Albert Baantjer - De Cock en de wurger op zondag

Здесь есть возможность читать онлайн «Albert Baantjer - De Cock en de wurger op zondag» весь текст электронной книги совершенно бесплатно (целиком полную версию без сокращений). В некоторых случаях можно слушать аудио, скачать через торрент в формате fb2 и присутствует краткое содержание. Город: Baarn, Год выпуска: 1975, ISBN: 1975, Издательство: De Fontein, Жанр: Полицейский детектив, на нидерландском языке. Описание произведения, (предисловие) а так же отзывы посетителей доступны на портале библиотеки ЛибКат.

De Cock en de wurger op zondag: краткое содержание, описание и аннотация

Предлагаем к чтению аннотацию, описание, краткое содержание или предисловие (зависит от того, что написал сам автор книги «De Cock en de wurger op zondag»). Если вы не нашли необходимую информацию о книге — напишите в комментариях, мы постараемся отыскать её.

De Amsterdamse rechercheur wordt van vakantie teruggeroepen om het op een dood spoor geraakte onderzoek naar de moord op een prostituee te hervatten.

De Cock en de wurger op zondag — читать онлайн бесплатно полную книгу (весь текст) целиком

Ниже представлен текст книги, разбитый по страницам. Система сохранения места последней прочитанной страницы, позволяет с удобством читать онлайн бесплатно книгу «De Cock en de wurger op zondag», без необходимости каждый раз заново искать на чём Вы остановились. Поставьте закладку, и сможете в любой момент перейти на страницу, на которой закончили чтение.

Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

Hij wilde juist weer verder stappen, toen hij boven zijn hoofd een zacht gefluit hoorde. De Cock keek omhoog. De regen priemde in zijn ogen. Uit het opgeschoven raam op de eerste verdieping stak het hoofd van een vrouw. Hij kon de gelaatstrekken niet onderscheiden. Hij realiseerde zich even waar hij zich ongeveer bevond en wist gelijk dat het Barbara was. Ze wenkte. De Cock ging het deurtje in en hees zich aan de leuning omhoog. Ze wachtte hem op, boven aan de trap.

‘Kom binnen,’ zei ze met een warme stem.

De Cock gaf haar zijn natte hoed.

Ze trok haar neusje iets op.

‘Doe die vieze natte jas ook maar uit,’ zei ze. ‘En veeg je voeten.’

De Cock gehoorzaamde gewillig.

Ze borg zijn natte spulletjes weg en wierp hem een handdoek toe. De Cock droogde zijn gezicht en haalde een kam door zijn stugge haar. Het kamertje was knusjes ingericht. Het was er ook behaaglijk warm. Voor de haard lag een grote, zwarte kater. Hij hief zijn kop even op, knipoogde en sliep weer verder. De kat was gewend aan vreemd bezoek.

‘Wat zoek je nu nog op de gracht?’ vroeg ze.

De Cock liet zich in een van de fauteuiltjes zakken. ‘Een moordenaar,’ zei hij.

Ze ging tegenover hem op de bank zitten, haar knieën opgetrokken. Ze zag er lief uit in een soort overhemdblouse boven een nauwsluitende pantalon. Het lange, blonde haar hing bij haar schouders neer en omkranste het gezichtje met de matbleke huid. Haar blauwe ogen lachten hem vriendelijk toe. Hij ontweek haar blik. De tederheid die uit haar ogen straalde, verwarde hem een beetje.

‘Ik zag je staan,’ zei ze. ‘Met die oude hoed herken ik je uit duizenden.’

De Cock glimlachte. ‘Heb je er belang bij om mij te herkennen?’

Ze haalde lichtjes haar schouders op.

‘Welk belang heeft een vrouw erbij om een man uit duizenden te herkennen?’

De Cock antwoordde niet. Hij wist wat ze bedoelde. Hij kende haar al jaren en dit was niet de eerste keer dat ze dergelijke toespelingen maakte op de genegenheid die ze voor hem koesterde. Het bezorgde hem altijd een vreemd gevoel van binnen. Hij begreep het niet.

‘Ik ben met die moorden bezig,’ zei hij ontwijkend.

‘Ja,’ zei ze, ‘ik weet het. Ik heb je gisterennacht aan de overkant van de gracht aan het werk gezien. Je hebt geen enkele keer in deze richting gekeken.’

