Emma Orczy - De Roode Pimpernel
Здесь есть возможность читать онлайн «Emma Orczy - De Roode Pimpernel» — ознакомительный отрывок электронной книги совершенно бесплатно, а после прочтения отрывка купить полную версию. В некоторых случаях можно слушать аудио, скачать через торрент в формате fb2 и присутствует краткое содержание. Жанр: Альтернативная история, Исторические приключения, на нидерландском языке. Описание произведения, (предисловие) а так же отзывы посетителей доступны на портале библиотеки ЛибКат.
- Название:De Roode Pimpernel
- Автор:
- Жанр:
- Год:неизвестен
- ISBN:нет данных
- Рейтинг книги:5 / 5. Голосов: 1
-
Избранное:Добавить в избранное
- Отзывы:
-
Ваша оценка:
- 100
- 1
- 2
- 3
- 4
- 5
De Roode Pimpernel: краткое содержание, описание и аннотация
Предлагаем к чтению аннотацию, описание, краткое содержание или предисловие (зависит от того, что написал сам автор книги «De Roode Pimpernel»). Если вы не нашли необходимую информацию о книге — напишите в комментариях, мы постараемся отыскать её.
De Roode Pimpernel — читать онлайн ознакомительный отрывок
Ниже представлен текст книги, разбитый по страницам. Система сохранения места последней прочитанной страницы, позволяет с удобством читать онлайн бесплатно книгу «De Roode Pimpernel», без необходимости каждый раз заново искать на чём Вы остановились. Поставьте закладку, и сможете в любой момент перейти на страницу, на которой закончили чтение.
Интервал:
Закладка:
„Sport, Mevrouw de Gravin, sport,” beweerde Lord Anthony, met zijn joviaal luid en aangenaam stemorgaan, „wij zijn een natie van sportmenschen, weet u, en het is nu juist de mode, het haas uit den bek van den hond te trekken.”
„Ach, neen, neen, niet enkel sport, Mijnheer. U hebt nobeler beweeggrond—ik ben er zeker van—voor het goede werk, dat u verricht.”
„In trouwe, Mevrouw, ik zou gaarne zien, dat u het motief opspoorde: wat mij aangaat, ik houd van het wild en het spel, want de mooiste sport is het, die ik ooit heb aangetroffen. Op een haarbreedte van den afgrond… en rutsch!.... we zijn er vandoor!”
Maar de Comtesse schudde nogmaals ongeloovig het hoofd. Haar kwam het als iets ongerijmds voor, dat deze jongelieden en hun groote leidsman, allen schatrijk, van hooge geboorte en jong, niets anders daarmee zouden beoogen dan sport, om daarvoor de vreeselijke gevaren te loopen, waaraan zij zich voortdurend blootstelden. Wanneer ze eenmaal den voet in Frankrijk hadden gezet, zou hun nationaliteit niet de minste waarborg voor hen blijken. Een ieder, die hulp of schuilplaats aan verdachte royalisten mocht verleenen, zou zonder genade worden veroordeeld en terechtgesteld. Met huivering overdacht zij de gebeurtenissen der laatste dagen, haar ontsnapping uit Parijs met twee harer kinderen, alle drie verborgen onder een hoop kool en appelen op een kar, niet durvende ademhalen, terwijl het grauw brulde: „Hang de aristo’s op!”
Het was alles op zulk een mirakuleuze wijze geschied. Zij en haar echtgenoot hadden begrepen, dat ze op de lijst stonden der „verdachte personen”, wat evenveel inhield als korter of langer uitstel van executie door de guillotine.
Dan kwam de hoop op redding; de geheimzinnige brief, geteekend met de raadselachtige roode bloem; de duidelijke strenge aanwijzingen; het hartverscheurende afscheid van haar echtgenoot; de hoop op hereeniging; de vlucht met haar twee kinderen; de huifkar; een vreeselijke oude heks als voerman, die er uitzag als een schrikwekkende booze geest met de akelige tropee aan het handvat harer zweep!
De Comtesse zag rond in de nette ouderwetsche herberg, zij dacht aan den vrede, in dit land van godsdienstige, vooral staatkundige vrijheid, en zij sloot haar oogen om het rondwarend spooksel niet te zien van die Westerbarricade, van het vluchtend gepeupel, door een paniek bevangen, toen de oude tooverkol van de pest had gesproken.
In dien kar verwachtte ze ieder oogenblik herkenning, arrestatie en een veroordeelend vonnis, en deze jeugdige Engelschen, onder aanvoering van hun dapperen en geheimzinnigen leider, hadden hun leven gewaagd om hen allen te redden!
En dat alles zou slechts sport zijn? Onmogelijk! De oogen van Suzanne, als deze den blik van Sir Andrew ontmoetten, zeiden hem duidelijk, hoe zij over hem dacht, dat hij althans zijn medemenschen van een vreeselijken en onverdienden dood redde, uit hooger en edelmoediger beginselen dan hij haar wel wilde doen gelooven.
„Hoeveel leden telt wel uw nobel Verbond, Mijnheer?” luidde haar bedeesde vraag.
„Twintig in het geheel, Mademoiselle,” was het antwoord, „één gebieder en negentien volgelingen. Allen Engelschen, allen hebben we een eed van gehoorzaamheid aan onzen leider afgelegd en tevens de belofte onschuldigen te bevrijden.”
„Moge God u allen beschermen, Mijneheeren!” zei de Comtesse met vuur.
„Tot dusver, Mevrouw, heeft de Voorzienigheid daaraan voldaan.”
