Albert Baantjer - De Cock en een strop voor Bobby
Здесь есть возможность читать онлайн «Albert Baantjer - De Cock en een strop voor Bobby» весь текст электронной книги совершенно бесплатно (целиком полную версию без сокращений). В некоторых случаях можно слушать аудио, скачать через торрент в формате fb2 и присутствует краткое содержание. Город: Baarn, Год выпуска: 2004, ISBN: 2004, Издательство: De Fontein, Жанр: Полицейский детектив, на нидерландском языке. Описание произведения, (предисловие) а так же отзывы посетителей доступны на портале библиотеки ЛибКат.
- Название:De Cock en een strop voor Bobby
- Автор:
- Издательство:De Fontein
- Жанр:
- Год:2004
- Город:Baarn
- ISBN:978-90-261-0614-9
- Рейтинг книги:5 / 5. Голосов: 1
-
Избранное:Добавить в избранное
- Отзывы:
-
Ваша оценка:
- 100
- 1
- 2
- 3
- 4
- 5
De Cock en een strop voor Bobby: краткое содержание, описание и аннотация
Предлагаем к чтению аннотацию, описание, краткое содержание или предисловие (зависит от того, что написал сам автор книги «De Cock en een strop voor Bobby»). Если вы не нашли необходимую информацию о книге — напишите в комментариях, мы постараемся отыскать её.
De Cock en een strop voor Bobby — читать онлайн бесплатно полную книгу (весь текст) целиком
Ниже представлен текст книги, разбитый по страницам. Система сохранения места последней прочитанной страницы, позволяет с удобством читать онлайн бесплатно книгу «De Cock en een strop voor Bobby», без необходимости каждый раз заново искать на чём Вы остановились. Поставьте закладку, и сможете в любой момент перейти на страницу, на которой закончили чтение.
Интервал:
Закладка:
Dat alles speelde door m’n hoofd toen wij beiden in het sectie-lokaal op de komst van dr. Rusteloos en zijn assistent wachtten. Geert was nerveus. Hij liep onrustig in het lokaal heen en weer. Zijn voetstappen klonken hol en weerkaatsten tegen de betegelde muren.
Ik stak een sigaret op. Na het eerste trekje staarde ik naar de sliertjes rook, die in onregelmatige spiraaltjes omhoog dansten. Ik voelde mij rustig. Vroeger was ik ook nerveus en rookte tijdens zo’n sectie de ene sigaret na de andere.
Geert keek op zijn horloge.
‘Ze zijn al vijf minuten te laat,’ zei hij geprikkeld. Hij wilde het sectielokaal verlaten om te gaan kijken of dr. Rusteloos al in aantocht was, maar ik riep hem terug.
Ik begreep heel goed dat het kale vertrek met die sinistere snijtafel in het midden en de geur van lysol en carbol Geert benauwden. Ik begreep dat maar al te goed. Toch was het geen sadistisch plagerijtje, dat ik hem terugriep. Ik wilde hem slechts dwingen om zijn gedachten op zijn werk te concentreren. Daarom vroeg ik of hij al contact had gehad met de begrafenisondernemer.
‘Nee,’ zei Geert, ‘dat komt vanmiddag wel.’
‘Weet je dat de kist verzegeld moet worden?’
‘Ja, dat weet ik.’
‘Heb je de zegels?’
‘Ja,’ riep hij snauwerig, ‘ik heb aan alles gedacht.’
‘En de potjes?’ vroeg ik kalm.
‘Potjes?’
‘Ja, voor het laboratorium. Dr. Rusteloos heeft ze straks nodig voor de urine en de inhoud van maag en darmen.’
Geert keek mij angstig aan. ‘Dat heb ik vergeten.’ Hij bracht van schrik een hand voor zijn mond. ‘Wat stom,’ mompelde hij. ‘Maar wat doen we nu? De dokter kan elk ogenblik hier zijn.’ Ik grijnsde een beetje.