In haar stem klonk een licht verwijt.

De Cock zuchtte. ‘Als je zo doorgaat,’ zei hij, ‘kan ik beter opstappen.’

De uitdrukking op haar gezicht veranderde plotseling.

‘O nee,’ zei ze met een zweem van wanhoop, ‘jij blijft. Op avonden als deze, wanneer buiten de bomen staan te huilen, voel ik mij eenzamer dan ooit.’

De Cock keek haar aan. ‘Waarom stap je er niet uit? Je bent nog jong. Zoek een nette, degelijke man.’

Om haar lippen speelde een lachje. ‘Er zijn weinig mannen zoals jij.’

De Cock schudde zijn hoofd. ‘Je zou er niet meer over beginnen,’ zei hij.

Ze nam haar benen van de bank en schoof iets naar voren. Haar gezichtje stond ernstig.

‘Waarom niet? Waarom mag ik er niet over praten? Waarom snoer je mij toch altijd de mond, wanneer ik erover begin. Is het zo erg? Ik heb altijd naar een grote, sterke man verlangd. Een man zoals jij, die niet bij elke blik hongerig naar mijn heupen kijkt.’

Hij krabde achter in zijn nek. Het was een verlegenheidsgebaartje, waarop hij zich dikwijls betrapte.

‘Misschien…’ zei hij wat aarzelend, ‘misschien kan ik het beter verbergen. Of… misschien ben ik niet zo hongerig meer.’

Ze keek hem onderzoekend aan. ‘Waarom kom je dan?’

‘Je hebt me geroepen. Herinner je je?’

Ze knikte. ‘Dit keer. Maar al die andere keren dat ik je niet geroepen heb?’

De Cock wreef met zijn hand over zijn gezicht.

‘Kom, Barbara, laten we erover ophouden. Ik ben oud genoeg om je vader te zijn. Wanneer ik wel eens bij je kom praten, dan doe ik dat… eh, omdat ik je een aardige meid vind en… eh, omdat ik hoop dat je nog eens uit de buurt zult verdwijnen.’

Ze strekte haar hand naar hem uit en streek met haar vingers langs de mouw van zijn colbertjasje.

‘Waarom wil je zo graag dat ik eruit ga? Wat heb jij er voor belang bij? Het maakt voor jou toch niets uit of ik hier zit of een ander meisje?’

De Cock zuchtte. ‘Je bent moeilijk vanavond. Ik denk dat het komt door het weer. Die miezerige regen buiten maakt je melancholiek. Ik begrijp best dat je je eenzaam voelt. Er zijn geen klanten en je hebt niets te doen. En daarom bespeel je mij met bedekte liefdesverklaringen.’ Hij schudde zijn hoofd. ‘Dat is toch niet fair, Barbara? Dat heb ik toch niet aan je verdiend? Hoe vaak ben ik in de loop der jaren niet bij je gekomen om zomaar eens met je te praten over andere dingen dan de business, alleen omdat ik wist dat je daaraan behoefte had, omdat ik begreep dat je soms walgde van de buurt.’ Hij zuchtte opnieuw. ‘Goed, ik mag je graag. Maar wat betekent dat? Als ik bij je kwam met dezelfde bedoelingen als die “hongerige” mannen van wie je sprak, dan zou je mij op den duur toch ook verachten? Zie je, en dat wil ik eenvoudig niet.’

Ze liet haar hoofdje zakken en antwoordde niet. Pas na een poosje keek ze op. Op haar wang lag een traan en het zwart van haar ogen was doorgelopen. ‘Je neemt het mij toch niet kwalijk?’ zei ze.

Haar lippen trilden.

De Cock glimlachte vertederd. ‘Natuurlijk niet, m’n kind. Hoe zou ik het kunnen?’

Hij legde zijn hand op haar knie. ‘Kom,’ zei hij vriendelijk, ‘kijk eens of mijn jas al een beetje is bijgedroogd.’

Ze stond op en liep naar het achterkamertje, waar haar bed stond. Met een peinzende blik in zijn ogen keek hij haar na en beschouwde de fraaie welving van haar heupen. Hij wreef nog eens langs zijn gezicht en stond moeizaam op. Ze hielp hem in zijn jas.