„Het is onbegrijpelijk voor mij, totaal onbegrijpelijk. Alles is in Frankrijk het werk van verraders, in naam der vrijheid en broederschap.”
„De vrouwen in Frankrijk hebben zich bitterder jegens ons, aristokraten, gedragen dan de mannen,” zei de Burggraaf.
„Ja, helaas,” bevestigde de Comtesse, terwijl een flikkering van intensen wrevel lichtte in haar melancholieke oogen. „Daar hebt u bijvoorbeeld die vrouw, Marguerite St. Just. Ze diende tegen den Markies de St. Cyr en diens geheele familie een aanklacht in bij het tribunaal van het Schrikbewind.”
„Marguerite St. Just?” vroeg Lord Anthony, een snellen blik op Sir Andrew werpend. „Marguerite St. Just?—Zeker....”
„Ja!” hernam de Comtesse, „zeker kent u haar. Ze was een der premières van de Comédie Française en is onlangs met een Engelschman gehuwd. U moet haar kennen—”
„Haar kennen?” zei Lord Anthony. „Zou ik Lady Blakeney niet kennen—de meest gevierde dame in Londen—de echtgenoote van den rijksten man in Engeland? Natuurlijk kennen wij allen Lady Blakeney.”
„Zij was een schoolkameraad van me in het pensionaat te Parijs,” bracht Suzanne in het midden, „en beiden gingen we naar Engeland om uw taal te leeren. Ik hield heel veel van Marguerite, en ik kan nauwelijks gelooven, dat zij ooit zoo iets boosaardigs heeft uitgehaald.”
„Zeer zeker schijnt het ongelooflijk,” zei Sir Andrew. „Er moet bepaald een vergissing hebben plaats gehad—”
„Er is geen vergissing mogelijk, Mijnheer,” hernam de Comtesse, ijskoud. „De broeder van Marguerite is een bekend republikein. Er was sprake van een familieveete tusschen hem en mijn neef, den Markies van St. Cyr. De St. Just zijn volslagen plebejers en het republikeinsch gouvernement houdt er veel spionnen op na. Ik verzeker u, dat er geen kwestie is van een vergissing… Heeft u van deze geschiedenis niets vernomen?”
„Toch wel, Mevrouw, eenige vage geruchten ervan zijn tot mij doorgedrongen, maar in Engeland wilde niemand er geloof aan slaan… Sir Percy Blakeney, haar echtgenoot, is een zeer vermogend man, van hooge maatschappelijke positie, de boezemvriend van den Prins van Wales… en Lady Blakeney geeft in Londen voor modes enz. in voorname kringen den toon aan.”
„Dat alles mag waar zijn, Mijnheer, wij zullen natuurlijk in Engeland een zeer kalm leven leiden, maar de hemel geve, dat ik Marguerite St. Just nergens ontmoet!”
Er was een andere stemming gekomen onder het kleine vroolijke gezelschap. Suzanne keek treurig en zweeg, Sir Andrew speelde zenuwachtig met zijn vork, terwijl de Comtesse deftig en stijf tegen den rechten rug van haar stoel aanleunde. Wat Lord Anthony betreft, hij gevoelde zich volstrekt niet op zijn gemak en keek een paar malen schuin naar Jellyband, die er al even onrustig uitzag.
„Tegen hoe laat verwacht u Sir Percy en Lady Blakeney?” gelukte het hem den kastelein ongemerkt toe te fluisteren.
„Zij kunnen ieder oogenblik hier wezen, milord,” fluisterde Jellyband insgelijks.
Hij had dit nauwelijks gezegd, of men hoorde in de verte het rollen van een naderend rijtuig, luider en luider werd het vernomen, een of twee waarschuwingen kon men verstaan, daarop klonk het getrappel van paardenhoeven op de ruwe keien, en in het volgend oogenblik stormde een staljongen de gelagkamer binnen met den opgewonden uitroep:
„Sir Percy Blakeney en Milady zijn in aantocht!”
Nog meer kreten, ondermengd met een gerinkel van harnachement, en een prachtige reiswagen, door vier kranige schimmels getrokken, hield voor het hek van „Visscherswelvaren” stil.
VIJFDE HOOFDSTUK.
Marguerite
In minder dan geen tijd was de gezellige gelagkamer het tooneel van hopelooze verwarring en ongerieflijkheid. Op het eerste bericht van den staljongen was Lord Anthony van zijn stoel opgesprongen en gaf hij allerlei aanwijzingen aan den beteuterden Jellyband, die niet wist, wat hij zou beginnen.
„Om godswil, man,” riep hij, „zie, dat je Lady Blakeney een oogenblik buiten aan den praat houdt, onderwijl de dames hier zich verwijderen. Dit treft al heel ongelukkig!”
„Gauw, Sally! de kaarsen!” schreeuwde Jellyband, heen en weer loopend tot ieders ongerief.
De Comtesse was opgestaan, deftig en stijf, een vergeefsche poging doende om haar opwinding te verbergen en werktuigelijk herhalend:
Читать дальшеИнтервал:
Закладка:
Похожие книги на «De Roode Pimpernel»
Представляем Вашему вниманию похожие книги на «De Roode Pimpernel» списком для выбора. Мы отобрали схожую по названию и смыслу литературу в надежде предоставить читателям больше вариантов отыскать новые, интересные, ещё непрочитанные произведения.
Обсуждение, отзывы о книге «De Roode Pimpernel» и просто собственные мнения читателей. Оставьте ваши комментарии, напишите, что Вы думаете о произведении, его смысле или главных героях. Укажите что конкретно понравилось, а что нет, и почему Вы так считаете.