Roger Zelazny - Heer van het licht

Здесь есть возможность читать онлайн «Roger Zelazny - Heer van het licht» весь текст электронной книги совершенно бесплатно (целиком полную версию без сокращений). В некоторых случаях можно слушать аудио, скачать через торрент в формате fb2 и присутствует краткое содержание. Город: Utrecht/Antwerpen, Год выпуска: 1972, Издательство: Het Spectrum, Жанр: Фантастика и фэнтези, на нидерландском языке. Описание произведения, (предисловие) а так же отзывы посетителей доступны на портале библиотеки ЛибКат.

Heer van het licht: краткое содержание, описание и аннотация

Предлагаем к чтению аннотацию, описание, краткое содержание или предисловие (зависит от того, что написал сам автор книги «Heer van het licht»). Если вы не нашли необходимую информацию о книге — напишите в комментариях, мы постараемся отыскать её.

Siddharta, Dwinger der Demonen bindt als Bodhisattva de strijd aan tegen de post-aardse tirannie.

Heer van het licht — читать онлайн бесплатно полную книгу (весь текст) целиком

Ниже представлен текст книги, разбитый по страницам. Система сохранения места последней прочитанной страницы, позволяет с удобством читать онлайн бесплатно книгу «Heer van het licht», без необходимости каждый раз заново искать на чём Вы остановились. Поставьте закладку, и сможете в любой момент перейти на страницу, на которой закончили чтение.

Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

Ziet u hoe de romp bevuild is? U had de zeilen moeten zien zwart als het haar van Ratri!’

De prins boog zich voorover om het schip beter te kunnen bekijken. ‘Maar de wateren waren niet bijzonder gevaarlijk?’ vroeg hij.

De zeeman schudde zijn hoofd. ‘We hebben in de buurt van het Zouteiland een kruiser aangeroepen en hoorden toen dat de ergste uitbarstingen van het Kanon zes dagen tevoren waren geweest. Toen hadden ze de wolken verschroeid en geweldige golven doen ontstaan en op de kruiser wisten ze dat er twee schepen gezonken waren en waarschijnlijk zelfs drie.’

De zeeman leunde achterover en vulde zijn pijp. ‘Zoals ik al zei, een zeeman kan altijd zegeningen gebruiken.’

‘Ik zoek een man van de zee,’ zei de prins. ‘Een kapitein. Zijn naam is Jan Olvegg, of misschien wordt hij nu Olvagga genoemd. Ken je hem?’

‘Ik heb hem gekend,’ zei de ander, ‘maar het is lang geleden dat hij uitzeilde.’

‘Ja? Wat is er van hem geworden?’

De zeeman draaide zijn hoofd om om hem beter te kunnen opnemen. ‘Wie bent u, waarom vraagt u dat?’ vroeg hij ten slotte.

‘Mijn naam is Sam. Jan is een heel oude vriend van mij.’

‘Hoe oud is “heel oud”?’

‘Vele, vele jaren geleden, ergens anders, heb ik hem gekend, toen hij nog kapitein van een schip was dat deze oceanen nooit bevaren heeft.’

De zeeman boog zich plotseling naar voren, greep een stuk hout en slingerde dat naar de hond die aan de andere kant van de pier om de palen sloop. Hij jankte even en zocht toen haastig beschutting achter een pakhuis. Het was de zelfde hond die de prins vanaf de herberg van Hawkana gevolgd was.

‘Pas op voor de hellehonden,’ zei de kapitein. ‘Er zijn honden, honden en honden. Drie verschillende soorten en in deze haven moet je ze allemaal van je afhouden.’ Toen taxeerde hij de ander opnieuw. ‘Uw handen,’ zei hij met een gebaar van zijn pijp, ‘hebben onlangs nog vele ringen gedragen. De indrukken ervan zijn nog te zien.’ Sam keek naar zijn handen en glimlachte. ‘Jouw ogen ontgaat niets, zeeman,’ antwoordde hij. ‘Ik kan het niet ontkennen. Ik heb onlangs nog ringen gedragen.’

