij ons weinig om zulke vlagen. Maar gij zijt een zoet-waterschipper, Robinson; eene kom punsch zal u dat alles doen vergeten. Zie eens welk verrukkelijk weder wij thans hebben."

Om bij dit droevig gedeelte van mijne geschiedenis niet langer stil te staan, zal ik alleen maar zeggen, dat wij deden als zoo vele zeelieden. De punsch werd gereed gemaakt, en mijn berouw over het verledene en al mijne wijze voornemens voor het toekomende, daarin verdronken. In een woord, gelijk de zee, na het ophouden van den storm, tot hare gewone kalmte terugkeerde, zoo hervatte ik, na bevrijd te zijn van de vrees, om door de zee verzwolgen te worden, mijne gewone wijze van denken, en vergat al de geloften, die ik gedurende mijn angst had afgelegd. Er waren echter nog oogenblikken, waarin de rede hare heerschappij trachtte te hernemen, maar ik verzette mij daartegen als tegen eene zwakheid, en terwijl ik mij aan den sterken drank en het gezelschap mijner makkers overgaf, geraakte ik weldra van deze vlagen, gelijk ik ze noemde, ontslagen. Na verloop van vijf of zes dagen had ik over mijn geweten eene zoo volkomene overwinning behaald, als een jongeling, die van deszelfs vermaningen ontslagen wenscht te zijn, slechts kon verlangen. Evenwel moest ik van dien kant nog een anderen aanval doorstaan, en gelijk gewoonlijk in zulke gevallen geschiedt, wilde de Voorzienigheid mij alle verontschuldigingen benemen; want zoo ik de genade des Hemels niet wilde erkennen in den afloop van de voorgaande gebeurtenis, was de volgende van dien aard, dat de verdorvenste en meest verharde onder ons, niet weigeren kon, er de kastijdende en reddende hand des Hemels in te zien.

Den zesden dag onzer reis kwamen wij op de reede van Yarmouth, daar de tegenwinden en windstilten ons niet veel hadden doen vorderen, sedert den storm. Wij waren verpligt op deze reede te ankeren, omdat de wind voor ons ongunstig was, dat wil zeggen, dat hij Z.W. bleef, gedurende zeven of acht dagen. Verscheidene groote schepen van New-Castle bleven daar om dezelfde reden als wij liggen. De wind, die eerst stevig, en vervolgens allerhevigst was, verhinderde ons den Teems op te varen; maar de ankergrond was goed (deze reede wordt zoo veilig geacht als eene haven) en ons ankertouw was stevig; zoodat ons volk niet het minste gevaar duchtte en volgens de gewoonte der matrozen, den tijd sleet met allerlei vrolijkheid. Eindelijk werd den achtsten dag, des morgens, de wind zoo hevig, dat alle man aan het werk moest om de stengen te strijken, ten einde den wind zoo weinig vat als mogelijk te laten. Tegen den middag ging de zee vreesselijk hoog, ons schip kreeg verscheidene stortzeeën over, en eens of twee malen dachten wij dat het anker te huis kwam, zoodat de schipper besloot het plegtanker te laten vallen, waarop wij met twee ankers vooruit lagen en met de touwen tot aan het einde uitgestoken.

Читать дальше
Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

Похожие книги на «Het leven en de lotgevallen van Robinson Crusoe, t. 1»

Представляем Вашему вниманию похожие книги на «Het leven en de lotgevallen van Robinson Crusoe, t. 1» списком для выбора. Мы отобрали схожую по названию и смыслу литературу в надежде предоставить читателям больше вариантов отыскать новые, интересные, ещё непрочитанные произведения.


Отзывы о книге «Het leven en de lotgevallen van Robinson Crusoe, t. 1»

Обсуждение, отзывы о книге «Het leven en de lotgevallen van Robinson Crusoe, t. 1» и просто собственные мнения читателей. Оставьте ваши комментарии, напишите, что Вы думаете о произведении, его смысле или главных героях. Укажите что конкретно понравилось, а что нет, и почему Вы так считаете.

x