Arend Fokke Simonsz - Het toekomend jaar drie duizend - Eene mijmering

Здесь есть возможность читать онлайн «Arend Fokke Simonsz - Het toekomend jaar drie duizend - Eene mijmering» — ознакомительный отрывок электронной книги совершенно бесплатно, а после прочтения отрывка купить полную версию. В некоторых случаях можно слушать аудио, скачать через торрент в формате fb2 и присутствует краткое содержание. Жанр: foreign_antique, foreign_prose, foreign_sf, на нидерландском языке. Описание произведения, (предисловие) а так же отзывы посетителей доступны на портале библиотеки ЛибКат.

Het toekomend jaar drie duizend: Eene mijmering: краткое содержание, описание и аннотация

Предлагаем к чтению аннотацию, описание, краткое содержание или предисловие (зависит от того, что написал сам автор книги «Het toekomend jaar drie duizend: Eene mijmering»). Если вы не нашли необходимую информацию о книге — напишите в комментариях, мы постараемся отыскать её.

Het toekomend jaar drie duizend: Eene mijmering — читать онлайн ознакомительный отрывок

Ниже представлен текст книги, разбитый по страницам. Система сохранения места последней прочитанной страницы, позволяет с удобством читать онлайн бесплатно книгу «Het toekomend jaar drie duizend: Eene mijmering», без необходимости каждый раз заново искать на чём Вы остановились. Поставьте закладку, и сможете в любой момент перейти на страницу, на которой закончили чтение.

Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

De Wijsgeer. ô, Dan zult ge hier groote veranderingen daaromtrent gewaar worden; Het spijt mij slegts dat ik thands zo weinig tijd hebbe, om u van alles te onderrichten, alzo ik op den sprong staa om op reis te gaan, en nog eenige beschikkingen daar toe maaken moet. Doch ik zal u kortelijk over 't een en ander voornaam stuk trachten te voldoen, onze geliefdste Studie dan is thands de Wijsbegeerte; maar wij studeeren nu geheel anders dan vóór dertien eeuwen; ô veel gemaklijker; Ik zal u zeggen hoe het in het vak der geleerdheid thands met ons toegaat; maar ga bij mij zitten, en laaten wij te samen onzen morgen drank nuttigen, zo veel tijd moet 'er af. Hij kreeg terstond een kruik voor den dag, waar in hij ons in eenige glasen een' aangenaamen en verfrisschenden drank, voordiende. – Toe vriend! zeide hij, drink, het verstrekke ons tot gezondheid en worde gezegend. Dit is een drank dien wij uit verscheide nieuw ontdekte inlandsche planten bereiden, en die tevens een allerheilzaamst en versterkend voedsel te wege brengt; maar om dan voorttegaan: de Latijnsche Taal is heden de algemeene Taal van de meeste geleerden, waarmede wij correspondeeren, geworden; daarin worden alle werken over wetenschappen en kunsten geschreeven; want wij hebben voor eenige Jaaren gezien, dat de mode van elk in zijn Landtaal te schrijven, slegts eene elendige geestverspilling zij; want, wilt ge wel gelooven, dat de Duitschers bijvoorbeeld, die vóór dertien eeuwen zo veele werken in de Wysbegeerte en andere Weetenschappen vervaardigd hebben, thands hunne eigene gewrochten van dien tijd niet meer verstaan; zo zeer is hunne taal, door daaglijks gebruik, veranderd en versleeten. – Ik bemerkte ondertusschen niet eens, hoe wonderlijk kan men toch beuselen! dat ik hem, schoon naa zo veele eeuwen, nog zeer gemakkelijk verstond en hij ook mij. – Maar, ging hij voort, al wat in de zogenoemde doode taalen overgebleeven is, kan nog door ons verstaan en aangeleerd worden; wijl wij daar onveranderlyke Regels toe hebben, ook kunnen wij, toch maar met moeite, nog eenige onzer Schrijvers van den Jaare 2090 à 91. verstaan, maar dat zijn ook al de eenigste, daar 't nog zo wat mede gaat, en in dien tijd hebben sommige Critici reeds voor het verder verval der fraaiste werken gezorgd, en dezelve in 't Latijn overgezet, en met den text op den kant doen drukken; inzonderheid veel fraaije Fransche, Hoogduitsche, Engelsche en Nederlandsche werken; wier taal wij met hulp van die versiones , nog al zo wat weder beginnen op te krabben, en 'er vrij schoone en der moeite dubbelwaardige plaatsen in aantreffen; gij zult zeekerlijk mijn Bibliotheek wel eens willen zien, dan kunt gij 'er u zelven van overtuigen.

Ik. O, zeer gaarne, mijn vriend; maar staa mij toe, u te moogen vraagen; wat men toch hier van de verschilstukken der Wijsgeeren van de XVIII e. eeuw denkt.

