Darious zat op de brede vensterbank en leunde met zijn rug tegen het kozijn in een ontspannen houding met een been opgetrokken. Hij had alles gehoord en het had hem een vreemd gevoel van saamhorigheid gegeven dat hij probeerde te negeren. Hij had altijd alleen tegen de demonen gewerkt en hier had hij een hele kamer vol met ... ja, wat? Mensen was niet het juiste woord voor sommigen van hen, ook al was dat hoe ze zich voordeden.
Zijn bewijs was het feit dat de man in de kamer wist dat hij er was, ook al kon hij hem niet zien. De blik die de man hem toewierp, was echter een uitdaging voor zijn aard. De zilverharige man was geen mens... hij was geen demon... wat was hij dan wel in godsnaam? Darious fronste een beetje totdat een krachtig aura door de kamer naar hem toe zweefde. Het was niet bedreigend... het gaf alleen aan dat de man precies wist waar hij was.
Darious vernauwde zijn ogen naar de man... Kyou, werd hij genoemd. Waar had hij die naam eerder gehoord? Hij bevroor halverwege een ademteug en zijn donkere ogen werden bodemloze putten. Dat was onmogelijk.
Toen hij terug was gegaan naar het klooster en het verlaten had aangetroffen en het standbeeld verdwenen was, had hij de tunnels onder het puin doorzocht en de verloren rollen gevonden die betrekking hadden op de Bewakers. Het was in die boeken dat hij had gelezen over Kyou en zijn broers. In de geschriften van de monniken stond dat de Bewakers hun priesteres omringden en de wereld beschermden tegen demonen.
Hij had gedacht dat de Bewakers een mythe waren... niets meer dan de hoop van de mens toegevoegd aan de voorspelling van de duistere rollen. Hij zocht in zijn geest naar wat de rollen werkelijk hadden gezegd, maar het was hem ontgaan omdat hij geen aandacht aan de fabeltjes had geschonken. Hij had de rollen gelaten waar hij ze gevonden had. Jaren later was hij teruggekeerd en had ontdekt dat er nog een rol aan toegevoegd was. Die rol ging over de Bewakers.
Eén ding dat hij zich herinnerde van de nieuwe rol was dat hij ouder was dan de Bewakers en dat zij deze wereld hadden verlaten op hetzelfde moment dat het zegel van de hel was verbroken. Zelfs de monniken hadden niet begrepen waarom ze hem in de steek hadden gelaten in zijn donkerste tijden.
Nu waren ze terug en deden zich voor als mensen... leefden tussen hen alsof ze erbij hoorden, terwijl hij in de kou stond om de demonen te bestrijden alsof het zo moest zijn? Waarom accepteerden de mensen de Bewakers, maar keken ze hem altijd angstig aan? Het enige wat de mensen hem ooit hadden aangeboden was eenzaamheid.
Darious stond rechtop en verborg zijn verlangens weer achter de harde muren waarin hij ze gevangenhield. Als hij zichzelf toestond te voelen, dan zou hij alleen maar pijn vinden... die les had hij op de harde manier geleerd. Hij had nog nooit iemand nodig gehad en hij was niet van plan om daar nu mee te beginnen.... Hij snauwde in stilte naar de man voordat hij wegging, het raam verbrijzelde toen hij vertrok.
Kyou stond daar met zijn handen in zijn broekzakken terwijl hij de wind door zijn lange haar liet waaien. Hij trok een wenkbrauw op en vroeg zich af wat hij had gedaan om de entiteit kwaad te maken. Hij was niets wijzer geworden... maar nogmaals, de vertrouwdheid ervan achtervolgde hem. Iets zei hem dat het niet de laatste keer was geweest dat ze elkaar tegenkwamen.
Hij draaide zich naar de deur en glimlachte. Hij trok hem snel open en stapte net op tijd achteruit om iedereen naar binnen te zien vallen.
Ze waren de kamer uitgegaan, maar zodra Kyou de deur achter zich op slot had gedaan, hadden ze zich er omheen gedrongen, hun oren tegen het gepolijste hout. Ze werden allemaal verrast toen de deur abrupt werd opengetrokken, waardoor ze allemaal voorover op de grond vielen.
"Ik neem aan dat dit betekent dat jullie allemaal een lesje luistervinken nodig hebben," zei Kyou voor hij de kamer uit liep. "En Suki, bel een glaszetter om het raam te repareren."
