Alfred Brehm - Het Leven der Dieren. Derde Deel, Hoofdstuk 1 tot 4, De Kruipende Dieren

Здесь есть возможность читать онлайн «Alfred Brehm - Het Leven der Dieren. Derde Deel, Hoofdstuk 1 tot 4, De Kruipende Dieren» — ознакомительный отрывок электронной книги совершенно бесплатно, а после прочтения отрывка купить полную версию. В некоторых случаях можно слушать аудио, скачать через торрент в формате fb2 и присутствует краткое содержание. Жанр: Природа и животные, foreign_antique, foreign_prose, на нидерландском языке. Описание произведения, (предисловие) а так же отзывы посетителей доступны на портале библиотеки ЛибКат.

Het Leven der Dieren. Derde Deel, Hoofdstuk 1 tot 4, De Kruipende Dieren: краткое содержание, описание и аннотация

Предлагаем к чтению аннотацию, описание, краткое содержание или предисловие (зависит от того, что написал сам автор книги «Het Leven der Dieren. Derde Deel, Hoofdstuk 1 tot 4, De Kruipende Dieren»). Если вы не нашли необходимую информацию о книге — напишите в комментариях, мы постараемся отыскать её.

Het Leven der Dieren. Derde Deel, Hoofdstuk 1 tot 4, De Kruipende Dieren — читать онлайн ознакомительный отрывок

Ниже представлен текст книги, разбитый по страницам. Система сохранения места последней прочитанной страницы, позволяет с удобством читать онлайн бесплатно книгу «Het Leven der Dieren. Derde Deel, Hoofdstuk 1 tot 4, De Kruipende Dieren», без необходимости каждый раз заново искать на чём Вы остановились. Поставьте закладку, и сможете в любой момент перейти на страницу, на которой закончили чтение.

Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

Het door den Gordelstaart ( Zonurus cordylus ) bewoonde gebied strekt zich van het Kaapland noordwaarts tot aan de Kunene-rivier uit. Dit dier is 18 cM. lang en zeer ongelijk van kleur. Bij de meeste exemplaren zijn de rug en de staart vuil oranjegeel, de kop en de pooten lichter geel, de onderdeelen wit; andere hebben zwartbruine bovendeelen; bij nog andere zijn deze op bruinen grond donkerder gestreept, enz. Alle Gordelstaarten bewonen rotsachtige gewesten, bij voorkeur steile, moeielijk toegankelijke hellingen. Hier loopen zij tamelijk langzaam rond en zoeken voedsel of warmte, totdat het een of ander gevaar hen opschrikt en noopt hun schuilplaats op te zoeken. Zij zijn niet gemakkelijk te vangen, zelfs wanneer men hun woonplaatsen kan bereiken; zij klemmen zich buitengewoon stevig vast; als men ze losrukken wil, houdt men vaker den staart dan het dier in de hand.

Nauw verwant aan de leden der vorige groep zijn de Slanghagedissen ( Anguidae ), die zich van de Gordelhagedissen hoofdzakelijk onderscheiden, doordat haar huid beenplaten bevat, waarin onregelmatige, vertakte of straalsgewijs gerangschikte kanalen voorkomen en doordat zij het voorste deel van de tong in een scheede van het achterste deel terugtrekken kunnen. Alle leden van deze familie leven op den grond, slechts weinige soorten beklimmen ook wel lage struiken en scheefstaande boomen.

