Daniel Defoe - Het leven en de lotgevallen van Robinson Crusoe, t. 2

Здесь есть возможность читать онлайн «Daniel Defoe - Het leven en de lotgevallen van Robinson Crusoe, t. 2» — ознакомительный отрывок электронной книги совершенно бесплатно, а после прочтения отрывка купить полную версию. В некоторых случаях можно слушать аудио, скачать через торрент в формате fb2 и присутствует краткое содержание. Жанр: foreign_antique, foreign_prose, на нидерландском языке. Описание произведения, (предисловие) а так же отзывы посетителей доступны на портале библиотеки ЛибКат.

Het leven en de lotgevallen van Robinson Crusoe, t. 2: краткое содержание, описание и аннотация

Предлагаем к чтению аннотацию, описание, краткое содержание или предисловие (зависит от того, что написал сам автор книги «Het leven en de lotgevallen van Robinson Crusoe, t. 2»). Если вы не нашли необходимую информацию о книге — напишите в комментариях, мы постараемся отыскать её.

Het leven en de lotgevallen van Robinson Crusoe, t. 2 — читать онлайн ознакомительный отрывок

Ниже представлен текст книги, разбитый по страницам. Система сохранения места последней прочитанной страницы, позволяет с удобством читать онлайн бесплатно книгу «Het leven en de lotgevallen van Robinson Crusoe, t. 2», без необходимости каждый раз заново искать на чём Вы остановились. Поставьте закладку, и сможете в любой момент перейти на страницу, на которой закончили чтение.

Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

Ik zeide derhalve den Franschen kapitein, dat wij hen, wel is waar, in zijnen nood hadden opgenomen; maar dat dit alleen onze pligt jegens onzen evenmensen was, en gelijk wij in denzelfden of soortgelijken toestand zouden verlangen gered te worden; dat wij niets voor hen gedaan hadden, dan hetgeen wij vertrouwden, dat zij voor ons zouden hebben gedaan, als wij in hun geval en zij in het onze waren geweest; dat wij hen opgenomen hadden om hen te redden, maar niet om hen te plunderen; en dat het onmenschelijk zou zijn, hun het weinige, dat zij uit den brand gered hadden, te ontnemen en hen dan aan wal te zetten en aan hun lot over te laten; dat zou zijn hen eerst van den dood te redden, om hen naderhand daaraan ten prooi te geven; hen uit het water te redden om hen aan den honger prijs te geven; en derhalve verlangde ik, dat hun niets het minste zou ontnomen worden. Hen aan wal te zetten, was inderdaad voor ons eene moeijelijke zaak, gelijk ik hun mededeelde, want ons schip was naar Oost-Indië bestemd, en schoon wij zeer ver westwaarts heen waren geslagen, hetgeen welligt de Hemel tot hun behoud aldus beschikt had, was het ons toch ondoenlijk, om hunnentwil onze reis te veranderen, en mijn neef, de kapitein, kon het niet aan de reeders verantwoorden, jegens welke hij verpligt was, om zijne reis naar Brazilië te vervolgen. Al wat ik voor hen doen kon was, ons zooveel mogelijk in het vaarwater te houden van naar huis gaande West-Indievaarders, en zoo mogelijk hun een overtogt naar Engeland of Frankrijk te verschaffen.

Het eerste deel van mijn voorstel was zoo edelmoedig en welgemeend, dat zij er niet dan zeer dankbaar voor konden zijn, doch zij waren zeer ongerust, vooral de passagiers, vooral bij het vooruitzigt van misschien mede naar Oost-Indië te moeten gaan. Zij smeekten mij, dat, aangezien ik, voordat ik hen aantrof, zoo ver westelijk geslagen was, ik althans tot de banken van Newfoundland dienzelfden koers zou houden, waar ik waarschijnlijk wel een scheepje zou aantreffen, dat zij konden huren, om hen naar Canada terug te brengen.