De Wijsgeer. Wij kunnen ons niet genoeg verwonderen, als wij de werken van CARTESIUS, GASSENDUS, NEWTON, MUSSCHENBROEK, en anderen der eerste opdelvers van waarheid, inzien, hoe zeer bedekt de eenvoudige waarheid, nog voor hun geweest is; hoe groote omwegen dat hunne verbeelding heeft moeten neemen, om slegts een gering deel derzelve te ontdekken; wij, die al deze oude kraamerij, slegts vermaakshalven eens inzien, vinden thands den weg tot kennis in de natuur der dingen, veel eenvouwiger: wij hebben daar toe een zeeker middel uitgevonden, dat alles als in een punt samentrekt, eene zekere bestendige werking en wederwerking, zo wel in het rijk der natuur als der zeden; een geduurige middenpunt zoeking en afwijking; een trachten naar evenwigt, dat altijd verbrooken wordt, waardoor de geheele schepping in werking blijft, zo dat wij nu zeer gemakkelijk, uit slegts ééne zeker gevonden waarheid, een besluit tot verscheidene anderen kunnen maaken: wij doen dat niettemin met veel behoedzaamheid, en, zo dra wij onze afleidingen niet zonneklaar kunnen betoogen, houden wij dezelve nog voor onbekende zaaken en desiderata ; zonder in de droevige en het menschelijk verstand in een' poel van dwaaling stortende, gewoonte te vervallen van stelselen, of Systemata , te bouwen op de zandgronden van onzeekere onderstellingen, of Hypothesen ; wij komen dus zelden in het zo belachgelijk als vernederend geval van den Wijsgeer DEMOCRITUS, dien eens een comcomber, van welke vrugt hij een groot liefhebber was, voorgezet wordende, 'er zekeren ongewoonen zoeten smaak aan bespeurde; welk verschijnsel hem bewoog, om op de oorzaak dezer zonderlinge zoetheid in die vrugt te peinzen; hij zogt die in het water, dat dezelve besproeid hadt; in de aarde, waar in zij gegroeid was; in de gesteldheid des dampkrings geduurende heuren groei en in duizend andere toevallige oorzaaken; maar, terwijl hij daarover zig geheel weg gedagt hadt en op 't punt stondt om analytisch de oorzaak dezer zoetheid te ontdekken, stoorde een slaaf, door zyn onbesuist en verlegen inkomen, al zijn geestverrukking, met deze woorden: Och lieve meester! neem het toch niet kwalijk, de comcomber die ik u zo even bragt, is bij ongeluk in een pot met honig gevallen. De Wijsgeer riep daar op mismoedig uit: Ellendige! hadt ge maar gezweegen, weg is nu al de verdienste mijner ontdekking! Zo gaat het met het bouwen van Hypothesen. Een groot getal kundigheeden, welke de XVIII. eeuw reeds meende verkreegen te hebben, is dus geheel te niet gegaan, en in rook verdweenen; zo dat het gene toen zeer klaar en baarblijkelijk scheen, thands een diep geheim geworden is; daar ons nu dingen allereenvouwigst en klaarst voorkomen, die toen nog in een dikken nevel van onzeekerheid gewikkeld lagen; bijvoorbeeld, de aart van de menschelijke ziel; wat is over dit leerstuk in de XVIII e. eeuw niet al zonderlings gedagt, hoe heeft men, naar dat stuk, als met verblinde oogen in 't ronde getast, en door 't zelve van den verkeerden kant aan te grijpen, de wonderlijkste gevoelens te berde gebragt, en eindelijk, met een zekere verzeekerdheid, waarover wij thands glimlagchen, voorzegt dat dit geheim boven des menschen bevatting liep! – Zo liep het ook, in de hoogere oudheid, boven des menschen bevatting, 't geen GALLILEUS leerde, dat de aarde rond ware.

Ik stond versteld, hier zodanig een groote ontdekking, als is die van den waaren aart der menschelijke ziele, te zullen doen, en zeide, met drift: wees zo goed, en deel mij, bid ik u, deze uwe gewigtige ontdekking terstond mede!

De Wijsgeer. Ja! Vriend; maar de gronden van redeneering waarop deze onze stelling rust; zijn voor u, die daar nog niets van weet, zo in een oogenblik niet bevattelijk; ik kan u alleen zeggen, dat wij het verschil tusschen Stof en Geest, niet meer, gelijk de Geleerden van de XVIII e. eeuw, in een geheel tegenstrijdige wezenheid; maar alleen in eene betrekkelijke hoedanigheid, stellen; want het maximum in het kleine, is bij ons veel nader bereikt, dan in die vroege tijden; het raderdiertjen, dat men toen, door de te dier tijd gebruikelijke microscoopen , al voor een der kleinste wezens hieldt, is thands, in ons microscoopisch rijk, een elephant geworden. Hier uit kunt ge naagaan, wat onafzienbaare vorderingen wij in den aart der stoffe hebben kunnen maaken, en wat al raadselen wij door deze onbegrensde kleinheid van bestaande wezens niet al kunnen oplossen.

Ik gaf den Wijsgeer voords mijn verlangen te kennen, om zodanig een microscoop eens te zien. Hij ging daar op in een klein vertrekjen, waarin zijne verzameling van Optische Instrumenten scheen geplaatst te zijn, en toonde mij, bij zijn' wederkomst, een microscoop, die niet veel in inrichting van de onzen verschilde; maar hij hadt 'er een voorwerp glaasjen bij, dat mij ledig toescheen; althands ik ontdekte 'er, met het bloote oog, geen voorwerp in; ik zeide daarop: wij hebben ook zulke microscoopen.

De Wijsgeer. Ja, maar de uwen zullen zodanig niet gesleepen en van zulk eene stof niet vervaardigd zijn: Daar, zie daar maar eens mede, op dit drupjen vochts, dat in dit voorwerp glaasjen geklemd is.

Читать дальше
Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

Похожие книги на «Het toekomend jaar drie duizend: Eene mijmering»

Представляем Вашему вниманию похожие книги на «Het toekomend jaar drie duizend: Eene mijmering» списком для выбора. Мы отобрали схожую по названию и смыслу литературу в надежде предоставить читателям больше вариантов отыскать новые, интересные, ещё непрочитанные произведения.


Отзывы о книге «Het toekomend jaar drie duizend: Eene mijmering»

Обсуждение, отзывы о книге «Het toekomend jaar drie duizend: Eene mijmering» и просто собственные мнения читателей. Оставьте ваши комментарии, напишите, что Вы думаете о произведении, его смысле или главных героях. Укажите что конкретно понравилось, а что нет, и почему Вы так считаете.

x