‘Ik dacht wel dat je wat vergeten zou,’ zei ik. ‘Daarom heb ik vanmorgen thuis al gebeld. Wees maar gerust, ze zijn er. Ze staan in het kastje.’
Ik zag hoe de uitdrukking op zijn gezicht veranderde. Ik had op z’n minst verwacht dat hij mij zou bedanken, maar dat deed hij niet. Hij kwam vlak bij mij staan en zei tartend: ‘Jij denkt ook aan alles, hè.’
‘Ik probeer het.’
‘Jij hebt aan de potjes gedacht.’
‘Ja.’
‘Jij hebt de potjes niet vergeten.’
‘Nee,’ antwoordde ik gelaten.
Ik kende deze manier van ondervragen. Het is een soort verhoortechniek die wij bij de recherche wel eens toepassen om tot een imponerende climax te komen. Het amuseerde mij dat Geert deze techniek op mij toepaste en daarom speelde ik het spelletje mee, hoewel ik nog niet begreep waar hij heen wilde. ‘Jij hebt zeker vannacht rustig geslapen,’ ging hij verder.
‘Ik wel,’ zei ik en keek hem aan.
Enigszins tot mijn verbazing zag ik dat Geert geen spelletje speelde. Hij leek doodernstig. Zijn gezicht stond strak.
‘Ik niet!’ schreeuwde hij. ‘Ik heb geen oog dichtgedaan. Ik heb de hele nacht aan Mientje moeten denken. Hier aan Mientje.’ Hij sloeg met zijn vuist op de koelkast.
‘En,’ vroeg ik kalm, ‘heeft het wat geholpen?’
‘Wat bedoel je?’
‘Heeft jouw slapeloze nacht Mientje tot nieuw leven gewekt of is ze nog zo dood als gisteren?’
Het was maar gelukkig dat op dat moment dr. Rusteloos en zijn assistent binnenkwamen. Geert zag eruit alsof hij mij naar de keel zou vliegen.
Ik liep bij hem vandaan en begroette dr. Rusteloos. Zijn onafscheidelijke assistent verspeelde geen tijd aan begroetingen maar begon onmiddellijk de ontleedmessen in slagorde te leggen. De dokter vroeg naar bijzonderheden en ik antwoordde zo luid en duidelijk mogelijk. Dr. Rusteloos is namelijk enigszins hardhorend, waardoor de conversatie wat stroef verloopt. Maar hij is, voor zover ik dat kan beoordelen, een kundig man. Hij kan bogen op een zeer rijke ervaring. Toen ik hem eens vroeg hoeveel gerechtelijke secties hij in zijn leven al had verricht, zei hij lachend: ‘Als ze allemaal nog leefden, zou je er een flink dorp mee kunnen bevolken.’
De assistent hielp de dokter in zijn witte jas en bond hem een gummischort voor. Ik verbrak de verzegeling van de koelkast en hielp mee om het lichaam van Mientje op de snijtafel te leggen. De dokter deed zijn gummihandschoenen aan. Om te voorkomen, dat zijn vingers tijdens het werk zouden uitglijden, trok hij daaroverheen nog een paar katoenen nethandschoenen en sprak over het weer, waardoor de wegen nogal glad waren. ‘Onderweg zijn wij nog bijna met de wagen geslipt,’ zei hij. Nadat hij het lichaam van Mientje had betast en bekeken, pakte hij een mes en maakte twee sneden; elk beginnend vanaf een schouder en eindigend even boven het borstbeen. Vandaar gleed zijn mes over borst en buik naar beneden.
Ik keek naar Geert. Hij stond wat achteraf met een bleek gezicht. De dokter werkte gestaag door. Zijn manipulaties met het mes hadden zoveel zekerheid, dat onwillekeurig de gedachte bij mij opkwam dat hij wel in staat zou zijn om een sectie te verrichten met een blinddoek voor. Toen de assistent toebereidselen maakte om de hoofdhuid los te snijden, wist ik dat nu het meest weerzinwekkende gedeelte zou beginnen.
