1 ...7 8 9 11 12 13 ...16 Inderdaad hoorde Cassie vaag een vrij goede versie van een muziekstuk dat bekend klonk.
‘Ze heeft erg veel talent,’ zei Margot, maar de zure toon waarop ze het zei kwam slecht overeen met de boodschap. Cassie wierp een nerveuze blik op haar. Ging ze iets zeggen over wat er gisteravond was gebeurd?
Maar terwijl Margot koel terug staarde, vroeg Cassie zich ineens af of ze het zich wel goed herinnerde. Haar achterhoofd was beurs en opgezwollen van haar val, maar toen ze haar linkerwang aanraakte, was er geen blauwe plek van de klap. Of was het de rechterkant geweest? Het was verontrustend dat ze dat niet meer wist. Ze drukte haar vingers tegen haar rechterwang, maar die deed ook geen pijn.
Cassie zei streng tegen zichzelf dat ze zich niet in de details moest verliezen. Na die knal tegen haar hoofd, met een mogelijke hersenschudding tot gevolg, bestond het niet dat ze helder had nagedacht. Margot had haar zeker geïntimideerd, maar het was mogelijk dat de daadwerkelijke klap een product van Cassies verbeelding was. Ze was tenslotte uitgeput geweest, en gedesoriënteerd, en ook nog eens recentelijk ontsnapt uit de klauwen van een nachtmerrie.
Haar gedachten werden onderbroken doordat Marc ontbijt eiste, en ze schonk sinaasappelsap in voor de kinderen en serveerde eten uit de ontbijtschalen. Ella wilde per se alle plakken ham en kaas, dus Cassie at een croissantje met jam en wat gesneden fruit.
Margot dronk haar koffie in stilte en keek uit het raam. Pierre bladerde door een krant terwijl hij zijn toast at. Was het ontbijt hier altijd zo stil, vroeg Cassie zich af? Beide ouders toonden geen enkele interesse in interactie met haar, de kinderen, of elkaar. Was dit omdat ze in de problemen zat?
Misschien moest ze het gesprek beginnen en de lucht klaren. Ze moest zich officieel verontschuldigen dat ze Ella pas zo laat gehoord had, maar ze had haar straf niet eerlijk gevonden. Cassie stelde haar speech zorgvuldig op in haar hoofd.
‘Ik weet dat ik gisteren niet snel genoeg bij Ella was. Ik hoorde haar niet huilen, maar ik zal in het vervolg de deur van mijn slaapkamer openlaten. Maar ik vind niet dat ik eerlijk ben behandeld. Ik werd bedreigd en mishandeld, en ik kreeg twee waarschuwingen in evenveel minuten, dus kunnen we het even over huisregels hebben?’
Nee, dat was niet goed. Te direct. Ze wilde niet provocerend overkomen. Ze had een zachtere aanpak nodig, waarmee ze Margot niet tegen zich in het harnas zou jagen.
‘Wat een mooie ochtend, hè?’
Ja, dat zou een goede start zijn, en het gaf het gesprek meteen een positieve toon. Vanaf daar kon ze zeggen wat ze kwijt wilde.
‘Ik weet dat ik gisteren niet snel genoeg bij Ella was. Ik hoorde haar niet huilen, maar ik zal in het vervolg de deur van mijn slaapkamer openlaten. Maar ik wil wel graag wat huisregels bespreken, met het oog op hoe we met elkaar omgaan en wanneer er waarschuwingen worden gegeven, zodat ik mijn werk zo goed mogelijk kan doen.’
Cassie schraapte zenuwachtig haar keel en legde haar vork neer.
Maar net toen ze iets wilde zeggen, vouwde Pierre zijn krant dicht en stonden Margot en hij op.
‘Fijne dag, kinderen,’ zei Pierre, terwijl ze de kamer verlieten.
Cassie staarde ze verward na. Ze had geen idee wat ze nu moest doen. Ze hadden gezegd dat de kinderen om acht uur klaar moesten staan – maar waarvoor? Ze kon beter achter Pierre aan rennen om het te vragen. Ze liep naar de deur, maar toen ze die bereikte, liep ze bijna tegen iemand op. Het was een vrouw in een uniform, met een vriendelijk gezicht en een dienblad met eten in haar handen.
‘O – oeps. Zo. Gered.’ Ze hield het blad weer recht en schoof de stukjes ham terug op hun plek. ‘Jij bent de nieuwe au pair, toch? Ik ben Marnie, hoofd huishouding.’
‘Aangenaam,’ zei Cassie, en ze besefte dat dit de eerste lach was die ze vandaag zag. Nadat ze zichzelf had voorgesteld, zei ze: ‘Ik ging net aan Pierre vragen wat de kinderen moeten doen vandaag.’
‘Te laat. Hij is al weg; ze liepen meteen naar de auto. Heeft hij geen instructies achtergelaten?’
