Albert Baantjer - Een schot in de roos
Здесь есть возможность читать онлайн «Albert Baantjer - Een schot in de roos» весь текст электронной книги совершенно бесплатно (целиком полную версию без сокращений). В некоторых случаях можно слушать аудио, скачать через торрент в формате fb2 и присутствует краткое содержание. Город: Amsterdam, Год выпуска: 2011, ISBN: 2011, Издательство: Lebowski, Жанр: Детектив, на нидерландском языке. Описание произведения, (предисловие) а так же отзывы посетителей доступны на портале библиотеки ЛибКат.
- Название:Een schot in de roos
- Автор:
- Издательство:Lebowski
- Жанр:
- Год:2011
- Город:Amsterdam
- ISBN:978-90-488-0840-3
- Рейтинг книги:4 / 5. Голосов: 1
-
Избранное:Добавить в избранное
- Отзывы:
-
Ваша оценка:
- 80
- 1
- 2
- 3
- 4
- 5
Een schot in de roos: краткое содержание, описание и аннотация
Предлагаем к чтению аннотацию, описание, краткое содержание или предисловие (зависит от того, что написал сам автор книги «Een schot in de roos»). Если вы не нашли необходимую информацию о книге — напишите в комментариях, мы постараемся отыскать её.
Een schot in de roos — читать онлайн бесплатно полную книгу (весь текст) целиком
Ниже представлен текст книги, разбитый по страницам. Система сохранения места последней прочитанной страницы, позволяет с удобством читать онлайн бесплатно книгу «Een schot in de roos», без необходимости каждый раз заново искать на чём Вы остановились. Поставьте закладку, и сможете в любой момент перейти на страницу, на которой закончили чтение.
Интервал:
Закладка:
Jacob keek ernstig. ‘Je hebt hem ook niet verteld over de ontmoeting met Menno Post, zo meteen.’
‘Waarom zou hij dat moeten weten?’
‘Omdat hij de leider van het onderzoek is.’
Van Opperdoes keek hem bestraffend aan. ‘O, ja? In naam, misschien.’
Jacob glimlachte. ‘Natuurlijk. Jij bent de enige echte leider van het onderzoek en niemand anders.’
Van Opperdoes knikte tevreden. ‘Dat wou ik even horen. En dat is precies de reden waarom ik het niet heb verteld.’
‘Je blijft een stout kind, had ik zoiets al niet eerder gezegd?’
‘Vast wel. Ik zie dat ook als een geuzennaam.’
Jacobs telefoon rinkelde. Hij nam het gesprek aan.
Een bescheiden klop klonk en Hugo Pastoor stak zijn hoofd om de deur. ‘Mag ik binnenkomen?’
‘Jij altijd.’
Hugo en Ton, die achter hem bleek te staan, kwamen binnen, terwijl Jacob even de gang op liep om zijn gesprek rustig te kunnen voeren.
De twee technisch rechercheurs legden een aantal foto’s op het bureau.
Van Opperdoes bekeek afdrukken en zag de portemonnee, het paspoort en een aantal overzichtsfoto’s van de kamer van Menno Post.
‘En?’
‘Niets schokkends. Menno Post woont daar inderdaad. We hebben overal vingerafdrukken van hem gevonden. Tot op de wc aan toe.’
Van Opperdoes tikte met zijn vinger op de foto. ‘En op het paspoort?’
‘Niks. Geen vingerafdrukken. Van het bloed op het paspoort hebben we monsters genomen, dat zal het nfi bekijken. Maar tien tegen een dat het van het slachtoffer is.’
‘Heb je het goed bekeken?’
Hugo fronste. ‘Er zit een mooi plastic beschermhoesje omheen. Geloof me, als er vingers op hadden gezeten, waren ze opgevallen als een zwarte kat in de sneeuw.’
‘Jammer.’
‘Het maakt toch niet zoveel uit? Aangetroffen in de woning van verdachte numero uno. Wat wil je nog meer?’
Van Opperdoes zweeg. Hij keek naar de foto van het paspoort, en op dat moment kwam Jacob binnen.
‘Weet je wie die de dode man in de kelder is?’
Van Opperdoes trok zijn wenkbrauwen op. ‘Nee, maar jij nu vast wel.’
‘Dat was Interpol, die terugbelde. Durim Bilota wordt gezocht in Albanië. Lid van de maffia daar, en wordt gezien als een van de betere huurmoordenaars. Laatste nieuws was dat hij in Nederland was en werkte.’
‘Dat klopt dan in ieder geval,’ zei Van Opperdoes droog.
Daarna pakte hij de foto van de kamer van Menno Post op en keek ernaar. Midden in de foto zag hij het schaakbord.
Allerlei gedachten schoten door zijn hoofd, maar het schaakbord overheerste. Hij moest denken aan de telefoon in de vuilnisbak, aan het schaakbord in de galerie, waarbij het verschil tussen de witte en de zwarte vakken steeds vervaagde, hij hoorde de stem van de man in de galerie weer in zijn hoofd: ‘Het schaakbord van Lucifer. Waarmee de schepper van het kunstwerk de willekeur van goed en slecht… van wit en zwart… wil aantonen.’
Hij legde de foto peinzend op zijn bureau. ‘Er klopt iets niet.’
Hij keek Jacob aan, die niet-begrijpend terugkeek.
‘Hoe lang hebben we nog, Jacob?’
‘Voor wat?’
‘Voordat Menno Post komt.’
Jacob keek op zijn horloge. ‘We hebben nog een uur. Maar Menno komt echt niet. Die is niet gek. Hij weet allang dat we hem gaan aanhouden.’
Van Opperdoes keek hem strak aan. ‘Menno komt heus wel.’