‘Dan bent u net als de honden niet wat u schijnt te zijn en u vraagt naar Olvagga en noemt hem bij zijn oudste naam. U zegt, dat u Sam heet. Bent u misschien een van de Eersten?’

Sam antwoordde niet onmiddellijk, maar nam de ander op alsof hij er op wachtte dat hij nog iets zeggen zou. Waarschijnlijk omdat hij dat begreep, vervolgde de kapitein: ‘Olvagga was naar ik weet een van de Eersten, hoewel hij er nooit over gesproken heeft. Of u nu zelf een van de Eersten bent, of dat u een Meester bent, u bent hiervan op de hoogte. Ik verraad hem dus niet als ik spreek. Maar ik wil wél eerst weten of ik tot een vriend of een vijand spreek.’ Sam fronste zijn voorhoofd. ‘Voor zover ik weet maakte Jan nooit vijanden,’ zei hij. ‘Je spreekt alsof hij ze nu wel heeft onder degenen die je de Meesters noemt.’ De zeeman bleef hem aankijken. ‘U bent geen Meester,’ zei hij tenslotte, ‘en u komt van verre.’

‘Inderdaad,’ zei Sam, ‘maar zeg me hoe je dit allemaal weet.’

‘Ten eerste,’ zei de ander, ‘bent u een oude man. Het zou kunnen zijn dat ook een meester een oud lichaam draagt, maar hij zou het niet willen evenmin als dat hij lange tijd een hond wil blijven. De angst om plotseling de ware dood te sterven, zoals dat vroeger gebeurde, zou te groot zijn. Hij zou dus nooit zo lang oud blijven, dat er indrukken van ringen diep in zijn vingers zouden komen te staan. De rijken worden nooit van hun lichaam beroofd. Als hun de wedergeboorte geweigerd wordt, leven zij de volle lengte van hun dagen. De Meesters zouden een gewapende opstand van de volgelingen van zo iemand vrezen, wanneer hij een andere dan een natuurlijke dood zou sterven. Op die manier kan een lichaam als het uwe dus niet verkregen worden. En een lichaam uit de levensreservoirs zou geen indrukken op de vingers vertonen.

‘Bijgevolg,’ concludeerde hij, ‘houd ik u voor een belangrijk man, hoewel geen Meester. Als u Olvagga van vroeger kent, dan moet u ook een van de Eersten zijn, net als hij. En op grond van de vragen die u stelt, neem ik aan dat u van verre komt. Als u een man uit Mahartha was, zou u alles van de Meesters afweten. En als u de Meesters kende, zou u weten waarom Olvagga niet kan uitzeilen.’

‘Jij weet meer over wat er in Mahartha gebeurt dan ik; ook al ben je pas kortgeleden aangekomen.’

‘Ik kom eveneens van verre,’ gaf de kapitein met een vage glimlach toe, ‘maar in twaalf maanden bezoek ik misschien wel tweemaal zoveel havens. Ik hoor overal nieuwtjes — nieuwtjes en kletspraatjes en verhalen — in meer dan twee dozijn havens. Ik hoor van het gekonkel in de paleizen en de corruptie in de tempels. Ik hoor de geheimen die ’s nachts de gouden meisjes onder de boog van suikerriet van Kama worden toegefluisterd. Ik hoor van de veldtochten van de Khshatriya en de termijnzaken van de grote kooplieden in granen en specerijen, juwelen en zijde. Ik drink met zangers en astrologen, met toneelspelers en bedienden, koetsiers en kleermakers. Soms kom ik misschien in een haven waar vrijbuiters aanleggen en hoor de losprijs voor degenen die ze daar gevangen houden. Het is dus helemaal niet vreemd dat ik, die van verre kom, misschien meer van Mahartha weet dan u, die misschien niet ver hier vandaan woont. Bij tijd en wijle hoor ik zelfs wat over het doen en laten van de goden.’