‘Nee. Niets.’
Marnie zette het blad neer. Cassie gaf Marc nog wat kaas en pakte zelf hongerig wat toast, ham, en een hardgekookt ei. Ella weigerde het eten op haar bord aan te raken en schoof het onrustig heen en weer met haar vork.
‘Misschien kun je het aan de kinderen zelf vragen,’ stelde Marnie voor. ‘Antoinette weet wel of er iets geregeld is. Maar ik raad je aan om te wachten tot ze klaar is met pianospelen. Ze heeft niet graag dat haar concentratie verstoord wordt.’ Was het maar verbeelding of rolde Marnie met haar ogen terwijl ze dat zei? Cassie vroeg zich hoopvol af of ze misschien vrienden konden worden. Ze kon wel een bondgenoot gebruiken in dit huis.
Maar er was nu geen tijd om een vriendschap te smeden. Marnie had duidelijk haast, en ze verzamelde lege borden en schalen terwijl ze Cassie vroeg of er problemen waren met haar kamer. Cassie legde de situatie snel uit, en nadat de huishoudster had beloofd dat ze vóór de lunch het beddengoed zou verschonen en de lamp zou vervangen, ging ze weer weg. De pianomuziek was gestopt, dus Cassie liep naar de muziekkamer, die naast de hal lag.
Antoinette was de bladmuziek aan het opbergen. Ze draaide zich om en keek Cassie wantrouwig aan toen ze binnenliep. Ze was piekfijn gekleed, in een koningsblauwe jurk. Haar haar zat in een paardenstaart en haar schoenen glommen.
‘Je ziet er prachtig uit, Antoinette, was een mooie kleur heeft die jurk,’ zei Cassie, in de hoop dat ze met complimentjes een wit voetje kon halen bij het vijandige meisje. ‘Heb je iets gepland voor vandaag? Zijn er activiteiten, of is er iets geregeld?’
Antoinette dacht even na voordat ze het hoofd schudde.
‘Niets, vandaag,’ zei ze resoluut.
‘En Marc en Ella, moeten die ergens heen?’
‘Nee. Morgen heeft Marc voetbaltraining.’ Antoinette sloot de klep van de piano.
‘Is er dan iets wat je nu zou willen doen?’ Misschien kon ze een band smeden met Antoinette als ze haar liet kiezen.
‘We zouden een wandeling door het bos kunnen maken. Dat vinden we allemaal leuk.’
‘Waar is het bos?’
‘O, één of twee kilometer verderop.’ Ze maakte een vaag gebaar. ‘We kunnen wel meteen gaan. Ik laat wel zien waar het is. Ik moet alleen even andere kleren aantrekken.’
Cassie had aangenomen dat het bos op het landgoed zou liggen en was verbaasd over Antoinettes antwoord. Maar een boswandeling – dat klonk als een fijne, gezonde activiteit in de buitenlucht. Cassie wist zeker dat Pierre dat zou goedkeuren.
*
Twintig minuten later waren ze klaar voor vertrek. Cassie keek naar binnen in elke kamer terwijl ze met de kinderen naar beneden liep, in de hoop dat ze Marnie of iemand anders van de huishouding zou zien, zodat ze hen kon laten weten waar ze naartoe gingen. Ze zag niemand, en had geen idee waar ze moest zoeken. Antoinette was ongeduldig; ze sprong van de ene voet op de andere van opwinding, dus Cassie besloot dat het belangrijker was om haar in een goed humeur te houden, zeker aangezien ze niet zo lang weg zouden zijn. Ze liepen het grindpad af met Antoinette voorop.
Achter een enorme eik zag Cassie een gebouw met vijf stallen. Ze had ze de vorige dag al zien liggen toen ze aankwam. Ze liep erheen om beter te kijken en zag dat de stallen leeg en donker waren, en dat de deuren open stonden. Het veld erachter was leeg, de houten omheining was op meerdere plekken ingestort, het hek hing buiten zijn scharnieren en het gras was lang en wild.
‘Hebben jullie hier paarden?’ vroeg ze Antoinette.
‘Vroeger wel, jaren geleden, maar al een hele tijd niet meer,’ zei ze. ‘Niemand van ons rijdt nog.’
Cassie keek naar de verlaten stallen terwijl ze dit nieuws in zich opnam. Maureen had haar incorrecte en zeer gedateerde informatie gegeven. De paarden hadden een rol gespeeld in haar beslissing om hier te komen. Het was een reden geweest om ja te zeggen. Dat er paarden waren had het huis beter, aantrekkelijker, levendiger doen klinken. Maar ze waren al jaren weg. Tijdens het interview had Maureen zelfs gezegd dat ze de kans zou krijgen om te leren paardrijden. Waarom had ze gelogen, en wat had ze nog meer gezegd dat misschien niet waar was?
Читать дальше