‘Praat eens met Vader Mattias,’ zei hij. ‘Of neem contact op met je ouders. Ik weet zeker dat ze je met open armen zullen ontvangen.’

Ze schonk hem een droeve glimlach. ‘Ik zal er eens over denken,’ zei ze.

Hij nam zijn hoed van haar aan en strompelde het trapje af. Het regende nog steeds. De Cock zuchtte diep. Hij keek niet om.

De Cock liet zich de volgende dag niet op het bureau zien. Zijn stoel bleef leeg. Het zo vertrouwde silhouet van zijn imposante gestalte voor het raam, zijn dominerende persoonlijkheid, waren door de jaren heen zo verweven met de recherchekamer van bureau Warmoesstraat, dat zijn afwezigheid direct het gevoel gaf dat er iets aan het interieur ontbrak.

De jonge Vledder zat ermee in zijn maag. Zonder De Cock voelde hij zich onzeker en wist niet precies welke stappen hij in het onderzoek zou nemen. In het kielzog van De Cock leek het allemaal zo gemakkelijk, zo probleemloos, een kinderlijk spelletje van vraag en antwoord. Toen De Cock maar niet verscheen, had hij hem opgebeld en zijn vrouw aan de telefoon gekregen. Die had hem gezegd dat De Cock vandaag niet kwam. Meer niet. Hij had niet eens verder durven vragen. De Cock kwam niet en daarmee uit.

De commissaris was humeurig. Hij liep rond met een nors gezicht. Hij had al een paar maal naar De Cock gevraagd en Vledder had met vage uitvluchten getracht z’n afwezigheid te verklaren. De ouwe had de uitvluchten doorzien. Zijn humeur was er niet beter op geworden. De Cock had de vorige dag, zonder enige verontschuldiging, de door hem gearrangeerde bespreking genegeerd. Hij was eenvoudig niet verschenen. Dat zat de commissaris hoog.

Iedereen wist dat De Cock een eigenwijze kerel was, een buitenbeentje, die simpeltjes weigerde aan de leiband van zijn superieuren te wandelen. Dat was algemeen bekend. Wanneer De Cock niet zo dikwijls blijk had gegeven van zijn uitzonderlijke gaven, dan was zijn loopbaan bij de recherche alleen al omwille van dat gebrek aan discipline vroegtijdig beëindigd. Maar men durfde de oude rot niet erg best aan. Men liet hem in de regel maar zijn eigen gang gaan. Dat was het beste. Toch had de commissaris steeds weer moeite om het vrijbuitersgedrag van De Cock te accepteren. Het tastte zijn waardigheid aan. Het ellendige was dat De Cock later altijd een grondige reden had voor zijn gedrag. Dat maakte zijn superieuren wat huiverig en onzeker. Er waren er al velen geweest die zijn vrijheidsdrang hadden willen beteugelen. Het lukte altijd, maar duurde nooit lang. Wanneer men hem op zijn gebrek aan discipline wees, toonde De Cock zich steeds bijzonder berouwvol en onderdanig en deed vanaf dat moment geen stap meer zonder bevel of opdracht. Het gevolg was dat hij geen enkel initiatief meer ontplooide en de zaak geen steek verder kwam. In arren moede gaf men hem dan maar weer de vrije hand. Het liefst zette men hem op een dood spoor en liet hem kleine, onbeduidende diefstalletjes opknappen. De Cock had daar geen bezwaar tegen. Hij wist toch dat men hem weer van stal zou halen, wanneer men in de knoei zat. En men zat in de knoei. Daarom permitteerde De Cock zich de vrijheid niet op het bureau te verschijnen. Het was maandag en dat vond hij een geschikte dag om met zijn hond te gaan wandelen.

Читать дальше
Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

Похожие книги на «De Cock en de wurger op zondag»

Представляем Вашему вниманию похожие книги на «De Cock en de wurger op zondag» списком для выбора. Мы отобрали схожую по названию и смыслу литературу в надежде предоставить читателям больше вариантов отыскать новые, интересные, ещё непрочитанные произведения.


Отзывы о книге «De Cock en de wurger op zondag»

Обсуждение, отзывы о книге «De Cock en de wurger op zondag» и просто собственные мнения читателей. Оставьте ваши комментарии, напишите, что Вы думаете о произведении, его смысле или главных героях. Укажите что конкретно понравилось, а что нет, и почему Вы так считаете.

x