• Пожаловаться

Thea Beckman: Kruistocht in spijkerbroek

Здесь есть возможность читать онлайн «Thea Beckman: Kruistocht in spijkerbroek» весь текст электронной книги совершенно бесплатно (целиком полную версию). В некоторых случаях присутствует краткое содержание. Город: Rotterdam, год выпуска: 1973, категория: Альтернативная история / Детская фантастика / на нидерландском языке. Описание произведения, (предисловие) а так же отзывы посетителей доступны на портале. Библиотека «Либ Кат» — LibCat.ru создана для любителей полистать хорошую книжку и предлагает широкий выбор жанров:

любовные романы фантастика и фэнтези приключения детективы и триллеры эротика документальные научные юмористические анекдоты о бизнесе проза детские сказки о религиии новинки православные старинные про компьютеры программирование на английском домоводство поэзия

Выбрав категорию по душе Вы сможете найти действительно стоящие книги и насладиться погружением в мир воображения, прочувствовать переживания героев или узнать для себя что-то новое, совершить внутреннее открытие. Подробная информация для ознакомления по текущему запросу представлена ниже:

Thea Beckman Kruistocht in spijkerbroek

Kruistocht in spijkerbroek: краткое содержание, описание и аннотация

Предлагаем к чтению аннотацию, описание, краткое содержание или предисловие (зависит от того, что написал сам автор книги «Kruistocht in spijkerbroek»). Если вы не нашли необходимую информацию о книге — напишите в комментариях, мы постараемся отыскать её.

Dolf Wega stapt in een tijdmachine om een riddertornooi bij te kunnen wonen, maar hij belandt midden in een kinderkruistocht. Wanneer een andere jongen teruggeflitst wordt naar de twintigste eeuw beseft Dolf dat hij geen andere keus heeft dan mee te trekken met het jonge leger. Samen met student Leonardo weet hij de kinderen te behoeden voor een humanitaire ramp. Hij went zijn 20ste eeuwse kennis aan om de kinderen veilig naar Genua te krijgen, waar de zee voor de herdersjongen Nicolaas zou moeten opengaan zodat ze naar Jeruzalem kunnen wandelen. De monniken die de tocht organiseren hebben echter andere plannen.

Thea Beckman: другие книги автора


Кто написал Kruistocht in spijkerbroek? Узнайте фамилию, как зовут автора книги и список всех его произведений по сериям.

Kruistocht in spijkerbroek — читать онлайн бесплатно полную книгу (весь текст) целиком

Ниже представлен текст книги, разбитый по страницам. Система сохранения места последней прочитанной страницы, позволяет с удобством читать онлайн бесплатно книгу «Kruistocht in spijkerbroek», без необходимости каждый раз заново искать на чём Вы остановились. Поставьте закладку, и сможете в любой момент перейти на страницу, на которой закончили чтение.

Тёмная тема

Шрифт:

Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

‘Mooie armband heb je daar,’ zei Frank, die gezien had hoe Dolf op zijn polshorloge keek.

‘Ja, een geschenk van mijn vader.’

‘Is het zilver?’

‘Roestvrij staal.’

‘Damascener staal?’

‘Zoiets.’

‘Is jouw vader rijk?’

‘Nogal,’ zei Dolf weinig op zijn gemak. Vergeleken met de middeleeuwers was zijn vader bulkend rijk. In de twintigste eeuw was dr. Wega een matig gesalarieerde wetenschapsman.

‘Waarom ben je dan weggelopen, als je het thuis zo goed had?’ informeerde Frank verder.

‘Gewoon, voor het avontuur.’

Frank knikte tevreden. Blijkbaar was dat ook de reden waarom hij zich bij de Kinderkruistocht had aangesloten.

Na een lange wandeling bereikten ze een iets hoger gelegen gedeelte van het ruige veld. Hier was de grond minder drassig. Toen ze voorbij het bosje waren, zagen ze een goed vuur, waaromheen een kring volwassenen en kinderen zat. Hoewel het al schemerde, zag Dolf achter het kampvuur een oude, ronde legertent staan. Hij zag ook twee witte ossen die rustig bij het bosje lagen te herkauwen. Een eindje verderop stond een ossenwagen met een witte huif, zorgvuldig bewaakt door een twintigtal jongens met knuppels in de hand. Nicolaas nam blijkbaar geen enkel risico.