*****
Toya trok grommend van frustratie aan de kraag van zijn shirt. Laat het maar aan Kyou over om een manier te vinden om hem aan te kleden. De uitdossing leek bijna op wat die suffe vampiers in films altijd aanhadden, compleet met een kanten frutseltje om zijn nek. De broek kwam maar tot zijn knieën en hij droeg witte kousen. Kousen? Wat dacht Kyou dat hij was... een doetje?
Toya had de pruik niet opgezet en vond het maken van een lage staart in zijn lange haar, met een paar lokken die aan de zijkanten vielen wel genoeg. Het enige deel van het uitgebreide kostuum dat hem wel beviel was de lange zwarte mantel met capuchon en rode voering. Die paste eigenlijk heel goed bij de rest van de outfit. Het andere pluspunt was dat hij had gezien dat Kyoko's ogen oplichtten toen ze hem die mantel had zien dragen.
Zijn gouden ogen werden zachter toen hij naar haar keek. Ze had hem de meest sexy vampier genoemd die ze ooit had gezien. Zijn blik volgde haar lichaam met dezelfde waardering.
Ze was gekleed in een even gedetailleerde outfit als de zijne, maar het stond haar een stuk beter. Kyou had een jurk voor haar uitgezocht die deed denken aan het Koloniale tijdperk. Het was een mooie combinatie van rode en zwarte ruiten met een kleine wattering aan de achterkant die, volgens Toya, leek te wiegen bij elke stap die ze zette. Ze hield een zwarte kanten parasol vast en had een vrouwelijke hoge hoed in haar kastanjebruine haar opgestoken met als enig doel stijlvol te zijn.
Het enige probleem met Kyoko's outfit was dat de voorkant kort was... hij kwam slechts tot halverwege haar dij, terwijl de achterkant lang was en over de grond sleepte. De bovenkant van het lijfje was ook laag uitgesneden en toonde meer decolleté dan Toya ooit wilde dat iemand anders behalve hij zou zien....
Het eerste woord dat in hem opkwam was verleidelijk, maar dat compliment had hij niet met haar gedeeld. Hij had haar alleen maar geplaagd door haar te zeggen dat zij de reden van de eerste verliefdheid van de jongetjes op het kinderfeest zou zijn.
Ondanks Kyou's eventuele innerlijke perversiteit die door de outfit naar boven kwam, moest Toya toegeven dat zijn broer een onberispelijk stijlgevoel had laten zien door deze outfit voor haar te kiezen. Geen van beiden had de griezelige monsterlook, dus was het perfect om rond te hangen tussen de kinderen op de festiviteiten. Als de visioenen van Kamui en Amni juist waren, zou de heks zich vanavond nog voeden met een kind.
"TEST!"
Kyoko legde een hand tegen de zijkant van haar hoofd en huiverde een beetje terwijl Toya gromde naar het zendertje in zijn oor.
"Zet dat volume zachter, jij helse nerd!" riep Toya luid uit, in de hoop dat Kamui's luidsprekers zouden barsten.
Kamui giechelde, "Sorry, ik kon het niet laten. Oh en Toya, als je Kyoko wil blijven uitkleden met je ogen, doe dat dan niet hier."
"Hoe in godsnaam...?" mompelde Toya terwijl hij om zich heen keek.
Kyoko grijnsde en legde een hand op Toya's arm om zijn aandacht te trekken, en wees toen naar de verkeerscamera die boven op het stoplicht was gemonteerd.
"Klootzak," gromde Toya. "Hij heeft weer ingebroken in de verkeerscentrale." Hij grijnsde en keek naar Kyoko. " Zal ik hem eens een showtje geven?"
Kyoko sloeg Toya op zijn arm en staarde hem aan met een rode blos op haar wangen.
"De enige die Kyoko naakt gaat zien ben ik," riep Kotaro goedmoedig uit ergens binnen de vijf stadsblokken die waren afgezet voor de Halloween feesten. "Ik ben degene van wie ze echt houdt."
"HA!" riep Kamui uit. "Kyoko gaat meer voor de stille types, wat mij op dit moment aan de leiding zet."
"Je schreeuwde net in haar oor met je verdomde “TEST”... hoe maakt dat jou in godsnaam het stille type?" stelde Toya.
"Willen jullie allemaal ophouden met die grapjes?" eiste Tasuki. "We zijn hier om demonen te zoeken, niet om over Kyoko's seksleven te discussiëren."
Читать дальше