Ik beschouwde dit als een zeer billijk verzoek, en wilde dit hun gaarne toestemmen, want ik begreep dat al dit volk naar Oost-Indië mede te nemen, voor henzelven niet alleen eene onondragelijke hardigheid zijn zou, maar ook onze reis bemoeijelijken, door het verteren van onze proviand; zoodat ik het voor geene inbreuk op den vrachtbrief aanzag, dat een geheel onvoorzien toeval ons hiertoe dwong, en waarin wij niet te laken waren; want zoowel Goddelijke als menschelijke wetten eischten van ons, dat wij twee booten vol volk in zulk eenen ongelukkigen toestand niet weigerden op te nemen, en zoowel hun als onze toestand vereischte, dat wij hen te hunner bevrijding hier of daar aan wal zetten. Dus beloofde ik hen naar Newfoundland te brengen, als wind en weder het toelieten, en zoo niet, dat ik hen dan naar Martinique zou brengen.

De oostenwind bleef lang aanhouden, doch met goed weder, en daar er reeds lang oostelijke winden geheerscht hadden, misten wij verscheidene gelegenheden hen naar Frankrijk te zenden, want wij praaiden verscheidene naar Europa bestemde schepen, waaronder twee Fransche, die van St. Kitts kwamen, maar zij hadden zoo lang tegen den wind moeten opwerken, dat zij geene passagiers durfden innemen, uit vrees van levensmiddelen te kort te komen voor hen en hunne passagiers. Het was omstreeks eene week daarna, dat wij de banken van Newfoundland bereikten, waar wij al onze Franschen aan boord van een bark lieten overgaan, die zij op zee huurden, om hen naar wal en vandaar naar Frankrijk te brengen, als zij aan wal genoeg levensmiddelen konden bekomen. Ik moet echter vermelden, dat de jonge Fransche priester, van wien ik gesproken heb, hoorende dat wij naar Oost-Indië gingen, ons verzocht aan boord te blijven, om op de kust van Coromandel aan wal gezet te worden. Ik gaf hiertoe gereedelijk mijne toestemming, want ik hield veel van den man, en niet zonder reden, gelijk in het vervolg blijken zal. Ook vier matrozen namen bij ons dienst, waarvan wij veel nut hadden.

Vandaar zetten wij koers naar de West-Indiën en hielden omstreeks twintig dagen Z.Z.O. aan, somtijds met weinig of geen wind; toen wij nieuwe voorwerpen van menschlievendheid aantroffen, bijkans even jammerlijk als de vorige.

Het was op 27° 5' N.B., den 18 Maart 1694, dat wij een zeil zagen, dat in onzen koers Z.Z.O. lag. Spoedig zagen wij, dat het een groot schip was, dat op ons aanhield, maar wisten eerst niet wat er van te denken. Wat naderkomende zagen wij, dat het zijne groote steng, fokkemast en boegspriet verloren had, en hoorden het een noodschot doen. Het weder was zeer goed, het woei eene bramzeilskoelte uit het N.N.W., en spoedig konden wij het praaijen.

Wij vernamen, dat het een schip van Bristol was, op de tehuisreis, doch dat het weinige dagen voordat het zeilree was, door eenen vreesselijken storm van de reede van Barbados was weggeslagen, terwijl de kapitein en opperstuurman beide aan wal gegaan waren, zoodat, behalve het gevaar van den storm, zij slecht in staat waren het schip naar huis te brengen. Zij waren reeds negen weken op zee, en hadden na den orkaan nog een vreesselijken storm moeten doorstaan, die hen westwaarts, geheel buiten hun bestek, had geslagen, en waarbij zij hunne masten verloren hadden. Zij verhaalden ons, dat zij verwachtten de Bahamas te zien, maar toen weder door een zwaren N.N.W. wind, dezelfde die thans woei, naar het Z.O. waren geslagen, en daar zij niet anders dan de onderzeilen en eene soort van razeil op een noodfokkemast, dien zij opgerigt hadden, konden bijzetten, konden zij niet digt bij den wind liggen, maar trachtten de Kanarische eilanden te bereiken.