De groep om het laaiende vuur zat te eten. De geuren die het voedsel verspreidde, deden Dolf en Frank watertanden. De paar mondjes soep die ze naar binnen hadden gewerkt, waren bij lange na niet genoeg geweest om hun honger te stillen. Aan het spit boven het vuur hing nog meer wildbraad. Dolf herkende vogelvormen. Blijkbaar hadden deze kinderen een paar watervogels weten te verschalken.

De groep bestond uit de in het wit geklede jongen, twee monniken en een achttal kinderen wier hoge afkomst aan hun kleren, manieren en fijne handen was af te lezen. Het beweeglijke jongetje dat Dolf al eerder had gezien, zat er ook bij.

Verbaasd, met volle monden, keken ze op naar de grote jongen die zo plotseling in hun midden verscheen. Maar Dolf had zich weer eens iets in het hoofd gezet en stevende recht op zijn doel af, met blinde koppigheid, waarbij hij zijn hersens toch goed bij elkaar hield.

‘Ik ben Rudolf Wega van Amstelveen,’ sprak hij duidelijk en plechtig. Zoals steeds maakte de naam indruk. De magere monnik, die Dom Anselmus werd genoemd, hief even de hand op. Dom Johannis, veel jonger, dikker en vriendelijker, knikte hem toe. Nicolaas maakte een beweging alsof hij wilde opstaan, bedacht zich toen. De mooi uitgedoste kinderen keken nieuwsgierig toe. Ze waren zo gespannen dat ze vergaten te kauwen.

‘… en ik heb honger,’ zei Dolf kalm, wijzend op het braadspit.

De kleine bemoeial stak hem onmiddellijk een stuk wildbraad toe en schoof iets opzij.

‘Ga zitten, Rudolf van Amstelveen. Je bent welkom.’

Kennelijk beschouwde deze elitegroep hem als één der hunnen: een kind van edele ouders. Al moest Dolfs kleding hen wel voor raadsels zetten. Dolf wenkte Frank om er ook bij te komen zitten, hetgeen de anderen niet zo prettig schenen te vinden. Ze wisselden een afkeurende blik.

‘Wie ben jij?’ vroeg Dom Anselmus streng. Frank stelde zich voor. Dolf, die begreep dat het standsverschil tussen de vrije poorterszoon en de baronskinderen moest worden weggewerkt, sloeg snel een arm om Franks schouders.

‘Hij is mijn vriend,’ sprak hij. De anderen zwegen beklemd. De kleine bemoeial schoof Frank toch ook een stuk vlees toe. Dolf vond hem opeens een erg aardige jongen.

Toen hij verzadigd was, keek Dolf de elitekring eens goed aan. De kinderen keken terug, nieuwsgierig en een beetje argwanend. Hij merkte een mooi meisje op in een lange, van fijn linnen geweven japon. Ze was behangen met sieraden en ze droeg aan een zilveren ketting een kruis dat schitterde van de juwelen. De jongen naast hem droeg een dieprood overkleed, gele beenbekleding en een met zilver bestikte gordel waarin een prachtige dolk hing met edelstenen in het handvat. De andere kinderen waren niet minder mooi opgetuigd. De in het wit geklede jongen was natuurlijk Nicolaas.

Dolf begon te spreken. Hij dempte zijn stem, opdat zijn vreemde tongval niet te veel zou opvallen en omdat hij de aandacht wilde vasthouden. Naar wie zacht spreekt wordt scherp geluisterd.

‘Sinds gisteren heb ik mij aangesloten bij de Kinderkruistocht. Ik wil met jullie meegaan naar het Heilige Land om de Witte Stad te helpen veroveren,’ zei hij om zijn loyaliteit te bewijzen.

De monniken knikten hem toe, terwijl Anselmus’ blikken al keurend over zijn stevige gestalte gleden.

‘Ik kom uit Holland, waar de mensen anders praten en anders gekleed gaan dan hier,’ vervolgde Dolf, om een verklaring te geven voor alles wat vreemd aan hem was. En dat was heel wat! Ook die mededeling werd voor kennisgeving aangenomen.

‘… Maar wat ik van dit kinderleger heb gezien,’ zei Dolf, nu tot de kern van de zaak komend, ‘bevalt me niet zo erg. Ik ben diep bewogen door wat ik heb gezien. Het welzijn van al deze kinderen gaat me aan het hart. Toch zag ik vele zieken om wie niemand zich bekommerde. Ik zag kinderen die van uitputting langs de weg neerzonken. Ik zag gewonden voor wie niemand iets deed. Ik heb kinderen zien sterven onderweg, anderen zien verdrinken. Vader,’ wendde hij zich plotseling tot Anselmus, ‘deze kruistocht is slecht georganiseerd. Dat kan veel beter.’