Hoofdstuk 20
Peter van Opperdoes stond midden in het parkje van het Bellamyplein en liet zijn blik over de omgeving gaan; de brug naar de Bosboom Toussaintstraat, de oude tramremise, de bomen op het pleintje en de zijstraten richting de Ten Katemarkt en de Kinkerstraat. Ook al was het laat, het was opvallend stil in de buurt, wat Van Opperdoes vreemd vond. Meestal hoorde je toch wel iets, liepen er mensen rond of reden er auto’s langs. Nu was het doodstil en was hij de enige levende ziel in de omgeving. Tenminste… voor zover hij kon zien. Zou de stilte een voorbode van naderend onheil zijn?
Zijn telefoon ging. ‘Met Van Opperdoes.’
‘Met Jacob. Zie je al iets?’
‘Niks.’
‘Weet je zeker dat je dit wilt doen?’ Jacob klonk bezorgd.
‘We moeten het zo doen, Jacob. Ik ga kijken of ik naar binnen kan.’
Hij verbrak de verbinding, haalde diep adem en liep richting de oude tramremise.
De enorme gebouwen lagen er donker en uitgestorven bij. Sommige van de immense hallen werden nu voor opslag gebruikt, wachtend op een definitieve bestemming. Aan de zijde van de Kostverlorenvaart was een deel van de gebouwen inmiddels gesloopt om de nieuwe bestemming van de tramremise te realiseren; een groot uitgaanscentrum. Ongetwijfeld zou het een nieuwe impuls aan de buurt geven, maar nu was het er donker en somber. Inmiddels waren die plannen ook in de ijskast gezet.
Van Opperdoes slenterde een rondje om de gebouwen. Het was nog geen elf uur, maar hij wilde vast de sfeer proeven van de plek waar zo meteen de ontmoeting zou plaatsvinden. Bovendien moest hij kijken waar hij naar binnen kon, want zo op het oog zat alles dicht.
Het grote hek aan de zijde van het Bellamyplein leek gesloten, maar toen hij met zijn schouder tegen de ijzeren spijlen van het hek duwde, gaf het tot zijn verbazing mee. De oude rechercheur liep naar binnen en zag verderop dat een van de enorme deuren van de remise half openstond.
Langzaam liep hij naar de deur en keek door de smalle opening naar binnen. Een enorme hal, amper verlicht door het stadslicht en de vollemaan die door het monumentale glazen dak naar binnen schenen. Binnen heerste een doodse stilte.
Een ijzige tocht joeg door de immense donkere hallen. Hij huiverde. Vreemd dat het hier zo koud was, in tegenstelling tot de lentewarmte buiten.
De rails, waarover tot een paar jaar geleden de trams de remise in reden, wezen hem de weg naar binnen. Boven zich zag Van Opperdoes een vernuftige constructie, bestaande uit veel buizen, die het dak droeg. Dat was onregelmatig gevormd en bestond voor een groot gedeelte uit glas, zodat er zachte onregelmatige lichtvlekken op de donkere vloer vielen.
Van Opperdoes liep langzaam door de hal. Zijn oren waren gespitst op ieder geluid, maar het was doodstil. Langzaam wenden zijn ogen aan het donker en zag hij meer details. Er stonden links en rechts pallets en dozen en op de vloer lagen dikke kabels elektriciteitsdraad, planken en stukken los steen. Hoe dieper hij binnendrong in de onvoorspelbare spelonken van de oude remise, hoe ongemakkelijker hij zich begon te voelen.
Hoog boven hem verscheurde een fladderende vogel of vleermuis de donkere stilte. Boven zich, op een meter of vijf hoogte, zag hij een lange balustrade die in de duisternis verdween. Ter hoogte van de deur waar hij binnen was gekomen, zat een trap die naar de balustrade leidde.
Plotseling zakte de grond onder Van Opperdoes’ voeten weg. Nog net op tijd kon hij zich terugtrekken, zodat hij niet in het gapende gat viel. De tramrails gleden hier over een lange diepe geul, waar monteurs in konden staan om onder de tram te werken. Hij zag het niet meer, het was hier te donker om iets te onderscheiden.
Langzaam en met kloppend hart ging hij terug, tot hij weer in het maanlicht stond. Hij haalde diep adem en keek omhoog. Flarden wolken dreven voor de vollemaan langs.
Van Opperdoes voelde zijn hart in zijn keel kloppen.
Ergens… ergens in dit gebouw wachtte iemand.
‘Meneer Van Opperdoes!’
De stem klonk hard door de lege ruimte. Van Opperdoes keek om zich heen, maar hij zag niemand. Hij kon niet bepalen waar het geluid vandaan kwam.
‘Dat ben ik,’ antwoordde hij rustig.
‘Bent u alleen?’
‘Zoals je ziet, Menno.’
‘Ik kom eraan.’
Van Opperdoes draaide een rondje om zijn as. Door de lege ruimte en de weerkaatsingen van het geluid, kon hij er niet achter komen waar Menno zich bevond. Dat was een voordeel.
Читать дальшеИнтервал:
Закладка:
Похожие книги на «Een schot in de roos»
Представляем Вашему вниманию похожие книги на «Een schot in de roos» списком для выбора. Мы отобрали схожую по названию и смыслу литературу в надежде предоставить читателям больше вариантов отыскать новые, интересные, ещё непрочитанные произведения.
Обсуждение, отзывы о книге «Een schot in de roos» и просто собственные мнения читателей. Оставьте ваши комментарии, напишите, что Вы думаете о произведении, его смысле или главных героях. Укажите что конкретно понравилось, а что нет, и почему Вы так считаете.