In schaduwrijke dalen van de steppen Nazyn en Koeman aan den Wolga, later ook bij de rivieren Terek en Sarpa, ontdekte Pallas een groote Slanghagedis; de Russen noemen haar Scheltopoesik, evenals alle op Slangen gelijkende dieren. Andere onderzoekers vonden deze soort in Hongarije, Istrië, Dalmatië, Griekenland, Klein-Azië, Syrië, Perzië, Transkaukasië, Transkaspië en Toerkestan. Erber ontmoette haar het veelvuldigst in de nabijheid van het Lago di Bocagnazzo bij Zara in Dalmatië, maar ook elders bijna in het geheele land. Hare liefste verblijfplaatsen zijn dalen, die dicht begroeid zijn met struikgewas; deze verschaffen haar zulke uitmuntende schuilhoeken, dat zij, ondanks haar aanzienlijke grootte, niet licht wordt opgemerkt, vooral omdat zij, bewust van haar weerloosheid, bij de nadering van den mensch geregeld vlucht. Allen, die de levenswijze van deze Hagedis hebben nagegaan, prijzen haar als een van de nuttigste Reptiliën, daar zij zich hoofdzakelijk met schadelijke dieren voedt. Haar gewone buit bestaat uit Muizen en Slakken; de laatstgenoemde worden met schelp en al verzwolgen; zij maakt echter ook jacht op Adders, die zij doodt en verslindt, zonder zich te bekommeren om de voor andere Hagedissen noodlottige giftanden. Toen Erber eens een Scheltopoesik in het hok van een Adder plaatste, nam zoowel deze als gene onmiddellijk een dreigende houding aan, hoewel beide de tegenwoordigheid van andere Slangen met onverschilligheid hadden gadegeslagen. Daar de genoemde onderzoeker slechts één Scheltopoesik bezat, wilde hij dezen niet in gevaar brengen en nam hem weer weg. Toch wordt, waarschijnlijk op grond van latere proeven, de Scheltopoesik door Erber een der bedrijvigste verdelgers van Adders genoemd. Ondanks zijn geschiktheid voor ’t rooversbedrijf komt het niet in hem op tegen den mensch zijne wapenen te gebruiken; hij bijt nooit, laat zonder vrees toe, dat men hem in de handen neemt en schijnt zelfs mettertijd een zekere genegenheid voor zijn verzorger op te vatten. Van andere Hagedissen onderscheidt hij zich zeer gunstig door zijn bedrijvigheid. Hij is aanhoudend in beweging, kruipt met bevallige kronkelingen voortdurend in zijn kooi rond, beweegt tastend de tong heen en weer en onderzoekt zeer zorgvuldig iedere holte, iedere spleet tusschen de steenen en het mos. Als men hem in de kamer vrij laat rondkruipen, begint hij onmiddellijk jacht te maken op allerlei ongedierte; de leelijke Kakkerlakken, die in zoovele woningen voorkomen, zoekt hij in al hunne schuilhoeken op en vervolgt ze zelfs in den schoorsteen.

Merkwaardig is de wijze, waarop de Scheltopoesik een Muis, een Mol of dergelijk dier vangt en doodt. Direct na het grijpen van den buit begint hij zich met ongeloofelijke snelheid rond te wentelen; deze beweging wordt voortgezet, totdat het slachtoffer zoo suf en duizelig is, dat het zijn vijand niet meer ontkomen kan. Nu eerst verbrijzelt de Scheltopoesik den kop van zijn buit en begint hem te verslinden; hiervoor wordt een geruimen tijd vereischt, daar hij zijn prooi steeds stuksgewijs verzwelgt en zijn gebit niet scherp genoeg is om de huid en de pezen door te snijden. Voor Hagedissen is hij een zeer lastige buurman, daar hij haar den staart afbijt en dezen verslindt; van het overige lichaam schijnt hij niet te houden.

De Scheltopoesik ( Ophisaurus apus , Pseudopus Pallasii ) vertegenwoordigt het geslacht der Gepantserde Slanghagedissen, dat zich door de volgende kenmerken onderscheidt: De romp, welke op dien van een Slang gelijkt, is lang, rolvormig, een weinig zijdelings samengedrukt en bijna even dik als de hals; de duidelijk begrensde, vierhoekige kop eindigt in een spitsen snuit en is bijna even lang als hoog; de dunne, in een punt uitloopende staart is iets langer dan het overige lichaam. Van de voorpooten is geen spoor aanwezig; de achterste ledematen zijn door knobbeltjes aan weerszijden van de kloakopening aangeduid. De oogen hebben een ronde pupil en volkomen leden; de gehooropeningen zijn als kleine, overlangsche spleten duidelijk zichtbaar. – De gewone kleur van de genoemde soort is vuil roodbruin of donker stroogeel: de kop is een weinig lichter, de benedenzijde van den romp bruinachtig vleeschrood. Oude exemplaren zijn na de vervelling van boven donker koperrood, op den kop roodachtig groen. De jongen zijn op grijzen grond donkerbruin gevlekt en met dwarsbanden geteekend; soortgelijke, donkere, dwarse strepen bevinden zich aan de zijden van den kop. Van de totale lengte, die 1.1 M. bedraagt, komen 65 cM. op den staart; de rudimentaire achterpooten zijn ongeveer 1 cM. lang.