Ik liep naar Geert. Hij keek met wijdopengesperde ogen toe. Ik zag kleine zweetdruppeltjes op zijn bovenlip.
‘Hoe voel je je?’ vroeg ik.
‘Misselijk,’ antwoordde Geert.
‘Ga maar even naar buiten, dan zakt het wel.’
Ik had gehoopt dat hij ‘nee’ zou zeggen en door zou bijten, maar hij draaide zich om en verliet met een gebogen hoofd het sectielokaal. Ik keek hem na en vroeg mij af of er uit hem ooit een bruikbare rechercheur zou groeien. Hij was intelligent genoeg, maar te weinig aangepast aan de realiteit van het leven. Hij zou een goede boekhouder kunnen zijn, die ’s avonds thuis in zijn krantje rustig over misdaden leest en zijn hoofd schudt over al dat kwaad in de wereld. Maar om dat kwaad te aanvaarden als een realiteit en om in en met die realiteit te werken, daarvoor was hij volgens mij toch te gevoelig.
Toen Geert het lokaal verliet, keek dr. Rusteloos even op. Hij glimlachte. ‘Een nieuweling zeker?’
Ik knikte.
Het onderzoek duurde ditmaal maar goed twee uur. De dokter had haast. ‘Ik heb er nog één in Amersfoort,’ vertrouwde hij mij toe, ‘en ik wil vanavond toch niet te laat thuis zijn.’ Na afloop verliet ik met de potjes het sectielokaal. Ik verwachtte Geert buiten aan te treffen, maar hij was er niet. Ik bracht de sleutel terug bij de wachtcommandant van de Motordienst, die het beheer over het lokaal voert en stapte vandaar naar het hoofdbureau, waar ik de potjes op het laboratorium afleverde.
Drs. Beskes, onze politiedeskundige, ontving mij hartelijk, zoals altijd. Hij was een beminnelijk mens, van wie men als rechercheur alle hulp kon verwachten. Wanneer ik hem in het laboratorium tussen zijn uitgebreide apparatuur zag scharrelen, deed hij mij altijd denken aan een goedaardige middeleeuwse alchimist, op zoek naar goud. Maar ik bewonderde hem. Hij had een enorme kennis van de wetenschappelijke speurkunst en hield zich voortdurend op de hoogte van de nieuwste ontwikkelingen. Hij had de terughoudendheid van een geleerde en sprak daarom zijn conclusies slechts aarzelend uit. Daarom had hij wel eens moeilijkheden met de justitie, die niet van aarzelingen hield en slechts naar naakte harde feiten vroeg. Mijn respect voor hem was door de jaren heen gegroeid. Hij verrichtte soms wonderen met de geringste spoortjes en menig succesje had ik aan hem te danken.
‘Zo Versteegh,’ zei hij, ‘wat heb je nu weer voor me.’
‘Iets van een lijk,’ antwoordde ik en wees naar de potjes. Ik deed hem uitvoerig verslag van de omstandigheden waaronder ik het lichaam van Mientje had aangetroffen. ‘Ik denk aan zelfmoord,’ zo besloot ik.
Hij maakte enige aantekeningen.
‘Enig idee, waarnaar ik zoeken moet?’
‘U hebt van Meulenaar een glas gekregen met tabletresten en dan heb ik hier nog een paar lege buisjes die ik in het kamertje heb gevonden.’
Читать дальшеИнтервал:
Закладка:
Похожие книги на «De Cock en een strop voor Bobby»
Представляем Вашему вниманию похожие книги на «De Cock en een strop voor Bobby» списком для выбора. Мы отобрали схожую по названию и смыслу литературу в надежде предоставить читателям больше вариантов отыскать новые, интересные, ещё непрочитанные произведения.
Обсуждение, отзывы о книге «De Cock en een strop voor Bobby» и просто собственные мнения читателей. Оставьте ваши комментарии, напишите, что Вы думаете о произведении, его смысле или главных героях. Укажите что конкретно понравилось, а что нет, и почему Вы так считаете.