Het ergste echter was, dat zij bijkans van honger gestorven waren, uit gebrek aan leeftogt, behalve de vermoeijenissen, die zij uitstonden; hun brood en vleesch was geheel op, en geen lood er meer van overig. Zij hadden sedert elf dagen niets genuttigd dan zoet water en een half vaatje meel; ook hadden zij suiker genoeg; in den beginne hadden zij eenige confituren gehad, doch deze waren ook op, en zij hadden nog zeven vaatjes rum.

Aan boord waren een jongeling en zijne moeder met een dienstmeisje als passagiers; deze waren, denkende dat het schip reeds gereed was onder zeil te gaan, ongelukkig den avond voor den orkaan aan boord gegaan, en daar zij geen leeftogt van zichzelven meer hadden, waren zij in nog jammerlijker toestand dan de overigen; want de matrozen, die zelf zooveel gebrek leden, hadden geen medelijden met de arme passagiers, en deze bevonden zich in eenen toestand, wiens ellende onbeschrijfelijk is.

Ik zou dit welligt niet vernomen hebben, indien de nieuwsgierigheid mij niet, toen de wind bedaard was, aan boord aldaar had doen gaan. De tweede stuurman, die thans het bevel op het schip had, was bij ons aan boord geweest, en vertelde mij, dat zij in de kajuit drie passagiers hadden, die in eenen allerjammerlijksten toestand waren. "Ik geloof zelfs, dat zij dood zijn," zeide hij, "want ik heb sedert twee dagen niets van hen gehoord, en vreesde naar hen te vernemen, want," vervolgde hij, "ik had niets waarmede ik hen kon laven." – Wij zochten onmiddellijk zooveel leeftogt voor hen bijeen, als wij missen konden, en ik had met mijnen neef reeds afgesproken, dat ik hen provianderen zou, al zouden wij ook naar Virginië of eenig deel van de Amerikaansche kust gaan, om voor onszelven levensmiddelen in te nemen; doch dit was niet noodzakelijk.

Zij bevonden zich echter thans in een nieuw gevaar, namelijk dat van te veel te eten, zelfs van het weinige, dat wij hun gaven. De stuurman, die thans bevelhebber was, bragt zes man in de boot mede, maar deze arme lieden zagen er uit als schimmen, en waren zoo zwak, dat zij naauwelijks op de riemen konden zitten. De stuurman zelf was zeer ziek en half verhongerd, want hij verklaarde, dat hij niets boven het volk vooruit had gehad, en van alles gelijk aandeel met hen genomen. Ik waarschuwde hem, weinig te eten, maar zette hem dadelijk vleesch voor; maar bij den derden mond vol werd hij ongesteld en kon niet meer slikken. Onze doktor maakte daarop eene soep voor hem gereed, dat voedsel en geneesmiddel, volgens zijn zeggen, te gelijk was, en na die genuttigd te hebben, werd hij beter. Middelerwijl vergat ik de matrozen niet. Ik gelastte hun eten voor te zetten, dat de arme lieden meer verslonden dan aten; zij waren zoo hongerig, dat zij half waanzinnig waren en zich niet bedwingen konden; en twee hunner aten zoo gulzig, dat zij den volgenden morgen in levensgevaar waren.

Читать дальше
Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

Похожие книги на «Het leven en de lotgevallen van Robinson Crusoe, t. 2»

Представляем Вашему вниманию похожие книги на «Het leven en de lotgevallen van Robinson Crusoe, t. 2» списком для выбора. Мы отобрали схожую по названию и смыслу литературу в надежде предоставить читателям больше вариантов отыскать новые, интересные, ещё непрочитанные произведения.


Отзывы о книге «Het leven en de lotgevallen van Robinson Crusoe, t. 2»

Обсуждение, отзывы о книге «Het leven en de lotgevallen van Robinson Crusoe, t. 2» и просто собственные мнения читателей. Оставьте ваши комментарии, напишите, что Вы думаете о произведении, его смысле или главных героях. Укажите что конкретно понравилось, а что нет, и почему Вы так считаете.

x