Francis Allan - Het Eiland Wieringen en Zijne Bewoners

Здесь есть возможность читать онлайн «Francis Allan - Het Eiland Wieringen en Zijne Bewoners» — ознакомительный отрывок электронной книги совершенно бесплатно, а после прочтения отрывка купить полную версию. В некоторых случаях можно слушать аудио, скачать через торрент в формате fb2 и присутствует краткое содержание. ISBN: , Жанр: foreign_antique, foreign_prose, на нидерландском языке. Описание произведения, (предисловие) а так же отзывы посетителей доступны на портале библиотеки ЛибКат.

Het Eiland Wieringen en Zijne Bewoners: краткое содержание, описание и аннотация

Предлагаем к чтению аннотацию, описание, краткое содержание или предисловие (зависит от того, что написал сам автор книги «Het Eiland Wieringen en Zijne Bewoners»). Если вы не нашли необходимую информацию о книге — напишите в комментариях, мы постараемся отыскать её.

Het Eiland Wieringen en Zijne Bewoners — читать онлайн ознакомительный отрывок

Ниже представлен текст книги, разбитый по страницам. Система сохранения места последней прочитанной страницы, позволяет с удобством читать онлайн бесплатно книгу «Het Eiland Wieringen en Zijne Bewoners», без необходимости каждый раз заново искать на чём Вы остановились. Поставьте закладку, и сможете в любой момент перейти на страницу, на которой закончили чтение.

Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

Het door Drusus ontworpen kanaal, kwam boven Arnhem uit den Rijn, en vloeide tot aan dien plek waar thans de stad Doesburg ligt, en die naar Drusus naam Drusus- of Droesus-burg, zoude geheeten zijn.

Groot voorwaar, waren de gevolgen welke uit dit werk van het Romeinsche legerhoofd ontstonden. Immers, de grootere hoeveelheid water, welke nu uit den Rijn, door den IJssel, naar het Flevum-meer vloeide, moest zich welhaast eenen nieuwen weg banen. Nergens door dijken, dammen of andere natuurlijke of kunstmatige waterkeeringen, tegengehouden, knaagde het de oevers gestadig af; de zachtere aardlagen, welke zich onder de harde bovenkorst bevonden, werden hoe langer zoo meer uitgekabbeld; deze korst brokkelde dan vervolgens af, en verzonk met wat er op stond in de diepte. —

Intusschen breidde Drusus zijne overwinningen verder uit; welligt over de Eems tot aan den Wezer, en bouwde hier en elders verdedigbare posten.

Zoo bouwde hij vrij zeker, aan den westelijken oever der Middelzee, op of bij Terschelling, het kasteel Flevum, waarvan men, naar men meent omstreeks 1590, op het lang aanwezig gebleven eilandje de Grind, in eenige, met zeer groote steenen gemetselde putten, nog de laatste overblijfselen bespeurd heeft. Zoo ook bouwde hij, op het eiland Texel eenen burg, waarvan het bewijs nog aanwezig is in den naam van Texels hoofdplaats, de Burg ; terwijl eenige grafheuvels, benevens de in die streken van tijd tot tijd gevondene oudheden en munten, van het vroeger verblijf der Romeinen aldaar getuigenis geven. – Zoo ook worden de Romeinen, de stichters genoemd van eene stad, welke tusschen de eilanden Texel en Wieringen lag, en die den naam van Grebbe droeg. Wanneer die stad te niet is gegaan, kan met geene zekerheid bepaald worden; alleen weet men, dat zij, in eene der zeer groote watervloeden die er, naar luid der kronijken, in de jaren 350, 533, 695 en 733, hebben plaats gehad, verwoest is. —

’t Is zoo, aan het bestaan dier stede Grebbe, werd vroeger zeer getwijfeld, althans zeer veel getwist, terwijl de berigten van Soeteboom, Valkoog en andere, dien aangaande niet werden geloofd. De opsporingen echter van den geleerde Rutgerus Paludanus, en meer andere oudheidkundigen, hebben dien twijfel opgeheven, en plaats doen maken voor zekerheid terwijl ik in eene (zoo ik meen onuitgegeven) verhandeling, waarin mede over deze zaak gewag wordt gemaakt, en die mij door eenen vriend welwillend ten gebruike werd afgestaan, las: dat het uit de brieven van den Vaderlandschen geleerde Nicolaas Witsen, met zijnen boezemvriend, Gijsbert Luber gewisseld, bleek, dat er zeer vele, geheel nieuwe berigten aangaande genoemde stad, aanwezig zijn. —

Deze stad lag ongeveer een half uur gaans, Noordwaarts van het eiland Wieringen aan het tegenwoordige Amsteldiep. In 1710, was er nog eene groote hoeveelheid muurwerk overig, welke hoeveelheid voormaals veel grooter moet geweest zijn, naardien men omstreeks het midden der zeventiende eeuw van daar veel duifsteen heeft opgehaald, welke met kaagschepen naar Amsterdam vervoerd is, om aan de cementmolens afgeleverd te worden.

De reeds genoemde Witsen, was onderrigt dat daarbij veel beeldwerk was gevonden; doch aangezien er bij de vroegere ontdekking daarvan, niemand tegenwoordig schijnt geweest te zijn, die dit muurwerk met kennis van zaken zoude hebben kunnen beschouwen, ter afleiding van den tijd wanneer, en de personen, door wier bemoeijingen Grebbe gesticht zoude zijn; zoo heeft hij dienaangaande geene nadere inlichtingen kunnen bekomen, te meer ook, dewijl de steenbrokken, welke bij latere peilingen zijn gevonden, of reeds gevonden waren, beschadigd of verwaarloosd waren.