De donkere monnik fronste de wenkbrauwen maar zei niets. Johannis toonde plotseling veel belangstelling. Nicolaas hief een hand op.

‘God waakt over ons, God zorgt voor ons,’ zei hij als een automaat.

‘God zal het ons zeker niet kwalijk nemen als wij Hem daarbij een handje helpen,’ liet Dolf zich ontvallen. Ontsteltenis golfde door de kring.

‘Ben je gekomen om ons de les te lezen, Rudolf van Amstelveen?’ vroeg Dom Anselmus dreigend.

‘Ja. Toen ik zei dat ik honger had, werd mij onmiddellijk een stuk vlees toegestoken. Daarvoor ben ik dankbaar. Maar er zijn hier op het veld nog achtduizend kinderen die honger hebben. En wat wordt er voor hen gedaan?’

‘God zal hen voeden,’ zei Nicolaas weer, net iets te snel.

Dolf wendde zich nu rechtstreeks tot de herdersjongen.

‘Nicolaas, luister naar mij,’ sprak hij ernstig en langzaam. ‘God heeft jou opgedragen deze kinderen naar het Heilige Land te brengen. Daarbij heeft God jou de verantwoordelijkheid voor die kinderen opgelegd. Aan jou de geweldige taak om hen veilig, gezond en zonder grote verliezen voor de poorten van de Witte Stad te leiden. De reis is lang, de gevaren zijn groot. Maar met een goede organisatie en het gebruik van ons gezonde verstand kunnen we veel lijden voorkómen. Het kan niet Gods wil zijn dat de meeste van deze kinderen onderweg omkomen. God heeft jou tot leider aangesteld, maar leiderschap betekent: zorgdragen voor de jou toevertrouwde kudde.’

‘Rudolf van Amstelveen heeft gelijk,’ zei plotseling het mooi geklede jongetje naast hem. ‘Als mijn vader ten oorlog trok, zorgde hij ervoor dat zijn krijgsvolk onderweg goed te eten had.’

Dom Anselmus snauwde: ‘Houd je mond, Carolus.’ Maar Carolus liet zich de mond niet snoeren.

‘U weet het niet, omdat u altijd vooraan reed,’ riep hij. ‘Maar de chaos in de achterhoede was iets verschrikkelijks. Ik heb daar al eerder over geklaagd en ik ben blij dat Rudolf van Amstelveen mij nu bijvalt.’ Gelukkig, dat is tenminste één medestander, dacht Dolf dankbaar.

‘Rudolf van Amstelveen vergist zich,’ zei Dom Anselmus kil. ‘Dit is geen gewone kruistocht. Wij zijn niet op weg gegaan om bloed te vergieten en om Jeruzalem met het zwaard in de hand te heroveren. Wij zullen de Saracenen verjagen met onze onschuld.’

‘Dat weet ik,’ antwoordde Dolf kalm. ‘Maar wij zijn beslist niet op weg gegaan om van honger, kou en ellende om te komen. Al deze kinderen’ — hij wees om zich heen — ‘al deze kinderen verwachten Jeruzalem te zien. Zoals het nu gaat zal nog geen tiende deel van hen de tocht volbrengen. Want hun leiders bekommeren zich niet om hen. Terwijl ze het zichzelf aan niets laten ontbreken.’

Читать дальше
Тёмная тема

Шрифт:

Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

Похожие книги на «Kruistocht in spijkerbroek»

Представляем Вашему вниманию похожие книги на «Kruistocht in spijkerbroek» списком для выбора. Мы отобрали схожую по названию и смыслу литературу в надежде предоставить читателям больше вариантов отыскать новые, интересные, ещё не прочитанные произведения.


Robert Heinlein: Het pad van roem
Het pad van roem
Robert Heinlein
Poul Anderson: Komt Tijd
Komt Tijd
Poul Anderson
Robert Silverberg: Twee sterren
Twee sterren
Robert Silverberg
Отзывы о книге «Kruistocht in spijkerbroek»

Обсуждение, отзывы о книге «Kruistocht in spijkerbroek» и просто собственные мнения читателей. Оставьте ваши комментарии, напишите, что Вы думаете о произведении, его смысле или главных героях. Укажите что конкретно понравилось, а что нет, и почему Вы так считаете.