‘Dan kan je me dus ook over de Meesters vertellen en waarom ze tot de vijanden gerekend worden,’ vroeg Sam. ‘Ik kan u er wel iets van vertellen,’ antwoordde de kapitein, ‘opdat u gewaarschuwd moge zijn. De handelaars in lichamen zijn nu de Meesters van Karma. Hun ware namen worden geheim gehouden volgens de gewoonte der goden, zodat ze even onpersoonlijk schijnen als het Grote Wiel, dat zij naar hun zeggen vertegenwoordigen. Ze zijn niet meer alleen handelaars in lichamen, ze hebben belangen bij de tempels. Die zijn eveneens veranderd, want uw verwanten van de Eersten, die nu goden zijn, staan met hen in contact vanuit de Hemel. Als u inderdaad tot de Eersten hoort, Sam, dan moet uw pad of naar de vergoddelijking, of naar de ondergang leiden, als u deze nieuwe Meesters van Karma ontmoet.’

‘Hoezo?’ vroeg Sam.

‘Bijzonderheden moet u ergens anders te weten zien te komen,’ zei de ander. ‘Ik weet niet hoe dat alles in z’n werk gaat. Vraag naar Jannaveg, de zeilmaker in de Straat van de Wevers.’

‘Staat Jan nu onder die naam bekend?’ De ander knikte.

‘En pas op voor de honden,’ zei hij, ‘en wat dat betreft, voor ieder ander levend wezen dat intelligentie kan herbergen.’

‘Wat is je naam, kapitein?’ vroeg Sam.

‘In deze haven heb ik helemaal geen naam, óf een valse en ik zie niet in waarom ik tegen u zou liegen! Goedendag, Sam.’

‘Goedendag, kapitein. En dank voor je woorden.’

Sam stond op en verliet de haven. Hij ging weer terug in de richting van het zakenkwartier en de straten der ambachten.

De zon stond als een rode discus aan de hemel, opstijgend naar de Brug der Goden. De prins liep door de ontwaakte stad, zich een weg banend langs de stalletjes waar handwerkslieden in de kunstnijverheid hun vakkundigheid toonden. Venters van zalven en poeders, parfums en oliën liepen om hem heen. Bloemverkopers wuifden met hun slingers en boeketjes naar de voorbijgangers; en de wijnverkopers zeiden niets; zij zaten met hun leren zakken naast elkaar op banken in de schaduw te wachten op hun klanten die als altijd naar hen toekwamen. De ochtend rook naar het eten dat gekookt werd, naar muskus, vlees, uitwerpselen, olie en wierook, allemaal door elkaar en elke geur zweefde weer als een onzichtbare wolk alleen verder. Daar hijzelf als een bedelaar gekleed was, viel het niet op dat hij even bij een gebochelde met een bedelnap bleef staan.

Читать дальше
Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

Похожие книги на «Heer van het licht»

Представляем Вашему вниманию похожие книги на «Heer van het licht» списком для выбора. Мы отобрали схожую по названию и смыслу литературу в надежде предоставить читателям больше вариантов отыскать новые, интересные, ещё непрочитанные произведения.


libcat.ru: книга без обложки
Roger Zelazny
Roger Zelazny - Corwin von Amber
Roger Zelazny
Robert Jordan - Het Licht van Weleer
Robert Jordan
libcat.ru: книга без обложки
Roger Zelazny
libcat.ru: книга без обложки
Roger Zelazny
libcat.ru: книга без обложки
Roger Zelazny
libcat.ru: книга без обложки
Roger Zelazny
libcat.ru: книга без обложки
Roger Zelazny
Roger Zelazny - Lord of Light
Roger Zelazny
Отзывы о книге «Heer van het licht»

Обсуждение, отзывы о книге «Heer van het licht» и просто собственные мнения читателей. Оставьте ваши комментарии, напишите, что Вы думаете о произведении, его смысле или главных героях. Укажите что конкретно понравилось, а что нет, и почему Вы так считаете.

x