Volgens de nasporingen door Witsen gedaan, bleek het, dat de stad met eenen muur omringd was geweest, welke aan den noordkant geheel, en aan de west- en oostzijde ten deele onder het zand bedolven was, terwijl er aan de zuidzijde der stad, sporen werden ontdekt eener gracht, vóór den muur, waarin twee uitwateringen bespeurd werden. Ook ontdekte hij nog de grondslagen, van een groot, op zich zelf staand, gebouw met eenen voorhof, die door eenen muur omringd was, welke eene lengte van 300 voeten bezat.

Even min als het bekend is, wanneer de stad Grebbe in de diepte verzonk, schijnt men, met zekerheid te kunnen bepalen, wanneer de geheele vlakte tusschen Noord-Hollands vaste kust en het Eiland Wieringen, benevens dat gedeelte dier Provincie, waar de Zijpe en Wieringerwaard liggen, in het nat bedolven zijn. Dit moet na de eerste helft der 8e eeuw hebben plaats gegrepen, terwijl ook na dien tijd de stad Gonseind, waar nu het dorp Winkel ligt, benevens de dorpen Lager- of Nederdoes, Lammoer, Ter-Dorp, Schulhorn en andere, verzwolgen zijn.

Dat deze landstreken, welke thans bekend staan onder den naam van „het meer bezuiden Wieringen”, alsmede die, over welke zich verder de Balg tot aan den Zuidwal bij het tegenwoordige Nieuwe Diep, uitstrekt, oudtijds bewoond en bebouwd land moet geweest zijn, blijkt duidelijk uit de vele overblijfselen van dijken, wegen, straten en muurwerk, als ook door het in 1772 ontdekte kerkhof, waarop zerken en kisten aanwezig waren. Dat Drusus in deze streken, dijken zoude hebben doen aanleggen, is door de ontdekkingen van Junius, Paludanus en den Marquis de St. Simon buiten kijf gesteld. Zoo heeft men onder andere dezelve nagespoord van de Straat bij Texel, zuidoostwaarts van de Koog, door den geheelen Wieringerwaard, over de Gammels, en ten noorden van Stavoren in de Zuiderzee.

Naar men zegt, bestaat de weg in den Wieringerwaard, welke men ter lengte van 1300 roeden heeft kunnen volgen, uit duifsteen, en kan hij welligt in verband worden gebragt met den ouden weg, uit de Zuiderzee door Friesland loopende, welke waarschijnlijk mede, van Romeinsche herkomst is. —

Er is weleens verhaald, dat er tot aan het begin der dertiende eeuw, tusschen Enkhuizen en Stavoren, nog zoo veel land was, dat men met behulp van een deel, vondel of plank, droogvoets derwaarts konde gaan. – Hoe dit zijn moge, wij hechten daaraan echter geen geloof, naardien wij weten, dat het gedeelte van Friesland, waarin Stavoren ligt, reeds vroeger, in tegenstelling van het latere West-Friesland, Oost-Friesland werd geheeten. Er bestond dus eene scheiding , waarbij wij hier wel niet enkel aan een’ greppel of slootje zullen te denken hebben. – Daarenboven had Stavoren toen twee havens, Zure- en Nooremude (zuider- en noorder-mond) geheeten; al hetwelk bewijst, dat men toenmaals hier, in plaats van land, water had. Ook de stormvloed, welke omstreeks het jaar 857 hier te lande woedde, bragt verandering in deze streken te weeg, en het was inzonderheid te dien tijde, dat de bewoners inzagen, welk groot belang zij bij het aanleggen van behoorlijke zeeweringen hadden. Zoo vinden wij gewag gemaakt van gelegde wier- of weerdijken om de tegenwoordige plaat het Robbezand of de Waard, welke door het Oude Vlie van het Bredezand gescheiden is, en waarvan nog overblijfselen van overig zouden zijn, die zich door eene bijzondere vast- of hardheid van stof, onderscheiden, terwijl de meestgevaarlijke brokken in de jaren 1668 en 1669, op last van den Raadpensionaris De Witt, met groote inspanning van krachten zijn verbrijzeld. – Ook is er aan het westeinde van het Oude Vlie, nog een weg aanwezig, die vroeger hinderlijk was voor diepgaande vaartuigen, welke aldaar verpligt waren om den vloed af te wachten of een gedeelte der lading te lossen, om over de zoogenaamden Drempel te kunnen komen, en die door sommigen gehouden wordt voor den weg, welke eertijds tot het kasteel Flevum zoude geleid hebben. —

Dit een en ander meenden wij voldoende te mogen achten om onze lezers, eenigermate althans, bekend te maken met dat gedeelte der Zuiderzee, waarin het tegenwoordige Eiland Wieringen ligt, en tot welks beschrijving wij thans overgaan.

EERSTE HOOFDSTUK

ALGEMEENE BESCHOUWING VAN HET EILAND WIERINGEN

Читать дальше
Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

Похожие книги на «Het Eiland Wieringen en Zijne Bewoners»

Представляем Вашему вниманию похожие книги на «Het Eiland Wieringen en Zijne Bewoners» списком для выбора. Мы отобрали схожую по названию и смыслу литературу в надежде предоставить читателям больше вариантов отыскать новые, интересные, ещё непрочитанные произведения.


Отзывы о книге «Het Eiland Wieringen en Zijne Bewoners»

Обсуждение, отзывы о книге «Het Eiland Wieringen en Zijne Bewoners» и просто собственные мнения читателей. Оставьте ваши комментарии, напишите, что Вы думаете о произведении, его смысле или главных героях. Укажите что конкретно понравилось, а что нет, и почему Вы так считаете.

x