Niet slechts van de voorste, maar ook van de achterste pooten is uitwendig geen spoor meer te zien bij een soort, die de oostelijk Vereenigde Staten en Mexico bewoont en door de Anglo-Amerikanen Glasslang (Glasssnake) wordt genoemd ( Ophisaurus ventalis ); aan het geraamte merkt men echter een weinig ontwikkelden schouder- en heupgordel op. Als Hagedis is dit dier uitwendig kenbaar aan de oogleden, die voor beweging geschikt zijn, en aan het trommelvlies. Zijn kleur is zeer verschillend. Enkele exemplaren zijn helder groen met zwarte en gele vlekken, andere bruinachtig met donkerbruine strepen op de zijden, nog andere hebben oogvlekken op bruinen grond. De lengte bedraagt ongeveer 80 cM.

De Glasslang bewoont bij voorkeur zeer droge terreinen, maar steeds zulke, die haar geschikte schuilplaatsen aanbieden. De wortels van een ouden boom of stronk, holen in heuvelhellingen, enz. verschaffen haar een toevluchtsoord, waarin zij na elke storing zoo spoedig mogelijk de wijk neemt. Zij komt zeer vroeg in ’t voorjaar, vroeger dan de Slangen, te voorschijn en houdt zich reeds ijverig met de jacht bezig, terwijl deze nog in winterslaap verkeeren. Haar voedsel bestaat uit Insecten en kleine Reptiliën, vooral jonge Hagedissen en dergelijke dieren.

Deze door fraaie teekening en zachtzinnigen aard aanbevelenswaardige soort kan niet gemakkelijk in onbeschadigden toestand gevangen worden, omdat zij bij aanraking buitengewoon licht breekt en dus haar naam met volle recht draagt. Dit zal wel de reden zijn, waarom men haar zoo zelden in een terrarium te zien krijgt.

*

Aan het ontbreken van de groeve aan weerszijden van den romp, het gemis van voorste en achterste ledematen, de kleine en meestal verborgen gehooropening en de lichaamsbekleeding, die uit kleine zeszijdige, gladde, glanzige schubben bestaat, welke overlangsche reeksen, aan de zijden van ’t lichaam echter dwarse rijen vormen, zijn de Hazelwormen ( Anguis ) uitwendig kenbaar. Een algemeen bekende vertegenwoordiger van dit geslacht is de Hazelworm, die in Gelderland ook wel Blindslang wordt genoemd ( Anguis fragilis ). Bij ons treft men deze soort in de zandstreken van alle oostelijke provinciën aan, niet in de duinstreken (Ritzema Bos).

Читать дальше
Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

Похожие книги на «Het Leven der Dieren. Derde Deel, Hoofdstuk 1 tot 4, De Kruipende Dieren»

Представляем Вашему вниманию похожие книги на «Het Leven der Dieren. Derde Deel, Hoofdstuk 1 tot 4, De Kruipende Dieren» списком для выбора. Мы отобрали схожую по названию и смыслу литературу в надежде предоставить читателям больше вариантов отыскать новые, интересные, ещё непрочитанные произведения.


Отзывы о книге «Het Leven der Dieren. Derde Deel, Hoofdstuk 1 tot 4, De Kruipende Dieren»

Обсуждение, отзывы о книге «Het Leven der Dieren. Derde Deel, Hoofdstuk 1 tot 4, De Kruipende Dieren» и просто собственные мнения читателей. Оставьте ваши комментарии, напишите, что Вы думаете о произведении, его смысле или главных героях. Укажите что конкретно понравилось, а что нет, и почему Вы так считаете.

x